1) Voor het primaire klinische eindpunt, namelijk falen van de doellaesie (TLF) (gedefinieerd als hartdood, hartinfarct gerelateerd aan doelbloedvat of revascularisatie van doellaesie door ischemie (TLR)) binnen de 12 maanden is BioNIR niet…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Kransslagaderaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Falen van doellaesie (Target Lesion Failure of TLF) na 12 maanden, gedefinieerd
als hartdood, hartinfarct gerelateerd aan doelbloedvat of revascularisatie van
de doellaesie ten gevolge van ischemie.
Secundaire uitkomstmaten
Klinische secundaire eindpunten die worden beoordeeld na 30 dagen, na 6 maanden
en na 1, 2, 3, 4 en 5 jaar, met de vermelde uitzonderingen:
* Device, laesie en procedureel succes bij baseline procedure
* Falen van doellaesie (Target Lesion Failure of TLF) na 30 dagen, 6 maanden en
2, 3, 4 en 5 jaar, gedefinieerd als hartdood, aan doelbloedvat gerelateerd
hartinfarct of revascularisatie van doellasie (Target Lesion Revascularization
of TLR) door ischemie.
* Aanzienlijke cardiale bijwerkingen (MACE; totaal percentage van hartdood,
hartinfarct of revascularisatie van doellaesie (TLR) ten gevolge van ischemie)
* Falen van doelbloedvat (TVF, het totale percentage van overlijden, aan
doelbloedvat gerelateerd hartinfarct of revascularisatie van doelbloedvat ten
gevolge van ischemie (Target Vessel Revascularization of TVR))
* Mortaliteit, ongeacht de oorzaak
* Hartdood
* Hartinfarct
* Aan doelbloedvat gerelateerd hartinfarct
* Revascularisatie van doellaesie ten gevolge van ischemie (TLR)
* Revascularisatie van doelbloedvat ten gevolge van ischemie (TVR)
* Stenttrombose (bevestigd en waarschijnlijk volgens ARC-criteria)
Secundair eindpunt van angiografisch subonderzoek te evalueren na 13 maanden:
* Angiografische in-stent en in-segment laat verlies
Secundair eindpunt van IVUS-subonderzoek te evalueren na 13 maanden:
* In-stent percentage neointimale hyperplasie
* Stentmalappositie
Achtergrond van het onderzoek
Percutane coronaire interventie (PCI) is een onderdeel van de standaard
behandeling voor coronair stenosen en heeft aangetoond ischemie en angina
pectoris te verlichten in stabiele coronaire ziekte alsmede verbeterde
resultaten te geven bij acute coronaire syndromen vooral bij patiënten met een
myocardinfarct met een ST elevatie (STEMI). Stents, oorspronkelijk ontwikkeld
in de jaren *80, hebben bijna volledig ballonangioplastiek vervangen, met als
voordeel een groter procedureel succes met een verminderd risico op abrupte
afsluiting alsmede een verlaagde kans op restenose. Bare metal stents waren
echter nog steeds beperkt door een kans van tot 30 % op restenose vanwege
neointimale proliferatie . De komst van medcijnafgevende stents (drug eluting
stents ofwel DES), welke anti-proliferatieve medicijnen afgeven in de gestente
regio hebben de kans op restenose opvallend verlaagd, waardoor de kans op
herhaalde revascularisatie wordt verminderd. Bezorgdheid ontstond echter
betreffende late en zeer late stent trombose bij gebruik van DES. Stent
trombose wordt in verband gebracht met vertraagde en onvolledige
endothelialisatie en stent mal-appositie alsmede een breuk in de gaasstructuur.
Bijkomende problemen met DES zijn, onder andere, een lokale ontstekingsreactie,
allergische reacties op de stentcomponenten en verslechtering van de
endotheelfunctie.
Verschillende medicijnafgevende stents hebben aangetoond een verschillende kans
te geven op angiografisch late loss evenals een verschillende kans op klinische
events zoals falen van doellaesie (Target Lesion Failure ofwel TLF) en
stenttrombose. Het gebruik van verschillend stentontwerp, polymere
eigenschappen en toegepaste anti-proliferatieve medicatie kan van invloed zijn
op deze belangrijke klinische eindpunten. De algehele lage kans op events heeft
grootschalige klinische studies om nieuwe stents te evalueren, nodig gemaakt.
Registratie studies hebben ook een beperking door strikte inclusie criteria die
hebben geleid tot uitsluiting van veel patiënten en type laesies die doorgaans
worden behandeld in de klinische praktijk met inbegrip van complexe laesies en
patiënten met acuut coronair syndromen.
