Het doel van dit onderzoek is evaluatie van het effect van cabozantinib in vergelijking met placebo op de totale overleving bij proefpersonen met gevorderd HCC die eerder waren behandeld met sorafenib.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Lever- en galwegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire eindpunt: Totale overleving (OS)
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten:
* Objectieve-responspercentage (*objective response rate*, ORR) volgens RECIST
1.1
* Progressievrije overleving (*progression-free survival*, PFS) volgens RECIST
1.1
Bijkomende eindpunten:
* Veiligheid en verdraagbaarheid
* Farmacokinetiek (FK)
* Relatie tussen veranderingen in biomarkers ten opzichte van baseline, en de
behandeling en/of klinische uitkomst
* Gezondheidgerelateerde kwaliteit van leven (*health-related quality of life*,
HRQOL) zoals bepaald met het EuroQol Health vragenlijstinstrument (EQ-5D-5L)
Achtergrond van het onderzoek
Hepatocellulair carcinoom (HCC) is na longkanker de voornaamste oorzaak van aan
kanker gerelateerde sterfgevallen wereldwijd. HCC is doorgaans resistent tegen
systemische chemotherapie. Voor sorafenib, een kleinmoleculaire remmer van de
receptor voor vasculaire endotheliale groeifactor (VEGFR) en andere
eiwitkinasen, is aangetoond dat het de tijd tot progressie en de totale
overleving bij patiënten met HCC verbetert. Uiteindelijk vindt bij deze
patiënten ondanks de behandeling echter toch progressie plaats en bezwijken ze
aan hun ziekte (Llovet 2008). Er is op dit moment geen geneesmiddel met bewezen
werkzaamheid bij patiënten met inoperabel of gemetastaseerd HCC dat progressie
vertoont na behandeling met sorafenib.
MET- en VEGF-signaaloverdracht zijn betrokken bij tumorangioneogenese,
-invasie, en -uitzaaiing, en bij osteoblast- en osteoclastfunctie, terwijl
ontregeling van componenten van de MET- en VEGF-route in verband is gebracht
met een slechte prognose bij meerdere tumortypen. Resistentie tegen op VEGF
gerichte therapieën kan het gevolg zijn van de upregulatie van alternatieve
angiogenese-stimulerende en invasie-stimulerende signaaloverdrachtroutes,
waaronder de MET-route. Dit strookt met het feit dat in sommige tumormodellen
door gecombineerde remming van de VEGF-receptor (VEGFR) en MET een grotere
werkzaamheid wordt bereikt dan door remming van slechts één van deze routes.
Cabozantinib is een orale, biologisch beschikbare tyrosinekinaseremmer met een
krachtige activiteit tegen MET en VEGFR2, en ook tegen een aantal andere
receptortyrosinekinasen die eveneens betrokken zijn bij tumorpathobiologie,
waaronder RET, KIT, AXL, en FLT3. Cabozantinib onderdrukt de MET- en
VEGFR2-signaaloverdracht, door snel apoptose van endotheel- en tumorcellen te
induceren, met als gevolg regressie van de tumor in diverse xenograftmodellen.
Cabozantinib verlengde de overleving in een door MET aangestuurd
transgene-muizenmodel van HCC. In klinische onderzoeken bleek cabozantinib
veelbelovende activiteit te hebben in meerdere tumortypen, en in 2012 werd het
goedgekeurd door de Amerikaanse FDA voor de behandeling van progressief
gemetastaseerd medullair schildkliercarcinoom.
Een cohort van 41 proefpersonen met HCC werd ingeschreven in een gerandomiseerd
fase 2-discontinueringsonderzoek van cabozantinib (onderzoek XL184-203). De
meerderheid van de proefpersonen (80%) had eerder systemische therapie voor de
ziekte gekregen; meer dan de helft (51%) had eerder sorafenib gekregen.
Extrahepatische verspreiding was aanwezig bij 73% van de proefpersonen, wat in
overeenstemming is met een relatief slechte prognose. Binnen de eerste 12 weken
hadden 2 proefpersonenen een bevestigde partiële respons (PR) en was er bij 32
proefpersonen sprake van stabiele ziekte; het percentage patiënten met
gecontroleerde ziekte (PR plus stabiele ziekte) in week 12 was 66%.
