Het hoofddoel van de studie is om te testen of PH voorkomt bij patiënten die behandeld zijn met thoracale radiotherapie en daarnaast dosisgegevens en andere risicofactoren voor de ontwikkeling van PH te identificeren na thoracale radiotherapie.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartaandoeningen, tekenen en symptomen NEG
- Longvaataandoeningen
- Vaataandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De volgende primaire eindpunten zullen bepaald worden:
Het primaire doel is om te bevestigen dat PH optreedt bij patiënten die
thoracale radiotherapie krijgen, wat de incidentie is en het tijdsbeloop.
Daarom is er voor gekozen om hoog-risico pulmonale hypertensie, vastgesteld
middels echocardiografie, tot 1 jaar na radiotherapie als primair eindpunt te
nemen. Volgens de ECS/ERS richtlijnen wordt een patiënt geclassificeerd als
hoog risico op PH wanneer hij/zij voldoet aan één van de volgende criteria:
- tricuspidalis klep Doppler snelheid 2.9-3.4 m./sec. met andere tekenen van PH
(zie hieronder)
- tricuspidalis klep Doppler snelheid > 3.4 m./sec.
Andere tekenen van PH zijn:
- Pulmonale arteriële versnellingstijd (<105 m./sec.)
- Vroege pulmonalis diastolische snelheid (> 2.2 m./sec.)
- Doppler notching rechter ventrikel uitstroom traject signaal (y)
- Inferior vena cave inzakbaarheid (>21 mm en<50% collapse)
- Linker ventrikel excentriciteitsindex (>1.1 in systole)
- Rechter ventrikel dilatatie (RVEDV>45mm)
Secundaire uitkomstmaten
De volgende secundaire eindpunten zullen bepaald worden:
- een intermediate risico op PH:
* tricuspidalis klep Doppler snelheid < 2.8 m./sec. in combinatie met andere
tekenen van PH
* tricuspidalis klep Doppler snelheid 2.9-3.4 m./sec. zonder andere tekenen
van PH
- rechter ventrikel systolische disfunctie
- rechter ventrikel diastolische disfunctie
- linker ventrikel systolische disfunctie
- linker ventrikel diastolische disfunctie
- verandering in NT pro BNP
- acute en late cardiale en pulmonaire toxiciteit; CTCAE versie 4.0
- door de patiënt ingevulde uitkomsten waarbij gebruik gemaakt wordt van een
kwaliteit van leven kernvragenlijst (EORTC QLQ-C30) en tevens de korte versie
van de EORTC-QoL-LC13.
Achtergrond van het onderzoek
Radiotherapie verbetert locoregionale controle en overleving van patiënten met
kanker in de borstholte. Echter, de geassocieerde blootstelling van normaal
weefsel aan straling leidt vaak tot bijwerkingen en verkleint mogelijk zelfs de
overleving. Er is groeiend bewijs dat de overleving na radiotherapie voor long-
en slokdarmkanker gerelateerd is aan de bestralingsdosis op het hart en de
longen. Dit suggereert dat thoracale radiotherapie mortaliteit veroorzaakt,
welke momenteel niet herkend wordt als bestralingsgeïnduceerde toxiciteit.
Hierdoor ontstaat de vraag hoe deze behandelinggerelateerde mortaliteit uit te
leggen is.
Interessant is dat we bij ratten hebben laten zien dat thoracale bestraling kan
leiden tot pulmonaire hypertensie (PH). Histopathologische analyses laten zien
dat bestralingsgeïnduceerde PH erg lijkt op hoge bloeddruk in de pulmonaal
arteriën (PAH). Bovendien bevestigden wij in een klinische pilotstudie vroege
signalen van PH inclusief dosisafhankelijke vermindering van in bloedstroom
naar de longen bij patiënten die radiotherapie ondergingen.
In het algemeen beïnvloedt PH de overleving significant. Bovendien, het PAH
subtype is het meest progressieve en dodelijke subtype. Echter, medische
behandeling kan PAH progressie significant vertragen wat kansen biedt voor
secundaire preventie. Tot op heden is er echter een gebrek aan hard bewijs dat
bestralingsgeïnduceerde PH een klinisch relevant fenomeen is bij patiënten die
behandeld zijn aan thoracale tumoren.
Doel van het onderzoek
Het hoofddoel van de studie is om te testen of PH voorkomt bij patiënten die
behandeld zijn met thoracale radiotherapie en daarnaast dosisgegevens en andere
risicofactoren voor de ontwikkeling van PH te identificeren na thoracale
radiotherapie.
Onderzoeksopzet
Prospectieve multicenter cohortstudie.
Inschatting van belasting en risico
We zullen een prospectieve cohort studie uitvoeren bij 320 patiënten met long-
of slokdarmkanker die behandeld worden met standaard (chemo-)radiotherapie. Bij
deze patiënten zullen we parameters van cardiovasculaire functie bepalen
waarbij we gebruik maken van echocardiografie en serum biomarkers voorafgaand
aan de radiotherapie en op 6, 13, 26 en 52 weken na de radiotherapie. Alle
patiënten zullen ook uitgenodigd worden om deel te nemen aan een verdere
karakterisatie van vasculaire en cardiale schade d.m.v. cardiale MRI
voorafgaand aan de behandeling en op 13 en 52 weken na de behandeling en in
geval er cardiovasculaire afwijkingen gevonden worden in de echocardiografie.
Ook zullen door de arts beoordeelde toxiciteiten en door de patiënt beoordeelde
uitkomstmaten bepaald worden als onderdeel van onze prospectieve
gestandaardiseerde follow-up programma's (METc nr. 2014.379 en METc nr.
2013.101).
Om behandelingsafhankelijkheid vast te stellen, zullen tekenen van PH worden
gerelateerd aan de dosis op de longen. Om de invloed op de gezondheid in te
schatten, worden tekenen van PH gerelateerd aan overleving, toxiciteit en
kwaliteit van leven.
Publiek
Hanzeplein 1
Groningen 9713GZ
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
Groningen 9713GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Patiënten met mid- of distale slokdarmkanker en patiënten met NSCLC stadium
IIA-III of NSCLC stadium IV met beperkte hersenmetastasen (behandelbaar met
chirurgie of stereotactische bestraling) of SCLC met beperkte ziekte (stadium
I-IIIB).
• Ingepland voor radiotherapie met curatieve intentie.
• WHO 0-2.
• Leeftijd >= 18 jaar.
• Ondertekend informed consent.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Geen hartfalen de afgelopen 2 maanden.
• Geen longembolie de afgelopen 2 maanden
• COPD GOLD IV.
• BMI > 35.
• Geschiedenis van thoracale radiotherapie
• Niet voldoen aan de inclusiecriteria.
- Voor MRI deel: Contra-indicatie voor MRIVoor het MRI-gedeelte:
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL62680.042.17 |
Ander register | volgt |