1. Het optimaliseren van de methoden voor isolatie en karakterisering van BOECs en iPSC-ECs.2. Het verder onderzoeken met behulp van BOECs, iPSC-ECs en iPSC-MKs van de biologie van VWF, de pathofysiologie van de verschillende subtypen van VWD en de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stollingsstoornissen en bloedingsdiathesen (excl. trombocytopenische)
- Bloed- en lymfestelselaandoeningen, congenitaal
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Aangezien deze studie een basaal wetenschappelijk, experimenteel in vitro,
niet-therapeutisch onderzoek betreft zijn er geen formele
effectiviteitsparameters.
De studie heeft wel de volgende uitkomsten: geoptimaliseerde procedure voor het
isoleren en karakteriseren van BOECs, iPSC-ECs en iPSC-MKs; de identificatie
van nieuwe pathofysiologische mechanismen bij VWD; het vaststellen van de
uitvoerbaarheid/haalbaarheid van het onderdrukken van de expressie van
dominant-negatieve, mutante VWF allelen door middel van RNA-interferentie of
CRISPR/Cas9-modificatie in BOECs en iPSC-ECs.
Secundaire uitkomstmaten
Niet van toepassing
Achtergrond van het onderzoek
Von Willebrand factor (VWF) speelt een essentiële rol in de primaire hemostase.
VWF wordt gesynthetiseerd in endotheelcellen en in megakaryocyten en wordt
opgeslagen in respectievelijk Weibel-Palade bodies en *-granulen. Kwalitatieve
en kwantitatieve defecten van VWF leiden tot de meest voorkomende, erfelijke
bloedingsneiging, de ziekte van von Willebrand (VWD). Patiënten met type 1 en 2
VWD zijn meestal heterozygoot voor missense mutaties in het VWF gen. Die
missense mutaties oefenen een dominant-negatief effect uit van het mutante
allel op het wild type allel, resulterend in additionele kwantitatieve en
kwalitatieve defecten van VWF. De huidige therapie van VWD is gebaseerd op het
stimuleren van de uitscheiding van endogeen gesynthetiseerd VWF of infusie van
exogeen VWF concentraat. De factor concentraten hebben echter een korte
halfwaardetijd, zijn zeer kostbaar en zullen het negatieve effect van het nog
steeds circulerende mutante VWF niet corrigeren. Een nieuwe therapeutische
strategie zou kunnen zijn, het onderdrukken van de expressie van het mutante
VWF allel met behulp van RNA-interferentie of CRISPR/Cas9-modificatie om op die
manier de synthese van het mutante VWF te verminderen en als gevolg daarvan een
toename van de synthese van het normale VWF te bevorderen. Voor het ontwikkelen
van deze nieuwe therapeutische strategieën is een goed begrip van de
pathofysiologie van VWF mutaties noodzakelijk. Het meest optimale model voor
het bestuderen van VWF biologie en RNA-interferentie therapie zijn de
zogenaamde 'blood outgrowth endothelial cells' (BOECs). Een alternatieve
benadering om patient specifieke VWF producerende cellen te verkijgen is het
reprogrammeren van perifeer bloed mononucleaire cellen (PBMCs) naar
pluripotente stamcellen (iPSCs) die vervolgens kunnen differentieren naar
endotheelcellen (iPSC-ECs) en megakaryocyten (iPSC-MKs).
Doel van het onderzoek
1. Het optimaliseren van de methoden voor isolatie en karakterisering van BOECs
en iPSC-ECs.
2. Het verder onderzoeken met behulp van BOECs, iPSC-ECs en iPSC-MKs van de
biologie van VWF, de pathofysiologie van de verschillende subtypen van VWD en
de rol van VWF als signaleringseiwit in bijvoorbeeld angiogenese.
3. Het ontwikkelen in vitro van een therapeutische strategie voor VWD door
middel van het onderdrukken van de expressie van dominant-negatieve, mutante
VWF allelen, gebruikmakend van RNA-interferentie of CRISPR/Cas9-modificatie in
BOECs en iPSC-ECs.
Onderzoeksopzet
Het betreft een multicenter, niet-therapeutisch, basaal wetenschappelijk,
experimenteel in vitro onderzoek.
Inschatting van belasting en risico
De belasting voor de deelnemers is minimaal, aangezien het onderzoek zich
beperkt tot een eenmalig bezoek aan het ziekenhuis van 30 minuten voor een kort
interview betreffende de medische voorgeschiedenis en medicatie en een
venapunctie met een totale afname van maximaal 70 mL bloed.
Deelnemers kunnen verzocht worden om deel te nemen aan een tweede of derde
bloedafname. De bloedafname bij herhaalde afname is maximaal 50 mL bloed. Voor
herhaalde bloedafname wordt opnieuw informed consent gevraagd.
Het risico van een venapunctie is verwaarloosbaar. Goed afdrukken van de
punctieplaats voorkomt het ontstaan van een eventuele blauwe plek.
De patiënten hebben zelf geen direct voordeel bij dit onderzoek. Hun
bloedmonsters worden alleen gebruikt in een fundamenteel onderzoeksproject.
De studie richt zich specifiek op de pathofysiologie van VWD en mogelijke,
nieuwe, therapeutische benaderingen van VWD. Dat onderzoek kan alleen in deze
specifieke onderzoekspopulatie worden uitgevoerd.
Publiek
Albinusdreef 2
Leiden 2333ZA
NL
Wetenschappelijk
Albinusdreef 2
Leiden 2333ZA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patienten met de ziekte van von Willebrand (elk subtype), leeftijd 18 jaar of
ouder.
Familieleden van patienten met de ziekte van von Willebrand (mogen zelf wel of
niet aangedaan zijn), leeftijd 18 jaar of ouder.
Gezonde controle (niet bekend met de ziekte van von Willebrand of andere
stoornis van de bloedstolling), leeftijd 18 jaar of ouder.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Leeftijd jonger dan 18 jaar
Niet in staat om het LUMC of ErasmusMC te bezoeken
Niet in staat om informed consent te geven
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL54591.058.15 |