Primaire doelstellingen:- Aantonen dat CT-P10 gelijk is aan Rituxan voor wat betreft farmacokinetiek zoals bepaald aan de hand van het gebied onder de serumconcentratie-tijdcurve bij steady state (AUCtau) en de maximale serumconcentratie bij steady…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Non-Hodgkin B-cel lymfomen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire PK Eindpunten
* AUCtau
* CmaxSS
Primaire werkzaamheidseindpunt:
* Het totale responspercentage (CR + CRu + PR) gedurende de
Hoofdonderzoeksperiode, volgens de IWG-criteria uit 1999.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire PK Eindpunten:
* Cmax bij iedere dosis
* Ctrough bij iedere dosis
* Cav
* Vd
* CL
* T1/2
* Tmax
* MRT
* PTF
* *z
Secundaire werkzaamheidseindpunten::
* Het totale responspercentage (CR + PR) gedurende de Hoofdonderzoeksperiode,
volgens de IWG-criteria uit 2007 voor patiënten die PET-CT ondergingen.
* Progressie-vrije overleving
* Tijd tot progressie
* Tijd tot mislukken van behandeling
* Duur repsonse
* Ziektevrije overleving
* Overall overleving
Aanvullende werkzaamheidsparameters:
farmokinetiek, farmodynamic en algemene veiligheid
Achtergrond van het onderzoek
CT-P10 wordt ontwikkeld als biosimilar van Rituxan (rituximab). Op dit moment
behelst de aanbevolen behandeling voor gevorderd folliculair lymfoom (FL) het
gebruik van rituximab in combinatie met chemotherapie gevolgd door
onderhoudstherapie met rituximab. Dit onderzoek omvat een
onderhoudstherapieregime met rituximab bij patiënten met FL stadium III IV. Het
voorgestelde doseringsregime komt overeen met de goedgekeurde etikettering voor
Rituxan. Onderhoudstherapie met Rituximab heeft verbeterde progressievrije
overleving laten zien bij patiënten met FL in klinische fase 3-onderzoeken. Het
algehele veiligheidsprofiel van CT-P10 (rituximab) weerspiegelt naar
verwachting dat van Rituxan. De meest geobserveerde ongewenste
geneesmiddelreacties bij patiënten die Rituxan ontvingen, waren
infusiegerelateerde reacties die bij de meeste patiënten gedurende de eerste
infusie optraden. De voorgestelde veiligheidsbewaking wordt voldoende geacht om
mogelijke risico's van CT-P10-toediening in de gaten te houden. Dit onderzoek
is opgezet om equivalentie in farmacokinetiek en non-inferioriteit qua
werkzaamheid van CT P10 aan Rituxan aan te tonen als coprimaire eindpunten bij
gelijktijdige toediening van CVP bij patiënten met gevorderde FL.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstellingen:
- Aantonen dat CT-P10 gelijk is aan Rituxan voor wat betreft farmacokinetiek
zoals bepaald aan de hand van het gebied onder de serumconcentratie-tijdcurve
bij steady state (AUCtau) en de maximale serumconcentratie bij steady state
(CmaxSS) in Cyclus 4.
Secundaire doelstellingen:
- Andere farmacokinetische (PK) parameters van CT-P10 evalueren in vergelijking
met Rituxan zoals bepaald aan de hand van maximale serumconcentratie (Cmax),
dalserumconcentratie (Cdal), gemiddelde concentratie (Cav), tijd tot maximale
serumconcentratie (Tmax), volume van distributie (Vd), totale klaring (CL),
terminale eliminatiehalfwaardetijd (T1/2), gemiddelde verblijfstijd (MRT), piek
tot dal fluctuatieverhouding (PTF) en terminale eliminatiesnelheidconstante
(*z).
- Aantonen van totale responspercentage (CR + PR) over 8 cycli
(Hoofdonderzoeksperiode) volgens de IWG-criteria uit 2007.
- Evalueren van aanvullende werkzaamheidsparameters (progressievrije
overleving, tijd tot progressie, tijd tot behandelfalen, responsduur,
ziektevrije overleving en algehele overleving) volgens de IWG-criteria uit 1999
en de IWG-criteria uit 2007 voor patiënten die
positronemissietomografie-computertomografie (PET CT) ondergingen.
- Evalueren van farmacodynamiek (B-lymfocyten [B-cel]-kinetiek, inclusief
depletie en herstel), algehele veiligheid en biomarkers van CT-P10 in
vergelijking met Rituxan.
