Het doel van deze prospectieve, observationele cohortstudie is observatie van de klinische consequenties die blootstelling aan antibiotica, vroeg in het leven, kan hebben. Er wordt gekeken naar de incidentie van eczeem, voedselallergie, bovenste- en…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselaandoeningen NEG
- Allergische aandoeningen
- Luchtweginfecties
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is de incidentie van eczeem bij antiobiotisch
behandelde kinderen en kinderen uit de controlegroep. Daarnaast wordt de
incidentie van voedselallergie, bovenste- en onderste luchtweginfecties gemeten
als ook gastrointestinale infecties, waarbij de ontwikkeling van het
immuunsysteem wordt geevalueerd (via subjectief gerapporteerde uitkomsten).
Objectieve evaluatie vindt plaats door meten van de vaccinatierespons, groei
(lengte en gewichtscurve, SD), en achterhalen van de door dokters
gediagnosticeerde eindpunten zoals hierboven genoemd.
Gebruik van medicatie wordt geëvalueerd door rapportage van ouders op de
checklists en eventueel door na afloop van de studie, met toestemming van
ouders, gegevens op te vragen bij de apotheek.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaat is het mogelijke verschil in de samenstelling van de
darmmicrobiota van kinderen die antibiotisch behandeld zijn versus onbehandelde
kinderen (vroeg in het leven).
De microbiota wordt bestudeerd middels een PCR-based interspace profiling
techniek (IS-pro, IS-Diagnostics, Amsterdam), waarbij de meest voorkomende,
bekende bacteriegroepen worden onderzocht en gevalideerd (Bifidobacteria,
Enterobacteriaceae, Streptococci, Lactobacilli, Bacteroides, Proteobacteria)
en middels Pyrosequencing (Universiteit Wageningen, hoofd Prof J. Knol).
Achtergrond van het onderzoek
Er zijn in toenemende mate aanwijzingen dat een afwijkende samenstelling van de
darmmicrobiota klinische gevolgen kan hebben. Het is tot op heden onvoldoende
duidelijk in welke mate blootstelling aan antibiotica vroeg in het leven effect
heeft op de darmmicrobiota, voor hoe lang deze eventuele
afwijkingen/veranderingen blijven bestaan en of de samenstelling uiteindelijk
'normaliseert'. Hoe deze veranderende darmmicrobiota het zich ontwikkelende
immuunsysteem beinvloedt is nog onvoldoende opgehelderd. Eerdere studies
toonden associaties tussen afwijkende darmmicrobiota en het ontwikkelen van
atopische aandoeningen en auto-immuunziekten.
Het vinden van een antwoord op deze vragen is belangrijk, omdat wordt
gesuggereerd dat met manipulatie van de darmmicrobiota d.m.v. pre- of
probiotica en daarmee beinvloeden van de samenstelling van de (door
antibiotica) verstoorde microbiota, de balans teruggebracht kan worden. Hiermee
zouden klinische verschijnselen (eczeem, astma, allergie) beinvloed kunnen
worden.
In de toekomst zal aangetoond moeten worden of, na blootstelling aan
antibiotica, gerichte interventie de balans kan herstellen in de
darmmicrobiota. Op die manier zou mogelijk de ontwikkeling van allergische
ziekten -als gevolg van afwijkende darmmicrobiota- verminderd kunnen worden.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze prospectieve, observationele cohortstudie is observatie van
de klinische consequenties die blootstelling aan antibiotica, vroeg in het
leven, kan hebben. Er wordt gekeken naar de incidentie van eczeem,
voedselallergie, bovenste- en onderste luchtweginfecties en gastrointestinale
infecties gedurende het eerste levensjaar.
Ook zal een allergiescreening worden verricht en de vaccinatierespons worden
vastgesteld na 1 jaar (bloedsample analyse). Onderscheiden worden twee groepen;
aan antibiotica blootgestelde neonaten (vroeg in het leven) versus onbehandelde
neonaten.
Daarnaast onderzoeken we de veranderingen die optreden in de darmmicrobiota na
blootstelling aan antibiotica vroeg in het leven, daar de hypothese is dat dit
een belangrijk onderliggend mechanisme kan zijn voor afwijkingen in het zich
ontwikkelende immuunsysteem.
