De primaire doelstelling van het onderzoek is het beoordelen van de werkzaamheid van REGN3500 monotherapie vergeleken met placebo bij volwassen patiënten met matige tot ernstige atopische dermatitis (AD).De secundaire doelstellingen van het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Epidermale en dermale aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt van het onderzoek is de procentuele verandering in
EASI-score vanaf de uitgangswaarde tot week 16.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire eindpunten zijn:
* Het percentage patiënten dat EASI-50, EASI-75 en EASI 90 (* 50%, * 75% en *
90% verbetering ten opzichte van de uitgangswaarde) bereikt in week 16
* Absolute verandering in EASI-score vanaf de uitgangswaarde tot week 16
* Percentage patiënten met zowel een algehele beoordeling door de onderzoeker
(IGA) score van 0 of 1 (op een 5-puntsschaal) en een vermindering ten opzichte
van de uitgangswaarde van * 2 punten in week 16
* Verandering (absoluut en procentueel) vanaf de uitgangswaarde tot week 16 in
wekelijks gemiddelde van dagelijkse piek volgens de numerieke
beoordelingsschaal voor pruritus (Numerical Rating Scale, NRS)
* Percentage patiënten met een verbetering (verlaging) van het wekelijks
gemiddelde van dagelijkse piek Pruritus NRS * 4 in week 16, ten opzichte van de
uitgangswaarde
* Tijd tot het begin van het effect op de jeuk tijdens de 16 weken durende
behandelingsperiode (* 4 punten vermindering van het wekelijks gemiddelde van
dagelijkse piek Pruritus NRS ten opzichte van de uitgangswaarde)
* Percentage verandering vanaf de uitgangswaarde tot week 16 in SCORing
atopische dermatitis (SCORAD)
* Verandering in percentage van het lichaamsoppervlak (body surface area, BSA)
bedekt met AD vanaf de uitgangswaarde tot week 16
Achtergrond van het onderzoek
Op basis van het werkingsmechanisme van REGN3500, de remming van IL-33, wordt
verwacht dat REGN3500
effectief is bij de behandeling van atopische dermatitis. Bovendien, aangezien
REGN3500 zich richt op sommige ontstekingspaden welke overlappen met de paden
van dupilumab, die IL-4R* remt, kan de behandeling met REGN3500 en dupilumab
additief zijn, waardoor paden geassocieerd met allergische ontsteking of
doelwitwegen verder worden onderdrukt die niet door monotherapie worden
beïnvloed.
Deze hypotheses zullen worden getest door analyse van de veranderingen ten
opzichte van baseline in doelstelling en subjectieve metingen van
huidontsteking na behandeling met REGN3500, REGN3500 plus dupilumab-combinatie
of placebo.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstelling van het onderzoek is het beoordelen van de
werkzaamheid van REGN3500 monotherapie vergeleken met placebo bij volwassen
patiënten met matige tot ernstige atopische dermatitis (AD).
De secundaire doelstellingen van het onderzoek zijn:
* Het beoordelen van de werkzaamheid van REGN3500 in combinatie met dupilumab
vergeleken met een placebobehandeling bij volwassen patiënten met matige tot
ernstige AD
* Het beoordelen van de veiligheid, verdraagbaarheid en immunogeniciteit van
subcutane (SC) doses REGN3500 monotherapie en REGN3500 in combinatie met
dupilumab bij volwassen patiënten met matige tot ernstige AD
* Het beoordelen van de farmacokinetiek (PK) van REGN3500 monotherapie en
REGN3500 in combinatie met dupilumab bij volwassen patiënten met matige tot
ernstige AD
De verkennende doelstellingen van het onderzoek zijn het beoordelen van de
effecten van REGN3500 monotherapie en REGN3500 in combinatie met dupilumab op
de huid- en bloedontstekings biomarkers, kwaliteit van leven (quality of life,
QOL) en de patiënt gerapporteerde maat voor pijn en slaapkwaliteit, vergeleken
met placebo.
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd, dubbeldummy,
parallelgroep onderzoek ter beoordeling van de werkzaamheid, veiligheid,
verdraagbaarheid, PK en immunogeniciteit van de SC-behandeling met REGN3500 bij
volwassen patiënten met matige tot ernstige AD. Patiënten die in aanmerking
komen voor deelname moeten een gedocumenteerde voorgeschiedenis hebben van
onvoldoende respons op of intolerantie voor behandelingen met topische
AD-geneesmiddelen.