Tumorregressie bleek onafhankelijk te zijn van eerdere blootstelling aan
sorafenib.
Op basis van de meest recente overlevingsgegevens die onder meer 38
sterfgevallen onder de 41 proefpersonen lieten zien, werd de mediane totale
overleving (*overall survival*, OS) vanaf de eerste dosis cabozantinib volgens
de Kaplan-Meier methode berekend op 11,5 maanden (95% CI: 7,3, 15,6) (gegevens
in bestand). Onder met sorafenib voorbehandelde proefpersonen was de mediane OS
12,9 maanden (95% CI: 10,8, 16,8). Het veiligheidsprofiel was vergelijkbaar met
dat van andere tyrosinekinaseremmers zoals sorafenib, met beheersbare
bijwerkingen (*adverse events*, AE*s) tijdens de behandeling.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is evaluatie van het effect van cabozantinib in
vergelijking met placebo op de totale overleving bij proefpersonen met
gevorderd HCC die eerder waren behandeld met sorafenib.
Onderzoeksopzet
Dit is een multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind, gecontroleerd fase
3-onderzoek van cabozantinib versus placebo, beide met de beste ondersteunende
zorg.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Proefpersonen zullen geblindeerd onderzoeksgeneesmiddel (tabletten met 60 mg cabozantinib of placebo-equivalent) innemen, oraal eenmaal daags voor het slapengaan. Vereiste dosisreducties zullen plaatsvinden in stappen van 20 mg cabozantinib of placebo-equivalent. Proefpersonen zullen doorgaan met een geblindeerde onderzoeksbehandeling zolang ze naar het oordeel van de onderzoeker klinisch voordeel blijven ondervinden, of totdat er sprake is van onaanvaardbare toxiciteit of moet worden overgegaan op een systemische antikankerbehandeling of een op de lever gerichte lokale antikankertherapie, of wanneer er andere redenen zijn om de behandeling te staken.
Inschatting van belasting en risico
Uitgaande van een behandelingsduur van 4 maanden en een studiedeelname van 1
jaar, zullen de patienten gedurende 12-13 visites (incl 2 -3 telefonische
contacten) de volgende studieprocedures ondergaan:
- 9x lichamelijk onderzoek en lichaamsfuncties
- 9x ECOG score
- 5-6x ECG
- 9x bloedafname
- 4x urineanalyse
- 5x serum-zwangerschapstest (alleen vrouwen die zwanger kunnen worden)
- 4x CT/MRI-scan
- 1x botscan (4x voor proefpersonen met botlaesies bij screening)
- 7x vragenlijst
- 1x tumorbioptie (optioneel en alleen als er nog geen biopt voorhanden is)
Bijwerkingen die bij meer dan 20% van de met cabozantinib behandelde
kankerpatiënten optraden:
* Vermoeidheid
* Diarree
* Verminderde eetlust
* Misselijkheid
* Blaren, huiduitslag, of pijn in handen of voeten
* Gewichtsverlies
* Braken
* Hoge bloeddruk
* Smaakveranderingen
* Stemverandering
Publiek
Harbor Bay Parkway 1851
Alameda CA 94502
US
Wetenschappelijk
Harbor Bay Parkway 1851
Alameda CA 94502
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Histological or cytological diagnosis of HCC (results of a previous biopsy will be accepted)
2. The subject has disease that is not amenable to a curative treatment approach (eg, transplant, surgery, radiofrequency ablation)
3. Received prior sorafenib
4. Progression following at least 1 prior systemic treatment for HCC
5. Recovery to * Grade 1 from toxicities related to any prior treatments, unless the adverse events are clinically nonsignificant and/or stable on supportive therapy
6. Age * 18 years old on the day of consent
7. ECOG performance status of 0 or 1
8. Adequate hematologic function, based upon meeting the following laboratory criteria within 7 days before randomization:
a. absolute neutrophil count (ANC) * 1200/mm3 (* 1.2 x 109/L)
b. platelets * 60,000/mm3 (* 60 x 109/L)
c. hemoglobin * 8 g/dL (* 80 g/L)
9. Adequate renal function, based upon meeting the following laboratory criteria within 7 days before randomization:
a. serum creatinine * 1.5 x upper limit of normal or calculated creatinine clearance * 40 mL/min (using the Cockroft-Gault equation: (140 * age) x weight (kg)/(serum creatinine × 72 [mg/dL]) for males. (For females multiply by 0.85.)
