Het primaire doel van de huidige studie is: om te onderzoeken of veranderingen in het veronderstelde werkzame mechanisme van de klinische ST, klinische DGT of deeltijd CFT behandeling, i.e. hechting, samenhangen met persoonlijkheidspathologie,…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Persoonlijkheids- en gedragsstoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is het totaal aantal pathologische
persoonlijkheidstrekken bij follow-up (21 maanden na baseline). Deze worden
gemeten met de Assessment of DSM-IV Personality disorders IV (ADP-IV).
Hechting aan anderen en aan de therapeut wordt gemeten met de Relationship
Structures questionnaire of the Experiences in Close Relationships (ECR-RS) en
de therapeutische relatie met de Working Alliance Inventory-Short Form (WAI-S).
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire uitkomsten zijn algemeen psychologisch functioneren, welbevinden
en kwaliteit van leven.
- Algemeen psychologisch functioneren wordt gemeten met de Outcome
Questionnaire-45 (OQ-45).
- Welbevinden wordt gemeten met de Mental Health Continuum*Short Form (MHC-SF)
- Kwaliteit van Leven wordt gemeten met de Sheffield 36 Short Form (SF-36).
De tertiaire uitkomstmaten zijn:
- Zelfcompassie gemeten met de Self Compassion Scale - Short Form (SCS-SF).
- Zelfkritiek gemeten met the Forms of Self-Criticizing / Attacking and
Self-Reassuring Scale (FSCRS).
Achtergrond van het onderzoek
Persoonlijkheidsstoornissen behoren tot de meeste voorkomende psychiatrische
stoornissen. In psychiatrische populaties, voldoet meer dan 45% aan de
diagnostische criteria van een of meerdere persoonlijkheidsstoornissen. Een
subgroep van volwassene met chronische en ernstige persoonlijkheidspathologie
blijkt niet te profiteren van eerdere behandelinterventies. Deze cliënten
worden voor verdere behandeling vaak verwezen naar specialistische klinische en
deeltijd afdelingen. Recente bevindingen suggereren dat klinische en deeltijd
behandelingen van persoonlijkheidsstoornissen een gunstiger effect hebben dan
ambulante behandelingen. Klinische behandeling lijkt bevorderlijk te zijn voor
de meerderheid van patiënten met persoonlijkheidsproblematiek die niet
profiteerden van eerdere psychotherapeutische behandelingen. Het verhogen van
onze kennis over werkzame mechanismen van de klinische en deeltijd behandeling
voor moeilijk-te-behandelen patiënten heeft een grote klinische relevantie.
Psychotherapie is de aangewezen behandeling voor persoonlijkheidsstoornissen,
met Dialectische Gedragstherapie (DGT) en Schematherapie (ST) als de meest
toegepaste en best onderbouwde methoden. Compassiegerichte therapie (CFT) is
een veelbelovende behandeling. Pilotstudies naar klinische ST behandelingen
laten positieve resultaten zien voor patiënten met persoonlijkheidsstoornissen
en bieden voorzichtige ondersteuning aan de werkzaamheid van de
psychotherapeutische mechanismen in ST. Evenzo, ondersteuning voor de
psychotherapeutische mechanismen van DGT werd geboden in een gecontroleerde
studie bij een klinische sample, en door verschillende pilotstudies bij
klinische samples. Pilot studies naar CFT laten een gunstig effect zien bij
mensen met persoonlijkheidsstoornissen. De werkrelatie/hechting met de staf en
met andere patiënten wordt gezien als een van de belangrijkste
verandermechanismen van de klinische en deeltijd behandeling. Echter, studies
die onderzoeken of veranderingen in hechting met anderen gerelateerd zijn aan
behandeluitkomst van klinische ST, klinische DGT of deeltijd CFT zijn nog niet
uitgevoerd. De voorgenomen studie is er dan ook op gericht om meer inzicht te
