Het doel van dit onderzoek is om de veiligheid en effectiviteit van de combinatie van nivolumab en daratumumab met of zonder lage dosis cyclofosfamide te onderzoeken. Het effect en de bijwerkingen van deze drie middelen is inmiddels uitgebreid…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Plasmacelneoplasmata
- Plasmacelneoplasmata
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Deel A
Primair uitkomstmaat:
- Bepalen welk regime van nivolumab en daratumumab (met of zonder lage dosis
cyclofosfamide) verdere evaluatie behoeft bij patienten met MM die
proteasoomremmers gehad hebben en lenalidomide-resistente ziekte hebben,
gebaseerd op gegevens omtrent veiligheid en werkzaamheid
Deel B
Primair uitkomstmaat:
Bepalen van de effectiviteit van nivolumab gecombineerd met daratumumab met of
zonder lage dosis cyclofosfamide in termen van CR+VGPR+PR rate
Secundaire uitkomstmaten
Deel A
Secundaire uitkomstmaat:
- beoordelen van veiligheid van nivolumab-daratumumab met of zonder lage dosis
cyclofosfamide bij patienten met MM die eerdere behandeling met
proteasoomremmer hebben gehad en lenalidomide resistente ziekte hebben.
- beoordelen van de preliminaire effectiviteit van nivolumab-daratumumab met of
zonder lage dosis cyclofosfamide bij patienten met MM die eerdere behandeling
met proteasoomremmer hebben gehad en lenalidomide resistente ziekte hebben.
- beoordelen van immunomodulatoir effect van nivolumab gecombineerd met
daratumumab met of zonder lage dosis cyclofosfamide in bloed en beenmerg door
middel van flowcytometrie
Deel B
Secundaire uitkomstmaat:
- beoordelen van toxiciteit
- bepalen van progressie vrije overleving
- bepalen van totale overleving
- bepalen van prognostische factoren voor respons en overleving (inclusief
cytogenetische afwijkingen dmv FISH, *2-microgloublin, LDH, en MRD-negativiteit
evenals analyse van CD38, CIPs (CD46, CD55, en CD59), PD-L1 en PD1 expressie.
- beoordelen van effecten van daratumumab plus nivolumab met of zonder lage
dosis cyclofosfamide mbt CD38 expressie, CIPs (CD46, CD55, en CD59), en
immuuncellen (bv. T cellen, NK cellen, Tregs, en MDSCs) met behulp van
flowcytometrie en CYTOF
- analyseren van prognostische factoren voor gen expressie profielen voor
multipel myeloom
- bepalen van prognostische waarde van mutaties vastgesteld door middel van
sequencing
Achtergrond van het onderzoek
Daratumumab is een nieuw geneesmiddel, dat effectief is bij multipel myeloom.
Het is ook een middel dat weinig bijwerkingen heeft.
Bij een groot deel van de patiënten leidt behandeling met daratumumab tot het
terugdringen van de ziekte.
Ook nivolumab is een nieuw medicijn dat stabilisatie van het multipel myeloom
kan geven.
Helaas is het zo dat, ook na een zeer goede reactie op de behandeling met
daratumumab of nivolumab, de ziekte vrijwel altijd weer terugkomt en dat het
multipel myeloom vooralsnog als een ongeneeslijke aandoening moet worden
beschouwd. Ook kan met daratumumab of nivolumab de ziekte niet bij alle
patiënten teruggedrongen worden.
Daarom wordt voortdurend geprobeerd door middel van combinaties met nieuwe
medicijnen een beter resultaat van de behandeling te verkrijgen. Uit
laboratoriumonderzoek is gebleken dat het toevoegen van nivolumab aan
daratumumab de werking van daratumumab sterk kan verbeteren.
Ook is bekend uit eerder onderzoek met patiënten dat het toevoegen van lage
dosering cyclofosfamide aan dit soort middelen leidt tot een verbetering van
hun effect.