Na het geven van geïnformeerde toestemming, wordt beoordeeld of patiënten in
aanmerking komen voor deelname aan het onderzoek met een screeningsbezoek
(maximaal 5 weken [d.w.z. 35 dagen] voorafgaand aan de randomisatie). Tijdens
de screeningsperiode worden AD-behandelingen uitgewassen, indien van
toepassing, volgens de geschiktheidsvereisten. Patiënten kunnen één keer
opnieuw worden gescreend als ze niet voldoen aan de criteria voor screening om
redenen die verband houden met incidentele tijdelijke aandoeningen (bijv.
geneesmiddelengebruik, concomitante ziekte, medische aandoening), tenzij de
reden voor het niet voldoen aan de criteria voor de screening gerelateerd is
aan het niet voldoen aan het inclusiecriterium voor de ernst van de aandoening.
Patiënten moeten vochtinbrengende crèmes (milde verzachters) aanbrengen, ten
minste tweemaal daags gedurende ten minste de 7 opeenvolgende dagen
onmiddellijk vóór de randomisatie (d.w.z. baseline-/randomisatiebezoek is op de
achtste dag) en gedurende het onderzoek. Maar, voor een goede beoordeling van
de droogte van de huid, moeten vochtinbrengers niet worden aangebracht op
gebied(en) van de huid met laesies of huid zonder laesies aangewezen voor
dergelijke beoordelingen, gedurende ten minste 8 uur vóór elk bezoek aan de
kliniek.
Patiënten die blijven voldoen aan de geschiktheidscriteria ondergaan de dag
1/baselinebeoordelingen en worden gerandomiseerd in een 1:1:1:1 verhouding voor
het ontvangen van een SC-behandeling om de 2 weken (Q2W) met REGN3500 300 mg,
dupilumab 300 mg, REGN3500 300 mg in combinatie met dupilumab 300 mg, of
placebo. Dupilumab monotherapie dient als kalibratorgroep voor de werkzaamheid
en biomarkers.
De randomisatie wordt gestratificeerd naar ernst van de aandoening bij het
baselinebezoek (matige [Algehele beoordeling door de onderzoeker
(Investigator*s Global Assessment, IGA=3)] vs. ernstige [IGA=4] AD). Het is de
bedoeling dat ten minste ongeveer 50% van de gerandomiseerde patiënten een
IGA-score van 4 hebben. Om ervoor te zorgen dat de inschrijving overeenkomt met
de beoogde verdeling naar ernst van de ziekte, worden waarschuwingen ingebouwd
in het interactief voice-/webresponssysteem om de registratie van patiënten met
een IGA-score < 4 te beperken.
Na de eerste dosis van het onderzoeksgeneesmiddel, SC toegediend op dag 1
(d.w.z. REGN3500/REGN3500-overeenstemmende placebo plus oplaaddosis
dupilumab/dupilumab-overeenstemmende placebo), wordt de onderzoeksbehandeling
Q2W SC toegediend tot en met week 14. De laatste onderzoeksbehandeling wordt
toegediend in week 14. Indien medisch noodzakelijk (d.w.z. om de ondraaglijke
AD-symptomen te beheersen) kunnen patiënten noodmedicatie voor AD krijgen
(bijv. systemische en topische corticosteroïden), naar het oordeel van de
onderzoeker.
Patiënten moeten 2 uur in het onderzoekscentrum blijven na toediening van het
onderzoeksgeneesmiddel. Tijdens de 16 weken durende behandelingsperiode, moeten
patiënten om de andere week een onderzoeksbezoek afleggen. Het bezoek einde van
de behandeling vindt plaats in week 16, dit is 2 weken na de laatste dosis van
het onderzoeksgeneesmiddel. Het primaire eindpunt wordt bepaald in week 16.
