Terugval na een intensief revalidatieprogramma is een probleem, de ontwikkelde additionele interventie probeert dit te voorkomen of te verminderen. De interventie is innovatief en er zijn in de literatuur geen alternatieven bekend. In samenspraak…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
chronische musculo-skeletale pijn
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primair uitkomstmaten zijn:
1) De mate van terugval, terugval wordt hierbij gedefinieerd als het niet in
staat zijn van de patiënt om de gemaakte winst op gebied van dagelijks
functioneren tijdens revalidatie vast te houden. Als uitkomstmaat wordt de Pain
Disability Index en de Pain Self Efficacy Questionnaire (Van der Maas. 2012)
gebruikt uit Nederlandse Dataset Pijnrevalidatie
Secundaire uitkomstmaten
Als mediatoren worden gezien Fear avoidance beliefs ( FABQ), Self efficacy(
PSEQ), illness perceptie (IPQ-k) en psychologische flexibiliteit (PIPS),
middels mediatie analyse wordt bekeken in hoeverre deze determinanten invloed
hebben op de uitkomst (PDI)
Daarnaast worden de kosten die gemaakt zijn in het jaar na de revalidatie in
kaart gebracht middels een kostendagboekje.
Achtergrond van het onderzoek
Chronische pijn is gedefinieerd als pijn die langer bestaat dan drie maanden,
of langer duurt dan de verwachte tijd voor herstel na beschadiging of ziekte.
In vergelijking met andere chronische aandoeningen komt chronische pijn vaak
voor. Chronische pijn is een groot, complex en duur probleem. Chronische pijn
heeft een forse impact op kwaliteit van leven, dagelijks functioneren, stemming
en ziekteverzuim. Eén op de 5 volwassen Nederlanders (2,25 miljoen
Nederlanders) ervaart chronische pijn (Regieraad Kwaliteit van Zorg, 2011). Bij
lage rugklachten bijvoorbeeld komen recidiverende klachten zeer vaak voor en
ontwikkelen zich regelmatig tot een chronisch probleem (Hartvigsen J 2018).
Chronische pijn kost Europa miljarden euro*s: bijna ¤300 miljard of ongeveer
1,5-3% van het BBP. Er bestaat momenteel geen behandeling die chronische pijn
volledig oplost. De beste behandeling van chronische pijn is op dit moment
behandeling gericht op anders omgaan met pijn (zelfmanagement). In de nieuwe
Zorgstandaard Chronische Pijn (2016) wordt pijn gedefinieerd als een
multifactorieel probleem waarbij de samenwerking tussen eerste en tweede lijn
nadrukkelijk wordt bepleit (Stepped Care model).
Effecten van pijnrevalidatie geven positieve uitkomsten op pijnbeleving en
fysiek en mentaal functioneren. Echter deze worden met name op de korte termijn
beschreven. Op de langere termijn blijkt 30-70% van de patiënten (Turk&Rudy
1991) terug te vallen en opnieuw zorg te zoeken voor hun pijnprobleem. Er is
opvallend weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de lange
termijneffecten van een pijnrevalidatie programma (Morley 2008). In een recent
onderzoek in Nederland naar de lange termijneffecten van 15 weken
pijnrevalidatie bleek tussen de 37% en 55% van de patiënten een klinische
verbetering te rapporteren bij ontslag welke na een jaar follow up redelijk
bleek te bestendigen. Echter een deel van de patiënten ervoer ook een terugval
(Volker et al 2017). Op dit moment wordt een onderzoek afgerond naar de lange
termijneffecten en terugval van drie Nederlandse pijnrevalidatiecentra (SOLACE
studie).
De belangrijkste doelen van pijnrevalidatie zijn anders leren omgaan met pijn
(gedragsverandering) en het bevorderen van zelfmanagement. De patiënt krijgt
tijdens de behandeling vaardigheden aangeleerd om het uiteindelijk *zelf te
kunnen*. Daarbij zijn de behandelcentra terughoudend geweest om veel nazorg aan
te bieden omdat daardoor mogelijk een averechts effect zou kunnen optreden op
de mate van zelfmanagement van een patiënt. Daarom is er tot heden vaak geen of
maar beperkte formele nazorg geregeld. Tegelijkertijd is bekend dat patiënten
regelmatig terugkomen bij revalidatiecentra met de hulpvraag voor hernieuwde
ondersteuning of hulp bij terugval. Vaak wordt dan een nieuw behandeltraject
opgestart. Uit de SOLACE studie (SIA RAAK publiek 2014-02-23P) kwam naar voren
dat patiënten behoefte hebben aan meer ondersteuning om de resultaten van hun
revalidatie te bestendigen en terugval te voorkomen.
