Validatie-evaluatie van het STAT-intraoperatieve PTH meetsysteem tijdens totale thyreoidectomie om postoperatieve hypocalciemie te voorspellen.

Hypocalciemie door hypoparathyreoidie is de meest voorkomende complicatie bij
patiënten die een totale thyreoidectomie ondergaan. De oorzaak ligt in het
iatrogeen beschadigen of reserceren van de bijschildklieren, die anatomisch een
nauwe relatie hebben met de schildklier. Op dit moment wordt postoperatief pas
gehandeld op een hypocalciemie, bij klachten of een calcium-bepaling 6 uur na
de ingreep. Hierdoor is er ten eerste een vertraging in behandeling en moeten
patiënten vaak langer in het ziekenhuis blijven. Aan de andere kant,
profylactische calciumsuppletie leidt tot overbehandeling. Het intraoperatief
meten van de oorzaak van de hypocalciemie, namelijk het PTH, kan wellicht in de
toekomst een indicatie geven over de intactheid en functie van de
bijschildklieren peroperatief, om daarmee de kans op postoperatieve
hypocalciemie te voorspellen. Deze meetmethode wordt echter nu alleen gebruikt
binnen de bijschildklierchirurgie, om het succes van de ingreep (het
verwijderen van een overactieve bijschildklier) tijdens de operatie te bepalen.
Omdat PTH een zeer korte halfwaardetijd heeft (<2 min), hopen we het PTH ook
tijdens schildklierchirurgie goed monitoren en daarmee te voorspellen welke
patiënten postoperatief een hypocalciemie krijgen. In de toekomst zouden we bij
deze risicopatiënten wellicht kunnen voorkomen dat zij daadwerkelijk een
hypocalciemie ontwikkelen.

Het doel van dit onderzoek is het voorspellen van een post-thyreoidectomie
hypocalciemie met behulp van introaperatieve PTH metingen.

Voor dit onderzoek worden 50 patiënten geincludeerd die een totale of
completerende thyreoidectomie ondergaan. Bij deze patiënten wordt
intraoperatief 6 keer het PTH bepaald middels een snelle intraoperatieve
PTH-analyse. Deze waarden worden gecorreleerd aan de postoperatieve uitkomsten
van de patiënten, namelijk het serum calcium (gecorrigeerd voor albumine),
symptomen van een hypocalciemie, en langere termijns labwaarden.

Wij schatten dit onderzoek in als een lage belasting en zonder risico voor de
patiënt.
De patiënt zal in principe niets merken van het onderzoek. Tijdens de operatie
wordt er 6x 6 ml bloed afgenomen via de i.v. toegang die bij elke
operatie-patiënt wordt verkregen. Er zijn in deze studie geen consequenties
verbonden aan de intraoperatieve bevindingen.