AND
b. urine protein/creatinine ratio (UPCR) * 1 mg/mg (* 113.1 mg/mmol) or 24-hour urine protein < 1g
10. Child-Pugh Score of A
11. Total bilirubin * 2 mg/dL (* 34.2 µmol/L) within 7 days before randomization
12. Serum albumin * 2.8 g/dL (* 28 g/L) within 7 days before randomization
13. Alanine aminotransferase (ALT) and aspartate aminotransferase (AST) < 5.0 upper limit of normal (ULN) within 7 days before randomization
14. Hemoglobin A1c (HbA1c) * 8% within 7 days before randomization
(if HbA1c results are unavailable [eg, hemoglobin variant], a fasting
serum glucose * 160 mg/dL)
15. Antiviral therapy per local standard of care if active hepatitis B (HBV) infection
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Fibrolamellair carcinoom of gemengd hepatocellullair cholangiocarcinoom
2. Meer dan 2 eerdere systemische behandelingen gehad voor gevorderd HCC. Aanvullende eerdere systemische behandelingen als adjuvante of lokale therapie zijn toegestaan.
3. Elk type antikankermiddel (inclusief onderzoeksmiddelen) binnen 2 weken voor randomisatie
4. Bestralingstherapie binnen 4 weken (2 weken voor bestraling van botmetastasen) of radionuclidentherapie (bv. I-131 of Y-90) binnen 6 weken van randomisatie. De proefpersoon wordt uitgesloten als er klinisch relevante, aanhoudende complicaties zijn van eerdere bestralingstherapie.
5. Eerdere behandeling met cabozantinib
6. Bekende hersenmetastasen of craniale epidurale ziekte, tenzij adequaat behandeld met radiotherapie en/of chirurgie (inclusief radiochirurgie) en stabiel gedurende tenminste 3 maanden voor randomisatie. Geschikte proefpersonen mogen geen corticosteroïdenbehandeling ondergaan ten tijde van randomisatie.
7. Gelijktijdige behandeling, in therapeutische doses, met antistollingsmidddelen zoals warfarine of aan warfarine gerelateerde middelen, heparine met laag moleculair gewicht (*low molecular weight heparin*, LMWH), remmers van trombine of stollingsfactor X (FXa), of antiplaatjesmiddelen (bv. clopidogrel). Toegestaan zijn aspirine in lage dosering ten behoeve van cardioprotectie (volgens plaatselijk geldende richtlijnen), warfarine in lage dosering (* 1 mg/per dag), en LMWH in lage dosering.
8. De proefpersoon heeft belangrijke bijkomende of recente ziekte die niet onder controle is. Het kan hierbij onder meer gaan om de volgende aandoeningen:
a. Cardiovasculaire stoornissen zoals
i. Symptomatisch congestief hartfalen, onstabiele angina pectoris of ernstige hartritmestoornissen
ii. Ongecontroleerde hypertensie gedefinieerd als aanhoudende bloeddruk > 150 mm Hg systolisch, of > 100 mm Hg diastolisch, ondanks optimale behandeling met bloeddrukverlagende middelen
iii. Beroerte (inclusief TIA), myocardinfarct, of een ander ischemisch voorval binnen 6 maanden voor randomisatie
iv. Trombo-embolisch voorval binnen 3 maanden voor randomisatie. Proefpersonen met trombose in portale/hepatische vaten die is toe te schrijven aan onderliggende leverziekte en/of een levertumor komen wel in aanmerking
b. Gastro-intestinale aandoeningen, inclusief die waarbij een groot risico op perforatie of fistelvorming bestaat:
i. Tumoren die het maag-darmkanaal zijn binnengedrongen, peptische zweren, inflammatoire darmziekte (bv ziekte van Chron), diverticulitis, cholecystitis, symptomatische cholangitis of appendicitis, acute pancreatitis of acute obstructie van de ductus pancreaticus of ductus choledochus, of obstructie van de maaguitgang
ii. Abdominale fistels, perforatie van het maag-darmkanaal, darmobstructie, intra-abdominaal abces binnen 6 maanden voor randomisatie
NB: volledige genezing van een intra-abdominaal abces moet vóór randomisatie bevestigd worden.