Onderzoeksopzet
Gerandomiseerd, actief-gecontroleerd, dubbelblind fase 1/3-onderzoek met
parallelle groepen naar de equivalentie van de farmacokinetiek en de
non-inferioriteit van de werkzaamheid van CTP10 in vergelijking met Rituxan,
waarbij elk middel in combinatie met cyclofosfamide, vincristine en prednison
(CVP) wordt toegediend bij patiënten met gevorderd folliculair lymfoom.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patienten krijgen CT-P10 of Rituxan toegediend (375 mg/m2 IV) gelijktijdig toegediend met CVP: cyclofosfamide (750 mg/m2 IV), vincristine (1,4 mg/m2 [tot maximaal 2 mg] IV) en prednison (40 mg/m2 oraal) van elke behandelcyclus
Inschatting van belasting en risico
1x medische achtergrond
24-27x lichamelijk onderzoek
23x vitale functies
7x ECG
1x biopt voor pathologie (optioneel)
1x beenmerg biopt (of 3 als arts daar reden voor ziet)
20x urine onderzoek
23x zwangerschapstest (3x bloed, 20x urine)
7x X-ray
8-11x CT Scan
23x TBC symptomen
Max 8 cycli toediening studiemedicatie tijdens hoofdonderzoeksperiode
Max 12 cycli toediening studiemedicatie tijdens onderhoudsperiode
Max 8 cycli chemo tijdens hoofdonderzoeksperiode
24-27x bloedafname, in totaal 421 ml per patiënt plus 168 ml voor PK (alleen
eerste 120 patienten)
De meest voorkomende bijwerkingen en ongemakken die voor CT-P10/Rituxan zijn
gemeld, zijn infusiegerelateerde reacties, infecties en aandoeningen zoals
angina pectoris, hartfalen, myocardinfarct, depressie, angstgevoelens,
duizeligheid, diarree, buikpijn. Daarnaast kunnen de patienten ongemak ervaren
door de gelijktijdig toegediende chemotherapie (CVP) en door
onderzoeksprocedures.
Publiek
Academy-ro 23
Incheon 22014
KR
Wetenschappelijk
Academy-ro 23
Incheon 22014
KR
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De patiënt is een man of een vrouw 18 jaar of ouder.
2. De patiënt heeft histologisch bevestigde FL volgens de classificatie van de Wereldgezondheidsorganisatie uit 2008; graad 1 tot 3a gebaseerd op lokale laboratoriumanalyse.
3. De patiënt heeft ten minste 1 meetbare tumormassa die niet eerder bestraald is, en de massa moet de volgende omvang hebben:
- Nodale lesie >15mm in de langste dimensie; of
- Nodale lesie >10mm tot *15mm in de langste dimensie en >10mm in de kortste dimensie; of
- Extra nodale lesie met zowel langste als kortste dimensie *10mm.
4. Patiënt heeft bevestigde CD20+ lymfoom, bepaald door lokaal laboratorium beoordeling
5. De patiënt heeft een ziekte in Ann Arbor stadium III of IV.
6. De patiënt heeft een Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG)-performancestatus van 0 tot 2
7. Voor zowel mannelijke als vrouwelijke patiënten en hun partners die kinderen kunnen krijgen, stemt de patiënt in met totale onthouding of het gebruik van een van de volgende medisch aanvaardbare anticonceptiemethoden tijdens het verloop van het onderzoek en gedurende 12 maanden na staking van de onderzoeksbehandeling (behalve vrouwen die geen kinderen kunnen krijgen en mannen die gesteriliseerd zijn):
* Barrière-anticonceptiemiddelen (mannencondoom, vrouwencondoom of pessarium met zaaddodende gel)
* Hormonale anticonceptiemiddelen (implantaten, injectiemiddelen, een combinatie van orale anticonceptiemiddelen, transdermale pleisters of anticonceptieringen)
* Spiraaltjes
Mannelijke of vrouwelijke patiënten en hun partners die minder dan 6 maanden voorafgaand aan opname in het onderzoek operatief gesteriliseerd zijn, moeten instemmen met gebruik van 1 medisch aanvaardbare anticonceptiemethode of totale onthouding.
Vrouwen in de menopauze moeten hun laatste menstruatie meer dan 12 maanden voor opname in het onderzoek hebben gehad (d.w.z. wanneer het ICF wordt ondertekend) om geclassificeerd te worden als vrouw die geen kinderen kan krijgen.
