Het bepalen van de veiligheid en werkzaamheid van het MobiusHD hulpmiddel op het verlagen van de gemiddelde systolische 24-uurs ambulante bloeddruk bij patienten met therapieresistente hypertensie. De hypothese is dat de gemiddelde systolische 24-…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Vasculaire hypertensieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt is het verschil in verandering van de gemiddelde
systolische 24-uurs ambulante bloeddruk vanaf baseline tot 180 dagen
post-randomisatie, tussen de interventie arm en de sham arm.
Secundaire uitkomstmaten
"Verkennende eindpunten zijn verschil in a) dag en nacht 24-uurs ambulante
bloeddruk metingen vanaf baseline tot 365 dagen post-randomizatie, b) dosering
van antihypertensiva vanaf baseline tot 90, 180 en 365 dagen post-ranomizatie,
c) kwaliteit van leven, en d) gebruik van zorg, waaronder het aantal opnames en
ziekenhuisbezoeken als gevolg van hypertensie , tussen de interventie arm en de
sham arm.
Veiligheid zal worden geëvalueerd door het volgende te beoordelen;
• Adverse events (AEs)
• Serious adverse events (SAEs)
• Samengestelde meting van overlijden, MI, beroerte, embolisatie van het
hulpmiddel, occlusie van de halsslagader, nieuwe ipsilaterale carotisstenose
waarvoor chirurgische of percutane interventie nodig is, of Bleeding Academic
Research Consortium (BARC) 3 tot 5 bloedingen tot 90 dagen post-randomizatie."
Achtergrond van het onderzoek
Hypertensie is een zeer omvangrijk probleem dat voorkomt bij zo'n 1 miljard
mensen wereldwijd. Van de patienten die behandeld worden voor hypertensie, is
er bij 10% sprake van therapie resistente hypertensie, het niet kunnen bereiken
van normotensie ondanks behandeling met ten minste 3 antihypertensiva in
adequate doseringen. Deze patienten hebben een zeer hoog risico op het
ontwikkelen op cardiovasculaire aandoeningen. Gezien deze groep niet
(voldoende) reageert op medicatie, is er een grote behoeften aan alternatieve
strategieen om de bloeddruk te verlagen. Een van de manieren, is door modulatie
van de baroreceptor. Het MobiusHD hulpmiddel is ontworpen om via dit mechanisme
de bloeddruk te verlagen.
De 'first in man' (CALM-FIM) studie, waarbij het device voor het eerst in de
mens werd toegepast, laat veelbelovende resultaten zien ten aanzien van
veiligheid en werkzaamheid. Redelijkerwijs, nemen we de volgende stap om de
werkzaamheid van het MobiusHD hulpmiddel aan te tonen in een gerandomiseerd,
dubbel-blind, sham-gecontroleerd onderzoek. Deze opzet is noodzakelijk om de
positieve bias die inherent is aan een vroeg-stadium, niet-gecontroleerde
veiligheidsstudie, te elimineren.
Doel van het onderzoek
Het bepalen van de veiligheid en werkzaamheid van het MobiusHD hulpmiddel op
het verlagen van de gemiddelde systolische 24-uurs ambulante bloeddruk bij
patienten met therapieresistente hypertensie. De hypothese is dat de gemiddelde
systolische 24-uurs ambulante bloeddruk significant lager is in de therapie arm
ten opzichte van de sham arm.
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectief, gerandomiseerd, dubbel-blind, sham-gecontroleerd,
multicenter, post-market onderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Na een eerste geschiktheidscheck bij screening worden baseline ambulante bloeddruk, therapie trouw van antihypertensiva en andere factoren gemeten. Deelnemers worden daarna ingepland en opgenomen in het ziekenhuis voor een angiografie. De angiografie vormt de laatste geschiktheidscheck. Tijdens deze procedure worden alleen de geschikte patienten gerandomiseerd naar MobiusHD implantatie of een sham procedure. De interventie arm en sham arm worden beide op dezelfde wijze gemonitord tijdens follow-up visits. Als de laatste patient de 180 dagen visite heeft afgerond zal de patient en het study team gedblindeerd worden tijdens of na de 1 jaar follow-up visite van de patient. Patienten die gerandomizeerd zijn naar de sham procedure krijgen dan de mogelijkheid om alsnog de implantatie te ondergaan of in de groep te blijven die geen behandeling heeft gehad.
