Het doel van dit onderzoek is het beoordelen van de veiligheid en doeltreffendheid van het onderzoeksgeneesmiddel Fluticasonfuroaat (FF) /Umeclidinium (UMEC)/Vilanterol (VI) (groep 1) vergeleken met budesonide/formoterol plus tiotropium (groep 2).…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bronchiale aandoeningen (excl. neoplasmata)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair
Verandering van het gewogen gemiddelde t.o.v. baseline van FEV1 gedurende 0-24
uur in week 12
Secundair
* Verandering t.o.v. baseline van dal FEV1 op dag 2, dag 28, dag 84 en dag 85
* Verandering van het gewogen gemiddelde t.o.v. baseline van FEV1 gedurende
0-24 uur op dag 1
Secundaire uitkomstmaten
Overige:
* Percentage respondenten gebaseerd op de totaalscore van de St George*s
Respiratory Questionnaire (SGRQ) in week 4 en week 12
* Verandering t.o.v. baseline van de SGRQ-totaalscore in week 4 en week 12
* Percentage respondenten gebaseerd op de totaalscore van de COPD Assessment
Test (CAT) in week 4 en week 12
* Verandering t.o.v. baseline van de CAT-totaalscore in week 4 en week 12
Matige of ernstige exacerbatie
Peak Inspiratory Flow Rate (PIFR - Inspiratoire piekflow) bij screening (week
-4)
Veiligheid:
* Incidentie van bijwerkingen
* Vitale functies
Voor een duidelijk overzicht van de doelstellingen en de corresponderende
uitkomsten verwijs ik u graag naar de Protocol synopsis op p.7 van het Protocol
(11oct2017).
Achtergrond van het onderzoek
Richtlijnen voor chronische bronchitis en longemfyseem (COPD) adviseren de
toevoeging van langwerkende anticholinergica (LAMA) aan de combinatie van
ingeademde corticosteroïden plus een langwerkende bèta-agonist (LABA) als
tweedelijnstherapie voor de meest voortgeschreden patiënten met aanzienlijke
symptomen en een hoog exacerbatierisico. Uit onderzoek blijkt dat de
gebruikelijke behandeling met ICS zorgt voor verbetering van
ademhalingssymptomen, longfunctie en gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit
(HRQoL) en voor verlaging van de frequentie van COPD-exacerbatie bij patiënten
met een geforceerde expiratoire flow in 1 seconde (FEV1) <60% voorspeld.
Op populatie gebaseerde onderzoeken naar COPD-behandelingspatronen tonen aan
dat een *open* drievoudige behandeling (gebruik van ICS/LAMA/LABA toegediend
via meerdere inhalators) al veel in de COPD-praktijk wordt gebruikt. In 2011
kreeg 26% van de patiënten in de Verenigde Staten (VS) die regulerende
geneesmiddelen namen voor de behandeling van COPD, een *open* drievoudige
behandeling, meestal door toevoeging van fluticasonpropionaat/salmeterol
(ICS/LABA) aan tiotropium (LAMA) of omgekeerd. Uit een onderzoek in de Britse
Clinical Practice Research Database (CPRD) bleek dat gedurende een periode van
twee jaar 35% van COPD-patiënten aan wie aan het begin een LAMA was
voorgeschreven en 39% aan wie aan het begin een ICS/LABA was voorgeschreven,
overstapten op een *open* drievoudige behandeling. In het vier jaar durende
veiligheidsonderzoek op lange termijn met tiotropium kreeg 46% van de patiënten
een gelijktijdige vaste combinatie van ICS/LABA naast tiotropium.
Bij een aantal onderzoeken werd het gebruik van een *open* drievoudige
behandeling met fluticasonpropionaat/salmeterol of budesonide/formoterol
(ICS/LABA) met LAMA beoordeeld bij patiënten met matige tot ernstige COPD. Deze
onderzoeken meldden grotere verbeteringen van de longfunctie, HRQoL,
ziekenhuisopnamepercentage en gebruik van levensreddende geneesmiddelen,
vergeleken met een dubbele therapie (ICS/LABA) of monotherapie met LAMA, wat
het gebruik van een drievoudige behandeling bij COPD ondersteunt. Deze
onderzoeken hebben ook aangetoond dat het aantal en type gemelde bijwerkingen
meestal leken op die bij toediening van dubbele of monotherapiedoses gedurende
een periode tot één jaar, en hoofdzakelijk betrekking hadden op hun
farmacologische werkingswijze.
