Doel Optimaliseren van de intraveneuze toediening van medicatie bij kinderen. Primaire doelstelling Het doel is de beste manier te vinden om een infuus zo lang mogelijk te behouden en daarmee het prikken van nieuwe infusen te verminderen. Secundaire…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
alle kinderen met intermitternde IV-medicatie
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaat
Behoud van de venflon in uren vanaf moment van inbrengen tot het moment van
gepland of ongepland uitgaan van de venflon.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten
Ongepland sneuvelen van het infuus.
Oorzaak van het sneuvelen van de venflon: Flebitis, subcutaan lopen van het
infuus.
Complicaties: sepsis/infecties ten gevolge van de venflon zoals infecties
rondom insteekopening en sepsis met een positieve bloedkweek.
Achtergrond van het onderzoek
Achtergrond
Bij kinderen die tijdens een ziekenhuisopname op de kinderafdeling van Isala,
intraveneuze medicatie toegediend krijgen, wordt een continu infuus met een
lage inloopsnelheid afgesproken tussen de intraveneuze medicatiegiften door,
Met als doel het infuus *open te houden*. Gemiddeld worden in Isala per jaar
210 kinderen behandeld met intraveneuze medicatie waarvan ongeveer een kwart
neonaten zijn.
Op dit moment is een continu infuus de standaard behandeling op de
kinderafdeling. De gedachte hierbij is altijd geweest dat dit occlusie en
daarmee het sneuvelen van het infuus kan voorkomen. Onze vraag is of het
afsluiten van de infuus *naald* (een zogenaamd *slotje*) ook tot de
mogelijkheden behoort.
Een slotje heeft naar onze mening voordelen: kinderen hebben een grotere
bewegingsvrijheid. Voor pasgeborenen geldt dat de transfer in en uit
wieg/couveuse door ouders gemakkelijker gaat. Ook het buidelen van de
pasgeborenen bij ouders op schoot biedt met een slotje meer comfort dan met een
continu infuus, wat de hechting tussen ouder en kind ten goede kan komen. Voor
de oudere kinderen is de winst dat ze meer bewegingsvrijheid hebben zonder
infuuspaal .
Het is onbekend of een continu infuus leidt tot minder gesneuvelde infusen dan
het gebruik van een slotje. Eerder onderzoek naar deze vraag is bij (oudere)
kinderen en volwassen niet verricht. Bij pasgeborenen zijn slechts 2 RCT*s
gepubliceerd met wisselende resultaten: 1 RCT (N=95) (1) laat geen verschil
zien tussen een slotje en continu infuus en 1 RCT (N=39) (2) laat een verschil
zien in het behoud van het infuus ten gunste van het slotje. 2,1 dagen versus 1
dag. Beide RCT*s zijn beschreven in een review (3).
Uit bovenstaande blijkt dat er geen overtuigend bewijs is wat de beste
interventie is om een perifeer infuus, dat gebruikt wordt voor intermitterend
intraveneuze medicatie toediening, het langst te behouden met de minste
complicaties.
Doel van het onderzoek
Doel
Optimaliseren van de intraveneuze toediening van medicatie bij kinderen.
Primaire doelstelling
Het doel is de beste manier te vinden om een infuus zo lang mogelijk te
behouden en daarmee het prikken van nieuwe infusen te verminderen.
Secundaire doelstelling
Verminderen van de complicaties flebitis, subcutaan lopen van het infuus,
roodheid en sepsis.
Verminderen van de tijdbelasting voor verpleegkundige.
Besparing van kosten van de materialen.
Onderzoeksopzet
Studie opzet
Gerandomiseerde gecontroleerde studie bij kinderen opgenomen op de neonatologie
mc/hc en kinderafdeling. De patiënten worden gestratificeerd naar leeftijd:
1. pasgeborenen vanaf 32 weken zwangerschapsduur tot 4 weken post term.
2. kinderen van 4 weken post term tot 18 jaar. De reden hiervoor is dat op
verschillende leeftijden verschillende problemen kunnen voorkomen, zoals :
· Kleine bloedvaten bij neonaten die moeilijk aan te prikken zijn.
· Neonaten met een continu infuus zijn voor ouders lastig te hanteren
wat mogelijk de hechting niet ten goede komt.
· Kinderen vanaf 6 maanden beginnen met mobiliseren waarbij een
infuuslijn en infuuspaal in de weg kunnen zitten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Onderzoeksbehandeling Neonaten en kinderen die geïncludeerd worden voor de studie hebben een perifeer infuus gekregen op de SEH, operatieafdeling, dagbehandeling of krijgen een perifeer infuus op de afdeling door de verpleegkundig specialist, arts-assistent of kinderarts. Welke maat venflon wordt gebruikt is de keuze van degene die het infuus inbrengt, dit varieert van 20 tot 24 Gauche. Nadat de venflon is ingebracht, wordt dit op een gestandaardiseerde wijze (zie bijlage Isala protocol nummer 001268) gefixeerd met een spalkje, pleisters en verband. Is het kind ingedeeld in de groep met een slotje, dan wordt voor en na elke gift intraveneuze medicatie het slotje doorgespoten met 0,7- 2 ml Nacl 0,9%. Voor elke intraveneuze medicatiegift wordt de huid gecontroleerd op roodheid en zwelling. Tijdens de gift wordt het kind geobserveerd op uitingen van gevoeligheid / pijn. Is het kind gerandomiseerd in de continu infuusgroep dan krijgt het kind een continu infuus via een infuus- of spuitenpomp. (voor de hoeveelheid infuusvloeistof zie randomisatiediagram). Controle van dit continu infuus venflon vindt plaats volgens protocol Isala. Dit houdt in dat dit elke 3 uur bekeken wordt. Elk kind dat meedoet in de studie krijgt een onderzoeklijst (checklist) waarop vermeld staat: Geboortedatum, studienummer, plaats venflon, maat venflon, gewicht, opnamediagnose, geslacht, datum en tijdstip inbrengen, start tijdstip meedoen onderzoek, datum en tijdstip ontdekken dat venflon niet meer doorgankelijk is en reden uithalen van de venflon.
Inschatting van belasting en risico
Risicoafweging
Voor de deelnemende kinderen en hun ouders betreft het een onderzoek zonder
nadelen of risico*s. Het huidige beleid wordt vergeleken met een interventie
die in de literatuur neigt naar langer behoud van het perifeer infuus. Er wordt
in het kader van het onderzoek geen extra metingen of belastende onderzoeken
bij het kind verricht. Als ouders/kind geen toestemming geven, wordt een
continu infuus afgesproken (het huidige standaard beleid).
Publiek
Dr van heesweg 2
Zwolle 8025AB
NL
Wetenschappelijk
Dr van heesweg 2
Zwolle 8025AB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Opgenomen kinderen op de neonatologie mc/hc en kinderafdeling die een perifeer
infuus nodig hebben of reeds hebben voor intermitterende intraveneuze medicatie
gedurende minimaal 24 uur.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Alle kinderen opgenomen op de neonatologie mc/hc en kinderafdeling die een
perifeer infuus nodig hebben om een andere reden dan toediening van
intermitterende intraveneuze medicatie.
• Alle kinderen die een centrale lijn hebben.
• Alle kinderen die TPN en/of bloedtransfusie hebben gehad over de huidige lijn
via het perifere infuus.
• Kinderen die heropgenomen worden en al geïncludeerd zijn geweest.
psychiatrische kinderen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL70755.075.19 |