Het onderzoek bestaat uit 2 groepen, Groep 1 en Groep 2. In Groep 1 zal worden onderzocht wat het effect is van itraconazol op hoe snel en in hoeverre APX001 in het lichaam wordt opgenomen en uitgescheiden. In Groep 2 zal worden onderzocht wat het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
Fungal infections
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Cohort 1
De effecten van meerdere doseringen van een CYP3A4-remmer, itraconazol (drank),
op de PK van APX001 en APX001A, na IV-toediening van 500 mg APX001 (als een
infusie van 3 uur) gedurende 1 dag, met een doseringsinterval van ongeveer 9
uur.
Cohort 2
De effecten van meerdere doseringen van een pan-CYP-inductor, orale rifampine,
op de PK van APX001 en APX001A, na IV-toediening van 1000 mg APX001 (als een
infusie van 3 uur) gedurende 1 dag, met een doseringsinterval van ongeveer 9
uur.
Secundaire uitkomstmaten
Cohort 1
Veiligheid en verdraagbaarheid van een IV-dosis (500 mg als een bid infusie van
3 uur gedurende 1 dag, met een doseringsinterval van ongeveer 9 uur) van enkel
APX001 en bij gelijktijdige toediening met itraconazol (orale oplossing).
Cohort 2
Veiligheid en verdraagbaarheid van een IV-dosis (1000 mg als een bid infusie
van 3 uur gedurende 1 dag, met een doseringsinterval van ongeveer 9 uur) van
enkel APX001 en bij gelijktijdige toediening met orale rifampine.
Achtergrond van het onderzoek
APX001 is een nieuw middel dat mogelijk gebruikt kan worden bij de behandeling
van schimmelinfecties. Ongeveer 1,2 miljard mensen wereldwijd lijden aan een
schimmelziekte. De meeste zijn infecties van de huid of de slijmvliezen, die
goed reageren op therapie. Echter, sommige schimmelziektes zijn moeilijk te
diagnosticeren en te behandelen. De behoefte aan verbeterde behandeling blijft
daarom groot. APX001 is een pro-drug van APX001A wat betekent dat APX001 snel
in het lichaam wordt omgezet tot de werkzame stof APX001A. APX001A kan zich
binden aan een enzym genaamd GWT1, dat wordt geproduceerd door schimmels. Door
binding aan het enzym GWT1 wordt de celwand van de schimmel aangetast, waardoor
de schimmel minder goed groeit.
Rifampicine is een antibioticum en wordt vaak gebruikt om interacties tussen
geneesmiddelen te onderzoeken omdat het belangrijke metabole routes beïnvloedt.
Doel van het onderzoek
Het onderzoek bestaat uit 2 groepen, Groep 1 en Groep 2. In Groep 1 zal worden
onderzocht wat het effect is van itraconazol op hoe snel en in hoeverre APX001
in het lichaam wordt opgenomen en uitgescheiden. In Groep 2 zal worden
onderzocht wat het effect is van rifampicine op de farmacokinetiek van APX001.
Ook zal worden onderzocht hoe veilig het nieuwe middel APX001 is en hoe goed
het wordt verdragen als het alleen of samen met itraconazol of rifampicine
wordt toegediend.
Onderzoeksopzet
Cohort 1
Het onderzoek bestaat uit 2 periodes waarin de vrijwilliger in het
onderzoekscentrum zal verblijven. De eerste periode duurt 5 dagen (4 nachten)
en de tweede periode duurt 15 dagen (14 nachten). Tussen de periodes zal de
vrijwilliger moeten terugkomen naar het onderzoekscentrum voor 7 korte bezoeken.
Cohort 2
Het onderzoek bestaat uit 2 periodes waarin de vrijwilliger in het
onderzoekscentrum zal verblijven. De eerste periode duurt 5 dagen (4 nachten)
en de tweede periode duurt 12 dagen (11 nachten). Tussen de periodes zal de
vrijwilliger moeten terugkomen naar het onderzoekscentrum voor 7 korte bezoeken.
Dag 1 is de eerste dag waarop het onderzoeksmiddel wordt toegediend.