Onderzoeksopzet
Via een vragenlijst aan het begin van het onderzoek en via wekelijkse
klachtenlijstjes wordt informatie verzameld over klinische verschijnselen. De
vragenlijst omvat familieanamnese, aanvullende gegevens over zwangerschap en
bevalling, comorbiditeiten, medicatie. Op het dagelijkse lijstje vinken ouders
aan of de genoemde symptomen (8) aanwezig zijn of niet.
Ontlastingmonsters van antibiotisch behandelde kinderen en de controlegroep
worden (door ouders) verzameld op acht tevoren vastgestelde momenten in het
eerste levensjaar en eenmaal rondom de tweede verjaardag van het kind. Hiervoor
krijgen ouders speciale opvangbuisjes uitgereikt. Zij vriezen de monsters thuis
in.
De studie eindigt rond de 1e verjaardag van het kind, na een ingepland
polikliniekbezoek. Ouders worden geïnstrueerd om rond de 2e verjaardag nog een
ontlastingmonster op te vangen en worden dan nogmaals door ons benaderd.
Wanneer de kinderen 4-5 jaar oud zijn, zullen de ouders opnieuw benaderd worden
om een digitale vragenlijst in te vullen betreffende klachten van allergie, van
het maag-darm systeem en algemene gezondheid en groei. Tevens zal opnieuw
toestemming gevraagd worden om contact op te nemen met de huisarts om de
dokters gestelde diagnoses te bevestigen betreffende de bovengenoemde klachten.
Ook zullen oduers gevraagd worden om nogmaals een ontlastingsmonster op te
vangen.
Participanten ("patienten") zullen worden geincludeerd op de Kraamafdeling en
de afdeling Neonatologie van het St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein, het
Meander Medisch Centrum Amersfoort, Tergooi ziekenhuizen Blaricum/Hilversum en
Gelre ziekenhuizen Apeldoorn.
In totaal worden 150 ouderparen geincludeerd van wie hun kind is behandeld met
antibiotica in de eerste levensweek. De controlegroep, waarvoor 300 ouderparen
worden geincludeerd, bestaat uit kinderen die niet behandeld werden met
antibiotica in de eerste levensweek. Ouders hebben tijdens deelname aan de
studie vrije keus in type voeding en voedingsschema.
Inschatting van belasting en risico
Zie pagina 12 van het protocol.
Mogelijke bijwerkingen: Er worden geen bijwerkingen verwacht.
In deze studie worden ontlastingmonsters verzameld (door ouders), wordt eenmaal
bloed afgenomen, en aan ouders wordt gevraagd klachten te rapporteren via de
uitgereikte checklists.
Andere risico's: Er worden geen risico's voorzien, zodoende zijn geen speciale
maatregelen genomen en wordt ontheffing aangevraagd voor een
proefpersonenverzekering.
Ongemakken: De eenmalige bloedafname kan als vervelend worden ervaren door het
kind. Deze afname wordt niet als extra risicovol beschouwd ten opzichte van
bloedafname bij volwassenen. Om deze ervaring zo min mogelijk belastend te
laten zijn zal de venapunctie (er wordt geprikt op de handrug) worden
uitgevoerd door een ervaren arts of research verpleegkundige en wordt een
locaal anestheticum gebruikt (EMLA creme).
Belasting voor ouders: De voornaamste belasting voor ouders is het wekelijks
bijhouden van de symptomen op het klachtenlijstje (max 10 minuten per week).
Uit eerdere studies weten we dat dit al snel een 'gewoonte' wordt voor ouders
en niet als een belasting wordt ervaren. Het verzamelen van de ontlasting kost
~5 minuten per keer.
Publiek
Koekoekslaan 1
Nieuwegein 3430 EM
NL
Wetenschappelijk
Koekoekslaan 1
Nieuwegein 3430 EM
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
A terme geboren baby's (graviditeitsduur > 36 weken)
(Kortdurende) opname op de kraamafdeling OF opname op afdeling Neonatologie vanwege behandeling met antibiotica
Ondertekend informed consent door beide ouders
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Prematuriteit (graviditeitsduur < 36 weken)
Congenitale aandoeningen
Probioticagebruik door moeder (bewust, naast 'normaal' dieet) < laatste 6 weken van de zwangerschap
Ernstige perinatale infectie waarvoor overplaatsing naar een NICU geindiceerd is
Onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal (door ouders)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT02536560 |
CCMO | NL37233.100.11 |