8. Voor zowel vrouwen vóór de menopauze als vrouwen minder dan of precies 12 maanden na het begin van de menopauze: de patiënt dient tijdens de Screeningsperiode een negatieve serumzwangerschapstest te hebben
9. De patiënt heeft voldoende beenmerg-, lever- en nierfunctiereserve wat blijkt uit:
* Hemoglobinegehalte van *8 g/dl
* Absoluut aantal neutrofielen *1500/mm3
* Aantal bloedplaatjes *75 000/mm3
* Totaal bilirubinegehalte van *2,0 mg/dl
* Aspartaataminotransferase- en alanine-aminotransferaseconcentratie van *3 maal de bovenlimiet van normaal (ULN) voor het referentielaboratorium (*5 × ULN voor het referentielaboratorium met bekende leveraantasting door lymfoom)
* Een serumcreatinineconcentratie van *1,5 × ULN voor het referentielaboratorium of een met behulp van de Cockcroft-Gault-vergelijking berekende creatinineklaring van *50 ml/min
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. De patiënt heeft rituximab (of een rituximab voorgesteld biosimilar product), cyclofosfamide of vincristine ontvangen.
2. De patiënt heeft allergieën of overgevoeligheid voor murine, chimerische, humane of gehumaniseerde eiwitten, cyclofosfamide, vincristine of prednison.
3. De patiënt heeft bewijs van histologische transformatie naar hooggradig of diffuus grote B cellymfoom.
4. De patiënt heeft bekend lymfoom van het centrale zenuwstelsel.
5. Eerdere behandeling inclusief chemotherapie, radiotherapie, immunotherapie en/of chirurgie (uitzonderlijk eerder biopsie). Echter, patiënten die radiotherapie als onderdeel van palliatieve therapie hebben ondergaan mogen deelnemen aan de studie indien de laatste fractie radiotherapie ondergaan is ten minste 4 weken voor dag 1 van cyclus 1 en de patiënt moet hersteld zijn van alle radiotherapie gerelateerde toxiciteit voor de randomisatie.
- Alle doses corticoidentherapie voor de behandeling van NHL.
- Corticoidentherapie gedurende de 4 weken voor Dag 1 van Cyclus 1, met prednison >20mg per dag voor welk doel dan ook
6. De patiënt heeft een huidige diagnose van actieve tuberculose gedefinieerd aan de hand van röntgenfoto van de borstkas, CT, of geschikte beeldvorming) of andere ernstige infecties, zoals sepsis, abcessen of opportunistische infecties.
7. De patiënt heeft een bekende infectie met humaan immunodeficiëntievirus, hepatitis B of hepatitis C. (Dragers van hepatitis B mogen niet aan het onderzoek deelnemen.)
8. De patiënt heeft hartfalen klasse III of IV volgens de New York Heart Association, een ernstige hartaandoening die niet onder controle is (instabiele angina, klinisch significante electrocardiogram abnormaliteiten) of myocardinfarct binnen de periode van 6 maanden voordat het ICF wordt ondertekend.
9. De patiënt heeft een andere maligniteit dan NHL, behalve adequaat behandeld plaveisel- of basale celcarcinoom van de huid of cervixcarcinoom in situ, binnen de 5 jaar voor dag 1 van cyclus 1.
10. De patiënt heeft een huidige of recente (binnen 30 dagen voor dag 1 van cyclus 1) behandeling met een ander experimenteel geneesmiddel of hulpmiddel.
11. De patiënt heeft diabetes mellitus die niet onder controle is, ook na insulinebehandeling.
12. De patiënt is zwanger of geeft borstvoeding. Patiënten die van plan zijn zwanger te worden of borstvoeding te geven voor, tijdens of binnen 12 maanden na de laatste infusie met onderzoeksbehandeling mogen niet aan het onderzoek deelnemen.
13. De patiënt neemt een levend, levend-verzwakt of niet-levend vaccin binnen 4 weken voor Dag 1 van Cyclus 1 van de onderzoeksbehandeling.
14. Er zijn aanwijzingen dat de patiënt een andere gelijktijdige ziekte of medische of psychologische aandoening heeft, een metabolische disfunctie, lichamelijke onderzoeksbevinding of klinische laboratoriumbevinding die een redelijk vermoeden oplevert van een ziekte of aandoening die het gebruik van een onderzoeksgeneesmiddel contra-indiceert of waardoor de patiënt een hoog risico loopt van behandelcomplicaties.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2013-004493-96-NL |
CCMO | NL47361.101.14 |