De primaire doelstelling van dit onderzoek is het vaststellen van de veiligheid en effectiviteit van het WATCHMAN TM-apparaat voor sluiting van het linkerhartoor (Left Atrial Appendage Closure, LAAC), inclusief het post-implantatie medicatieregime…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartritmestoornissen
- Embolieën en trombose
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het optreden van een van de volgende voorvallen tussen de tijd van het
implanteren en binnen 7 dagen na de ingreep of het ontslag uit het ziekenhuis,
welk van beide het laatst is: overlijden door elke oorzaak, ischemische
beroerte, systemische embolie of apparaat- of ingreepgerelateerde voorvallen
waarvoor open-hartchirurgie nodig is of ingrijpende endovasculaire interventie
zoals het herstel van een pseudo-aneurysma, herstel van een arterioveneuze (AV)
fistel of ander ingrijpend endovasculair herstel. Percutane katheterdrainage
van pericardiale effusies, percutaan terughalen van een geëmboliseerd apparaat,
trombine-injectie voor de behandeling van femoraal pseudoaneurysma en
niet-chirurgische behandelingen van toegangsplaatscomplicaties zijn uitgesloten
van dit eindpunt.
Secundaire uitkomstmaten
1. De tijd tot het voor het eerst optreden van beroerte (waaronder ischemische
en/of hemorrhagische), cardiovasculair overlijden (cardiovasculaire en/of
onverklaarde oorzaak) en systemische embolie.
2. De tijd tot het voor het eerst optreden van ernstige bloeding (gedefinieerd
als een BARC type 3- of 5-voorval).
3. De tijd tot het voor het eerst optreden van niet-ingreepgerelateerde,
ernstige bloeding (gedefinieerd als een BARC type 3- of 5-voorval).
4. Niet-invaliderend vs. invaliderend en fatale-beroerteanalyse zoals
gedefinieerd met gebruikmaking van VARC-2.
5. De tijd tot het optreden van cardiovasculair overlijden (cardiovasculaire
en/of onverklaarde oorzaak).
6. De tijd tot het optreden van overlijden door elke oorzaak.
7. De tijd tot het voor het eerst optreden van beroerte door elke oorzaak
(ischemisch en/of hemorrhagisch).
8. De tijd tot het voor het eerst optreden van hemorrhagische beroerte.
9. Geslaagde ingreep, gedefinieerd als een voltooide WATCHMAN-implantatie
zonder primair veiligheidseindpunt en zonder apparaatembolisatie.
10. Percentages effectieve (gedefinieerd als jetgrootte van <= 5 mm) en
volledige (gedefinieerd als geen flow rond het apparaat) LAA-sluiting na 3 en
12 maanden na implantatie.
Achtergrond van het onderzoek
Atriale fibrillatie (AF) is een van de meest voorkomende abnormale
ritmestoornissen en beïnvloedt ongeveer 5,5 miljoen mensen wereldwijd,
waaronder 10% van de mensen ouder dan 75 jaar.
Het meest slopende gevolg van AF is trombusvorming van stagnerende bloedstroom
die leiden tot embolie en beroerte.
Als zodanig wordt de mate van ischemische beroerte toegeschreven aan
niet-valvulaire AF geschat op gemiddeld 5% per jaar, dat is 2-7 meer dan die
van mensen zonder AF.
Behandeling met warfarine therapie voor de preventie van thrombo emboli uit de
linker hartoor is goed gedocumenteerd.
Warfarine therapie gericht op een Internationale Genormaliseerde Ratio (INR)
tussen 2,0-3,0 werd beschouwd als de gouden standaard behandeling voor
patiënten met niet-valvulaire AF voor de preventie van een beroerte.
Terwijl warfarine therapie de optimale behandeling voor vele jaren bleef, zijn
er tal van problemen met dit medicijn; zoals de regelmatige behoefte aan
controle en dosis-aanpassingen, voeding en metabolisme interacties, en de
zorgen om therapietrouw.
Daarnaast is de mogelijkheid van frequente en fatale bloedingen een grote mate
van zorg voor patiënten en zorgverleners, en vaak blijkt dat dit medicijn niet
goed wordt verdragen.
Op dit moment beschikbare alternatieven voor warfarine zijn de directe orale
anticoagulantia (DOACs), waaronder Dabigatran, Rivaroxaban, Apixaban en
EDOXABAN.
In tegenstelling tot warfarine, DOACs kunnen worden toegediend zonder de
noodzaak van toezicht, ze hebben minder voedsel en drug interacties, en zij
zorgen voor een verbeterde werkzaamheid / veiligheid .
