Hoofddoelstelling 1a is om te onderzoeken of bij niet-psychotische mensen met een autisme spectrumstoornis de [18F]DOPA influx (Ki) waarden correleren met de mate van social defeat gerapporteerd via de UCLA Loneliness Scale.Hoofddoelstelling 1b is…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ontwikkelingsstoornissen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Parameters voor het eerste hoofddoel (1a): [18F]DOPA influx waarde en scores op
de UCLA Loneliness Scale in patiënten met ASS.
Parameters voor het tweede hoofddoel (1b): [18F]DOPA influx waarde in patiënten
met ASS en gezonde controles.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire parameters zijn andere zelf-rapportage maten van social defeat, die
gebruikt worden voor onderzoeksdoelen 2a en 2b:
1. Eenzaamheid (OES-A)
2. Mate van ervaren steun (ISEL)
3. Behoefte aan acceptatie en erbij horen (Need to belong scale)
4. Ervaren pestervaringen voor leeftijd van 17 jaar (Bullying questionnaire)
5. Grootte van sociaal netwerk (LSNS)
6. Mate van eenzaamheid (UCLA Loneliness Scale)
De hoeveelheid subklinische psychotische ervaringen wordt gemeten met de PQ-16
(onderzoeksdoel 2d).
Andere parameters zijn covariaten die mogelijk de dopamine aanmaak beïnvloeden:
leeftijd, geslacht, roken
Daarnaast onderzoeken we exploratief andere covariaten die de dopamine aanmaak
en/of sociale uitsluiting kunnen beïnvloeden: ADHD symptomen (ADHD Rating Scale
IV), sociaal economische status (BSMSS), trauma in kindertijd (JTV), depressie
(BDI-II), angst (STAI-t).
Achtergrond van het onderzoek
De social defeat hypothese stelt dat langdurig het gevoel hebben een
buitenstaander of verliezer te zijn kan leiden tot verhoogde
activiteit/gevoeligheid van het mesolimbische dopaminesysteem en daarmee tot
een verhoogde kans om schizofrenie te ontwikkelen. De hypothese verklaart
mogelijk waarom migranten van niet-westerse landen, mensen met een
gehoorbeperking, een laag IQ, een traumatische jeugd en een niet-heteroseksuele
oriëntatie een verhoogd risico hebben om een psychotische stoornis te
ontwikkelen. Een recente SPECT-studie heeft de hypothese getoetst door de
dopaminehuishouding van jongvolwassenen met een ernstige gehoorbeperking te
vergelijken met die van normaalhorende leeftijdsgenoten. Zij vonden een grotere
amfetamine-geïndiceerde striatale dopamineafgifte bij de participanten met een
ernstige gehoorbeperking. Mensen met een autisme spectrumstoornis (ASS) zijn
door de sociale beperkingen die zij hebben ook kwetsbaar om zich sociaal
uitgesloten te voelen en hebben een sterk verhoogd risico op het ontwikkelen
van een psychose. Het doel van deze studie is om te onderzoeken of de
activiteit van het mesolimbische dopaminesysteem bij niet-psychotische mensen
met ASS gerelateerd is met de ernst van de sociale uitsluiting. Daarnaast
willen we onderzoeken of mensen met ASS ten opzichte van gezonde controles een
verhoogde activiteit hebben van het mesolimbische dopaminesysteem.
Doel van het onderzoek
Hoofddoelstelling 1a is om te onderzoeken of bij niet-psychotische mensen met
een autisme spectrumstoornis de [18F]DOPA influx (Ki) waarden correleren met de
mate van social defeat gerapporteerd via de UCLA Loneliness Scale.
Hoofddoelstelling 1b is om te onderzoeken of bij niet-psychotische mensen met
een autisme spectrumstoornis de [18F]DOPA influx (Ki) waarden verhoogd is ten
opzichte van gezonde controles.