De BioNIR is een nieuw medicijnafgevende stent met een gesloten cel ontwerp en
een verbeterd afgifte systeem en kan daardoor een beter resultaat geven in
vergelijking met andere medicijnafgevende stents. De studie heeft als doel de
veiligheid en effectiviteit van de BioNIR vast te stellen in vergelijking met
een tweede generatie medicijnafgevende stent, de Zotarolimus-eluting Resolute
stent (Medtronic).
Het doel van deze studie is derhalve de BioNIR te evalueren in vergelijking met
de Resolute in een klinisch diverse populatie representatief voor het
hedendaagse stent gebruik, De studie zal een diverse populatie includeren
waaronder patiënten met ACS (instabiele angina, NSTEMI en STEMI ) alsmede
complexe laesies. De inclusie van patiënten met AMI in het bijzonder STEMI is
gerechtvaardigd aangezien de meeste PCIs uitgevoerd worden bij patiënten met
ACS met STEMI, tot wel 30 % van de ACS gevallen. Om de mogelijkheid voor
verstoring (confounding) te verminderen, zullen patiënten met STEMI worden
geïncludeerd 24 uur na presentatie in het eerste behandelende ziekenhuis.
Gewoonlijk hebben dergelijke patiënten al een primaire PCI ondergaan van de
culprit laesie. De kans op stent trombose is veelal verhoogd bij een primaire
PCI binnen de eerste 24 uur. Daarom is verstoring (confounding)
onwaarschijnlijk en bovendien zullen patiënten gestratificeerd worden in de
studie door ACS versus niet-ACS.
Doel van het onderzoek
1) Voor het primaire klinische eindpunt, namelijk falen van de doellaesie (TLF)
(gedefinieerd als hartdood, hartinfarct gerelateerd aan doelbloedvat of
revascularisatie van doellaesie door ischemie (TLR)) binnen de 12 maanden is
BioNIR niet inferieur in vergelijking met Resolute.
2) BioNIR is niet inferieur in vergelijking met Resolute voor het secundaire
eindpunt, namelijk angiografische in-stent laat verlies na 13 maanden.
3) BioNIR is kostenefficiënter dan Resolute
Onderzoeksopzet
De BIONICS studie is een prospectief, multicenter, enkelblind, tweearmig,
gerandomiseerd, klinisch onderzoek waarin 2 medicijn afgevende stents
vergeleken worden, namelijk het onderzoeks device zonder CE markering: de
BioNIR Ridaforolimus Eluting Coronair Stent Systeem en de vergelijkende stent
met een CE markering: de Resolute Zotarolimus Eluting Coronair Stent Systeem
Er is een klinische follow-up 30 dagen, 6 maanden en 1, 2, 3, 4 en 5 jaar na
inclusie.
De BIONICS studie zal worden uitgevoerd in de Verenigde Staten, Canada en een
aantal Europese landen (België, Duitsland, Italië, Nederland, Polen en Spanje)
en in Israël. Aanvragen voor goedkeuring van de studie zijn begonnen in Israël
en Canada en het is de verwachting dat de aanvragen in alle andere landen
ingediend zijn per December 2013.
De studie zal 1906 patiënten includeren die 1 : 1 gerandomiseerd zullen worden
in elke studie arm (953 per studiearm). In Noord-Amerika zal aan 200 patiënten
goedkeuring worden gevraagd voor een angiografische follow-up na 13 maanden;
aan 100 van deze patiënten zal goedkeuring gevraagd worden voor een IVUS
(intravasculaire echo) bij aanvang van het onderzoek en na 13 maanden.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Alle patiënten krijgen tijdens de PCI een BioNIR stent of een Resolute stent geïmplanteerd . De stent zal geïmplanteerd blijven gedurende de follow-up periode, totaal 5 jaar.
Inschatting van belasting en risico
Verwachte klinische voordelen
Het potentiële voordeel van de studiestent is de effectiviteit van remming van
neointima vorming bij het verbeteren van de endotheel dekking. De studie stent
heeft het potentieel om de kans op restenose te verminderen, zonder een
verhoogde kans op late en zeer late stent trombose, in vergelijking met andere
commercieel verkrijgbare DES .
Verwachte nadelige effecten van het medisch hulpmiddel
Naar verwachting zullen de ongewenste bijwerkingen van de BioNIR stent niet
verschillen van de verwachte bijwerkingen. Dit is gebaseerd op jaren van
klinische ervaring met implantaties van snel afgevende DES stents.
Restrisico's in verband met het medische hulpmiddel
De te voorziene bijwerkingen die kunnen voortvloeien uit stent interventies
zijn te vinden in paragraaf 14.6 van het protocol alsmede paragraaf 5.3 in de
IB.