Follow-upbezoeken na de behandeling vinden om de 4 weken plaats, vanaf week 20
tot en met week 36.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten worden willekeurig toegewezen aan een van de vier behandelingsgroepen: > REGN3500: 2 injecties REGN3500 150 mg plus 2 injecties van dupilumab-overeenkomend met placebo op dag 1 en daarna 2 injecties van REGN3500 150 mg plus 1 injectie van een placebo die op dupilumab lijkt, elke 2 weken tot en met week 14. > Dupilumab: 2 injecties dupilumab 300 mg plus 2 injecties REGN3500-passende placebo op dag 1 en vervolgens 1 injectie dupilumab 300 mg plus 2 injecties REGN3500-passende placebo om de 2 weken tot week 14 > REGN3500 plus combinatie met Dupilumab: 2 injecties REGN3500 150 mg plus 2 injecties met dupilumab 300 mg op dag 1 en daarna 2 injecties REGN3500 150 mg plus 1 injectie dupilumab 300 mg elke 2 weken tot en met week 14 > Placebo: 2 injecties REGN3500-passende placebo plus 2 injecties dupilumab-passende placebo op dag 1 en daarna 2 injecties REGN3500-passende placebo plus 1 injectie dupilumab-passende placebo om de 2 weken tot week 14
Inschatting van belasting en risico
Over het algemeen kunnen studiedeelnemers fysiek of psychologisch ongemak
ervaren door onderzoekstests,
onderzoeksprocedures en vragenlijsten. Bovendien kunnen proefpersonen
bijwerkingen van de studiemedicatie ervaren.
De volgende extra invasieve ingrepen ondergaan de proefpersonen in het kader
van het onderzoek:
- Bloedafname: 12 keer
- Subcutane injectie: 25 keer
- Huidbiopt (optioneel): maximaal 2 keer
Daarnaast ondergaand de proefpersonenen de volgende extra non-invasieve
ingrepen in het kader van het onderzoek:
- Bezoeken aan de dokter: 15 bezoeken
- Lichamelijk onderzoek: 4 keer
- Oogonderzoek: 1 keer
- ECG: 3 keer
- Vragenlijsten: 15 keer
- Voltooien het dagboek: 36-41 weken
- Urine monsters: 10 keer
Tevens wordt getest op de aanwezigheid van HIV, tuberculose en hepatititis en
voor vrouwen wordt een zwangerschaptest uitegevoerd.
Publiek
777 Old Saw Mill River Road 1
Tarrytown NY 10591
US
Wetenschappelijk
777 Old Saw Mill River Road 1
Tarrytown NY 10591
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Een patiënt moet aan onderstaande inclusiecriteria voldoen om in aanmerking te
komen voor deelname aan het onderzoek:
1. Man of vrouw van 18 tot 75 jaar
2. Chronische AD volgens de American Academy of Dermatology Consensus Criteria
(Eichenfield, 2014), welke ten minste 3 jaar vóór het screeningsbezoek aanwezig
is geweest
3. EASI-score * 16 bij de screenings- en baselinebezoeken
4. IGA-score * 3 (op de IGA-schaal van 0 tot 4, waarbij 3 matig is en 4
ernstig) bij de screenings- en baselinebezoeken
5. AD op * 10% BSA bij de screenings- en baselinebezoeken
6. Baseline piek Pruritus NRS score voor maximale jeukintensiteit * 4
OPMERKING: Baseline piek Pruritus NRS-score voor maximale jeukintensiteit wordt
bepaald op basis van het gemiddelde van de dagelijkse NRS-scores voor maximale
jeukintensiteit (de dagelijkse score loopt van 0 tot 10) tijdens de 7 dagen
onmiddellijk voorafgaand aan de randomisatie. Een minimum van 4 dagelijkse
scores voor de 7 dagen is nodig voor het berekenen van de gemiddelde
uitgangswaarde. Voor patiënten die niet ten minste 4 dagelijkse scores tijdens
de 7 dagen onmiddellijk voorafgaand aan de geplande randomisatiedatum hebben,
moet randomisatie worden uitgesteld totdat aan deze vereiste is voldaan, maar
zonder dat de maximale duur van 35 dagen voor de screening wordt overschreden.
7. Gedocumenteerde recente voorgeschiedenis (binnen 6 maanden vóór het
screeningsbezoek) van onvoldoende respons op topische AD-geneesmiddelen of voor
wie topische behandelingen medisch gezien niet aanbevolen worden (bijv.
intolerantie, vanwege belangrijke bijwerkingen of veiligheidsrisico*s).
OPMERKING:
* Onvoldoende respons wordt gedefinieerd als het niet bereiken en behouden van
remissie of een lage ziekteactiviteitsscore (vergelijkbaar met IGA 0=afwezig
tot 2=mild) ondanks dagelijkse behandeling met topische corticosteroïden (TCS)
van gemiddeld tot hoge potentie (± topische calcineurineremmers [TCI] indien
van toepassing), toegepast gedurende ten minste 28 dagen of voor de maximale
duur aanbevolen in de voorschrijfinformatie van het product (bijv. 14 dagen
voor super-potente TCS), welke het kortst is.