verschaffen in de rol van het therapeutische mechanisme, i.e. hechting, van de
klinische en deeltijd behandeling van persoonlijkheidsstoornissen op, primair,
persoonlijkheidspathologie en secundair, op algemeen psychologisch
functioneren, welbevinden en kwaliteit van leven. Een tertiaire doel van deze
studie is om meer inzicht te krijgen in de rol van zelfkritiek en zelfcompassie
in relatie tot behandeluitkomst. Zelfkritiek en zelfcompassie spelen een
belangrijke rol in de klinische psychotherapie van persoonlijkheidsstoornissen,
zowel bij klinische ST, klinische DGT als deeltijd CFT, maar zijn nog niet
onderzocht in relatie tot behandeluitkomst van klinische en deeltijd
psychotherapie bij mensen met persoonlijkheidsstoornissen.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van de huidige studie is: om te onderzoeken of veranderingen
in het veronderstelde werkzame mechanisme van de klinische ST, klinische DGT of
deeltijd CFT behandeling, i.e. hechting, samenhangen met
persoonlijkheidspathologie, algemeen psychologisch functioneren, welbevinden en
kwaliteit van leven bij follow-up na een klinische en deeltijd behandeling bij
cliënten met persoonlijkheidsstoornissen. Vanwege de samenhang tussen hechting
aan de therapeut en therapeutische relatie in eerdere onderzoeken wordt de
therapeutische relatie meegenomen als variabele in het onderzoek, omdat het
afzonderlijke constructen zijn die verschillend kunnen samenhangen met
behandeluitkomst. Daarnaast willen we de relatie tussen zelfkritiek en
zelfcompassie en behandeluitkomst onderzoeken.
De vraagstellingen voor het onderzoek zijn als volgt:
1) Worden het aantal pathologische persoonlijkheidstrekken bij follow-up
(primaire uitkomstmaat) voorspeld door veranderingen in hechting aan andere
patiënten en aan de therapeut tijdens de klinische en deeltijd behandeling
gecontroleerd voor de therapeutische relatie?
2) Worden algemeen psychologisch functioneren, welbevinden en kwaliteit van
leven bij follow-up (secundaire uitkomstmaten) voorspeld door de veranderingen
in hechting aan andere patiënten en aan de therapeut tijdens de klinische en
deeltijd behandeling gecontroleerd voor de therapeutische relatie?
3) Wat is de samenhang tussen de veranderingen zelfkritiek en zelfcompassie
tijdens de klinische en deeltijd behandeling met pathologische
persoonlijkheidstrekken, algemeen psychologisch functioneren, welbevinden en
kwaliteit van leven bij follow-up?
Onderzoeksopzet
Observationele studie met vier meetmomenten gedurende de klinische en deeltijd
behandeling van 9 maanden en twee follow-up meetmomenten (15 en 21 maanden na
baseline meting).
Inschatting van belasting en risico
Vrijwillige deelname aan het onderzoek houdt in dat participanten 6 keer
vragenlijsten invullen over een periode van 21 maanden, totale duur van het
invullen is tussen de 180 - 270 minuten. Er zijn geen bekende risico's
verbonden met het invullen van de vragenlijsten in dit onderzoek.
Publiek
Deventerstraat 459
Apeldoorn 7323 PT
NL
Wetenschappelijk
Deventerstraat 459
Apeldoorn 7323 PT
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Volwassen cliënten (18-65 jaar) opgenomen voor het klinische en deeltijd behandelprogramma voor persoonlijkheidsstoornissen bij Scelta, GGNet in Apeldoorn. ;Inclusie criteria zijn:
- De cliënt heeft een of meerdere persoonlijkheidsstoornissen als primaire diagnose.
- De cliënt kan deelnemen aan de follow up metingen bij 6 en 12 maanden.
- De cliënt wil deelnemen aan de studie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- heeft een IQ < 80 of is niet in staat om de Nederlandse taal te spreken, lezen of te schrijven.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL59529.044.16 |