GlaxoSmithKline (GSK) ontwikkelt momenteel een *gesloten* drievoudige
behandeling eenmaal daags met een ICS/LAMA/LABA-combinatie ([fluticasonfuroaat
(FF)/umeclidinium (UMEC)/vilanterol (VI) (100/62,5/25 mcg)] in één inhalator,
als een nieuwe behandelingsoptie voor symptomatische COPD-patiënten met
exacerbatierisico, die de exacerbatiefrequentie zal verlagen, de
polyfarmamacielast zal verlagen, het gemak zal verhogen en de mogelijkheid voor
verbetering van de longfunctie, HRQoL en symptoombeheersing zal vergroten
vergeleken met gevestigde dubbele/monotherapieën.
GSK voerde een fase III onderzoek uit waarbij FF/UMEC/VI eenmaal daags werd
vergeleken met tweemaal daags Symbicort MDI (budesonide/formoterol) 400/12 mcg
bij symptomatische COPD-deelnemers met exacerbatierisico ondanks het feit dat
ze onderhoudstherapie kregen (CTT116853). FF/UMEC/VI bleek te leiden tot
statistisch significante verbeteringen van de dal FEV1, een statistisch
significante verlaging van het jaarlijkse percentage matige of ernstige
COPD-exacerbaties en een statistisch significante verlaging van COPD-symptomen
(met behulp van Exacerbaties en Chronische longziekte * Ademhalingssymptomen
[E-RS]) vergeleken met budesonide/formoterol. Bovendien werden klinisch
belangrijke verbeteringen t.o.v. baseline waargenomen bij de totaalscore van de
St. George's Respiratory Questionnaire (SGRQ), met een statistisch significante
verbetering vergeleken met budesonide/formoterol. Dit fase fase III onderzoek
leverde overtuigende werkzaamheidsgegevens vergeleken met een gevestigde
ICS/LABA-behandeling en toonde de klinische waarde aan van een drievoudige
behandeling met één inhalator vergeleken met de ICS/LABA-behandeling bij
patiënten met COPD.
Het primaire doel van dit onderzoek is de evaluatie van longfunctie en HRQoL na
een behandeling van 84 dagen met een drievoudige gecombineerde behandeling van
FF/UMEC/VI (100/62,5/25 mcg) met één inhalator eenmaal daags via de ELLIPTA*
vergeleken met een gecombineerde behandeling met meerdere inhalators van
Symbicort Metered Dose Inhaler (MDI) (budesonide/formoterol 320/9 mcg) tweemaal
daags plus Spiriva HandiHaler (tiotropium 18 mcg) eenmaal daags. Uit het
onderzoek zal blijken dat zorgverleners patiënten effectief en veilig kunnen
overschakelen naar een FF/UMEC/VI-behandeling met één inhalator van een
drievoudige behandeling met meerdere inhalators met Symbicort MDI en Spiriva
HandiHaler.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is het beoordelen van de veiligheid en
doeltreffendheid van het onderzoeksgeneesmiddel Fluticasonfuroaat (FF)
/Umeclidinium (UMEC)/Vilanterol (VI) (groep 1) vergeleken met
budesonide/formoterol plus tiotropium (groep 2). FF/UMEC/VI wordt genomen uit
één inhalator (ELLIPTA). Budesonide/formoterol plus tiotropium wordt genomen
uit twee afzonderlijke inhalators (Metered Dose Inhaler * [MDI] en HandiHaler).
Primaire doelstelling:
Evaluatie van de effecten op de longfunctie van een drievoudige behandeling met
één inhalator (FF/UMEC/VI) vergeleken met een drievoudige gecombineerde
behandeling met meerdere inhalators met budesonide/formoterol plus tiotropium
na een 12 weken durende behandeling.