Dabigatran in een dosis van 150 mg, tweemaal daags, is superieur aan warfarine
in de preventie van een beroerte en systemische trombo-embolie, het heeft een
gunstig veiligheidsprofiel met aanzienlijk minder intracraniale bloedingen en
vergelijkbare extra-craniële bloedingen en wordt geassocieerd met minder
cardiovasculaire mortaliteit.
Rivaroxaban bij een dagelijkse dosis van 20 mg is niet inferieur aan warfarine
in het voorkomen van een beroerte of systemische embolie
Het risico van een grote bloeding is niet significant verschillend voor
rivaroxaban versus warfarine; echter intracraniële en fatale bloedingen komen
minder frequent voor met rivaroxaban.
In vergelijking met warfarine, is apixaban bij een dosis van 5 mg tweemaal
daags, ook superieur in de preventie van een CVA en systemische trombo-embolie,
veroorzaakt minder bloedingen, en is geassocieerd met een lagere mortaliteit.
Aangetoond is dat EDOXABAN non-inferieur is aan warfarine met betrekking tot
het voorkomen van een beroerte of systemische embolie, en wordt geassocieerd
met significant lagere aantallen van bloedingen en dood door cardiovasculaire
oorzaken.
Hoewel deze geneesmiddelen en warfarine, effectief en veilig zijn in hun
beoogde patiënt
populaties, zijn er patiënten die, gebaseerd op de bepaling van risico*s, die
blootstelling aan systemische anticoagulatie niet kunnen verdragen , zelfs niet
gedurende een korte periode .
Omdat het risico op een beroerte stijgt met de leeftijd en er zorgen blijven om
de tolerantie met deze beschikbare medicamenteuze behandeling, blijft de
noodzaak van een permanente bescherming tegen trombo-embolie bij AF-patiënten
onvervuld.
De sponsor heeft de WATCHMAN® Linker Atrium Aanhangsel Sluiting (LAAC) Device
ontwikkeld, een permanent implanteerbaar hulpmiddel om het linker atrium
aanhangsel af te sluiten, de plaats waar de meeste trombi ontstaan bij AF
patiënten.
Dit device heeft aangetoond een alternatief te zijn voor warfarine therapie in
niet-valvulaire AF patiënten die trombo-embolische bescherming nodig hebben.
De WATCHMAN LAAC Device is voornamelijk bestudeerd met de post implantaat
medicinaal
regime bestaande uit: 45-dagen van warfarine, gevolgd door dubbele antiplatelet
therapie (DAPT) , tot 6 maanden na de implantatie, gevolgd door onbepaalde
enkele antiplatelet therapie van aspirine.
Verschillende studies zijn uitgevoerd om te kijken naar alternatieve
post-implantatie medicatie, die warfarine uitsluiten, waaronder 6-maanden DAPT
gevolgd door allleen aspirine en 6-weken DAPT gevolgd door alleen aspirine.
De ASAP haalbaarheid studie en de EWOLUTION en WASP registraties hebben gebruik
gemaakt van de WATCHMAN device met post procedure DAPT.
Overige LAAC devices hebben gebruik gemaakt DAPT, post-procedure, bestaande uit
clopidogrel gedurende 1 tot 6 maanden en aspirine 100 mg gedurende 5 maanden.
Vroeg verkregen gegevens suggereren dat een verkorte DAPT aanvaardbaar is voor
patienten die geen orale anticoagulants kunnen nemen.
De huidige studie is bedoeld om gegevens te verzamelen voor de WATCHMAN LAA
sluiting device, in patiënten met niet-valvulaire AF die geen orale
anticoagulantia kunnen nemen , zelfs voor een korte periode.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstelling van dit onderzoek is het vaststellen van de veiligheid
en effectiviteit van het WATCHMAN TM-apparaat voor sluiting van het
linkerhartoor (Left Atrial Appendage Closure, LAAC), inclusief het
post-implantatie medicatieregime voor proefpersonen met niet-valvulair
atriumfibrilleren, die geacht worden niet in aanmerking te komen voor
anticoagulatiebehandeling ter vermindering van het risico op beroerte. Het
apparaat is bestemd voor het verminderen van het risico op trombo-embolische
ischemische beroerte en systemische embolie.
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is a prospectief, gerandomiseerd, multi-center, wereldwijd
onderzoek ter bepaling van de veiligheid en effectiviteit van het
WATCHMAN-apparaat voor proefpersonen met niet-valvulair atriumfibrilleren die
geacht worden niet geschikt te zijn voor anti-coagulatie behandeling ter
vermindering van het risico op beroerte.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Er mogen geen gelijktijdige ingrepen worden uitgevoerd ten tijde van de WATCHMAN-implantatie. Hiertoe behoren onder meer hartablatieingrepen, transcutane klepingrepen, cardioversies, coronaire stent, pacemaker of ICD-generatorvervanging enz.
