Fase I - Diagnostische faseDe primaire doelstelling is de klinische diagnostische prestatie van HR-pQCT te vergelijken met conventionele CT-beeldvorming voor de diagnose van scafoid fracturen.We verwachten dat bij gebruik van de HR-pQCT bij…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bot- en gewrichtsaandoeningen
- Breuken
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Fase I - Diagnostische fase
De belangrijkste uitkomstparameter is de proportie van patiënten met een
gediagnosticeerde scafoïdfractuur gebaseerd op CT of HR-pQCT of op zowel CT als
HR-pWCT.
Fase II - Follow-up fase
De belangrijkste uitkomstparameters voor fase II zijn de veranderingen in
corticale en trabeculaire botparameters, beoordeeld middels HR-pQCT en de
veranderingen in geschatte botsterkte en stijfheid, zoals berekend in het *FEA.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire uitkomstmaten voor fase II zijn de standaard klinische en
functionele resultaten die worden verkregen met behulp van de PRWHE-DLV
vragenlijst, de VAS score voor pijnregistratie, beoordeling van de
bewegingsuitslag en de handgreepsterkte.
Achtergrond van het onderzoek
Het os scafoïdeum is het meest frequent gebroken van de carpale beenderen.
Scafoidfracturen vertegenwoordigen 2-6% van alle fracturen en komen
voornamelijk voor bij jonge, actieve patiënten van 15 tot 40 jaar. Het os
scafoïdeum speelt een essentiële rol in de functionaliteit van de pols, waarin
deze fungeert als een spilpunt. Correcte behandeling van een scafoïdfractuur
hangt af van juiste en tijdige diagnose. Inadequate behandeling kan resulteren
in avasculaire necrose (tot 40%), nonunion (5-21%) en vroege osteoartritis (tot
32%) met ernstige verslechtering van de polsfunctie. Daarnaast resulteert een
verminderde consolidatie van scafoïdfracturen in langere immobilisatie met als
gevolg significante functionele en psychosociale achteruitgang met aanzienlijke
socio-economische consequenties en negatieve impact op de kwaliteit van leven.
In de huidige diagnostische trajecten kan de diagnose (of het uitsluiten van)
scafoïdfracturen tot twee weken duren, dit leidt tot overbehandeling in
patienten met een verdenking op een scafoïdfractuur aangezien slechts 15-30 %
van deze verdenkingen in Nederland jaarlijks een feitelijke fractuur betreft.
Er is dus ruimte voor verbetering in het diagnostische traject van
scafoïdfracturen
Doel van het onderzoek
Fase I - Diagnostische fase
De primaire doelstelling is de klinische diagnostische prestatie van HR-pQCT te
vergelijken met conventionele CT-beeldvorming voor de diagnose van scafoid
fracturen.
We verwachten dat bij gebruik van de HR-pQCT bij patiënten met een
vermoedelijke scafoidfractuur de breukdetectie toeneemt, gevolgd door een
passende behandeling in een eerdere fase.
Fase II - Follow-up
De primaire doelstelling is om de genezing te kwantificeren van
gediagnosticeerde (middels CT, HR-pQCT of beide) en conservatief behandelde
scafoïdfracturen met behulp van HR-pQCT binnen 6 maanden na fractuur.
De secundaire doelstelling van fase II is om te onderzoeken of vroege
veranderingen in botsterkte en structuurparameters het functionele resultaat
van 6 maanden kunnen voorspellen.
Onderzoeksopzet
In deze exploratieve stapgewijze studie zullen patienten met verdenking op een
scafoïdfractuur een HR-pQCT ondergaan op hetzelfde moment dat de conventionele
CT wordt uitgevoerd in de routinecontrole van deze patiënten (fase I).
Patiënten met een radiografisch bewezen en conservatief behandelde
scafoïdfractuur op basis van CT of HR-pQCT zullen gevraagd worden om deel te
nemen aan fase II, met follow-up HR-pQCT scans en vragenlijsten tot 6 maanden
na de fractuur.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten hebben geen directe voordelen van deelname aan deze studie. De
risico's zijn beperkt.
Fase I: In aanvulling op de reguliere zorg, welke bestaat uit röntgenonderzoek
en CT-scan, wordt er een HR-pQCT scan verricht. Voor deze studie zullen alle
patiënten met een verdenking op een scafoïdfractuur een CT-scan ondergaan. Voor
een minderheid van de patiënten is dit niet volgens de huidige klinische
richtlijn. De stralingsdosis van de CT scan is 11,5 *Sv, dat is 1,7% van de
individuele jaarlijkse achtergrondstraling in Nederland. De stralingsdosis van
deze HR-pQCT scan is 15 *Sv (3 series van 5 *Sv per serie), dat is 2,2% van de
individuele jaarlijkse achtergrondstraling in Nederland. De extra tijd die
nodig is voor de uitvoering van de HR-pQCT scan en het invullen van de twee
vragenlijsten bedraagt 45 minuten.
Fase II: In aanvulling op de reguliere röntgenfoto's als onderdeel van de
follow-up van een gediagnosticeerde scafoïdfractuur worden er vier additionele
HR-pWCT scans verricht (na 3,6,12 en 26 weken). Dit resulteert in een
stralingsdosis van 60 *Sv. De totale stralingsdosis van deze fase bedraagt **
7,4% van de individuele jaarlijkse achtergrondstraling in Nederland. Alle
patiënten moeten tijdens de vier aanvullende bezoeken twee vragenlijsten
(PRWHE-DLV en VAS) invullen. Daarnaast wordt de handgreepsterkte drie keer
gemeten (na 6, 12 en 26 weken). De totale bezoektijd voor fase II bedraagt **
240 minuten per patiënt, dit is verdeeld over 4 bezoeken in een periode van 6
maanden. De reguliere bezoeken worden gecombineerd met de studiebezoeken om de
impact van de studie gerelateerde activiteiten op deelnemers te beperken.
Publiek
Tegelseweg 210
Venlo 5912 BL
NL
Wetenschappelijk
Tegelseweg 210
Venlo 5912 BL
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Fase 1
1. Volwassenen (18 jaar of ouder) die zich presenteren op de spoedeisende hulp van het VieCuri Medisch Centrum in Venlo met een klinische verdenking op een scafoïdfractuur als gevolg van trauma (<1 week na trauma).
2. Patienten die de voorwaarden van de studie begrijpen en bereid en in staat zijn om te voldoen aan de geplande radiologische evaluaties en de voorgeschreven behandeling en rehabilitatie.
3. Patienten dienen de informed consent verklaring, welke is goedgekeurd door de Ethische Commissie, te hebben getekend alvorens zij worden geïncludeerd.;Fase 2
1. Patienten die fase 1 van de studie hebben voltooid en een radiografisch bewezen scafoïdfractuur hebben op CT of HR-pQCT.
2. Patienten dienen de informed consent verklaring, welke is goedgekeurd door de Ethische Commissie, te hebben getekend alvorens zij worden geïncludeerd.
3. Patienten met een conservatief behandelde scafoidfractuur
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Fase 1
1. Patienten die, zoals beoordeeld door de hoofdonderzoeker, mentaal gecompromitteerd zijn of niet in staat worden geacht compliant te zijn aan het follow-up evaluatie schema.
2. Scafoid fractuur aan de ipsilaterale zijde in de medische voorgeschiedenis
3. Zwangerschap;Fase 2
1. Patienten die, zoals beoordeeld door de hoofdonderzoeker, mentaal gecompromitteerd zijn of niet in staat worden geacht compliant te zijn aan het follow-up evaluatie schema.
2. Zwangerschap
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL62476.068.17 |