Een nieuwe methode om het energiegebruik te meten met tweevoudig gemerkt water bij mensen met een hoog energiegebruik: proof of concept studie.

Tweevoudig gemerkt water wordt beschouwd als de gouden standaard om het
energiegebruik in het dagelijks leven te meten, over een periode van een aantal
dagen tot 3 weken. De techniek is gebaseerd op het principe dat wanneer een
dosis water met twee stabiele isotopen (2H en 18O) aan een persoon wordt
gegeven, het 2H-isotoop uit het lichaam zal verdwijnen als water (H2O) en het
18O-isotoop zal verdwijnen als zowel water als koolstofdioxide (CO2). Het
verschil in verdwijningssnelheid van beide isotopen is daarom een **maat voor
de CO2-productie, waaruit het energiegebruik berekend kan worden. In principe
worden er twee verschillende berekeningsmethoden gebruikt om het
verdelingsvolume van deze isotopen in het lichaam te bepalen. De manier waarop
het verdelingsvolume wordt berekend, heeft ook invloed op de berekende
CO2-productie. Deze twee technieken worden meestal de 'plateau'-techniek en de'
slope-intercept'-techniek genoemd. In de huidige studie onderzoeken we de
mogelijkheid om de CO2-productie nauwkeuriger te berekenen met de nieuw
ontwikkelde 'overnight slope'-techniek . Met deze techniek zal het ook mogelijk
zijn om dag tot dag variatie in het energiegebruik te berekenen, in plaats van
alleen het energiegebruik gedurende de gehele observatieperiode (ddoorgaans 2
weken).

Het doel van deze studie is om te testen of onze nieuwe 'overnight
slope'-techniek resulteert in een meer nauwkeurige bepaling van de
CO2-productie. De CO2-productie gemeten met tweevoudig gemerkt water zal worden
vergeleken met indirecte calorimetrie (respiratiekamers) als de gouden
standaard.

Het betreft een methodologische, proof-of-concept studie

Het onderzoek is laag risico onderzoek, maar de belasting voor de proefpersonen
is hoog. Aangezien tweevoudig gemerkt water de CO2-productie over meerdere
dagen (ten minste 5) meet en de respiratiekamers worden gebruikt als
referentietechniek, moeten proefpersonen gedurende 5 opeenvolgende dagen in de
respiratiekamers verblijven. Dit levert geen risico's op, maar vormt een
aanzienlijke belasting voor de [roefpersoon. Ook zullen personen meerdere uren
per dag in de kamer fietsen om een **hoog fysiek activiteitenniveau te
verkrijgen (PAL = 2.5 - 3.0). Vanwege deze belasting mogen proefpersonen elke
avond ongeveer 30 minuten de kamer verlaten om te douchen. CO2-productie
gedurende deze 30 minuten buiten de kamer zal worden geschat op basis van de
gemeten CO2-productie gedurende 30 minuten overdag wanneer niet wordt gefietst.
Tweevoudig gemerkt water is veilig voor gebruik bij mensen en de vereiste dosis
voor het meten van het energiegebruik levert geen enkel risico op voor de
proefpersonen. Alleen urine- en speekselmonsters worden afgenomen.
Om alle lichamelijke activiteit in de kamer te meten, zullen beweegmeters
(versnellingsmeters) worden gebruikt. Lichaamsbeweging zoals gemeten met deze
versnellingsmeters zal worden gebruikt om de variatie in spontane fysieke
activiteit gedurende de verschillende dagen te bepalen. Beweegmeters zijn een
minimale belasting voor de proefpersoon.