Het doel van dit onderzoek is om het aantal suïcides in Noord-Brabant te doen dalen met 20% door het bewerkstelligen van ketenzorg en een suïcidepreventie-systeem in een regionaal netwerk van ketenpartners. Hierbij zijn twee subdoelen geformuleerd…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Suïcidaal en automutilerend gedrag NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is het aantal geslaagde suïcides. Deze worden gemeten
gedurende 12 maanden voorafgaand aan de implementatie van het regionale suïcide
preventie systeem en in de 12 maanden na afloop van de implementatie. Deze maat
wordt zowel in de hele provincie Noord-Brabant gemeten als in de individuele
districten.
Secundaire uitkomstmaten
Het aantal suïcidepogingen wordt geschat op basis van het aantal
ambulanceritten, presentaties bij de spoedeisende hulp (die niet voortkwamen
uit een ambulancerit), opnames bij een specialistische geestelijke
gezondheidszorginstelling en politie incident registraties, allen op basis van
suïcidaal gedrag. Daarnaast worden suïcidale gedachten van patiënten gemeten
met behulp van de Suicidal Ideation Attributes Scale (SIDAS) en de Patient
Health Questionnaire (PHQ-9) direct tijdens de inschrijving in het
monitoringsysteem en daarna na 3, 6, 9 en 12 maanden. Ook wordt gevraagd naar
demografische factoren en eerste ervaringen met het monitoringsysteem (zowel
online als telefonisch). De uitkomstmaten aangaande de implementatie, te weten
Bereik, Effectiviteit, Adoptie, Implementatie en Continuering (maintanance, en
de ervaringen van stakeholders worden tevens onderzocht.
Achtergrond van het onderzoek
Suïcidaal gedrag, waar suïcidale gedachten, suïcidepogingen en geslaagde
suïcides onder wordt verstaan, is een groot gezondheidsprobleem. In Nederland
zijn de suïcide cijfers sinds 2007 gestegen met 38%, naar 1871 suïcides in
2015. De provincie Noord-Brabant staat landelijk op de tweede plaats. Hoewel 80
tot 90% van de geslaagde suïcides plaatsvinden in het kader van een psychische
stoornis, heeft 60% de suïcides in Noord-Brabant plaatsgevonden bij mensen die
geen geestelijke gezondheidszorg ontvingen. Dit vraagt om een regionaal suïcide
preventie systeem.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om het aantal suïcides in Noord-Brabant te doen
dalen met 20% door het bewerkstelligen van ketenzorg en een suïcidepreventie-
systeem in een regionaal netwerk van ketenpartners. Hierbij zijn twee subdoelen
geformuleerd: (1) het evalueren van het effect van het suïcide preventie
systeem in termen van geslaagde suïcides, suïcidepogingen en suïcidale
gedachten van patiënten en (2) om de factoren die de implementatie van het
suïcide preventie systeem faciliteren en/of hinderen, of geassocieerd zijn met
uitval, te onderzoeken.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek bestaat uit vier onderzoeksvragen die gebaseerd zijn op
bovenstaande doelen. Elke onderzoeksvraag wordt met een andere methode
onderzocht, te weten:
1. Leidt het suïcide preventie systeem tot een vermindering van het aantal
geslaagde suïcides van 20%? Deze onderzoeksvraag wordt onderzocht met een
pre-post onderzoeksmethode waarin het aantal geslaagde suïcides wordt
onderzocht voor en na de stapsgewijze implementatie van het suïcide preventie
systeem.
2. Leidt het suïcide preventie systeem tot een vermindering van het aantal
suïcidepogingen? Deze onderzoeksvraag wordt onderzocht met een stepped wedge
trial design. Er wordt hierbij ook naar de geslaagde suïcides gekeken.
3. Leidt het suïcide preventie systeem tot een vermindering van suïcidale
gedachten bij personen die zijn aangemeld in het monitoringsysteem? Deze
onderzoeksvraag wordt onderzocht met een longitudinale observationele
onderzoeksmethode. Deze onderzoeksmethode wordt genest in het stepped wedge
trial design. Patiënten worden hiervoor om toestemming gevraagd voor deelname
aan het onderzoek.