Overige doelstellingen:
Evaluatie van de effecten op de gezondheidstoestand van een drievoudige
behandeling met één inhalator (FF/UMEC/VI) vergeleken met een drievoudige
gecombineerde behandeling met meerdere inhalators met budesonide/formoterol
plus tiotropium na een 12 weken durende behandeling
Evaluatie van de effecten op de gezondheidstoestand van een drievoudige
behandeling met één inhalator (FF/UMEC/VI) vergeleken met een drievoudige
gecombineerde behandeling met meerdere inhalators met budesonide/formoterol
plus tiotropium na een 12 weken durende behandeling
Evaluatie van de effecten op COPD-exacerbaties van een drievoudige behandeling
met één inhalator (FF/UMEC/VI) vergeleken met een drievoudige gecombineerde
behandeling met meerdere inhalators met budesonide/formoterol plus tiotropium
na een 12 weken durende behandeling
Beoordeling van de gevolgen van een beperkte inspiratoire luchtstroom voor het
gebruik van de ELLIPTA
Veiligheid:
Evaluatie van het veiligheidsprofiel van een drievoudige behandeling met één
inhalator (FF/UMEC/VI) vergeleken met een drievoudige gecombineerde behandeling
met meerdere inhalators met budesonide/formoterol plus tiotropium gedurende een
12 weken durende behandeling
Onderzoeksopzet
Dit is een fase IV, 12 weken durend, gerandomiseerd, dubbelblind, triple dummy
onderzoek met parallelle groepen en in meerdere centra ter evaluatie van een
drievoudige behandeling met één inhalator (FF/UMEC/VI) eenmaal daags via de
ELLIPTA, vergeleken met een gecombineerde behandeling met meerdere inhalators
met budesonide/formoterol MDI (320/9 mcg) tweemaal daags plus eenmaal daags
tiotropium (18 mcg), bij deelnemers met COPD.
In aanmerking komende deelnemers bij de screening (V1) zijn huidige of vroegere
rokers, met een vastgestelde klinische geschiedenis van COPD, die ten minste 3
maanden een dagelijkse COPD-onderhoudstherapie hebben gekregen met een
post-bronchodilatator FEV1 van <50% voorspeld (of <80% voorspeld met een
gedocumenteerde geschiedenis van ten minste 2 matige of 1 ernstige (inclusief
ziekenhuisopname) exacerbatie in de afgelopen 12 maanden) en een
CAT-score van *10 bij bezoek 1 en bij bezoek 2. Deelnemers worden verzocht
gedurende 17 weken aan het onderzoek deel te nemen, bestaande uit een
inloopperiode van 4 weken, een behandelingsperiode van 12 weken en een
follow-upperiode van 1 week.
* Pre-screening: Details over het onderzoek en de procedures worden uitgelegd
tijdens de geïnformeerde toestemmingsprocedure.
Het pre-screeningsbezoek (bezoek 0), inclusief de geïnformeerde
toestemmingsprocedure, moet worden voltooid voorafgaand aan elke door het
protocol vereiste verandering van de gebruikelijke COPD-behandeling van een
patiënt en het begin van de procedures tijdens bezoek 1. De behandeling van de
deelnemers met hun gebruikelijke (d.w.z. vóór het onderzoek ingenomen)
COPD-medicatie zal tijdens de pre-screeningsperiode worden voortgezet, met
uitzondering van medicatie die verboden is binnen een gespecificeerd
tijdsinterval vóór bezoek 1.
* Screening/inloop: In aanmerking komende deelnemers mogen hun gebruikelijke
COPD-medicatie blijven gebruiken tot de dag vóór de screening, bezoek 1. Op de
morgen van het screeningsbezoek mogen deelnemers hun ochtenddosis van hun
gebruikelijke COPD-medicatie niet innemen. Deelnemers die aan alle
geschiktheidscriteria bij bezoek 1 voldoen, zullen beginnen met de
inloopperiode van 4 weken, waarin zij stoppen met alle huidige COPD-medicatie
en de inloopbehandeling krijgen: budesonide/formoterol (320/9 mcg) tweemaal
daags plus tiotropium (18 mcg) eenmaal daags plus placebo via de ELLIPTA.
