Het aantal psychiatrisch patiënten dat euthanasie heeft gekregen is gegroeid van 0 in 2002 naar 83 in 2016. Ook het geschatte aantal aanvragen is sterk gegroeid, van 320 in 1995 tot 1100 in 2016. Hoewel de aantallen relatief klein zijn en het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stemmingsstoornissen en -afwijkingen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Eindpunten van de studie zijn de opvattingen over en ervaringen met verzoeken
om levensbeëindiging in de psychiatrie bij patiënten, hun naasten en
Nederlandse huisartsen.
Secundaire uitkomstmaten
-
Achtergrond van het onderzoek
Onder bepaalde voorwaarden is het in Nederland toegestaan voor een arts om
euthanasie en hulp bij zelfdoding (hierna: euthanasie) toe te passen. Deze
voorwaarden zijn geformuleerd in de Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek
en hulp bij zelfdoding (WTL). Na het Chabot-arrest in 1994 werd duidelijk dat
niet alleen patiënten met somatische aandoeningen in aanmerking kwamen voor
euthanasie, omdat er besloten werd dat niet de aard, maar de ernst van het
lijden een leidend principe is. Dit zorgde ervoor dat patiënten met een
psychiatrische aandoening ook in aanmerking konden komen voor deze praktijk.
Dit onderzoek zal zich richten op deze categorie patiënten.
Het aantal psychiatrisch patiënten dat euthanasie heeft gekregen is gegroeid
van 0 in 2002 naar 83 in 2016. Ook het geschatte aantal aanvragen is sterk
gegroeid, van 320 in 1995 tot 1100 in 2016. Hoewel de aantallen relatief klein
zijn en het grootste gedeelte van de verzoeken wordt afgewezen, is er veel
debat ontstaan rondom de praktijk van euthanasie in de psychiatrie. De
literatuur betreffende dit onderwerp is echter veelal ethisch argumentatief of
kwantitatief van aard, kwalitatieve empirische data ontbreekt tot nu toe (een
overzicht van relevante literatuur zal worden gegeven in hoofdstuk 11 van dit
protocol).
De reden dat dit onderzoek is opgezet, is om zicht te krijgen op de ervaringen
en opvattingen van de direct betrokken partijen; psychiatrisch patiënten, hun
naasten, en huisartsen. Onderzoek onder psychiaters is reeds uitgevoerd in het
kader van de derde evaluatie van de WTL (door de huidige onderzoekers), dus
deze groep zullen wij in dit onderzoek niet betrekken.
Hoewel er geschreven en gesproken wordt over de patiënten in kwestie, wordt er
weinig mét deze patiënten gesproken. Wetenschappelijk onderzoek naar wat de
ervaringen en opvattingen zijn van de categorie patiënten waar het om draait is
niet aanwezig. Om zicht te krijgen op de ervaringen en behoeften van patiënten
is het van groot belang hen te betrekken in het onderzoek. Dit onderzoek zal
zich daarom allereerst richten op de voornaamste betrokkenen: de patiënt en
zijn omgeving. De familieleden en andere naasten hebben *naast het bieden van
informatie over de ervaringen van de patiënt- zelf ook een belang, zij worden
in hoge mate geraakt door de doodswens en het verzoek om hulp bij zelfdoding
van hun familielid of naaste.
Ook is het van belang om zicht te krijgen op de ervaringen en opvattingen van
huisartsen in Nederland. Zij krijgen te maken met verzoeken van psychiatrisch
patiënten (een kwart van de uitgevoerde euthanasieverzoeken in 2016 werd door
een huisarts gedaan), maar er is weinig tot niks bekend over hoe zij hier
tegenover staan, wat hun ervaringen zijn en hoe zij deze verzoeken beoordelen.
