De effectiviteit en haalbaarheid evalueren van zelf op HCV RNA testen in vergelijking met de huidige standaard in diagnostiek om de tijd tot diagnose van een HCV reïnfectie in MSM die eerder genezen zijn van een HCV, te verminderen. Evalueren of het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Vergelijking van de tijd tot HCV reïnfectie diagnose bij patiënten die de HCV
RNA zelftest gebruiken (=interventie) met de tijd tot HCV reïnfectie diagnose
met de standaard diagnostische aanpak (=controle) in de modified intention to
treat populatie.
Secundaire uitkomstmaten
1. Vergelijking van de tijd tot HCV reïnfectie diagnose bij patiënten die de
HCV RNA zelftest gebruiken (=interventie) met de tijd tot HCV reïnfectie
diagnose met de standaard diagnostische aanpak (=controle) in de subpopulatie
van patiënten die alle geplande zelftesten hebben ingestuurd gedurende de
follow-up (=per protocol analyse).
2. Het percentage van de HIV+MSM die werden aangeboden om deel te nemen aan de
studie, dat instemde met deelname, uiteindelijk zelf bloed afgenomen heeft en
ten minste één zelftest heeft ingestuurd in iedere 12 maanden van deelname aan
het onderzoek.
3. Algehele incidentie van HCV reïnfectie in de volledige studiepopulatie,
ongeacht de gebruikte diagnostische testen.
4. Het aantal patiënten dat niet geïncludeerd kan worden vanwege een positieve
HCV RNA test bij het screeningsbezoek.
Achtergrond van het onderzoek
Eliminatie van HCV is recent geformuleerd als een WHO doel en is vastgesteld
voor het jaar 2030. Wereldwijd heeft ongeveer 6.2% van de HIV-geïnfecteerde
patiënten ook een infectie met HCV. Binnen de groep mensen die met HIV leven,
hebben intraveneus-druggebruikers (IVDG) en mannen die seks hebben met mannen
(MSM) een bijzonder hoog risico op een HCV co-infectie. Echter, door de vroege
opstart van opioïdensubstitutie programma's en naald- en spuit
omruilprogramma's in Nederland is het aantal IVDG wat geïnfecteerd is met HIV
en HCV beperkt. Dit is helaas niet het geval bij HIV-geïnfecteerde MSM. Niet
lang geleden was de prevalentie van chronische HCV in nederlandse HIV+MSM met
4.8% zeer hoog (0.2% in de nederlandse algemene bevolking). Gelukkig is de
prevalentie snel gedaald nadat de beperkingen op het voorschrijven van
direct-acting antivirals (DAA) tegen HCV werden opgeheven in 2015. Deze daling
van de prevalentie van chronische HCV ging gepaard met een daling van de
incidentie van acute HCV infecties bij nederlandse HIV+MSM. De incidentie van
acute HCV in HIV+MSM in zorg in Nederland was 1.1% in 2014 en was in 2016 met
51% afgenomen. Na 2016 is er echter geen verdere daling in incidentie van HCV
geobserveerd. Daarnaast is, ook in het DAA tijdperk, de incidentie van HCV
reïnfecties bij HIV+MSM die genezen zijn van een eerdere HCV hoog met 5-10% per
jaar.
Dit blijvend hoge reïnfectie risico en het ontbreken van een verdere daling in
de HCV incidentie na 2016 illustreeert dat alleen beschikbaarheid van DAA
therapie voor alle patiënten met een chronische HCV, niet zal leiden tot de
eliminatie van HCV. Andere interventies zijn daarom nodig om het WHO doel van
HCV eliminatie in 2030 te behalen. Één van die interventies zou kunnen zijn om
de tijd tot diagnose van HCV reïnfectie te verminderen om zo de besmettelijke
periode van patiënten met een HCV reïnfectie te verminderen. Immers, als de
diagnose van een HCV reïnfectie eerder wordt gesteld, zal uitleg over het
transmissie risico en de snelle start van DAA therapie overdracht van HCV naar
sekspartners kunnen voorkomen en zo nieuwe HCV infecties voorkomen op
populatieniveau. Het onderzoek dat wij hier omschrijven is ontworpen om het
effect te meten van meer frequent thuis testen op HCV op de tijd tot diagnose
en behandeling van een HCV reïnfectie.