Onderzoeksproduct en/of interventie
APX001 zal worden toegediend als een intraveneus infuus. Cohort 1 Itraconazol zal worden toegediend nadat de vrijwilliger ten minste 10 uur heeft gevast. Ten minste 1 uur na toediening van itraconazol, zal de vrijwilliger een ontbijt krijgen. Wanneer APX001 en itraconazol op dezelfde dag worden toegediend (op Dag 18), zal itraconazol als eerst worden toegediend, vervolgens wordt een ontbijt gegeven, en daarna wordt de ochtenddosering van APX001 toegediend. De avonddosering van APX001 zal 9 uur na de start van de ochtenddosering worden toegediend. Binnen 1 uur voorafgaande aan de toediening van de avonddosering, krijgt de vrijwilliger avondeten. Rifampicine zal worden toegediend nadat de vrijwilliger ten minste 10 uur heeft gevast. Ten minste 1 uur na toediening van rifampicine, zal de vrijwilliger een ontbijt krijgen. Wanneer APX001 en rifampicine op dezelfde dag worden toegediend (op Dag 24), zal rifampicine als eerst worden toegediend, vervolgens wordt een ontbijt gegeven, en daarna wordt de ochtenddosering van APX001 toegediend. De avonddosering van APX001 zal 9 uur na de start van de ochtenddosering worden toegediend. Binnen 1 uur voorafgaande aan de toediening van de avonddosering, krijgt de vrijwilliger avondeten.
Inschatting van belasting en risico
APX001 is uitgebreid onderzocht in het laboratorium en bij dieren. APX001 is
bovendien in 5 afgeronde klinische onderzoeken aan mensen toegediend in de vorm
van tabletten en intraveneuze infusen. In totaal hebben 197 vrijwilligers
enkelvoudige doseringen tot 1000 mg APX001 of meervoudige doseringen tot
dagelijks 900 mg gedurende 7 dagen met oplaaddoseringen tot twee keer per dag
1500 mg gekregen. Over het algemeen was APX001 veilig en werd het goed
verdragen. In deze onderzoeken waren de meest gemelde bijwerkingen die verband
hielden met het onderzoeksmiddel: misselijkheid, hoofdpijn, braken, buikpijn,
duizeligheid (en flauwvallen), vermoeidheid, slaperigheid, en irritatie en/of
pijn op de plek waar het onderzoeksmiddel met een infuus werd toegediend. De
meerderheid van deze bijwerkingen waren mild, hoefden niet behandeld te worden,
en gingen over zonder interventie.
Het onderzoeksmiddel kan ook bijwerkingen hebben die nog onbekend zijn.
Bijwerkingen van rifampicine die zeer vaak (bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)
voorkomen, zijn: koorts en rillingen. Bijwerkingen van rifampicine die vaak
(bij minder dan 1 op de 10 gebruikers) voorkomen, zijn: een tekort aan
bloedplaatjes met of zonder bloedingen in de huid, hoofdpijn, duizeligheid,
misselijkheid, braken, en een toename van leverenzymen. Bijwerkingen van
rifampicine die soms (bij minder dan 1 op de 100 gebruikers) voorkomen, zijn:
diarree en een tekort aan witte bloedcellen met als gevolg een verhoogde
gevoeligheid voor infecties. Een bijwerking van rifampicine die zelden (bij
minder dan 1 op de 1.000 gebruikers) voorkomt, is: geelzucht (gele verkleuring
van de huid of het oogwit).
Rifampicine kan verkleuring (geel, oranje, rood, bruin) van de tanden, urine,
zweet, speeksel, traanvocht, en moedermelk veroorzaken. Dit is een onschuldig
verschijnsel. Rifampicine kan echter zachte contactlenzen en kleding blijvend
verkleuren.
Mogelijke ongemakken ten gevolge van metingen
De intraveneuze toediening van APX001 zal ongeveer 3 uur duren. Tijdens de
intraveneuze toediening mag de vrijwilliger de kamer niet verlaten, maar mag
hij wel uit bed (bijvoorbeeld om naar het toilet te gaat).
Er zal zeer regelmatig bloed afgenomen worden om het verloop van de
concentraties van APX001 en rifampicine in het bloed over de tijd te bepalen.
Bloedafnames en/of het inbrengen van een verblijfscanule kunnen pijn doen of
een bloeduitstorting geven.
Alles bij elkaar nemen we maximaal 410 milliliter bloed af. Deze hoeveelheid
geeft bij volwassenen geen problemen.
Voor het maken van een hartfilmpje worden elektroden op bepaalde locaties op de
armen, borst en benen geplaatst. Toepassing van deze elektroden kan
huidirritatie (huiduitslag en jeuk) veroorzaken.