Inschatting van belasting en risico
De 'Controlling And Lowering Blood Pressure with the MobiusHD - First In Man'
(CALM-FIM) studie laat veelbelovende resultaten zien ten aanzien van veiligheid
en werkzaamheid op bloeddrukverlaging met het MöbiusHD hulpmiddel, bij
patiënten met therapie resistente hypertensie. De potentiële risico's in deze
studie, zijn de risico's die gepaard gaan met a) percutane implantatie van het
hulpmiddel in de sinus caroticus (met name beroerte) en mogelijke verwijdering
van het hulpmiddel (een ingreep die vergeleken kan worden met endarterectomie);
b) angiografie (zoals embolisatie, vaatcomplicaties en nierinsufficiëntie); c)
lokale anesthesie; d) dubbele plaatjesremming (bloedingen); e) venapuncties; en
f) stralingsbelasting. Patiënten die gerandomiseerd zijn in de therapie arm,
kunnen voordeel hebben van het bloeddruk verlagende effect van het MobiusHD
hulpmiddel. Echter, dit is nog niet aangetoond in een goed opgezet,
gerandomiseerd onderzoek. Patiënten in de sham arm kunnen kiezen om na de
geblindeerde periode alsnog het MobiusHD hulpmiddel geïmplanteerd te krijgen.
Publiek
Kranestraat 67
Horst 5961GX
NL
Wetenschappelijk
Kranestraat 67
Horst 5961GX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. leeftijd 18-80 jaar
2. Gemiddelde systolische 24-uurs ambulante bloeddruk waarbij de antihypertensiva inname waargenomen is (DOT-ABPM) van 145-200 mmHg onder een stabiel maximal tolereerbaar A+C+D regime van antihypertensiva voor ten minste 8 weken. A is een ACE-inhibitor of een angiotensine receptor blokker, C is een calcium blokker en D een diuretica. Patienten die op een alternatieve combinatie van 3-5 antihypertensiva zitten waarbij een intolerantie van 1 of meerdere type antihypertensiva is gedocumenteerd, zullen voor inclusie beoordeeld worden door een hypertensie commissie..
3. Antihypertensiva therapietrouw op basis van DOT-ABPM en HPLC / GCMS-analyse van een urinemonster.
4. 2 opeenvolgende DOT-ABPM metingen binnen 20% van elkaar.
5. Geschiktheid van de anatomie van de hals slagaders voor behandeling met het MobiusHD-implantaat op basis van een angiografie van de halsslagaders.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Bekend met of klinische verdenking op een gestoorde baroreflex of autonome neuropathie
2. In de medische geschiedenis een hypertensive crisis in de laatste 6 maanden voor inclusie;
3. Bekend significant arterieel vaatlijden van het aortoiliacale traject of de arteriae femorales communes, wat veilige toegang tot de arteria femoralis verhindert
4. Hypertensie secundair aan een identificeerbare oorzaak anders dan behandelde slaap apneu (bijv. hyperaldosteronisme, arteria renalis stenose, feochromocytoom, syndroom van Cushing, coarctatio aortae, hyper- of hypothyreoïdie en intracraniële tumor);
5. Gebruik van centraal aangrijpende agonisten zoals clonidine, moxonidine, of methyldopa;
6. Behandelbare oorzaken van hypertensie met in begrip van, maar niet beperkt tot, onjuist gemeten bloeddruk, overvulling en pseudotolerantie (excessieve natrium inname, volume retentie door nierziekte, inadequate therapie met diuretica), medicatie-geïnduceerd of andere oorzaken (therapie ontrouw, inadequate dosering, onjuiste combinaties, NSAID*s, COX-2 remmers, cocaïne, amfetamines of andere drugs, sympathicomimetica, orale anticonceptiva (bevestigde oorzaak van hypertensie), adrenocorticale steroïden, cyclosporine, tacrolimus, erytropoëtine, excessief dropgebruik (met inbegrip van tabak kauwen), Ephedra, Ma Huang, Bitter Orange; en excessief alcohol gebruik;
7. Arm omtrek >46 cm en/of BMI >=40 kg/m2;
8. Chronisch atriumfibrilleren of een of meer episode(s) van intermitterend atriumfibrilleren in de afgelopen 12 maanden;
