In een randomized control trial zullen de volgende hypotheses getest worden: intranasale toediening van oxytocine en vasopressine hebben effect op de neurale en gedragsmatige reacties op babysignalen en signalen van bedreiging van het kind.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
Onderzoek heeft geen betrekking op een aandoening, maar bestudeert de effecten van hormonen op het vaderschap
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De eerste primaire onderzoeksvariabele is hersenactiviteit in gebieden die
eerder gevonden zijn in relatie tot ouderschap. We zullen de effecten van
oxytocine en vasopressine op activatie in deze gebieden gedurende verwerking
van babysignalen en videofragmenten onderzoeken. Deze taken zijn ontworpen om
een beschermende respons op te roepen.
De tweede primaire onderzoeksvariabele is ouderschapsgedrag, waaronder handgrip
gedurende het luisteren naar babyhuilgeluiden, sensitiviteit, betrokkenheid, en
bescherming. We zullen de effecten van oxytocine en vasopressine op deze
ouderschapsdimensies onderzoeken.
Secundaire uitkomstmaten
We zullen het verband tussen neurale en gedragseffecten van oxytocine en
vasopressinetoediening toetsen, en onderzoeken in welke mate de effecten van
oxytocine en vasopressine gemodereerd worden door ervaringen uit vader's vroege
kindertijd.
We zullen hormoonniveaus meten om verbanden met sensitiviteit en betrokkenheid
van vaders te meten (cortisol, testosteron, oxytocine), om te controleren voor
cross-binding (oxytocine- vasopressine), en om endocriene mechanismen te
onderzoeken (testosteron * estradiol - oxytocine* testosteron - vasopressine).
Achtergrond van het onderzoek
Eerdere studies lieten zien dat oxytocine en vasopressine gerelateerd zijn aan
de interactie tussen ouder en kind (Apter-Levi, Zagoory-Sharon,& Feldman, 2014*
Atzil, Hendler, Zagoory-Sharon, Winetraub, & Feldman, 2012* Bick & Dozier,
2010* Feldman, Gordon, Schneiderman, Weisman, & Zagoory-Sharon, 2010).
Bovendien beïnvloedt toediening van oxytocine en vasopressine ouderlijk gedrag
en de neurale verwerking van babysignalen (Cohen-Bendahan, Beijers, van
Doornen, & de Weerth, 2015* Naber, van IJzendoorn, Deschamps, van Engeland, &
Bakermans-Kranenburg, 2010* Riem et al., 2011; Thijssen et al., 2018; Van *t
Veer et al., 2019).
In dit gerandomiseerd, dubbelblind placebo gecontroleerd within-subject
experiment wordt inzichten verkregen in de hormonale en gedragsmatige dynamiek
van vaderschap kort na het krijgen van het eerste kind. De focus ligt op de 50%
van ouders die in onderzoek en tot zeer recentelijk ook in gezinsbeleid veelal
genegeerd zijn: vaders. In de meeste westerse landen is de deelname van vaders
aan het ouderschap in de laatste decennia toegenomen. Hoewel de deelname van
vaders aan de opvoeding van kinderen in sommige gezinnen bescheiden is,
betekent dat niet dat de rol van de vader irrelevant is voor de ontwikkeling
van het kind (Kok et al., 2015), of dat deze rol vaststaat en niet veranderbaar
is. Een speciale focus ligt op een dimensie van het ouderschap die veel
aandacht heeft gekregen in dieronderzoek, maar die, ondanks het evolutionaire
belang, weinig is onderzocht in mensen: de rol van de ouder als beschermer.
Bescherming is een cruciaal aspect van menselijk ouderschap. Dit wordt wellicht
het best duidelijk wanneer ouderlijke bescherming afwezig is, bijvoorbeeld in
het geval van verwaarlozing of kindermishandeling.
Verondersteld wordt dat oxytocine, een hormoon dat de neuro-endocrine basis
vormt voor affiliatie in sociale groepen, een rol speelt bij de bescherming van
het nageslacht (Taylor et al., 2000). Een tweede hormoon dat een rol zou kunnen
spelen in beschermend vaderschap is vasopressine.
In onderzoek naar kwaliteit van het ouderschap is ouderlijke sensitiviteit een
belangrijk construct. Sensitiviteit refereert naar de vaardigheid om aandacht
te geven aan babysignalen en om snel en gepast te reageren (Ainsworth, Bell, &
Stayton, 1974). Onderzoek laat zien dat vaders gemiddeld wat minder sensitief
zijn naar hun baby*s en peuters dan moeders (Barnett, Deng, Mills-Koonce,
Willoughby, & Cox, 2008* Hallers-Haalboom et al., 2014* Schoppe-Sullivan et
al., 2006* Volling, McElwain, Notaro, & Herrera, 2002), hoewel het zien van
baby*s zowel voor mannen en vrouwen motiverend is om er moeite voor te doen
(Parsons et al., 2011). Net als bij moeders, is sensitiviteit van vaders
gerelateerd aan gunstige uitkomsten bij het kind (Lewis & Lamb, 2003).
Sensitief ouderschap begint bij het verwerken van babysignalen, wat beïnvloed
wordt door het oxytocine niveau (Riem et al., 2011), maar ook door het
vasopressine niveau (Thijsen et al., 2018).
Het blootleggen van ouderlijke hersenactivatiepatronen in respons op
babystimuli door middel van fMRI heeft onze kennis over de neurologische
processen die betrokken zijn bij ouderlijke sensitiviteit vergroot.