Het doel van dit onderzoek is om de veiligheid en effectiviteit van de
combinatie van nivolumab en daratumumab met of zonder cyclofosfamide te
onderzoeken. Het effect en de bijwerkingen van deze drie middelen is inmiddels
uitgebreid bekend, maar het gebruik van de middelen samen moet nog verder
worden onderzocht.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om de veiligheid en effectiviteit van de
combinatie van nivolumab en daratumumab met of zonder lage dosis cyclofosfamide
te onderzoeken. Het effect en de bijwerkingen van deze drie middelen is
inmiddels uitgebreid bekend, maar het gebruik van de middelen samen moet nog
verder worden onderzocht.
Onderzoeksopzet
prospectief, multicenter, fase 2 studie
Onderzoeksproduct en/of interventie
daratumumab plus nivolumab of daratumumab plus nivolumab plus lage dosis cyclofosfamide
Inschatting van belasting en risico
De belasting is dat daratumumab en nivolumab intraveneus wordt toegediend.
Verder kunnen bijwerkingen optreden, alhoewel deze over het algemeen mild van
aard zijn bij daratumumab.
De bijwerkingen van nivolumab zijn ook goed beschreven. Bij een klein deel van
de patienten (<5%) kan een immuun-gemedieerde reactie optreden zoals colitis of
hypohysitis of trage schildklierfunctie. Cyclofosfamide is ook een medicijn
waarvan de bijwerkingen goed bekend zijn.
Publiek
De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Wetenschappelijk
De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. 18 jaar en ouder
2. Deelnemer moet gedocumenteerd MM volgens de criteria hebben: monoclonale plasmacellen in het beenmerg >=10% op enig moment in de ziektegeschiedenis of een histologisch bewezen plasmacytoom.
-Meetbare ziekte gedefinieerd als volgt: serum M-proteine >= 5 g/L (0.5 g/dL); of urine M-proteine >=200mg/24uur; of serum immunoglobuline FLC >=100 mg/L (10mg/dL) en abnormaal serum immunoglobuline kappa lambda FLC ratio >=100 mg/L (zie app. A)
3. Gerecidiveerd op of refractaire ziekte. Recidief is gedefinieerd als progressieve ziekte na initiele respons op eerdere behandeling, meer dan 60 dagen na staken van behandeling. Refractaire ziekte is gedefinieerd als <25% afname van het M-proteine of progressie van ziekte tijdens de behandeling of binnen 60 dagen na staken van behandeling.
4. Patient heeft tenminste 2 eerder anti-myeloombehandelingen gehad.(inductietherapie, beenmergtransplantatie met of zonder onderhoudstherapie wordt beschouwd als 1 behandellijn.
5.deelnemer heeft lenalidomide-refractaire ziekte ontwikkelt gedurende voorafgaande behandeling met een lenalidomide- bevattende therapie.
6.deenemer heeft voorafgaande behandeling met een proteasoom remmer bevattend schema gehad met minstens 2 opeenvolgende kuren
7. WHO performance status 0,1 of 2
8. Levensverwachting van tenminste 3 maanden
9. Geschreven informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. eerdere behandeling met daratumumab of anti-CD38 therapie
2. non-secretoir myeloom
3. systemische AL amyloidose of plasmacel leukemie (>2.0x10^9/L circulerende plasma cellen in de differentiatie) of Waldenstrom's macroglobulinemie
4. patient is bekend met meningeale lesies van het multipel myeloom
5. anti-myeloom behandeling in de 2 weken voorafgaand aan start behandeling of 5 farmacokinetische half-lives van de behandeling. Dit betreft ook de patienten die een cumulatieve dosering corticosteroïden hebben gehad van >=140mg aan prednison of een equivalent hiervan of een enkele dosis corticosteroïden van >=40 mg/dag aan dexamethason of een equivalent hiervan in de 2-weekse periode voor start van de behandeling.