* Patiënten met gedocumenteerde systemische behandeling voor AD (bijv.
systemische immuunonderdrukkende geneesmiddelen zoals cyclosporine,
methotrexaat, corticosteroïden etc.) in de afgelopen 6 maanden worden ook
beschouwd als patiënten met een ontoereikende respons op topische behandelingen
en komen mogelijk in aanmerking voor behandeling met dupilumab en REGN3500, na
een passende uitwasperiode.
* Belangrijke bijwerkingen of veiligheidsrisico*s zijn die bijwerkingen of
risico*s die zwaarder wegen dan de mogelijke voordelen van de behandeling en
omvatten intolerantie voor de behandeling, overgevoeligheidsreacties,
significante huidatrofie en systemische effecten, zoals beoordeeld door de
onderzoeker of door de behandelende arts van de patiënt.
* Acceptabele documentatie omvat actuele aantekeningen van recepten voor
topische geneesmiddelen en het behandelingsresultaat, of aantekeningen van de
onderzoeker gebaseerd op de communicatie met de behandelend arts van de
patiënt. Als de documentatie onvoldoende is, kan men potentiële patiënten een
behandelingskuur aanbieden met een dagelijkse toediening van TCS met een
gemiddelde of hoge potentie (±TCI indien van toepassing), toegepast gedurende
ten minste 28 dagen tijdens de screeningsperiode of voor de maximale duur zoals
aanbevolen door de voorschrijfinformatie van het product, welke het kortst is.
Patiënten die onvoldoende respons hebben tijdens deze periode, zoals hierboven
gedefinieerd, zullen in aanmerking komen voor inclusie in het onderzoek na een
passende uitwasperiode.
8. Hebben een stabiele dosis van een topische milde verzachter
(vochtinbrengende crème) aangebracht, ten minste tweemaal daags gedurende ten
minste de 7 opeenvolgende dagen onmiddellijk vóór de randomisatie (d.w.z.
baseline-/randomisatiebezoek is op de achtste dag; zie exclusiecriterium *7 met
betrekking tot beperkingen op het soort tijdens het onderzoek toegestane
vochtinbrengende milde verzachters).
9. Bereid en in staat om alle onderzoeksbezoeken en onderzoeksprocedures op te
volgen
10. Geïnformeerde toestemming ondertekend door de patiënt of wettelijk
aanvaarde vertegenwoordiger
11. In staat tot het invullen en begrijpen van onderzoeksgerelateerde
vragenlijsten
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Een patiënt die voldoet aan één of meer van de onderstaande criteria wordt
uitgesloten van deelname aan het onderzoek:
1. Eerdere deelname aan klinisch onderzoek met een anti-IL-33 klasse
antilichaam (inclusief maar niet beperkt tot REGN3500) of een anti-IL-4R*
klasse antilichaam (inclusief maar niet beperkt tot dupilumab); eerdere
behandeling met of huidige behandeling met dupilumab of een andere anti-IL-4R*
behandeling
2. Body mass index < 16 kg/m2
3. Behandeling met een onderzoeksgeneesmiddel binnen 8 weken of binnen 5
halfwaardetijden (indien bekend), welke van de twee het langste is, vóór het
baselinebezoek
4. Een van de volgende behandelingen hebben gehad binnen 4 weken vóór het
baselinebezoek of een aandoening die, naar het oordeel van de onderzoeker,
waarschijnlijk een dergelijke behandeling vereist tijdens de eerste 4 weken van
de onderzoeksbehandeling:
- Immunosuppressiva/immunomodulerende geneesmiddelen (bijv. systemische
corticosteroïden, cyclosporine, mycophenolate-mofetil, IFN-*, Janus kinase
remmers, azathioprine, methotrexaat etc.)