Risico's verbonden aan deelname aan het onderzoek
Er is wereldwijd uitgebreide klinische en commerciële ervaring met
hartkatheterisatie en interventie procedures en verwacht wordt dat de
chirurgische en procedurele risico's niet aanzienlijk zullen verschillen in
deze klinische studie. Voor de subgroep van patiënten die deelnemen aan de
angiografische en/ of IVUS evaluatie na 13 maanden van de procedure, zijn de
risico*s van niet-klinisch geïndiceerd diagnostische angiografie zijn hetzelfde
of minder dan in geval van klinisch geïndiceerd angiografie. N.B. deze subgroep
van patiënten is niet relevant met betrekking tot Europese deelnemende centra.
Publiek
Bldg. #7, Entrance A .
Kiryat Atidim .
IL
Wetenschappelijk
Bldg. #7, Entrance A .
Kiryat Atidim .
IL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1.De patiënt moet 18 jaar of ouder zijn.
2.Patiënten met indicatie voor PCI, zoals angina (stabiel of onstabiel), symptoomloze ischemie (geen symptomen, maar een visueel vastgestelde diametervernauwing van de doellaesie van *70%, een positieve niet-invasieve stresstest of FFR *0,80), NSTEMI of recent STEMI. Voor STEMI moeten > 24 uur verstreken zijn na presentatie in het eerste behandelende ziekenhuis, ongeacht of dat een transferlocatie is of de onderzoekslocatie, voordat de patiënt wordt gerandomiseerd, en moeten de enzymgehaltes (CK-MB of troponine) erop wijzen dat één van de enzymgehaltes of beide gehaltes verhoogd zijn geweest.
3.PCI buiten het doelbloedvat is toegestaan vóór de randomisatie, al naargelang de tussentijd en de omstandigheden:
a.Tijdens baseline procedure:
i.PCI buiten doelbloedvat uitgevoerd tijdens baseline procedure zelf, onmiddellijk vóór randomisatie, indien geslaagd en zonder complicaties, m.a.w. visueel vastgestelde stenose van restdiameter van <50%, TIMI Grade 3-stroom, geen dissectie * NHLBI type C, geen perforatie, geen aanhoudende wijzigingen in het ST-segment, geen aanhoudende pijn op de borst, geen ernstige bloeding volgens de TIMI-schaal of bloeding van het type 3 op de BARC-schaal.
b.Minder dan 24 uur voor de baseline procedure:
i.Niet toegestaan (zie uitsluitingscriterium 2).
c.24 uur tot 30 dagen voor de baseline procedure:
i.PCI buiten doelbloedvat 24 uur tot 30 dagen voor de randomisatie indien geslaagd en zonder complicaties, zoals hierboven wordt gedefinieerd.
ii.In gevallen waarin PCI buiten de doellaesie werd uitgevoerd 24-72 uur vóór de baseline procedure, moeten minstens 2 sets cardiale biomarkers worden gemeten, minstens 6 en 12 uur na de PCI buiten het doelbloedvat.
iii.Als de cardiale biomarkers aanvankelijk hoger zijn dan de normale bovengrens van het plaatselijke laboratorium, moeten verdere metingen aantonen dat de biomarkers dalen.
d.Meer dan 30 dagen voor de baseline procedure:
e.PCI buiten de doelbloedvaten, meer dan 30 dagen vóór de procedure uitgevoerd, ongeacht of ze geslaagd en zonder complicaties zijn.
4.De patiënt of de wettelijke voogd is bereid en in staat om schriftelijke geïnformeerde toestemming te geven en de follow-upbezoeken en de testen te volgen.;Angiografische inclusie criteria (visuele evaluatie):
5.De doellaesies moeten zich in een natieve kransslagader of een bypassader met een visueel geschatte diameter van *2,5 mm tot *4,25 mm bevinden.
6.Complexe laesies zijn toegestaan, inclusief verkalkte laesies (voorbereiding van het laesie door krassen/snijden en rotatie-atherectomie is toegestaan), aanwezigheid van trombus, CTO, bifurcatielaesies (behalve zoals vermeld in uitsluitingscriterium 30), ostiale laesies in RCA, tortueuze laesies, restenoselaesies van gewone metalen stents, laesies in beschermde linkerkransslagader en graftlaesies in de vena saphena.
7.Elkaar overlappende stents zijn toegestaan.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. STEMI binnen de 24 uur vóór de eerste presentatie in het eerste behandelende ziekenhuis, ongeacht of dat een transferlocatie of de onderzoekslocatie is, of waarbij de enzymgehaltes (CK-MB of troponine) niet gepiekt hebben.
2. PCI binnen de 24 uur vóór de baseline procedure.
3. PCI aan niet-doellaesie in het doelbloedvat binnen de 12 maanden vóór de baseline procedure.
4. Voorgeschiedenis van stenttrombose.
5. Cardiogene shock (gedefinieerd als aanhoudende hypotensie (bovendruk <90 mm/Hg gedurende meer dan 30 minuten) of de patiënt is afhankelijk van bloeddrukverhogende middelen of hemodynamische ondersteuning, zoals IABP.