Hersengebieden waarvan verwacht wordt dat deze een belangrijke rol spelen bij
het ouderschap zijn circuits gerelateerd aan (1) attentie en beloning
(amygdala, ventraal striatum), (2) reflexief ouderschap (hypothalamus), (3)
emotieregulatie (insula, mediale prefrontale cortex, anterior cingulate
cortex), en (4) cognitieve/empatische processen (insula, inferior frontale en
orbitaal frontale gyri, temporoparietale kruising) (Swain et al., 2014;
Witteman et al., 2019). Effecten van oxytocine en vasopressine op de amygdala,
insula, mediale prefrontale cortex, en inferiore frontale gyrus zijn wel
gevonden in vrouwen (Atzil et al., 2012* Riem et al., 2011), maar nog niet in
vaders.
In de hier voorgestelde randomized control trial, zullen vaders geobserveerd
worden in interactie met hun eigen kind en met gestandaardiseerde babystimuli.
We zullen de effecten van hormoontoediening (oxytocine en vasopressine)
onderzoeken op het verwerken van babyhuilen, beschermend ouderschap, en de
kwantiteit (betrokkenheid) en kwaliteit (sensitiviteit) van vader-kind
interacties. Het onderzoeken van de mechanismen van verwerking van
babysignalen, bescherming, betrokkenheid en sensitiviteit kan mogelijk helpen
bij het ondersteunen van effectief ouderschap.
Doel van het onderzoek
In een randomized control trial zullen de volgende hypotheses getest worden:
intranasale toediening van oxytocine en vasopressine hebben effect op de
neurale en gedragsmatige reacties op babysignalen en signalen van bedreiging
van het kind.
Onderzoeksopzet
We zullen een gerandomiseerd, dubbelblind placebo gecontroleerd within-subject
design toepassen. Het within-subject experiment zal worden uitgevoerd in de
vroege postnatale fase van het ouderschap (leeftijd van het kind 2- 7 maanden).
In totaal zullen 55 vaders deelnemen aan drie experimentele sessies binnen een
periode van 3-6 weken. Daarbij vindt intranasale toediening plaats van (1) 24
IU oxytocine, (2) 20 IU vasopressine, en (3) een placebo. De drie condities
impliceren zes mogelijke volgorders van condities, en toewijzing van deelnemers
aan de volgorde van toediening zal random en dubbelblind zijn. We verwachten
dat de dataverzameling ongeveer 1 jaar zal duren. De studie wordt uitgevoerd
bij de fMRI faciliteiten van het Spinozacentrum. Voor de start van de studie,
is er met succes een pilot studie uitgevoerd.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Intranasale toediening van (1) 24 IU oxytocine, (2) 20 IU vasopressine, of (3) een placebo.
Inschatting van belasting en risico
Er zijn geen risico's verbonden aan de gebruikte metingen. Mogelijke
bijwerkingen van oxytocine en vasopressine zijn verwaarloosbaar. Er worden geen
negatieve effecten gerapporteerd bij deelnemers of patiënten die MRI scans
hebben ondergaan. In de pilot studie zijn geen nadelige uitkomsten gevonden. We
hebben vaders gevraagd om een evaluatie van hun deelname. Deelnemers waren
positief (*In de evaluatievragen, die digitaal en niet in het zicht van de
onderzoeker werd ingevuld, gaven de deelnemers een positieve beoordeling aan
het onderzoek: Op een schaal van 1-10 was het gemiddelde *rapportcijfer* voor
algemene ervaringen als deelnemer aan dit onderzoek een 7,9 (range 7-10; alle
deelnemers gaven dus participatie aan het onderzoek minimaal een *ruim
voldoende* *. Uit het verslag van de pilotstudie verstuurd aan de METC, 27
december 2016).
Zodra we de neurobiologische achtergrond van ouderlijke sensitiviteit en
bescherming begrijpen, kunnen serieuze pogingen ondernomen worden om ouderschap
te verbeteren en de effecten van slecht ouderschap te verminderen. De hier
voorgestelde studie is baanbrekend omdat vaderlijke bescherming onderzocht
wordt, een belangrijke dimensie van het ouderschap die verwaarloosd is door
alle imaging studies en bijna alle gedragsstudies naar het ouderschap, mogelijk
door de focus op moeders. Concluderend, het belang van de winsten die behaald
zullen worden door de uitvoering van dit onderzoek wegen zwaarder dan de
minimale risico's die het onderzoek met zich meebrengt.
Publiek
Van der Boechorststraat 7
Amsterdam 1081BT
NL
Wetenschappelijk
Van der Boechorststraat 7
Amsterdam 1081BT
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Vaders die voor de eerste keer vader zijn geworden, leeftijd kind = 2-7
maanden; samenwonend met partner en baby. De baby is een voldragen, gezond
kind. De ouders hebben gezag over het kind.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Een potentiële deelnemer die voldoet aan één van de volgende criteria zal
worden geëxcludeerd van participatie in deze studie:
Endocriene stoornis
Roken
Alcohol- en drugsmisbruik
Gebruik van medicatie die mogelijk interfereert met het endocriene systeem
MRI contra-indicaties, zoals metalen objecten in het lijf, neurologische
stoornissen en claustrofobie
Psychiatrische stoornis
Cardiovasculaire ziekte
Aandoeningen aan de neus
Opzet
Deelname
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL70143.058.19 |
OMON | NL-OMON25106 |