Het hoofddoel van dit project is om vroege hartafwijkingen te detecteren die als risicofactoren gelden voor het ontwikkelenvan ernstige hartcomplicaties in borstkankerpatiënten, die zowel met fotonen radiotherapie als chemotherapie zijn behandeld.…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartaandoeningen, tekenen en symptomen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Drie primaire uitkomsten: 1 Gemiddelde afname in Global Longitudinal Strain van
het linker ventrikel, bepaald met cardiale ECHO-strain, 2 Afname in
diastolische functie van het linker ventrikel gedefinieerd als gemiddelde van
e* septal en e* lateral, bepaald met ECHO, 3 Toename van diffuse fibrose van
het myocard, gedefinieerd als toename van gemiddelde native T1-mapping, bepaald
met cardiale MRI.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten zijn andere beeldvormende biomarkers, gedefinieerd als:
• Secundaire echocardiografische metingen:
o Linker ventrikel ejectie fractie met Simpson*s biplane methode
o Linker ventrikel eind-diastolisch volume met Simpson*s biplane methode
o Linker ventrikel eind-systolisch volume met Simpson*s biplane methode
o Linker ventrikel eind-diastolische diameter met M-mode
o Linker ventrikel massa gemeten volgens ASE/EAE richtlijn
o Globale en segmentale radiale strain rate
o E/A golf ratio
o E/Ea golf ratio
o TAPSE (triscuspid annular plane systolic excursion)
o Tricuspidalis annulus S golf
o Pulmonale arterie systolische druk
o Linker ventrikel uitstroom traject diameter
o Linker ventrikel uitstroom traject diameter VTI
o Hart frequentie
o Hartminuutvolume bepaald door hart frequentie vermenigvuldigd met slagvolume
• MRI: om myocard afwijkingen vast te stellen met MRI in 6 tot 24 maanden na
radiotherapie vergeleken met baseline voor start radiotherapie.
o Cardiale MRI-parameters waaronder: morfologie, functie, weefsel
karakterisatie d.m.v. delayed enhancement , T2-mapping, en CINE.
• CT: anatomische veranderingen in coronairarterien vaststellen met cardiale CT
24 maanden na radiotherapie vergeleken met baseline voor start radiotherapie
o Individuele beschrijving van stenose of plaques van de 15 segmenten van de
coronair arteriën; left main coronary artery (LM); left anterior descending
artery (LAD), left circumflex artery (LX) and right coronary artery (RCA) en
evaluatie van verandering in calciumscore.
o De progressie van atherosclerose wordt gedefinieerd als een toename van het
aantal coronairsegmenten die een plaque bevatten en als een toename van de
calciumscore van tenminste 15% tussen baseline en 24 maanden na radiotherapie.
Achtergrond van het onderzoek
Bij het bestralen met fotonen van de borst of borstwand bij
borstkankerpatiënten, komt er ook bijkomstige bestraling op het hart. Dit kan
een verhoogd risico op verschillende ernstige hartcomplicaties opleveren. Het
aantal borstkankerpatiënten stijgt nog elk jaar, maar de overleving wordt
gelukkig steeds beter. Het gevolg is wel dat het aantal overlevenden van
borstkanker met een verhoogd risico op ernstige hartcomplicaties elk jaar
verder toeneemt. Daar komt bij dat recente studies hebben aangetoond dat het
risico op hartcomplicaties verder wordt vergroot als patiënten naast
radiotherapie, ook worden behandeld met chemotherapie.
Dit is een belangrijk probleem omdat ernstige hartcomplicaties de kwaliteit van
leven zeer aantasten en tot ziekte en zelfs overlijden kunnen leiden.
Met protonen therapie kan de bijkomstige bestraling op het hart aanzienlijk
worden gereduceerd, Hoewel delen van het hart nog steeds worden blootgesteld
aan een lage dosis straling. Borstkankerpatiënten komen alleen in aanmerking
voor protonen therapie als zij volgens het landelijke indicatieprotocol een
hoog risico lopen op hartschade door bijkomstige bestraling met fotonen op het
hart.
Er is daarom grote behoefte aan kennis over hoe deze hartcomplicaties precies
ontstaan. Bekend is dat ernstige complicaties zich over een langere periode
ontwikkelen. Onbekend is echter welke vroegtijdige hartafwijkingen ontstaan
door de bestraling, die uiteindelijk leiden tot ernstige hartcomplicaties.
Bovendien is onbekend wat de invloed is van de bestralingsdosis op de (ernst
van de) hartafwijkingen en welke delen van het hart het meest gevoelig zijn
voor de effecten van bestraling. Ook de invloed van chemotherapie op deze
dosis-effect relatie is momenteel onduidelijk. Tenslotte zijn er geen data over
het effect van protonentherapie op het ontstaan van hartafwijkingen.
Deze kennis is echter essentieel om bestralingsplannen te kunnen ontwikkelen
met geoptimaliseerde dosisverdeling om zo bestraling op gevoelige delen van het
hart te beperken en zo schade te voorkomen (primaire preventie strategie).