Deelnemers zullen geen andere COPD-medicatie innemen (met uitzondering van
medicatie die volgens het protocol is toegestaan). Deelnemers krijgen tijdens
het gehele onderzoek kortwerkende albuterol/salbutamol, die alleen indien nodig
(levensreddend) moet worden gebruikt. Tijdens de screening krijgt elke
deelnemer instructies over het juiste gebruik van de ELLIPTA, MDI en HandiHaler
en hij/zij zal de eerste doses van zijn/haar inloopbehandeling tijdens het
screeningsbezoek zelf toedienen. Op de morgen van de andere onderzoeksbezoeken
(vanaf bezoek 2) zullen deelnemers hun ochtenddosis van de
onderzoeksbehandeling pas innemen wanneer het klinisch personeel hen daartoe
opdracht geeft.
* Randomisatie/behandeling: Op de dag vóór het randomisatiebezoek (bezoek 2)
zullen deelnemers hun laatste dosis van de inloopbehandeling innemen en geen
andere COPD-medicatie gebruiken (met uitzondering van de medicatie die volgens
het protocol is goedgekeurd) tot aan het eind van het onderzoek. Levensreddende
albuterol/salbutamol mag tijdens het gehele onderzoek, indien nodig, worden
gebruikt, maar niet gedurende ten minste 4 uur vóór het spirometrieonderzoek.
Tijdens bezoek 2 (het randomisatiebezoek) zullen deelnemers die aan alle
randomisatiecriteria voldoen, stoppen met hun inloopbehandeling en 1:1 worden
gerandomiseerd voor een van de volgende dubbelblinde onderzoeksbehandelingen
gedurende 84 dagen:
Hetzij:
FF/UMEC/VI 100/62,5/25 mcg via de ELLIPTA eenmaal daags 's morgens
+ placebo voor overeenkomst met budesonide/formoterol via MDI, twee inhalaties
tweemaal daags
+ placebo voor overeenkomst met tiotropium via HandiHaler eenmaals daags 's
morgens
hetzij:
Budesonide/formoterol 320/9 mcg via MDI, tweemaal daags*
+ tiotropium 18 mcg via HandiHaler eenmaal daags 's morgens
+ placebo via de ELLIPTA eenmaal daags 's morgens
*Deelnemers moeten 's morgens twee inhalaties met budesonide/formoterol 160/4,5
mcg via de MDI uitvoeren en twee inhalaties 's avonds. De totale dosis is
daarom 320/9 mcg tweemaal daags.
Tijdens bezoek 2 mogen deelnemers hun ochtenddosis van de
inlooponderzoeksmedicatie niet innemen en zullen zij onderzoeksmedicatie zelf
in de kliniek toedienen, wanneer ze daartoe opdracht krijgen. Deelnemers zullen
ten minste 24 uur in de kliniek blijven, voor seriële spirometriebeoordelingen.
Op de morgen van bezoek 3 en 4 zullen deelnemers hun ochtenddosis van de
onderzoeksbehandeling pas innemen wanneer het klinisch personeel hen daartoe
opdracht geeft. Bij bezoek 3 en 4 zullen deelnemers de onderzoeksmedicatie zelf
in de kliniek toedienen. Deelnemers zullen hun laatste
onderzoeksbehandelingsdoses in de kliniek innemen op dag 84 (bezoek 4, wanneer
het klinisch personeel hen daartoe opdracht geeft) en blijven in de kliniek tot
ten minste 24 uur na hun laatste ochtenddosis, voor klinische beoordelingen,
inclusief seriële spirometriebeoordelingen. Op dagen waarop de deelnemers de
kliniek niet bezoeken, wordt van hen verwacht dat zij hun onderzoeksmedicatie
thuis elke dag 's morgens en 's avonds innemen op ongeveer hetzelfde tijdstip,
zoals voorgeschreven door de kliniek.
* Veiligheid/follow-up: Een veiligheidsgerelateerd follow-up telefonisch
contact of bezoek aan de kliniek (bezoek 5) vindt plaats ongeveer 7 dagen nadat
de deelnemer alle in het protocol gedefinieerde procedures voor bezoek 4/einde
bezoek (EB) of, indien van toepassing, het bezoek voor beëindiging van de
onderzoeksbehandeling heeft voltooid.
Deelnemers die permanent met de onderzoeksbehandeling stoppen, hoeven zich niet
uit het onderzoek terug te trekken. Als een deelnemer om een of andere reden de
onderzoeksbehandeling permanent moet stoppen, zal de onderzoeker/het personeel
zich inspannen om de deelnemer aan het onderzoek te blijven deelnemen en alle
resterende in het protocol gespecificeerde bezoeken aan de kliniek te
voltooien. Een deelnemer kan zich echter altijd uit dit onderzoek terugtrekken.