6. eerdere behandeling met een anti-PD1, anti-PD-L1, anti-PD-L2, anti-CD137 of anti-CTLA-4 antilichaam
7. een allogene stanceltransplantatie
8. inadequate beenmerg reserve gedefinieerd als trombocyten <75x10^9/L (<50 x 10^9/L indien >=50% van de mononucleaire cellen in het beenmerg plasmacellen zijn) of absolute neutrofielen aantal <1.0x10^9/L
9. a) bekend met COPD met 'Forced Expiratory Volume in 1 seconde' (FEV1) <50% van de normaal voorspelde waarde. FEV1 bepaling is vereist voor patienten met verdenking op COPD en als de FEV1 <50% van de voorspelde waarde is, kunnen ze niet geincludeerd worden.
b) patienten bekend met matige of ernstige astma in de afgelopen 2 jaar of momenteel last hebben van ongecontroleerde astma ongeacht de classificering. (patienten die zo nu en dan astma hebben, die onder controle is of milde persisterende astma hebben, die onder controle is, mogen wel geincludeerd worden in de studie)
10. Aanwezigheid van klinisch significante hart aandoening
11. Significante leverfunctiestoornis (totaal bilirubine >=1,5 x de normaalwaarde (behalve patienten met syndroom van Gilbert, die totaal bilirubine van <3.0 mg/dl mogen hebben) of transaminases >=3x de normaalwaarde) tenzij gerelateerd aan het myeloom.
12. Creatinine klaring <30ml/min.
13 bekende overgevoeligheid voor componenten van de onderzoeksmedicatie of ernstige allergische of anafylactische reacties op gehumanniseerde producten.
14. elke gelijktijdig optredende ernstige en/of oncontroleerbare medische toestand (bv diabetes, infectie, hypertensie etc. die niet onder controle is) die waarschijnlijk gaat interfereren met studieprocedures of resultaten, of die volgens de onderzoeker gevaar gaat opleveren bij deelname aan deze studie.
15. bekende seropositiviteit voor HIV of bekend met AIDS of actieve hepatitis B of hepatitis C.
16. een maligniteit in de voorgeschiedenis in de afgelopen 5 jaar (met uitzondering van plaveiselcel en basaalcelcarcinomen van de huid of carcinoma in situ van de cervix, of een maligniteit die volgens de lokale onderzoeker en ook de hoofdonderzoeker wordt beschouwd als genezen met minimaal risico op recidief binnen 5 jaar)
17. patienten met actieve interstitiele pneumonitis
18. patienten met actieve, vastgesteld of verdacht voor, auto-immuunziekte of ontstekingsgerelateerde aandoening. Patienten met vitiligo, type I diabetes mellitus, residuale hypothereodie als gevolg van een auto-immuun aandoening die alleen hormoonvervanging nodig heeft, psoriasis die geen behandeling nodig heeft, of aandoeningen waarvan niet verwacht wordt dat ze terugkeren in afwezigheid van een externe trigger, mogen geincludeerd worden,
19. patienten met een aandoening (anders dan MM) die systemische therapie met corticosteroïden (>10mg per dag prednison of equivalent) of andere immunosupressieve behandeling binnen 14 dagen voor start studiebehandeling. Steroïden via inhalers of voor de huid en adrenale vervangingsdosis >10mg per dag prednison equivalenten zijn toegestaan bij afwezigheid van een actieve auto-immuun ziekte.
20. patienten waarvan bekend is, of waarvan de verwachting is dat ze niet in staat zijn te voldoen aan de studie eisen (bv alcoholisme, drugsverslaving of psychiatrische afwijkingen) of de patient is in een zodanige toestand, dat naar mening van de onderzoeker deelname niet in het belang van de patient is of die de protocol specifieke evaluaties beperkt, verhindert of beïnvloedt.
21. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.
22. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd, die geen adequate anticonceptie willen gebruiken, dat wil zeggen: hormonale anticonceptie of een spiraaltje, tijdens de studie en tot 1 jaar na de laatste dosis daratumumab, nivolumab of lage dosis cyclofosfamide. Mannen die sexueel actief zijn met vrouwen in de vruchtbare leeftijd die geen adequate anticonceptie wille gebruiken tijdens de studie en tot 1 jaar na laatste dosis daratumumab, nivolumab of lage dosis cyclofosfamide.
23. perifere neuropathie >= graad 2
24. voorgeschiedenis met allergie voor (componenten van) onderzoeksmedicatie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-000169-60-NL |
CCMO | NL60544.029.17 |