Doel van het onderzoek
De effectiviteit en haalbaarheid evalueren van zelf op HCV RNA testen in
vergelijking met de huidige standaard in diagnostiek om de tijd tot diagnose
van een HCV reïnfectie in MSM die eerder genezen zijn van een HCV, te
verminderen.
Evalueren of het daadwerkelijke gebruik van de HCV RNA zelftesten voldoende is
en het gebruik van HCV RNA zelftesten in de klinische praktijk rechtvaardigt.
Onderzoeksopzet
Prospectief gecontroleerd interventie-onderzoek. MSM genezen van een HCV
infectie die voortdurend risico hebben op een HCV reïnfectie (op basis van een
vragenlijst voor screening) krijgen HCV RNA zelftesten aangeboden. Deze test
moet iedere 6 maanden gedaan worden gedurende 2 jaar.
Inschatting van belasting en risico
De belasting geassocieerd met deelname aan de studie bestaat uit het 4 keer
afnemen van een capillair bloedmonster voor de zelftest gedurende 2 jaar en het
verzenden van het bloedmonster naar het laboratorium per post. Het versturen
per post zal kosteloos zijn voor de patient. Het afnemen van een capillair
bloedmonster is deel van de standaard diagnostische procedure bij veel ziekten
(bv. glucose controle bij diabetes) en is geassocieerd met een verwaarloosbaar
risico. De studie kan voordelig zijn voor die patiënten waarbij een HCV
reïnfectie eerder gediagnostiseerd wordt, aangezien ze dan verwezen zullen
worden voor uitleg en therapie, zodat transmissie naar sekspartners voorkomen
kan worden.
Publiek
Doctor Molewaterplein 40
Rotterdam 3015GD
NL
Wetenschappelijk
Doctor Molewaterplein 40
Rotterdam 3015GD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Genezen van HCV, gedefinieerd als een SVR (=gedocumenteerde negatieve HCV RNA
test) ten minste 12 weken na het afronden van de DAA behandeling en geen nieuwe
positieve HCV RNA test na de datum van de SVR
Of
Spontane klaring van een HCV infectie, gedefinieerd als twee
achtereenvolgende negatieve HCV RNA testen ten minste 3 maanden uit elkaar na
een positieve HCV RNA test. , - In zorg voor een HIV-infectie bij een HIV
polikliniek in Nederland of België of HIV negatief en ontvanger van PrEP bij
een PrEP polikliniek. , - In staat en bereid om een HCV RNA zelftest thuis uit
te voeren, na het zien van de instructievideo , - Bereid tot het invullen van
een online vragenlijst over risicogedrag, - Risico hebben op een HCV reïnfectie
volgens de korte vragenlijst, in andere woorden, patiënten die één van de
volgende risicofactoren hebben (Vanhommerig et al., 2015):
o Ontvangen onbeschermd (zonder condoom) anaal seksuel contact in de afgelopen
6 maanden
o Fisting of de ontvanger zijn van fisting zonder handschoenen in de afgelopen
6 maanden
o Delen van seks-speeltjes in de afgelopen 6 maanden
o Syfilis of LGV infectie in de afgelopen 12 maanden
o Slamming (intraveneus drugsgebruik) in de afgelopen 12 maanden
o Delen van snuif-rietjes of andere objecten om drugs mee te snuiven in de
afgelopen 12 maanden
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Leeftijd <18 jaar, - Patiënten waarbij > 1x/jaar getest wordt op HCV
middels een HCV RNA test als standard van zorg test(bv. bij PREP gebruik), -
Patiënten waarbij naar verwachting < 1x/jaar getest wordt op HCV middels ALAT
bij de HIV of PREP polikliniek
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL67745.078.18 |