De onderzoeker kan ook, geheel naar eigen goeddunken, een deelnemer uit het
onderzoek terugtrekken. Deelnemers die uit het onderzoek worden teruggetrokken,
worden niet vervangen.
Een deelnemer wordt geacht het onderzoek te hebben voltooid als hij/zij alle
fasen van het onderzoek heeft voltooid, inclusief screening, inloop, de
gerandomiseerde behandelingsfase en veiligheidsgerelateerde follow-up.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Deelnemers die voldoen aan alle geschiktheidscriteria en die met succes alle protocolprocedures tijdens de screening hebben voltooid, zullen beginnen met de inloopperiode van 4 weken en krijgen budesonide/formoterol (320/9 mcg) tweemaal daags plus tiotropium (18 mcg) eenmaal daags plus placebo via de ELLIPTA. Na de inloopperiode zullen in aanmerking komende deelnemers worden gerandomiseerd (1:1) aan een van de volgende dubbelblinde, triple-dummy groepen gedurende 84 dagen: Hetzij: > FF/UMEC/VI 100/62,5/25 mcg via de ELLIPTA eenmaal daags 's morgens + placebo voor overeenkomst met budesonide/formoterol via MDI, twee inhalaties tweemaal daags + placebo voor overeenkomst met tiotropium via HandiHaler eenmaal daags 's morgens hetzij > Budesonide/formoterol 160/4,5 mcg via MDI, twee inhalaties tweemaal daags* + tiotropium 18 mcg via HandiHaler eenmaal daags 's morgens + placebo via de ELLIPTA eenmaal daags 's morgens *Deelnemers moeten 's morgens twee inhalaties met budesonide/formoterol 160/4,5 mcg via de MDI uitvoeren en twee inhalaties 's avonds. De totale dosis is daarom 320/9 mcg tweemaal daags.
Inschatting van belasting en risico
Bijwerkingen van onderzoeksprocedures
Stoppen of veranderen van uw gebruikelijke COPD-geneesmiddelen
Er kunnen bepaalde geneesmiddelen zijn die u momenteel neemt en waar u mee moet
stoppen om aan het onderzoek mee te doen. Als dit op u van toepassing is, zal
de onderzoeksarts het stoppen met het geneesmiddel met u bespreken.
Bloedafname
Het afnemen van bloedmonsters kan ervoor zorgen dat u zich flauw voelt, of last
heeft van lichte pijn, blauwe plekken, irritatie of roodheid op die plek. Heel
soms kunt u een infectie krijgen.
Röntgenfoto
Een röntgenfoto van de borstkas stelt u bloot aan een kleine dosis straling.
Ecg
Wanneer het ecg wordt opgenomen, kunnen de plakkers die op uw borst worden
geplaatst om uw hart te controleren, uw huid irriteren en jeuk en roodheid
veroorzaken.
Spirometrie (ademhalingstest)
De ademhalingstests kunnen behoorlijk vermoeiend en repetitief zijn. Tijdens de
tests kunt u kortademigheid, hoesten, duizeligheid of flauwvallen en/of een
benauwd gevoel op de borst ervaren. Als één van deze dingen bij u optreden,
kunt u medische behandeling krijgen. Men verwacht waarschijnlijk geen
bijwerkingen op lange termijn en geen ernstige risico*s.
