Het huidige onderzoek heeft als doel om de effectiviteit van PEERS te evalueren in vergelijking met een actieve controlegroep en waarbij gebruikt wordt gemaakt van verschillende informanten om sociale competentie te meten, waaronder een…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ontwikkelingsstoornissen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Als primaire uitkomstmaat gebruiken wij de observatie van sociale competence
van de jongeren die wordt gescoord door codeurs die blind zijn voor welke
behandeling de jongere heeft gevolgd: Contextual Assessment of Social Skills
(CASS);
Secundaire uitkomstmaten
Als secundaire uitkomstmaten gebruiken wij
- een sociale vaardigheidsvragenlijsten die wordt ingevuld door de jongere,
ouder en een leerkracht: Social Skills Improvement System-Rating Skills
(SSIS-RS);
- een vragenlijst die autistische sociale beperkingen meet ingevuld door ouder
en leerkracht: Social Responsive Scale (SRS).
Dit is het replicatiegedeelte van het onderzoek.
Daarnaast worden verwachte mediators en moderatoren gemeten.
mediatoren:
1. Sociale contacten dmv Quality of Socialization Questionnaire (QSQ);
2. Sociale kennis dmv Test of Adolescents Social Skills Knowledge (TASSK);
3. Sociale cognitie dmv the Test of Understanding of Social Conventions (TUSC);
4. Sociale angst dmv Brief Fear of Negative Evaluation scale (BFNE-II);
5. Gevoel van competentie van ouders dmv Parenting Sense of Competence Scale
(PSOC).
moderatoren:
1. de ernst van autismespectrumproblematiek, gemeten met het Autisme
Diagnostisch Observatie Schema (ADOS) en de 3Di;
2. IQ, uit dossier of gemeten met Wechsler Abbreviated Scale of
Intelligence (WASI);
3. emotionele en gedragsproblemen, gemeten met de Child Behavior Checklist
(CBCL).
4. eerdere behandeling met sociale vaardigheidstraining.
Achtergrond van het onderzoek
Beperkte sociaal-communicatieve competenties vormen de kern van autisme. Lang
werd verondersteld dat er weinig uitzicht was op verbeteringen in deze
competenties bij mensen met autisme. Recenter onderzoek toont echter aan dat
bij een deel van de mensen met autisme een verbetering kan optreden gedurende
de ontwikkeling, namelijk binnen de groep die *hoog-functionerend* is (dat wil
zeggen: de groep met een normaal tot hoge intelligentie en subtielere
sociaal-communicatieve beperkingen). In deze groep lijkt een positieve
ontwikkeling van sociale competenties dus mogelijk, welke extra gestimuleerd
kan worden d.m.v. sociale vaardigheidstraining. Uit de laatste
overzichtsartikelen over het onderzoek dat gedaan is naar sociale
vaardigheidstrainingen komt naar voren dat sociale vaardigheidstraining
inderdaad tot een verbetering van sociale vaardigheden kunnen leiden bij
kinderen en jongeren met ASS. PEERS kwam in deze overzichtsstudies naar voren
als een veel belovende interventie. Er is echter meer onderzoek nodig waarbij
wordt gekeken of PEERS inderdaad een specifiek effect heeft op het verbeteren
van de sociale competentie vergeleken door dit te vergeleken met een andere
interventie, die niet is gericht op sociale vaardigheden, waarbij er dus wordt
gecontroleerd voor algemene therapeutische factoren. Daarnaast heeft het huidig
onderzoek voornamelijk gebruik gemaakt van vragenlijsten ingevuld door ouders.
Aangezien ouders ook betrokken zijn bij de interventie, zullen wij in het
huidig onderzoek de effectiviteit van PEERS verder testen door middel van een
blinde observatiemaat.
Doel van het onderzoek
Het huidige onderzoek heeft als doel om de effectiviteit van PEERS te evalueren
in vergelijking met een actieve controlegroep en waarbij gebruikt wordt gemaakt
van verschillende informanten om sociale competentie te meten, waaronder een
observatiemaat waarbij blinde codeurs het sociaal-communicatief gedrag van de
jongere zullen evalueren. Daarnaast willen wij inzicht vergroten rondom de
werkzame elementen zijn van de PEERS training door middel van het onderzoeken
van mediatoren (o.a. sociale kennis, sociale contacten, sociale cognitie,
sociale angst, ouderlijke competentie) en bij welke groep PEERS het meest
werkzaam is door middel van het onderzoeken van moderatoren (o.a. leeftijd, IQ,
comorbiditeit).
Onderzoeksopzet
De studie betreft een RCT met een interventieconditie (the PEERS training) en
een actieve controle conditie. De jongeren worden willekeurig toegewezen aan
een van de twee condities. Beide interventies bestaan uit 14 sessies die iedere
week worden gehouden. Metingen zullen plaatsvinden voor randomisatie (baseline
week 0: T1), halverwege de training (week 7: T2), direct na de training (week
14: T3) en 14 weken na de training (week 28: T4).
Onderzoeksproduct en/of interventie
De interventie die getoetst wordt, is de PEERS training, een sociale vaardigheidstraining ontwikkeld voor jongeren van twaalf tot achttien jaar met ASS. De training bestaat uit veertien lessen met huiswerkopdrachten waarbij de jongere de geleerde vaardigheden moet oefenen met leeftijdgenoten. Er zijn parallelle sessies voor ouders die getraind worden om hun kind te ondersteunen met het toepassen van de sociale vaardigheden. De controle conditie krijgt een interventie die niet gericht is op het trainen van sociale vaardigheden maar op het vergroten van kennis en geven van tips op gebieden die belangrijk zijn tijdens de puberteit (bijv. school, onafhankelijkheid/verantwoordelijkheid, fysiek uiterlijk en veranderingen daarin, omgaan met emoties en grenzen). De controle conditie zal bestaan uit eenzelfde aantal sessies met dezelfde frequentie en duur als de PEERS conditie.
Inschatting van belasting en risico
Voordelen van meedoen aan het onderzoek kunnen zijn:
* Ondersteuning ter preventie van problematiek tijdens de puberteit
* Toename van kennis over puberteitsthema*s of sociale vaardigheden
Nadelen van meedoen aan het onderzoek kunnen zijn:
* Extra tijd die het kost. Geschatte tijd voor de jongere 4 uur en ouders 3 uur
verdeeld over 4 meetmomenten en leerkracht 2 uur verdeeld over 4 meetmomenten.
De interventie bestaat uit 14 sessies van 90 minuten.
* Afspraken waar de participanten zich aan moeten houden.
Publiek
Wytemaweg 8
Rotterdam 3015 CN
NL
Wetenschappelijk
Wytemaweg 8
Rotterdam 3015 CN
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
(a) chronologische leeftijd tussen 12 en 18 jaar
(b) volgt secundair onderwijs
(c) diagnose PDD-NOS, syndroom van Asperger of een autistische stoornis door een clinicus op basis van de Autism Diagnostic Observation Schedule (ADOS-2) en 3Di;
(d) Nederlandse taal machtig en gemotiveerd om aan behandeling mee te doen;
(e) IQ>70.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
(a) een geschiedenis van een ernstige psychiatrische stoornis (zoals schizofrenie, bipolaire stoornissen of andere psychotische stoornissen)
(b) elke visuele-, gehoors- of fysieke beperking die participatie in de behandeling belemmert.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL57472.078.16 |