- het verhogen van het aantal aantal patienten met niet ernstige GVHZ binnen 180 dagen na allo-SCT - het verminderen van de 'progression rate '- het verbeteren van de progressie vrije overleving- het evalueren van het effect op kwaliteit…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hematologische aandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Aantal patienten met niet-ernstige GvHZ (acute GVHZ graad I, graad II zonder
betrokkenheid v.d. darm, of chronische GVHZ waarvoor geen systemische
behandeling nodig is) binnen 180 dagen na randomisatie / registratie.
Secundaire uitkomstmaten
- tijd tot acute GVHZ graad I, II, III, IV
- cumulative incidentie van progressie
- progressie vrije overleving (gedefinieerd als tijd vanaf randomizatie 1 tot
progressie of overlijden)
- cumulatieve incidentie van non-relapse mortaliteit
- overall survival
- tijd tot chronisch GVHZ limited and extensive
- ongewenste voorvallen
- Kwalitiet van leven (van gerandomiseerde patienten) gedefinieerd met de EORTC
QLQ-C30 en de FACT-BMT definities
Achtergrond van het onderzoek
Een allogene hematopoietische stamceltransplantatie (SCT) wordt beschouwd als
een belangrijke consolidatie behandeling voor patiënten met een acute leukemie
in eerste of volgende remissie. Het immuun-therapeutische effect, bekend als
het graft-versus-leukemie effect, geeft een belangrijke reductie van de kans op
een recidief. Ook bij patiënten met een maligne lymfoom of een multipel
myeloom wordt een graft-versus-tumor effect gezien. Dit immuun-therapeutische
effect heeft een sterke associatie met het optreden van een acute en/of
chronische graft-versus-host ziekte (GVHZ). Echter, bij patiënten met een
ernstige acute GVHZ graad III-IV of een uitgebreide chronische GVHZ is het
mortaliteitsrisico sterk verhoogd, waardoor een ernstige GVHZ de meest
gevreesde complicatie van een allogene SCT is. Momenteel worden verschillende
immuun-suppressieve regimes gebruikt ter preventie van GVHZ. De optimale
samenstelling en duur van deze behandeling is echter niet bekend. Daarom worden
in de huidige studie 3 regimes met elkaar vergeleken, namelijk als standaard
regime een langdurende periode van gebruik van afweeronderdrukkende medicijnen
(ciclosporine en mycofenolzuur) en als experimentele regimes een kortdurende
periode van afweeronderdrukkende medicijnen (ciclosporine en mycofenolzuur) of
een kortdurend regime bestaande uit de toediening van cyclofosfamide
post-transplantatie en ciclosporine. Het doel van deze studie is optimaal
gebruik te maken van het immuun-therapeutische effect door het aantal patiënten
met milde GVHZ te laten toenemen, zonder een toename te bewerkstelligen van het
percentage patiënten met een ernstige GVHZ.
Doel van het onderzoek
- het verhogen van het aantal aantal patienten met niet ernstige GVHZ binnen
180 dagen na allo-SCT
- het verminderen van de 'progression rate '
- het verbeteren van de progressie vrije overleving
- het evalueren van het effect op kwaliteit van leven
met een in tijdsduur beperkte behandeling of een korte kuur met GVHZ profylaxe
na transplantatie bestaande uit hoge dosis cyclofosfamide in vergelijking met
een verlengde behandeling.
Additioneel
- het ontwikkelen van een voorspellende score, d.m.v. van klinische- en
laboratorium parameters (genoom- (SNP) en eiwit- (proteomic) analyse) voor het
identficeren van patienten met een hoog risico op het ontwikkelen van enrstige
GvHZ, als ook voo rhet indentificeren van patienten die geen GvHZ zullen
ontwikkelen
Onderzoeksopzet
een fase III gerandomiseerde studie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Preventie van GvHD 3 behandelingen zullen worden vergeleken: een immunosuppressieve behandeling gedurende een kortere periode (28 dagen Myfortic en 84 dagen Cyclosporine A), een verlengde behandeling (84 dagen Myfortic en 180 dagen Cyclosporine A) en een korte kuur met GVHZ profylaxe na transplantatie bestaande uit hoge dosis cyclofosfamide.
Inschatting van belasting en risico
De extra belasting omvat
- 1 maal een extra bloedafname (tijdens een reguliere bloedafname) van 48 ml
- invullen van 5 Qol vragenlijsten.
Gezien de zeer uitgebreide follow up en controle die standaard plaats vindt na
een allogene transplantatie is de extra belasting beperkt.
Op theoretische gronden zou er meer ernstige GVHZ kunnen optreden bij een in
tijdsduur beperkt immuunsuppressief regime. Echter gezien de eerdere ervaring
is de verwachting dat dit gebeurt gering. Gezien het feit dat een in tijdsduur
beperkt immuunsuppressief regime een vermindering van de recidief kans kan
bewerkstelligen, wordt dit onderzoek gerechtvaardigd geacht.
Wat betreft arm 3 is het belangrijkste risico een mogelijke toename van
slijmvliestoxiciteit en een langere opnameduur. Echter, indien bij arm 1 of 2
van een myeloablatieve conditionering gebruik gemaakt wordt, zal de
slijmvliestoxiciteit bij deze armen erger zijn dan bij arm 3.
Gezien de ervaring wereldwijd met arm 3 zijn er geen specifieke andere risico*s
te verwachten.
In vergelijking met arm 1 en 2 is de kans op ernstige GVHZ en fatale infecties
kleiner.
Of uiteindelijk de effectiviteit van de transplantatie beter is in termen van
de relapse incidentie, is een van de onderzoeksvragen.
Publiek
HOVON Centraal Bureau, VUmc, De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Wetenschappelijk
HOVON Centraal Bureau, VUmc, De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
-Leeftijd 18 tot en met 70
-AML, MDS, ALL, MM, CML, CLL, NHL, HL, of een myeloproliferative ziekte (MPD)
-Geplande allogene stam cel transplantatie
-Familie of onverwante donor met een 8/8 HLA match (HLA A, B, C, DRB1)
-WHO performance status 0-2
-Schriftelijk Informed Consent
-Negatieve zwangerschapstest (indien van toepassing)
-Patienten die bereid zijn adequate contraceptie tijdens Myfortic behandeling
te gebruiken(alle pre-menopausale vrouwen)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Slechte nierfunctie (serum creatinine > 150 mmol/L of klaring < 50 ml/min)
- Patienten met actieve, ongecontrolleerde infecties
- Navelstreng bloed transplantatie
- Patienten die ATG voor de transplantatie hebben gehad als onderdeel van de
conditionering.
- Patienten met MM, CLL, NHL, HL en progressieve ziekte.
- Patienten met AML, ALL, CML en > 5% blasten in het beenmerg
- Patients met AML, ALL, CML en EMD
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2008-003540-11-NL |
CCMO | NL27061.078.09 |