- Fototherapie voor AD
5. Behandeling met TCS, TCI of topische crisaborol binnen 1 week vóór het
baselinebezoek
6. Behandeling met biologische middelen zoals onderstaand:
- Alle celafbrekende middelen, inclusief maar niet beperkt tot rituximab:
binnen 6 maanden vóór het baselinebezoek of totdat het aantal lymfocyten weer
normaal is, welke van de twee het langste is
- Andere biologische middelen: binnen 5 halfwaardetijden (indien bekend) of 16
weken vóór het baselinebezoek, welke van de twee het langste is
7. Het starten met een behandeling voor AD met voorgeschreven vochtinbrengende
crèmes of crèmes met additieven zoals ceramide, hyaluronzuur, ureum of
filaggrine afbraakproducten tijdens de screeningsperiode (patiënten kunnen
doorgaan met een stabiele doses van dergelijke vochtinbrengende crèmes indien
hiermee gestart is vóór het screeningsbezoek)
8. Regelmatig bezoek (meer dan 2 bezoeken per week) aan een zonnestudio in de 4
weken vóór het baselinebezoek
9. Gepland of verwacht gebruik van verboden medicijnen en procedures tijdens de
onderzoeksbehandeling
10. Behandeling met een (verzwakt) vaccin binnen 12 weken vóór het
baselinebezoek
11. Actieve chronische of acute infectie waarvoor behandeling met systemische
antibiotica, antivirusmiddelen, antiparasitaire middelen, antiprotozoals of
schimmelwerende middelen binnen 2 weken vóór het baselinebezoek, of
oppervlakkige huidinfecties binnen 1 week vóór het baselinebezoek
NB: patiënten mogen opnieuw gescreend worden nadat de infectie verdwenen is
12. Bekende of vermoede voorgeschiedenis van immunosuppressie, waaronder een
voorgeschiedenis van invasieve opportunistische infecties (bijv. tuberculose
[TBC* ], histoplasmose, listeriose, coccidioidomycose, pneumocystose,
aspergillose) ondanks het verdwijnen van de infectie: of ongewoon regelmatige,
recidiverende of langdurige infecties, naar het oordeel van de onderzoeker
* Patiënten met een positief TBC QuantiFERON-testresultaat bij screening worden
uitgesloten van de studie.
13. Voorgeschiedenis van humaan immunodeficiëntievirus (HIV) infectie of
positieve HIV serologie bij de screening
14. Positief voor hepatitis B-oppervlakteantigeen (HBsAg), hepatitis
B-kernantilichaam (HBc-antilichaam) of antilichamen tegen het hepatitis C-virus
(HCV Ab) bij het screeningsbezoek
15. Bij het baselinebezoek, aanwezigheid van eventuele omstandigheden vermeld
als criteria voor stopzetting van het onderzoeksgeneesmiddel
16. Aanwezigheid van huidcomorbiditeiten die de onderzoeksbeoordelingen kunnen
beïnvloeden
17. Voorgeschiedenis van kanker, met uitzondering van:
- Patiënten met adequaat behandeld basaalcelcarcinoom of carcinoom in situ van
de cervix.
- Patiënten met andere maligniteiten die > 10 jaar voorafgaand aan de screening
met succes behandeld zijn en waar, naar het oordeel van de onderzoeker en de
behandelend arts, bij de juiste follow-up geen bewijs is gevonden van recidief
in de periode tot de screening.
18. Gediagnosticeerd actieve endoparasitaire infecties; vermoed of hoog risico
op endoparasitaire infectie, tenzij een actieve infectie is uitgesloten aan de
hand van klinische en (indien nodig) laboratorium beoordelingen vóór
randomisatie
19. Voorgeschiedenis van alcohol- of drugsmisbruik binnen 2 jaar vóór het
screeningsbezoek
20. Ernstige concomitante ziekte(n) die, naar het oordeel onderzoeker, een
negatieve invloed kunnen hebben op deelname van de patiënt aan het onderzoek.
Voorbeelden omvatten, maar zijn niet beperkt tot, patiënten met een korte
levensverwachting, patiënten met ongecontroleerde diabetes (hemoglobine A1c *
9%), patiënten met cardiovasculaire ongecontroleerde cerebrocardiovasculaire
aandoeningen (bijv. myocardiaal infarct, onstabiel arterieel hypertensie,
onstabiele angina, cerebrovasculair accident en stadium III of IV hartfalen
volgens de classificatie van de New York Heart Association), ernstige
nieraandoeningen (bijv. patiënten op dialyse), hepatobiliaire aandoeningen
(bijv. Child-Pugh-klasse B of C), neurologische aandoeningen (bijv.
demyelineringsziekten), actieve ernstige auto-immuunziekten (bijv. lupus,
inflammatoire darmziekte, reumatoïde artritis etc.), overige ernstige
endocrinologische, gastro-intestinale, metabolische, pulmonaire of lymfatische
aandoeningen.