6. Patiënten die geïntubeerd zijn.
7. LVEF <30%.
8. Relatieve of absolute contra-indicatie voor dubbele plaatjesremmende therapie gedurende 12 maanden (zoals geplande chirurgische ingrepen die niet kunnen worden uitgesteld of patiënten die in aanmerking komen voor chronische behandeling met orale antistollingsmiddelen).
9. Creatinineklaring <30 ml/min, berekend volgens de formule van Cockcroft-Gault (<40 ml/min voor patiënten die deelnemen aan het subonderzoek voor angiografische follow-up).
10. Hemoglobine <10 g/dl.
11. Aantal bloedplaatjes <100.000 cellen/mm3 of > 700.000 cellen/mm3.
12. Aantal witte bloedcellen <3.000 cellen/mm3.
13. Klinisch significante leveraandoening.
14. Actieve maagzweer of actieve bloeding, ongeacht de plaats van de bloeding.
15. Bloeding waarvoor een actieve medische of chirurgische ingreep vereist was in de voorgaande 8 weken, ongeacht de plaats van de bloeding.
16. Wanneer toegang via het dijbeen gepland is: significant perifeer arterieel vaatlijden waardoor veilige inbreng van een 6F katheter uitgesloten is.
17. Voorgeschiedenis van hemorragische diathese of coagulopathie of patiënt weigert bloedtransfusies.
18. Cerebrovasculair accident of voorbijgaande ischemische aanval in de afgelopen 6 maanden of enig permanent neurologisch defect toegeschreven aan CVA.
19. Bekende allergie voor de bestanddelen van de onderzoeksstent, d.w.z. van BioNIR of Resolute, bv. kobalt, nikkel, chroom, molybdeen, Carbosil®, PBMA, Biolinx-polymeer of limus-geneesmiddelen (ridaforolimus, zotarolimus, tacrolimus, sirolimus, everolimus of vergelijkbare geneesmiddelen of andere analoge, afgeleide of soortgelijke stoffen).
20. Bekende allergie voor bijkomende geneesmiddelen die volgens het protocol verplicht zijn, zoals aspirine of dubbele plaatjesremmende therapie (clopidogrel, prasugrel, ticagrelor) of heparine en bivalirudine of jodiumhoudende contraststof, die niet op gepaste wijze kan worden behandeld met geneesmiddelen.
21. Comorbiditeit die ertoe kan leiden dat het protocol niet wordt nageleefd (bv. dementie, drugsmisbruik enz.) of een levensverwachting van <24 maanden (bv. kanker, ernstig hartfalen, ernstige longziekte).
22. De patiënt neemt deel of is van plan deel te nemen aan een ander onderzoek met experimentele geneesmiddelen of instrumenten, dat zijn primair eindpunt nog niet heeft bereikt.
23. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven (vrouwen van vruchtbare leeftijd moeten een negatieve zwangerschapstest afleggen binnen één week voor de behandeling).
24. Vrouwen die van plan zijn om zwanger te worden binnen de 12 maanden na de baseline procedure (seksueel actieve vrouwen van vruchtbare leeftijd moeten erin toestemmen om een betrouwbare anticonceptiemethode te gebruiken vanaf de screening tot 12 maanden na de baseline procedure).
25. Patiënten die een orgaantransplantatie ondergingen of op een wachtlijst staan voor orgaantransplantatie.
26. Patiënten die chemotherapie kregen binnen de 30 dagen voor de baseline procedure of zullen krijgen of op enig moment na de baseline procedure.
27. Patiënten die een orale of intraveneuze immunosuppressieve behandeling ondergaan of een levensbedreigende immonosuppressieve of auto-immuunziekte hebben (bv. HIV). Corticosteroïden zijn toegestaan.;Angiografische exclusie criteria (visuele evaluatie):
28. Geplande stents voor een lengte van meer dan 100 mm in de volledige coronaire tak.
29. Laesies in onbeschermde linkerkransslagader *30% of geplande ingreep in linkerkransslagader.
30. Ostiale laesies in de ramus interventricularis anterior of ramus circumflexus (stents in een aangetast segment binnen de 5 mm van de onbeschermde linkerkranslagader).
31. Bifurcatielaesies met geplande dubbele stentimplantatie.
32. Stents in laesies veroorzaakt door restenose van DES.
33. Een ander laesie in of buiten een doelbloedvat (inclusief alle zijvaten) dat PCI vereist of hoogstwaarschijnlijk PCI zal vereisen binnen de 12 maanden na de baseline procedure.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT01995487 |
CCMO | NL46831.101.13 |