Het SOLACE-consortium heeft twee interventies ontwikkeld, waarmee terugval
voorkomen kan worden. Beiden zijn uitgewerkt in de vorm van een werkboek dat
tijdens de behandeling gebruikt wordt en na de behandeling de toepassing van
aangeleerde vaardigheden faciliteert en ondersteunt.
* De eerste interventie, Do It Yourself (DIY), faciliteert het registreren van
alle belangrijke gebeurtenissen en inzichten die de patiënt tijdens de
revalidatie ervaart. Deze inzichten kunnen vervolgens gebruikt worden om a) te
controleren of deze in lijn zijn met het revalidatieprogramma; b) een tijdslijn
te creëren om gezamenlijk de voortgang te evalueren; en c) als naslagwerk te
gebruiken na afloop van de revalidatie.
* De tweede interventie bestaat uit een schema waarmee patiënten worden
geholpen om waarde-gerichte doelen (WD) te formuleren en deze doelen vervolgens
stap voor stap te plannen en te monitoren.
De toepasbaarheid en gebruikersvriendelijkheid van het werkboek is geëvalueerd
(feasibility). Echter de effectiviteit van deze prototypes op de lange termijn
is nog niet onderzocht. De vraag kwam duidelijk naar voren tijdens de
feasibility studie, naast de vraag naar de vorm van het werkboek, papier of
digitaal via een app.
De huidige aanvraag (Agrippa) combineert beide interventies in een te
ontwikkelen applicatie op de smartphone, en heeft betrekking op de
effectiviteit ervan.
Doel van het onderzoek
Terugval na een intensief revalidatieprogramma is een probleem, de ontwikkelde
additionele interventie probeert dit te voorkomen of te verminderen. De
interventie is innovatief en er zijn in de literatuur geen alternatieven
bekend.
In samenspraak met zorg professionals, revalidatie instellingen en
patiëntenvereniging zijn de volgende praktijkvragen gedestilleerd;
* Zijn de ontwikkelde interventies uit de SOLACE studie welke ingezet worden na
een intensieve revalidatie periode, op de lange termijn, 6 tot 12 maanden,
effectief om terugval en medisch shoppen te voorkomen of te verminderen?
* Is de ontwikkelde digitale applicatie, de Agrippa app, bruikbaar en
effectief?
Door deze twee praktijkvragen te beantwoorden beoogt het consortium bij te
dragen aan de ontwikkeling van een optimaal revalidatie traject voor chronische
pijn patiënten.
Onderzoeksopzet
Een multi center gerandomiseerde klinische trial. Waarbij een gerandomiseerd
wordt op groepsnivo.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Agrippa-app; Toepassing op de smartphone met de inhoud ontwikkelt in een eerder onderzoek (SOLACE) gebaseerd op algemene zelfregulerings-principes met als doel cruciale behandelingsinzichten over te brengen naar de persoonlijke context van de patiënt.
Inschatting van belasting en risico
De totale populatie ondergaat het normale revalidatie proces, de
interventiegroep ontvangt een applicatie voor op de smartphone, hieraan zijn
geen risico*s verbonden. Het voordeel van het app gebruik is dat patiënten zelf
een terugval kunnen couperen door de opgestelde doelen en waardes makkelijk te
kunnen terughalen via tekst, beeld en of geluid zodat ze ook de positieve
ervaringen binnen de reguliere revalidatie en later na de revalidatie kunnen
terughalen (zelf-management).
De belasting is afhankelijk van het gebruik, kan dagelijks even kijken zijn tot
een veel lagere frequentie.
Publiek
Heidelberglaan 7
Utrecht 3584CS
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 7
Utrecht 3584CS
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Chronische pijnpatienten die in aanmerking komen voor een intensief revalidatie
programma in de tweede lijn. Patienten zijn geclassificeerd als WPN 3 of 4 (
Werkgroep Pijnrevalidatie Nederland); dat wil zeggen sociale en psychische
factoren zijn complex tot zeer complex en spelen een belangrijke onderhoudende
rol.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Chronische pijn patienten niet geclassificeerd als WPN 3 of 4. Patienten met
specifieke pijnklachten zoals Rheuma, carcinoom, CVA etc.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL69066.041.19 |