Secundaire doelen zijn om de volgende hypothesen te toetsen:
2a) In niet-psychotische mensen met ASS zijn de striatale [18F]DOPA influx
waarden positief gerelateerd aan het gevoel hebben buitengesloten te worden
(OES-A), de discrepantie tussen de behoefte om erbij te horen van een
proefpersoon en de daadwerkelijk ervaren steun (hoge scores op de Need to
Belong Scale en lage scores op de ISEL), de mate van gepest worden voor het 17e
levensjaar en een kleiner sociaal netwerk netwerk.
2b) Ten opzichte van gezonde controles ervaren niet-psychotische mensen met ASS
een hogere mate van eenzaamheid (UCLA Loneliness Scale), het gevoel hebben
buitengesloten te worden (OES-A), de discrepantie tussen de behoefte om erbij
te horen van een proefpersoon en de daadwerkelijk ervaren steun (hoge scores op
de Need to Belong Scale en lage scores op de ISEL), de mate van gepest worden
voor het 17e levensjaar en een kleiner sociaal netwerk netwerk.
2c) Wanneer er hogere striatale [18F]DOPA influx waarden gevonden worden: deze
hogere waarden zullen gevonden worden in het associatieve subgebied van het
striatum.
2d. Striatale [18F]DOPA influx waarden correleren met het aantal subklinische
psychotische ervaringen (PQ-16).
Onderzoeksopzet
Cross-sectioneel.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Niet van toepassing.
Inschatting van belasting en risico
Opbrengsten van het onderzoek:
- Door het onderzoek zullen we meer kennis krijgen over het mechanisme onder
invloed waarvan mensen die sociaal uitgesloten zijn een hoger risico lopen om
psychotisch te worden. Om preventieve maatregelen te kunnen nemen is het van
belang om het biologische mechanisme te begrijpen dat onderliggend is aan de
verhoogde kans op psychose bij deze groep mensen. Wanneer deze studie positieve
resultaten oplevert en bevestigd wordt door vervolgonderzoek, kan men zich gaan
richten op het ontwikkelen van medicijnen om de mesolimbische
dopaminehuishouding te stabiliseren, en zo de ontwikkeling van een psychose te
voorkomen. Ook kan men zich binnen de geestelijke gezondheidszorg richten op
het verminderen van sociale uitsluiting van specifieke *risicogroepen*.
- De studie kan inzicht geven in het mechanisme waardoor mensen met een autisme
spectrumstoornis psychotisch worden.
- Proefpersoon met een Ultra-Hoog-Risico voor de ontwikkeling van psychose en
proefpersonen met de hoogste [18F]DOPA influx (Ki) waarden (bovenste 25%)
hebben mogelijk persoonlijk baat bij onderzoek, omdat aan hen CGT aangeboden
zal worden, wat de kans op het ontwikkelen van psychose binnen 18 maanden
halveert.
Risico*s verbonden aan het onderzoek:
- Nataf et al. (2006) voerden 170 [18F]DOPA PET onderzoeken uit om neuro
endocrine tumoren op te sporen. Een aantal patiënten rapporteerden een klein
nadelig effect. Ze ervoeren namelijk een licht, voorbijgaand brandering gevoel
op de plek waar ze de injectie gekregen hadden. Dit werd waarschijnlijk
veroorzaakt door de zuurheid van het radiofarmacon. Er zijn geen andere
bijeffecten bekend.
- De stralenbelasting van dit onderzoek is 3.3 mSv en valt daarmee in categorie
IIb (laaggemiddeld tot gemiddeld). Zie bijlage K6 voor een gedetailleerde
beschrijving van de stralenbelasting en bijbehorende risico*s.
Omdat we willen voorkomen dat er een psychose getriggerd wordt bij kwetsbare
proefpersonen hebben we ervoor gekozen een [18F]DOPA PET studie uit te voeren
waarbij we geen gebruik maken van amfetamine.
Publiek
Sandifortdreef 19
Leiden 2333 ZZ
NL
Wetenschappelijk
Sandifortdreef 19
Leiden 2333 ZZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. DSM-5 diagnose van Autisme Spectrumstoornis (Alleen voor patiënten, voor gezonde controles is dit een exclusiecriterium, zie hieronder).
