1). Een model ontwikkelen waarbij de elektrische activiteit van het diafragma (EAdi) gebruikt wordt om de transdiaphragmatische druk (Pdi) mee te voorspellen2) Onderzoeken hoe accuraat de voorspelde Pdi is om afgeleide parameters (zoals ademarbeid…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Spieraandoeningen
- Thoracale aandoeningen (excl. long en pleura)
Synoniemen aandoening
Aandoening
Intensive Care zorg
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1) Middels multipele regressie willen wij een model opstellen dat het verband
uitdrukt tussen
Elektrische activiteit van het diafragma (uV) en
Transdiafragmatische druk (Pdi), berekend als Maagdruk (Pga) - Oesofagusdruk
(Pes)
2) Onderzoeken of de voorspelde Pdi ook betrouwbaar is om het om het druk-tijd
product (PTP) en de ademarbeid(WOB) mee berekenen (voor meer informatie lees
Sectie 10 "Statistics" op pagina 20 van het protocol).
Secundaire uitkomstmaten
1) Onderzoeken in welke mate de voorspelde Pdi-waarden nauwkeurig zijn nadat de
vermoeidheid van het diafragma is opgetreden.
2) Onderzoeken in welke mate, en in welke volgorde, de accessoire en
expiratoire ademhalingsspieren worden gerekruteerd tijdens toegenomen
ademarbeid
Achtergrond van het onderzoek
De ademhalingsspieren leveren de mechanische arbeid die nodig is voor
respiratie. Normaliter is er een sterke koppeling tussen de benodigdheden van
het lichaam en de ademarbeid. Er ontstaat respiratoir falen als de
ademhalingsspieren niet in staat zijn om aan de respiratoire benodigdheden van
het lichaam te voldoen. Mechanische beademing is dan levensreddend door (een
deel van) de ademarbeid over te nemen. Na behandeling kan een groot deel van de
beademde patienten weer vlot zelfstandig ademen. Helaas heeft 25-40% van de
patiënten langdurige training odig om weer zelf te kunnen ademen, zelfs nadat
de onderliggende aandoening behandeld is (verlengde ontwenning).
Recent onderzoek heeft aangetoond dat zwakte van de ademhalingsspieren hier een
belangrijke rol in speelt. Indien de ademhalingsspieren te weinig doen tijdens
beademing (over-assistentie) kan er atrofie ontstaan. Indien de
ademhalingsspieren te veel werk moeten leveren, kan vermoeidheid en ontsteking
ontstaan (onder-assistentie). Beide processen leiden tot zwakte en dysfunctie
van de ademhalingsspieren en verlenging zo de beademingsduur, waardoor een
vicieuze cirkel kan ontstaan. Het is dus belangrijk om de ademhalingsspieren
precies genoeg te belasten tijdens de beademde periode.
Dit kan alleen als de activiteit van de ademhalingsspieren gemeten wordt. Deze
metingen zijn momenteel technisch uitdagend en complex om te interpreteren. Het
vereist onder andere katheterisatie van de slokdarm en maag om de
transdiafragmatische druk mee te berekenen. De metingen worden door deze
complexiteit zelden uitgevoerd. Nieuwe technieken ontwikkelen om betrouwbaar de
ademspieractiviteit mee te meten kan veel patiënten ten goede komen.
In dit onderzoek bekijken we of de elektrische activiteit van het diafragma,
gemeten met een speciale neusmaagsonde, een betrouwbare voorspelling kan geven
van de spieractiviteit. Indien dit haalbaar is kan dit de monitoring van
ernstige zieke patiënten verbeteren. Als door de verbeterde monitoring minder
patiënten ademspierzwakte ontwikkelen levert dit veel gezondheidswinst op.
Doel van het onderzoek
1). Een model ontwikkelen waarbij de elektrische activiteit van het diafragma
(EAdi) gebruikt wordt om de transdiaphragmatische druk (Pdi) mee te voorspellen
2) Onderzoeken hoe accuraat de voorspelde Pdi is om afgeleide parameters (zoals
ademarbeid en het druk-tijd product) mee te berekenen.
Onderzoeksopzet
Fysiologische bewijs-van-concept studie
Onderzoeksproduct en/of interventie
De proefpersonen zullen een stapsgewijs inspanningsprotocol ondergaan, waarbij er tegen oplopende weerstanden wordt ingeademd. Dit induceert verschillende niveau's van ademarbeid. Tijdens dit activiteitsprotocol worden Pdi, EAdi en andere fysiologische parameters verzameld met een speciale meetopstelling, en opgeslagen voor verdere analyse (zie sectie E4 en E9 voor de gebruikte meetinstrumenten). Zie protocol sectie 8.3 'study procedures' op pagina 14 voor meer informatie, waaronder een flowchart met alle studiehandelingen per proefpersoon.
Inschatting van belasting en risico
De interventie, namelijk een inspanningsprotocol middels inademen tegen
oplopende weerstanden, kan vergeleken worden met het leveren van flinke fysieke
inspanning zoals wielrennen of sprinten. Er zijn geen risico's verbonden aan
een dergelijk inspanningsprotocol indien de proefpersonen een normale
inspanningstolerantie hebben. Hier zal middels een screening goed naar gekeken
worden. De verhoogde inspanning kan als oncomfortabel gezien worden door de
proefpersonen. Proefpersonen kunnen tijdens het eerste inspanningsprotocol
onbelast ademen om uit te rusten, dit reduceert de belasting. Ook zullen de
onderzoekers veel uitleg en begeleiding geven, zowel vóór als tijdens de
studie.
Het plaatsen van een neusmaagsonde is oncomfortabel, maar wordt niet als
pijnlijk omschreven door proefpersonen. Risico's zijn verwaarloosbaar als
risicogroepen worden uitgesloten. Het onderzoeksteam heeft veel ervaring met
het plaatsen van de neusmaagsondes. Proefpersonen krijgen gelegenheid om te
wennen aan de aanwezigheid van de neusmaagsonde voordat het inspanningsprotocol
begint.
Magnetische stimulatie van de nervus phrenicus is een niet-invasieve meting,
die gebruikt bij kritisch zieke patiënten op de intensive care. Het is niet
pijnlijk, maar voelt wel vreemd (sterke hik). Het onderzoeksteam heeft ervaring
met de techniek. Er zijn geen risico's verbonden aan de techniek als
risicogroepen worden uitgesloten (cardiale pacemakers en aanwezigheid van
metaal in stimulatiegebied). Proefpersonen kunnen wennen aan de sensatie door
eerst op lage intensiteit een aantal stimulaties te krijgen.
Concluderend zijn de risico's verwaarloosbaar. De lichamelijke en psychische
belasting is matig, en zal waar mogelijk beperkt worden door goede
voorbereiding, coaching en uitleg van de onderzoekers.
Publiek
Pieter Langendijkstraat 29-4
Amsterdam 1054XX
NL
Wetenschappelijk
Pieter Langendijkstraat 29-4
Amsterdam 1054XX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Geïnformeerde toestemming
Leeftijd *18 jaar
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Medische voorgeschiedenis van pulmonale of cardiale aandoeningen
Aanwezigheid cardiale of pulmonale symptomen
Pneumothorax in de voorgeschiedenis
Contra-indicaties voor neusmaagsondes (recent epistaxis, bovenste luchtwegchirurgie, stollingsstoornissen)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL64648.029.18 |