9. Bloedingscomplicatie onder dubbele trombocytenaggregatieremming in het verleden
10. Geschiedenis met niet behandelbare of niet behandelde bloedende diathese
11. Geschiedenis van 'heparin induced thrombocytopenia' (HIT)
12. Huidig of gepland gebruik van chronische antistollingsmedicatie, met inbegrip van vitamine K antagonisten en NOAC*s (apixaban, rivaroxaban, dabigatran and edoxaban);
13. Gedocumenteerd actief peptisch ulcus of gastro-intestinale bloeding in de afgelopen 3 maanden;
14. Allergie voor nikkel of allergische reactie op contrastmiddel in het verleden, die niet alleen medicamenteus kon.
15. Persisterende symptomatische orthostatische hypotensie (>20/10 mmHg after 5 minutes of standing upright);
16. Syncope, vastgesteld samenhangend met bloeddruk veranderingen, in de laatste zes (6) maanden;
17. Geschiedenis van een myocard infarct of instabiele angina pectoris in de afgelopen zes (6) maanden;
18. Doorgemaakt cerebrovasculair accident in het afgelopen jaar, of een NIHSS >5 of een mRS >1, of een eerdere beroerte met permanente neurologische schade of intracraniële bloeding;
19. Eerdere chirurgische ingreep aan de arteria carotis, therapeutische bestraling, of endovasculaire stent plaatsing in één van beide carotis regio*s;
20. Ernstig kleplijden of structurele hartaaandoening (m.u.v linker ventrikel hypertrofie)
21. Ernstige chronische obstructieve longziekte, (gedefinieerd door 24 uur zuurstof gebruik of chronische orale steroiden) ernstig asthma of ernstige pulmonale hypertensie (Pulmonary Artery Systolic Pressure PASP>70 mmHg of Pulmonary Vascular Resistance PVR >4.0 Woods Units, niet te corrigeren met intraveneuze diuretica of vasodilatatie),
22. NYHA klasse III of IV hartfalen of bekende verminderde linker ventrikel (ejectiefractie (EF)
23. Ongereguleerde diabetes diabetes mellitus met HbA1c >=10%;
24. Ernstige chronische obstructieve longziekte, ernstig asthma of ernstige pulmonale hypertensie (Pulmonary Artery Systolic Pressure PASP>70 mmHg of Pulmonary Vascular Resistance PVR >4.0 Woods Units, niet te corrigeren met intraveneuze diuretica of vasodilatatie), of aanwezigheid van een longziekte waarvan te verwachten is dat de patiënt niet zonder dyspnoe plat kan liggen voor de duur van de procedure en de post-procedurele zorg;
25. Actieve infectie in de afgelopen maand waarvoor antibiotische behadeling noodzakelijk was;
26. Ongecontroleerde comorbiditeit, inclusief geestelijke aandoeningen, die participatie in de trial (inclusief het voldoen aan alle follow-up procedures) nadelig beïnvloeden;
27. Comorbiditeit die de levensverwachting reduceert naar minder dan een (1) jaar;
28. Geplande chirurgische ingreep of andere procedure in de komende zes (6) maanden, die het stoppen van trombocytenaggregatieremmers vergt;
29. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven. Voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd, een positieve verplichte zwangerschapstest tijdens screening of het weigeren van een medisch geaccepteerde anticonceptie methode gedurende de gehele studie;
30. Duplex van de carotiden die een obstructieve carotis aandoening, plaque, ulceratie of >150 micron intima-media dikte (IMT) laat zien op de plaats van implantatie en/of proximaal van de bulbus caroticus en >=50%afwijking distaal van de bulbus caroticus, inclusief de intracraniële circulatie;
31. Chronische nierziekte (Glomerulaire filtratie ratio (GFR) berekend met de Modification of Diet in Renal Disease formule <45 ml/min);
32. Significante obstructieve vaataandoening, calcificatie of plaque in de aortaboog en/of andere grote vaten aangetoond door MRA.