Inschatting van belasting en risico
Extra risico*s in verband met de implantatie van het WATCHMAN TM hulpmiddel;
• verkeerde plaatsing van het hulpmiddel
• het losraken van het hulpmiddel in uw hart als het niet goed past, wat zou
kunnen leiden tot een procedure of een grote operatie om het hulpmiddel te
verwijderen
• hulpmiddel kan niet op de juiste plek worden geplaatst of worden verwijderd
als dat nodig is
• extreme bloeding
• infectie door het hulpmiddel
• allergische reactie op de implantatiematerialen
• bloedstolsels op het hulpmiddel
• breuk van het hulpmiddel
• littekenvorming of verstopte aders
• hulpmiddel sluit LAA niet goed genoeg af
• hulpmiddel kan niet worden geïmplanteerd
Publiek
Lambroekstraat (Green Square) 5D
Diegem 1831
BE
Wetenschappelijk
Lambroekstraat (Green Square) 5D
Diegem 1831
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De proefpersoon is meerderjarig en mag daarom deelnemen aan het onderzoek in overeenstemming met de wetten in zijn respectievelijke land.
2. De proefpersoon heeft gedocumenteerd paroxysmaal, persisterend, permanent of langdurig/langbestaand persisterend niet-valvulair atriumfibrilleren (de proefpersoon is niet gediagnosticeerd met reumatische mitralisklephartziekte).
3. De proefpersoon heeft een berekende CHA2DS2-VASc-score van 2 of hoger.
4. De proefpersoon wordt door twee onderzoeksartsen geacht ongeschikt te zijn voor orale anticoagulatie.
5. De proefpersoon wordt door een onderzoeksarts geacht geschikt te zijn voor het gedefinieerde farmacologisch protocolregime van behandeling met aspirine en clopidogrel* na implantatie van het WATCHMAN-sluitingsimplantaat.
6. De proefpersoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger is in staat schriftelijke geïnformeerde toestemming te geven voor deelname aan het onderzoek.
7. De proefpersoon is in staat en bereid terug te komen voor vereiste opvolgingsbezoeken en onderzoeken.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. De proefpersoon is niet in staat of bereid terug te komen voor vereiste opvolgingsbezoeken en -onderzoeken.
2. De proefpersoon heeft of zal binnenkort een invasieve cardiale ingreep ondergaan binnen 30 dagen voorafgaand aan randomisatie (zoals cardioversie, ablatie).
3. De proefpersoon zal binnenkort een cardiale of niet-cardiale, invasieve of chirurgische ingreep ondergaan die noodzakelijk zou maken dat met het door het protocol vereiste medicatieregime moet worden gestopt of dat dit zou moeten worden gewijzigd, binnen 90 dagen na implantatie van het WATCHMAN-sluitingsimplantaat (zoals cardioversie, ablatie, staaroperatie).
4. De proefpersoon heeft eerder een beroerte gehad (door enige oorzaak) of een TIA binnen de 30 dagen voorafgaand aan randomisatie.;5. De proefpersoon heeft een eerdere BARC type 3- of 4-bloedingsvoorval gehad binnen de 14 dagen voorafgaand aan randomisatie. Gebrek aan herstel van gerelateerde klinische sequelae of geplande of lopende interventies voor het oplossen van bloeding/bloedingsbron is een verdere exclusie, ongeacht wanneer het bloedingsvoorval heeft plaatsgevonden.
6. De proefpersoon heeft een voorgeschiedenis van atriumseptumherstel of heeft een ASD/PFO-apparaat.
7. De proefpersoon heeft een geïmplanteerde mechanische klepprothese in ongeacht welke positie.
8. De proefpersoon leidt aan congestief hartfalen volgens New York Heart Association Class IV.
9. De proefpersoon heeft LVEF < 30%.
10. De proefpersoon is in de vruchtbare leeftijd en is zwanger of van plan om zwanger te worden gedurende het onderzoek (methode van beoordeling naar keuze van de onderzoeksarts).
11. De proefpersoon is momenteel ingeschreven in een ander onderzoek of register, wat een directe verstoring zou betekenen van het huidige onderzoek, behalve wanneer de proefpersoon deelneemt aan een verplicht overheidsregister of een zuiver observationeel register zonder bijbehorende behandelingen. Elk geval moet onder de aandacht worden gebracht van de sponsor om te bepalen of de proefpersoon in aanmerking komt.
12. De proefpersoon heeft een levensverwachting van minder dan twee jaar.
13. De proefpersoon heeft een bekende of vermoede hypercoagulabele status.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL61037.100.17 |