Publiek
High Bluff Drive, Suite 160 12730
San Diego CA 92130
US
Wetenschappelijk
High Bluff Drive, Suite 160 12730
San Diego CA 92130
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Gezonde mannelijke of vrouwelijke proefpersonen, van 18 tot 60 jaar oud bij
screening.
- Vrouwen moeten postmenopauzaal of chirurgisch steriel zijn, of
- Vrouwen in de vruchtbare leeftijd, met een vruchtbare mannelijke seksuele
partner, moeten ermee instemmen om zwangerschap tijdens het onderzoek te
voorkomen en 2 anticonceptiemethoden te gebruiken (met hormonale anticonceptiva
of een spiraaltje in combinatie met ten minste 1 van de volgende vormen van
anticonceptie: een diafragma of cervixkapje, of een condoom) ten minste 2 weken
vóór het begin van de toediening van het onderzoeksgeneesmiddel (zolang op een
effectieve methode gedurende ten minste 3 cycli voorafgaand aan de dosering),
of onthouding, wat als een effectieve methode wordt beschouwd als het
gedefinieerd als een levensstijlvoorkeur (afzien van heteroseksuele
geslachtsgemeenschap) voor de duur van de onderzoeksdeelname en gedurende 3
maanden na de laatste dosering van het onderzoeksgeneesmiddel. Bij screening en
bij toelating op dag -1 moeten vrouwelijke proefpersonen niet zwanger en
niet-lacterend zijn.
- Mannelijke proefpersonen met partner (s) in de vruchtbare leeftijd moeten
ermee instemmen om geschikte barrière anticonceptie te gebruiken om te
voorkomen dat een kind wordt verwekt vanaf de eerste opname in de klinische
onderzoekscentrum tot 3 maanden na ontvangst van de laatste dosering van het
onderzoeksgeneesmiddel. Ze moeten zich onthouden van heteroseksuele
geslachtsgemeenschap of akkoord gaan met het gebruik van geschikte
barrièreanticonceptie en het gebruik van hormonale anticonceptiva of een
spiraal door de vrouwelijke partner. Mannelijke proefpersonen mogen geen sperma
doneren vanaf de eerste toelating tot de klinische onderzoekscentrum tot 3
maanden na ontvangst van de laatste dosering van het onderzoeksgeneesmiddel.
2. Body mass index (BMI): 18,0 tot 32,0 kg / m2, inclusief.
3. Gewicht: >=50 kg.
4. Screening hematologie, klinische chemie, stolling en urineonderzoek in
overeenstemming met de algemene goede gezondheid en aan de volgende criteria is
voldaan:
- Creatinine binnen normale grenzen.
- Geschatte (chronische nierziekte-epidemiologie samenwerkingsvergelijking)
creatinineklaring binnen normale grenzen.
5. In staat om de vereisten van het onderzoek te begrijpen en na te leven,
bereid om terug te keren voor alle kliniekbezoeken, inclusief de opname
perioden, en alle onderzoeksgerelateerde procedures te voltooien.
6. Bereid en in staat om schriftelijke geïnformeerde toestemming te geven.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Het hebben van een ongecontroleerde of actieve ernstige systemische ziekte,
waaronder, maar niet beperkt tot: cardiovasculaire, pulmonale,
gastro-intestinale, metabole, urogenitale, neurologische, immunologische,
psychiatrische of neoplastische aandoening met metastatisch potentieel.
2. Geschiedenis of aanwezigheid van maligniteit in het afgelopen jaar.
Patiënten die succesvol zijn behandeld zonder recidief van basaalcelcarcinoom
van de huid of carcinoom in situ van de baarmoederhals kunnen worden
ingeschreven.
3. Actieve acute of chronische infectie, inclusief, maar niet beperkt tot:
infectie van de bovenste luchtwegen, urineweginfectie of huidinfectie binnen 30
dagen voorafgaand aan deelname aan het onderzoek.
4. Significante en / of acute ziekte binnen de 5 dagen voorafgaand aan de
eerste toediening van onderzoeksgeneesmiddelen die van invloed kunnen zijn op
veiligheidsbeoordelingen naar de mening van de onderzoeker.
5. Deelname aan een geneesmiddelonderzoek binnen 60 dagen voorafgaand aan de
eerste onderzoeksmedicatie in het huidige onderzoek. Deelname aan meer dan 3
andere geneesmiddelen studies in de 10 maanden voorafgaand aan de eerste
indiening van de onderzoeksmedicatie in het huidige onderzoek.
Further criteria apply
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-003586-17-NL |
CCMO | NL71528.056.19 |