33. Arteria renalis stenose >50% or systolische gradiënt >10 mmHg in grensgevallen, gediagnostiseerd dmv imaging in de afgelopen 12 maanden. Acceptabele manieren om de arteria renalis af te beelden zijn: echo nierarteriën, MRA, CTA en selectieve of niet-selectieve renale angiografie, afhankelijk van de diagnostische standaard ter plaatse;
34. Arteria carotis interna (ICA) lumen diameter <4.5 mm of >12.5 mm op de geplande locatie voor het implantaat, op MRA. Aanwijzingen voor landingszone restricties, zoals inadequate lengte, tapering en/of kromming van het vat, die veilige plaatsing van het implantaat verhinderen;
35.Geïncludeerd in een gelijktijdige klinische studie van een onderzoeksgeneesmiddel of medisch hulpmiddel dat nog niet het primaire eindpunt heeft bereikt of kan interfereren met het studieverloop of de eindpunten.
36. Het niet kunnen of niet willen voldoen aan het studie protocol of de follow-up vereisten;
37. Tekenen van plaquevorming, ulceratie of stenosering op selectieve angiografie. ICA luminale diameter <5 mm of >11.75 mm ter plaatse van de geplande implantatie locatie van het medisch hulpmiddel ; Tekenen van plaatsingsrestricties zoals, lengte van de plek is te kort, de kronkelingen en het taps toe en/of uitlopen van het vat waardoor veilige plaatsing van het implantaat onmogelijk is.
38. Iedere angiografische verdenking op een plaque of ulceratie in de aortaboog en/of supra-aortale vasculatuur;
39. Ongeschikte anatomie van de carotis bifurcatie voor het uitvouwen van het MobiusHD hulpmiddel, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, kronkelingen van de extracraniële vaten en een significante hoek in de arteria carrotis communis bifurcatie.
40. Type III boog of anatomie die de toegang to de ICA bemoeilijkt en/of een significante calcificatie van de bulbus caroticus.
41. Indien een renale angiografie gedaan wordt ivm onvoldoende beschikbare renale screenings beelden, renale arteriele stenose > 50% of systolische gradient > 10mmHg.
Dag van de procedure
1. Tekenen van plaquevorming, ulceratie of stenosering op selectieve angiografie. ICA luminale diameter <5 mm of >11.75 mm ter plaatse van de geplande implantatie locatie van het medisch hulpmiddel ; Tekenen van plaatsingsrestricties zoals, lengte van de plek is te kort, de kronkelingen en het taps toe en/of uitlopen van het vat waardoor veilige plaatsing van het implantaat onmogelijk is.
2. Iedere angiografische verdenking op een plaque of ulceratie in de aortaboog en/of supra-aortale vasculatuur;
3. Ongeschikte anatomie van de carotis bifurcatie voor het uitvouwen van het MobiusHD hulpmiddel, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, kronkelingen van de extracraniële vaten en een significante hoek in de arteria carrotis communis bifurcatie;
4. Type III boog of horizontale aftakking van de linker arteria carotis vanaf de arteria brachiocephalica en iedere significante verkalking van de bulbus caroticus.
5. Indien een renale angiografie gedaan wordt ivm onvoldoende beschikbare renale screenings beelden, renale arteriele stenose > 50% of systolische gradient > 10mmHg.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT03179800 |
CCMO | NL64592.100.18 |