2. Leeftijd 18-30 jaar.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. DSM-5 diagnose van Autisme Spectrumstoornis (geldt alleen voor gezonde controles)
2. Autisme spectrumstoornis door een organische stoornis (Fragiele x syndroom, Klinefelter syndroom, 22q11 deletie syndroom).
3. Neurologische stoornis (bv. epilepsie) of hersenletsel.
4. Ooit een hersenvliesontsteking doorgemaakt hebben.
5. Verstandelijke beperking (IQ<85).
6. Non-affectieve psychotische stoornis, bipolaire stoornis (DSM-5: 297.1, 298.8, 295.40, 295.90, 295.70, 292.9, 291.9, 293.81, 293.82, 293.89, 298.9, 296.89, 303.13, 293.83, 296.89, 296.80, 296.4x, 296.5x, 296.7).
7. Sociale uitsluiting met andere oorzaken dan ass; naar inzicht van de onderzoeker. (bijv. tot een etnische minderheid behoren, lichamelijke beperking, sensorische beperking). Toelichting etnische minderheid: het individu is in het buitenland geboren of één (of beide) ouders zijn in het buitenland geboren. Mensen die in het buitenland geboren zijn bij Nederlandse ouders kunnen wel deelnemen aan het onderzoek.
8. Drugsgebruik. Gebruik van cannabis is toegestaan mits de proefpersoon tenminste één maand voor deelname aan het onderzoek gestopt is. Verleden van cannabismisbruik is niet toegestaan.
9. Alcohol- of drugs misbruik of afhankelijkheid (DSM-5).
10. Gebruik van een antipsychoticum (ooit), indien voorgeschreven voor een psychotische stoornis. Soms worden antipsychotica voorgeschreven tegen bijv. angst of agressie, In deze gevallen:
a) Incidenteel voormalig gebruik van antipsychotica is toegestaan, mits laatste gebruik meer dan een jaar geleden was.
b) Regelmatig voormalig gebruik van antipsychotica is toegestaan, mits laatste gebruik meer dan twee jaar geleden was.
c) Antipsychotica voormalig toegediend als depotmedicatie is toegestaan, mits laatste injectie meer dan twee jaar geleden was.
11. Gebruik van het antipsychoticum quetiapine (ooit), indien voorgeschreven voor een psychotische stoornis. Quetiapine heeft een lage affiniteit met dopamine receptoren en wordt soms voorgeschreven tegen slaapproblemen. In deze gevallen:
a) Voormalig consumptie van een lage dosering (*50mg) is toegestaan, mits laatste gebruik meer dan 3 maanden geleden was.
b) Voormalig consumptie van een hoge dosering (>50mg) is toegestaan, mits laatste gebruik meer dan 6 maanden geleden was.
12. Gebruik van ADHD medicatie (bijv. methylfenidaat). Proefpersonen die tenminste één jaar voor deelname aan de studie gestopt zijn kunnen wel deelnemen.
13. Huidig gebruik van benzodiazepine of promethazine, tenzij laatste gebruik meer dan een maand geleden was.
14. Huidig gebruik van andere psychofarmaca. Proefpersonen die tenminste drie maanden voor deelname aan de studie gestopt zijn kunnen wel deelnemen.
15. Roken in de drie uur voorafgaand aan de PET-scan en eten of het drinken van cafeïnehoudende dranken in de zes uur voorafgaand aan de PET-scan.
16. Deelname aan een ander wetenschappelijk onderzoek waar straling bij gebruikt werd in het afgelopen jaar.
17. Positieve drugs-urinetest op de dag van de PET-scan. Proefpersonen worden getest op cannabis, amfetamine, xtc, cocaïne en opiaten.
18. Bij vrouwen: positieve zwangerschapstest op de dag van de PET-scan of het geven van borstvoeding.
19. Metalen objecten in of rondom het lichaam.
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL54244.058.15 |