Bovendien hebben zij doorgaans ook de zorg voor de familieleden van
psychiatrische patiënten met een doodswens (soms zijn zij zowel de huisarts van
de patiënt als van de familie). Dit onderzoek zal zicht bieden op de praktijk
rondom levensbeëindiging bij psychiatrisch patiënten, wat bijdraagt aan de
kwaliteit van de zorg rondom hun levenseinde. Door middel van het vergaren van
kennis over zaken waar de huisartsen tegenaan lopen wanneer het een verzoek om
levensbeëindiging betreft kan er bovendien beter ingezet worden op bijscholing
rondom dit thema. Artsen en patiënten zijn allen gebaat bij een goede kwaliteit
van beslissingen rondom het levenseinde en dit onderzoek voorziet in de
behoefte aan kennis die hiervoor nodig is.
Doel van het onderzoek
Het aantal psychiatrisch patiënten dat euthanasie heeft gekregen is gegroeid
van 0 in 2002 naar 83 in 2016. Ook het geschatte aantal aanvragen is sterk
gegroeid, van 320 in 1995 tot 1100 in 2016. Hoewel de aantallen relatief klein
zijn en het grootste gedeelte van de verzoeken wordt afgewezen, is er veel
debat ontstaan rondom de praktijk van euthanasie in de psychiatrie. Echter, er
is nog weinig bekend over welke ervaringen en opvattingen de direct betrokken
partijen hebben betreft dit onderwerp. Onze studie zal zich richten op de
ervaringen en opvattingen van de diverse betrokken groepen: huisartsen,
psychiatrisch patiënten en hun naasten.
Dit onderzoek zal zicht bieden op de praktijk rondom levensbeëindiging bij
psychiatrisch patiënten, wat bijdraagt aan de kwaliteit van de zorg rondom hun
levenseinde. Door middel van het vergaren van kennis over zaken waar de
huisartsen tegenaan lopen wanneer het een verzoek om levensbeëindiging betreft
kan er bovendien beter ingezet worden op bijscholing rondom dit thema. Artsen
en patiënten zijn allen gebaat bij een goede kwaliteit van beslissingen rondom
het levenseinde en dit onderzoek voorziet in de behoefte aan kennis die
hiervoor nodig is.
Onderzoeksopzet
Dit is een observationeel onderzoek met kwalitatieve interviews bij
psychiatrisch patiënten, hun naasten, en huisartsen.
Wij zullen kwalitatief onderzoek door middel van diepte-interviews houden met
psychiatrisch patiënten, hun naasten, en huisartsen. De interviews duren
ongeveer 1 a 1.5 uur, en zullen gaan over de ervaringen en opvattingen van
voorgenoemde groepen.
Inschatting van belasting en risico
Dit betreft een niet-therapeutische studie, dus er is geen risico betreft
fysieke of fysiologische aspecten. Deze studie zal zich ook niet richten op
wilsonbekwame of minderjarige personen. Wel zijn er in deze studie
psychiatrisch patiënten met een doodswens betrokken. Hoewel wij ons richten op
wilsbekwame psychiatrisch patiënten, zullen wij toch stil dienen te staan bij
eventuele wilsonbekwaamheid ten aanzien van medewerking aan het onderzoek.
Daarnaast is er het risico dat er emotionele ontregeling plaatsvindt n.a.v. het
interview. Wij geloven dat deze risico*s te minimaliseren zijn door middel van
voorzorgsmaatregelen die er zijn getroffen, in de vorm van scholing van de
onderzoeker naar wilsbekwaamheid en het van tevoren informeren van de
behandelend arts over medewerking aan het interview.
Ten aanzien van het risico van emotionele ontregeling zal de behandelend arts
geïnformeerd worden, zodat de respondent zich kan wenden tot deze arts voor
eventuele hulp. Medewerking aan het interview zonder dat de arts geïnformeerd
mag worden zal niet plaatsvinden.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam Zuid-oost 1105 AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam Zuid-oost 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
wilsbekwame patienten met een psychiatrische aandoening (18+) met een euthanasieverzoek, hun behandelend artsen en naasten
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
wilsonbekwaamheid
onder de 18 jaar
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL68367.018.18 |