c. Zware operatie binnen 2 maanden voor randomisatie. Volledige genezing van een zware operatie moet 1 maand voor randomisatie hebben plaatsgevonden. Volledige genezing van een kleinere operatie (bv. eenvoudige excisie, tandextractie) moet tenminste 7 dagen voor randomisatie hebben plaatsgevonden. Proefpersonen met klinisch relevante complicaties van een eerdere operatie komen niet in aanmerking
d. Caviterende longlaesie(s) of endobronchiale ziekte
e. Laesie die zich heeft uitgebreid naar een groot bloedvat maar niet beperkt tot vena cava inferior (bv. longarterie of aorta). Proefpersonen met laesies die zich hebben uitgebreid naar de portale vasculatuur zijn geschikt.
f. Risico op klinisch significante bloeding binnen 3 maanden van randomisatie, waaronder: hematurie, hematemese, hemoptysis van > 0,5 theelepel (> 2,5 ml) rood bloed, of andere tekenen van longbloeding, of een voorgeschiedenis van andere significante bloedingen, voor zover deze niet te wijten zijn aan reversibele externe factoren
g. Andere klinisch significante stoornissen zoals:
i. Actieve infectie die een systemische behandeling vereist, bekende infectie met hiv (humaan immunodeficiëntievirus) of een bekende aan aids (verworven immunodëficientiesyndroom) gerelateerde ziekte. Proefpersonen met actieve hepatitis virus infectie onder behandeling met antivirale therapie zijn geschikt.
ii. Ernstige, niet-genezende wond/zweer/botfractuur
iii. Malabsorptiesyndroom
iv. Ongecompenseerde/symptomatische hypothyreoïdie
v. Nodig hebben van hemodialyse of peritoneale dialyse
vi. Voorgeschiedenis van solide-orgaantransplantatie
9. Proefpersonen met onbehandelde of onvolledig behandelde varices met bloeding of een groot risico op bloeding worden uitgesloten, met de volgende toelichting: proefpersonen met een voorgeschiedenis van eerdere bloeding uit varices moeten behandeld zijn met adequate endoscopische therapie en er mogen gedurende tenminste 6 maanden vóór deelname aan het onderzoek geen aanwijzingen voor recidiverende bloeding zijn, en de proefpersonen moeten bij opname in het onderzoek een stabiele optimale medische behandeling volgen (bv. niet-selectieve bètablokker, protonpompremmer.)
10. Matige of ernstige ascites
11. Gecorrigeerd QT-interval berekend met de Fridericia-formule (QTcF) > 500 msec binnen 7 dagen voor randomisatie
NB: indien de QTcF > 500 msec is bij de eerste ECG, moeten in totaal 3 ECG*s uitgevoerd worden. Indien het gemiddelde van deze 3 opeenvolgende resultaten voor QTcF * 500 msec is, voldoet de proefpersoon aan de geschiktheidscriteria in dit opzicht.
12. Niet in staat zijn tabletten door te slikken
13. Eerder vastgestelde allergie of overvoeligheid voor bestanddelen van de onderzoeksgeneesmiddelformuleringen
14. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven
15. Diagnosticering van een andere maligniteit binnen 2 jaar voor randomisatie, met uitzondering van oppervlakkige huidcarcinomen, of gelokaliseerde, laaggradige tumoren die genezen worden geacht en niet worden behandeld met systemische therapie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR201300100191-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01908426 |
CCMO | NL44658.068.13 |