De specifieke toelichting voor het uitsluiten van patiënten volgens dit
criterium wordt opgetekend in de onderzoeksdocumenten (aantekeningen,
casusformulieren [case report forms, CRFs] etc.)
21. Een andere medische of psychologische aandoening (waaronder relevante
afwijkende laboratoriumwaarden bij de screening) die, naar het oordeel van de
onderzoeker, kunnen wijzen op een nieuwe en/of onvoldoende begrepen ziekte, een
onredelijk risico kunnen vormen voor de patiënt als gevolg van zijn/haar
deelname aan dit klinisch onderzoek, deelname van de patiënt onbetrouwbaar
maken of de onderzoeksbeoordelingen kunnen beïnvloeden. De specifieke
toelichting voor het uitsluiten van patiënten volgens dit criterium wordt
opgetekend in de onderzoeksdocumenten (aantekeningen, CRFs etc.).
22. Geplande of verwachte zware operatie tijdens deelname van de patiënt aan
dit onderzoek
23. De patiënt is lid van het onderzoeksteam of zijn/haar directe familie is
lid van het onderzoeksteam
24. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven, of vrouwen die van plan
zijn om zwanger te worden of borstvoeding te geven tijdens het onderzoek
25. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd (women of childbearing potential, WOCBP)*
die niet bereid zijn om zeer doeltreffende anticonceptie te gebruiken vóór de
eerste dosis/begin van de eerste behandeling, tijdens het onderzoek en
gedurende ten minste 20 weken na de laatste dosis van het
onderzoeksgeneesmiddel. Zeer effectieve anticonceptie omvat:
a. stabiel gebruik van orale anticonceptie die de ovulatie remt (zoals
anticonceptiemiddelen met oestrogeen/progesteron of hoge doses progesteron),
geïnitieerd 2 of meer menstruatiecycli voorafgaand aan de screening;
b. reeds ingebracht spiraaltje (intrauterine device, IUD) of intra-uterien
hormoonafscheidend systeem (intrauterine hormone releasing system, IUS);
c. bilaterale afbinding van de eileiders;
d. partner die een vasectomie heeft ondergaan en met bevestigde steriliteit
(d.w.z. medische patiëntendossier);
e. en/of seksuele onthouding;*, *;
f. anticonceptie voor mannelijke patiënten is niet vereist.§
*Postmenopauzale vrouwen moeten gedurende ten minste 12 maanden amenorroe
hebben (zonder een alternatieve medische oorzaak) om niet als vruchtbaar te
worden beschouwd. Amenorroestatus moet worden bevestigd met een niveau van het
follikel stimulerend hormoon (FSH) dat overeenkomt met de postmenopauzalestatus
volgens het bereik van het laboratorium. Zwangerschapstests en anticonceptie
zijn niet vereist voor vrouwen met een gedocumenteerde hysterectomie of
tubaligatie.
*Seksuele onthouding wordt enkel als een zeer effectieve methode beschouwd als
deze wordt gedefinieerd als het afzien van heteroseksuele gemeenschap gedurende
de gehele risicoperiode in verband met de onderzoeksbehandelingen. De
betrouwbaarheid van seksuele onthouding moet worden geëvalueerd in relatie tot
de duur van het klinische onderzoek en de gewenste en gebruikelijke levensstijl
van de patiënt.
*Periodieke onthouding (kalender, symptothermale, post-ovulatiemethoden),
terugtrekken (coitus interruptus), alleen een zaaddodend middel en lactationale
amennorroe zijn geen aanvaardbare anticonceptiemethoden. Vrouwelijk condoom en
mannelijk condoom mogen nooit samen worden gebruikt.
§Het gebruik van anticonceptie bij behandelde mannen om blootstelling van de
vrouwelijke partner en/of foetus te voorkomen wordt als onnodig beschouwd,
gebaseerd op de bekende doelbiologie van de onderzoeksgeneesmiddelen en de
extreem lage gehaltes van het onderzoeksgeneesmiddel die naar verwachting de
foetus bereiken via het sperma.
26. Bekende overgevoeligheid voor doxycycline en/of tetracycline of voor een
van de bestanddelen van het onderzoeksmiddel
27. Patiënten die in een instelling wonen op grond van een bevel afgegeven door
de gerechtelijke of de administratieve instanties worden uitgesloten van
deelname aan dit onderzoek (zoals vereist door nationale regelgeving).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2018-001543-30-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03736967 |
CCMO | NL67735.041.19 |