Het voorspellen en evalueren van de effectiviteit en de veiligheid van ECT bij depressieve ouderen. 1. De relatie tussen klinische parameters en de effectiviteit en veiligheid van electroconvulsieve therapie bij ouderen met een ernstige depressieve…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
klinische parameters voorspellen veiligheid en effect van ECT
MRI bevindingen voorspellen veiligheid en effect van ECT
gestoorde cortisol response voorspelt response op ECT
BDNF stijgt na ECT en hippocampus volume neemt toe
genetisch profiel voorspelt klinische parameters en respons op ECT
Secundaire uitkomstmaten
er zijn geen secundiare uitkomst variabelen
Achtergrond van het onderzoek
Depressieve stoornissen komen bij ouderen vaak voor en hebben vaak een
ongunstige prognose in termen van een chronisch of recidiverend beloop,
co-morbiditeit met somatische ziekten, functionele beperkingen en cognitieve
stoornissen, en een verhoogde kans op overlijden. Inzicht in de symptomatologie
en prognostische factoren van depressieve stoornissen bij ouderen is dan ook
van groot belang. Diverse studies hebben aangetoond dat ernstige depressies met
psychomotorische of psychotische verschijnselen of vitale kenmerken goed
behandeld kunnen worden met tricyclische antidepressiva (TCA) of
electroconvulsie therapie (ECT) (Parker 2007). Als deze patiënten snel
geïdentificeerd kunnen worden, kan eerder conversie in het behandelprotocol
naar TCA of ECT plaatsvinden. Dit is van groot belang omdat een langere
ziekteduur een slechtere prognose voorspelt. Bovendien is het zo dat indien
patiënten eerder ECT behandeling starten zij ook minder behandelingen nodig
zullen hebben en dus ook minder bijwerkingen ervaren.
In januari 2010 start op onze afdeling een systematische verzameling en opslag
van de gegevens van patiënten die worden behandeld met elektroconvulsieve
therapie. Het betreft reguliere patiëntenzorg. De gegevens worden systematisch
en anoniem opgeslagen en in de toekomst verwerkt.
Doel van het onderzoek
Het voorspellen en evalueren van de effectiviteit en de veiligheid van ECT bij
depressieve ouderen.
1. De relatie tussen klinische parameters en de effectiviteit en veiligheid
van electroconvulsieve therapie bij ouderen met een ernstige depressieve
stoornis.
2. De relatie tussen structurele afwijkingen van de hersenen bij beeldvormende
onderzoek en effectiviteit en veiligheid van electroconvulsieve therapie bij
ouderen met een ernstige depressieve stoornis.
3. De relatie tussen neuro-endrocriene parameters en met betrekking tot
effectiviteit en veiligheid van electroconvulsieve bij ouderen met een ernstige
depressieve stoornis.
4. De relatie van bij depressie betrokken genen en effectiviteit van
electroconvulsieve bij ouderen met een ernstige depressieve stoornis.
Onderzoeksopzet
Patiënten die geïncludeerd zijn in de systematische verzameling en opslag van
de gegevens van patiënten die worden behandeld met elektronconvulsieve
therapie. Zij worden gevraagd apart toestemming te geven voor deze
sampleverzameling. In totaal 80 personen van 60 jaar of ouder, opgenomen op een
klinische psychiatrische afdeling in verband met een ernstige depressieve
stoornis, waarvan de diagnose vastgesteld is middels de MINI (common clinical
practice) zullen gevraagd worden om deel te nemen.
Patiënten worden kort na opname benaderd door een van de psychiaters, dan wel
de onderzoeksassistent. Hierbij wordt uitleg gegeven omtrent het onderzoek, een
informatie folder overhandigd, en toestemming gevraagd of hij/zij bereid is tot
deelname aan het onderzoek. Als een patiënt toestemt, worden een afspraken
gemaakt voor de sampleverzameling. Ze zullen gevraagd worden om bloed af te
staan en gekauwde watjes in te leveren. Patiënten kunnen per onderdeel
toestemming geven (watjes, bloed) of voor het geheel.
BDNF meting
Er wordt 5 ml (1 buisje) bloed afgenomen, dit wordt zo goed mogelijk
gecombineerd met bloedafnames geïndiceerd vanuit de klinische behandeling. Er
zijn 4 tijdstippen, T0 voor de eerste ECT behandeling, T1 na 6 behandelingen
(na 3 weken), T2 na de laatste ECT behandeling en T3 na 6 weken. In
verschillende studies is aangetoond dat op T0 BNDF laag is bij ernstige
depressieve patiënten en op T3 het gestegen is als gevolg van de
antidepressieve behandeling. De tijdstippen T1 en T2 dienen om te onderzoeken
of BDNF geïdentificeerd kan worden als een voorspeller van response op ECT.
Genetisch profilering:
Eenmalig worden er rode bloedcellen opgeslagen om genetische onderzoek later
mogelijk te maken. Deze bloedname vindt al plaats voor BDNF bepaling.
Cortisol meting
Als een maat voor de *stress-response* van de
hypothalamus-hypofyse-bijnier-as, wordt de ochtend curve van cortisol gemeten
(Vreeburg et al, 2009) middels speeksel samples bij het ontwaken, na 30, 45 en
60 minuten (Wust et al. 2000) ne het circadiane ritme (additioneel sample om
22 en 23 uur). Speeksel wordt verzameld door het kauwen op watjes. Na ontvangst
van de watjes wordt het speeksel uit de watjes geëxtraheerd en opgeslagen bij
-85*C om vervolgens bepaald te worden. Deze procedure wordt op twee tijdstippen
uitgevoerd: voor aanvang van de ECT behandeling (T0) en na de laatste ECT
behandeling (T2).
Inschatting van belasting en risico
Aangezien de doelgroep bestaat uit klinische patiënten met een ernstige
depressieve stoornis, wordt de belasting voor de deelnemer zo veel mogelijk
beperkt. Grotendeels zullen de bloedafnames gecombineerd worden met de
bloedafnames in het kader van directe patiëntenzorg. De cortisol meting zijn
weinig belastend voor patiënten, de verpleging komt met de watjes waar zij kort
op kauwen.
Geen van de genoemde interventies is risicovol voor de deelnemers.
Publiek
Amstelveenseweg 589
Amsterdam 1081JC
NL
Wetenschappelijk
Amstelveenseweg 589
Amsterdam 1081JC
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
ernstige depressie volgens DSM IV criteria waarvoor electroconvulsive therapie geindiceerd, klinisch opgenomen, 60 jaar en ouder
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
dementie, patienten jonger dan 60 jaar
ernstige neurologische aandoening
niet instaat tot geven informed consent
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL31041.029.10 |