Daarnaast helpt deze kennis ook om tools te kunnen ontwikkelen om
borstkankerpatiënten te identificeren die door radio- en chemotherapie een hoog
risico hebben op het ontwikkelen van ernstige hartcomplicaties. Voor deze
patiënten kunnen mogelijk secundaire preventiestrategieën worden ontwikkeld,
indien er kennis is over potentiële aangrijpingspunten om progressie van vroege
hartafwijkingen tot ernstige hartcomplicaties te voorkomen of te vertragen.
Doel van het onderzoek
Het hoofddoel van dit project is om vroege hartafwijkingen te detecteren die
als risicofactoren gelden voor het ontwikkelen
van ernstige hartcomplicaties in borstkankerpatiënten, die zowel met fotonen
radiotherapie als chemotherapie zijn behandeld. Het tweede doel is te
onderzoeken of protonen therapie resulteert in minder of andere vroege
hartafwijkingen. Tenslotte zal deze informatie worden gebruikt om
predictiemodellen te ontwikkelen. In deze predictiemodellen wordt de relatie
tussen de bestralingsdosis op verschillende delen van het hart en het ontstaan
van vroege hartafwijkingen beschreven.
In meer detail streven we om:
1. De vroege hartafwijkingen te identificeren die ontstaan in de 1e 2 jaar na
fotonen radiotherapie met behulp van
ECHO, cardiale MRI en CT voor en na borstkanker behandeling [prospectief
observationeel cohort onderzoek, n=148];
2. De relatie te bepalen tussen 3D-dosisverdeling op verschillende delen van
het hart en het ontstaan van
vroege hartafwijkingen;
3. Het effect van chemotherapie te bepalen op de relatie tussen de
bestralingsdosis en vroege hartafwijkingen. (Hiertoe worden de data van
onderhavige EMIRA-studie gekoppeld aan de data van de MEDIRAD-EARLY HEART
studie, waarin borstkanker patiënten worden geïncludeerd die enkel met
radiotherapie worden behandeld.);
4. het effect van protonen therapie exploreren op de ontwikkeling van vroege
hartafwijkingen in borstkankerpatiënten behandeld met protonen therapie en
chemotherapie [prospectief exploratief cohort onderzoek, n=50].
Onderzoeksopzet
Monocenter prospectief observationeel cohort onderzoek gecombineerd met
prospectief exploratief cohort onderzoek.
Inschatting van belasting en risico
Om de kransslagaders te bekijken zullen naast de planning CT-scan, welke
standaard wordt gemaakt ten behoeve van de bestraling, nog 2 extra CT-scans
gemaakt worden. De CT-scanner gebruikt röntgenstralen. De stralingsdosis van
deze extra CT-scans is vergelijkbaar met een hartkatheterisatie, of de
hoeveelheid straling die Nederlanders in twee jaar uit de natuurlijke omgeving
krijgen. In verhouding tot de dosis straling die de proefpersoon krijgt in het
kader van de bestraling van de borst is de extra dosis ten behoeve van dit
wetenschappelijk onderzoek gering. Uiteraard wordt ervoor gezorgd dat de dosis
zo laag mogelijk blijft. Er wordt daarom vanuit gegaan dat de CT-scans geen
gevolgen hebben voor de gezondheid van de proefpersonen.
Een mogelijk voordeel van deelname aan het onderzoek kan zijn dat tijdens de
eerste onderzoeken voorafgaand aan de behandeling bepaalde hartschade of
kransslagadervernauwing aangetoond wordt. In dat geval zal de proefpersoon naar
de cardioloog verwezen worden voor nadere evaluatie en behandeling.
Publiek
Hanzeplein 1
Groningen 9713 GZ
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
Groningen 9713 GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1.Vrouwen met unilaterale borstkanker
Primair borstsparende operatie of borstamputatie bij stadium I-III invasief
adenocarcinoom van de borst of ductaal carcinoom in situ (DCIS)
Leeftijd >=18 jaar ten tijde van chemotherapie/radiotherapie
WHO performance status 0-1
Geplande radiotherapie van de borst/borstwand met of zonder regionale klieren
Radiotherapie gebaseerd op plannings CT-scan, gebruik makend van 3D CRT,
(partial) IMRT of (partial)VMAT/RapidArc met of zonder diepe inspiratie
breath-hold, of protonen therapie (1 of meer bundel techniek)
(Neo)Adjuvante chemotherapie (voor of na radiotherapie)
Getekend informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Mannen met borstcarcinoom
M1 ziekte (gemetastaseerd borstcarcinoom)
Eerder thoracale of mediastinale bestraling
Target HER2 therapie niet toegestaan
In voorgeschiedenis ziekte van de kransslagaders en/of myocard infarct en/of
atrium fibrilleren
Contra-indicatie voor injectie met jodiumhoudend contrast i.v.m. allergie of
nierfalen
Zwangerschap of borstvoeding
Atrium fibrilleren gediagnosticeerd d.m.v ECG voor start radiotherapie
Afwijkend ECG voor radiotherapie gedefineerd als: LVEF <50%, en/of afwijkende
wandbeweging
Aanwezigheid van myocardinfarct op eerste cMRI vooraf aan radiotherapie
cMRI of cCT resultaten voor radiotherapie die revascularisatie vereisen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
Ander register | ClinicalTrials.gov, NCT03575650 |
CCMO | NL66438.042.18 |