Publiek
Great West Road 980
Middlesex TW8 9GS
GB
Wetenschappelijk
Great West Road 980
Middlesex TW8 9GS
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Geïnformeerde toestemming: geschikt om geïnformeerde toestemming te geven voorafgaand aan de start van het onderzoek, inclusief naleving van de vereisten en beperkingen die zijn vermeld in het informed consent-formulier (ICF) en in dit protocol.;2. Type deelnemer: poliklinisch.;3. Leeftijd: deelnemers van 40 jaar of ouder bij screening (bezoek 1).;4. Geslacht: mannelijke of vrouwelijke deelnemers.;Vrouwelijke deelnemers:;Een vrouwelijke deelnemer komt in aanmerking om deel te nemen als zij niet zwanger is, geen borstvoeding geeft en ten minste een van de volgende voorwaarden van toepassing is:;Geen vrouw in de vruchtbare leeftijd (WOCBP);OF;Een WOCBP die ermee instemt om tijdens de behandelingsperiode en tot het veiligheidscontrolecontact na de laatste dosis onderzoeksbehandeling de anticonceptiebegeleiding in bijlage 3 van het protocol te volgen.;5. COPD-diagnose: een vastgestelde klinische geschiedenis van COPD in overeenstemming met de definitie van de American Thoracic Society / European Respiratory Society [Celli, 2004].;6. Rookgeschiedenis: huidige of voormalige sigarettenrokers met een voorgeschiedenis van het roken van sigaretten van * 10 pakjaren bij screening (bezoek 1) [aantal verpakkingsjaren = (aantal sigaretten per dag / 20) x aantal gerookte jaren (bijv. 20 sigaretten per dag gedurende 10 jaar, of 10 sigaretten per dag gedurende 20 jaar)]. Eerdere rokers worden gedefinieerd als degenen die zijn gestopt met roken gedurende ten minste 6 maanden voorafgaand aan bezoek 1.;Opmerking: Gebruik van pijp en / of sigaar kan niet worden gebruikt om de jaarhistorie van een pakket te berekenen.;7. Ernst van COPD-symptomen: een score van * 10 op de COPD Assessment Test (CAT) bij screening (bezoek 1).;8. Ernst van Ziekte:;Deelnemers moeten op Screening demonstreren: een post-bronchodilator FEV1 <50% voorspelde normaal;OF een post-bronchodilator FEV1 <80% voorspelde normale en een gedocumenteerde geschiedenis van *2 matige exacerbaties of één ernstige (gehospitaliseerde) exacerbatie in de voorgaande 12 maanden.;Deelnemers moeten ook een gemeten post albuterol / salbutamol FEV1 / geforceerde vitale capaciteit (FVC) ratio van <0.70 hebben bij screening.;Opmerking: Het voorspelde percentage wordt berekend met behulp van de European Libratory Society Global Lung Function Initiative-referentievergelijkingen [Quanjer, 2012].;Opmerking: een gedocumenteerde geschiedenis van een COPD-exacerbatie (bijv. Verificatie van medische gegevens) is een medisch dossier van verslechterde COPD-symptomen waarvoor systemische / orale corticosteroïden en / of antibiotica (voor een matige verergering) of;hospitalisatie (voor een ernstige exacerbatie). Voorafgaand gebruik van alleen antibiotica kwalificeert niet als exacerbatiegeschiedenis tenzij het gebruik werd geassocieerd met de behandeling van verergerende symptomen van COPD, zoals verhoogde dyspnoe, sputumvolume of sputum purulentie (kleur). Verbale verslagen van deelnemers zijn niet acceptabel.;9. Bestaande COPD-onderhoudsbehandeling: de deelnemer moet gedurende minimaal 3 maanden voorafgaand aan de screening een dagelijkse onderhoudsbehandeling voor zijn COPD ontvangen.;Opmerking: deelnemers die alleen de benodigde COPD-medicatie nemen, komen niet in aanmerking.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Zwangerschap: vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven of van plan zijn zwanger te worden tijdens het onderzoek.;2. Astma: deelnemers met een actuele diagnose van astma. (Deelnemers met een voorgeschiedenis van astma komen in aanmerking als zij een actuele diagnose hebben van COPD).;3. *1-antitrypsinedeficiëntie: deelnemers met *1-antitrypsinedeficiëntie als de onderliggende oorzaak van COPD.;4. Andere aandoeningen van de luchtwegen: Deelnemers met actieve tuberculose, longkanker en klinisch significant: bronchiëctasie, sarcoïdose, longfibrose, pulmonale hypertensie, interstitiële longziekte of andere actieve longaandoeningen.;5. Longresectie: deelnemers die binnen de 12 maanden voorafgaand aan de screening longvolumereductiechirurgie hebben ondergaan.;6. Risicofactoren voor pneumonie: immuunsuppressie (bijv. Geavanceerd humaan immunodeficiëntievirus [hiv] met hoge virale last en laag aantal CD4-cellen, lupus op immunosuppressiva) die, naar de mening van de onderzoeker, het risico op pneumonie of andere risicofactoren voor longontsteking zou verhogen ( bijv. neurologische aandoeningen die invloed hebben op de controle van de bovenste luchtwegen, zoals de ziekte van Parkinson, Myasthenia Gravis).;7. Longontsteking en / of matige of ernstige COPD-exacerbatie die ten minste 14 dagen voorafgaand aan de screening niet is verdwenen en ten minste 30 dagen na de laatste dosis orale / systemische corticosteroïden (indien van toepassing).;8. Luchtweginfectie die ten minste 7 dagen voorafgaand aan de screening niet is verdwenen.;9. Abnormale thoraxfoto: thoraxfoto (postero-axerior en lateraal) onthult aanwijzingen voor pneumonie of een klinisch significante afwijking die niet wordt vermoed door de aanwezigheid van COPD, of een andere aandoening die het vermogen om een **infiltraat te detecteren zou belemmeren. thoraxfoto (bijv. significante cardiomegalie, pleurale effusie of littekens).;Alle deelnemers krijgen een thoraxfoto bij Screening Visit 1 (of historische radiografie of computer-tomografie [CT] -scan die binnen 3 maanden voorafgaand aan screening is verkregen).;Opmerking: Deelnemers die binnen 3 maanden na screening longontsteking en / of matige of ernstige COPD-exacerbaties hebben gehad, moeten een longontsteking / exacerbatieborst X-ray of een röntgenfoto van de thorax laten uitvoeren bij Screening.;Voor locaties in Duitsland: als een thoraxfoto (of CT-scan) binnen 3 maanden voorafgaand aan screening (bezoek 1) niet beschikbaar is, moet goedkeuring worden verkregen voor het uitvoeren van een diagnostische thoraxröntgenfoto van het federale radiostation Bescherming (BfS).;10. Andere ziekten / afwijkingen: deelnemers met historisch of actueel bewijs van klinisch significant cardiovasculair, neurologisch, psychiatrisch, renaal, hepatisch, immunologisch, gastro-intestinaal, urogenitaal, zenuwstelsel, musculoskeletaal, huid, sensorisch, endocrien (inclusief ongecontroleerde diabetes of schildklierziekte) of hematologische afwijkingen die niet onder controle zijn. Significant wordt gedefinieerd als een ziekte die, naar de mening van de onderzoeker, de veiligheid van de deelnemer in gevaar zou brengen door deelname, of die de werkzaamheid of veiligheidsanalyse zou beïnvloeden als de ziekte / aandoening tijdens het onderzoek verergerde.;11. Instabiele leverziekte: ALT & gt; 2x Upper Limit of Normal (ULN); en bilirubine & gt; 1,5x ULN (geïsoleerd bilirubine> 1,5x ULN is acceptabel als bilirubine wordt gefractioneerd en direct bilirubine & <35%);Huidige actieve lever- of galziekte (met uitzondering van het Gilbert-syndroom of asymptomatische galstenen of anderszins stabiele chronische leveraandoening per onderzoekerbeoordeling).;OPMERKINGEN:;Stabiele chronische leverziekte moet in het algemeen worden gedefinieerd door de afwezigheid van ascites, encefalopathie, coagulopathie, hypoalbuminemie, slokdarm- of maagvarices, of aanhoudende geelzucht, of cirrose.;Chronisch stabiele hepatitis B en C (bijv. Aanwezigheid van hepatitis B oppervlakte-antigeen (HBsAg) of positief hepatitis C antilichaamtestresultaat bij screening of binnen 3 maanden voorafgaand aan de eerste dosis van de onderzoeksbehandeling) zijn aanvaardbaar als de deelnemer op andere wijze aan de toelatingscriteria voldoet.;12. Onstabiele of levensbedreigende hartziekte: Deelnemers met een van de volgende zaken op Screening (bezoek 1) zouden uitgesloten zijn:;- Myocardiaal infarct of onstabiele angina in de laatste 6 maanden;- Onstabiele of levensbedreigende hartritmestoornissen die in de laatste 3 maanden moeten worden ingegrepen;- New York Heart Association (NYHA) Klasse IV Hartfalen
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-001149-28-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03478683 |
CCMO | NL64743.100.18 |