4. Welke factoren faciliteren of hinderen de implementatie van het suïcide
preventie systeem en wat zijn de ervaringen van stakeholders met het systeem?
Deze onderzoeksvraag wordt onderzocht met een mixed methods onderzoeksmethode
waarin een RE-AIM evaluatie en een kwalitatieve procesevaluatie is opgenomen.
Setting: De setting van de eerste twee onderzoeksvragen bestaat ten eerste uit
organisaties die mensen met suïcidaal gedrag in Noord-Brabant signaleren, zoals
spoedeisend hulp afdelingen van algemene ziekenhuizen, huisartsen, politie en
Zorg- en Veiligheidshuizen, NS en ProRail. Gaandeweg het onderzoek kunnen
steeds meer ketenpartners betrokken worden die een rol kunnen spelen in het
signaleren van personen met een verhoogd suïciderisico.Ten tweede bestaat de
setting uit vijf gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorginstellingen die
gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg bieden. Onderzoeksvraag 3 en 4
worden uitgevoerd in een klinische setting.
Inschatting van belasting en risico
Voor patiënten zijn de voordelen aanzienlijk. Patiënten ontvangen de
gebruikelijke behandeling in organisaties die hecht samenwerken ten behoeve van
een goed functionerende ketenzorg voor suïcidale patiënten, snelle toegang tot
zorg voor patiënten die risico lopen om suïcide te plegen, behandeling door
getraind personeel dat ondersteuning krijgt met behulp van een
beslissingsondersteuning en een 12-maanden durende nazorg dat als doel heeft om
de zorg te bieden waarin voorkeuren van de patiënt ten behoeve van de
behandeling worden meegenomen. Dit wordt behandeling zoals gebruikelijk binnen
deze organisaties. Deze voordelen gelden voor patiënten die hun toestemming
geven om deel te nemen in het onderzoek * wat inhoudt dat ze de SIDAS
vragenlijst invullen, die uit vijf vragen bestaat, en de PHQ-9 vragenlijst, die
uit negen vragen bestaat. Ook worden deelnemers gevraagd om vragen in te vullen
met betrekking tot demografische factoren, chronische ziekten, pijn en hun
eerste ervaringen met het monitoringsysteem. De voordelen voor patiënten die
geen toestemming geven om deel te nemen aan het onderzoek zijn hetzelfde als
voor de patiënten die dat wel doen, aangezien zij dezelfde behandeling zullen
ontvangen. De lasten voor de patiënten die toestemming geven voor het invullen
van de twee aanvullende vragenlijsten, zoals hierboven genoemd, zijn beperkt;
dit wordt gedaan in de context van de behandeling en leidt daarom niet tot een
extra psychische lasten. De tijd die het kost om de vragenlijsten in te vullen
is beperkt: ongeveer 10 minuten in totaal. Er zijn geen indicaties omtrent
risico*s voor patiënten die hun toestemming geven, want alle patiënten
ontvangen zorg zoals gebruikelijk, zoals hierboven is aangegeven. De lasten van
participatie in dit onderzoek zijn naar verwachting minimaal en de risico*s van
deelname aan dit onderzoek worden voor de participerende organisaties beschouwd
als laag, omdat ze ondersteuning ontvangen voor hun reguliere gezondheidszorg
taken door het suïcide preventie systeem. Het monitoringssysteem wordt tevens
gebouwd op een beveiligde website. Er zijn potentiële en substantiële voordelen
voor de deelnemende professionals omdat het monitoringssysteem de professionals
ondersteunt in het bieden van een evidence based beslissingsondersteuning, het
bieden van een communicatie kanaal dat snelle verwijzing naar gespecialiseerde
geestelijke gezondheidszorg verbetert, en daarmee de voorgaande vertragingen in
verwijzing en transities in de zorg elimineert. De aanvullende lasten voor de
professionals zijn laag omdat ze alleen tijd en moeite dienen te steken in het
gebruik van het monitoringssysteem op het moment dat ze behandeling geven aan
patiënten die risico lopen op het plegen van suïcide. Deze extra tijd neemt
niet meer dan 5 minuten per patiënt in beslag, wat de tijd betreft voor het
inloggen in het monitoringssysteem. Tot slot, ontvangen alle deelnemers voordat
zij starten met het project een e-booklet en testaccount en er worden op
regelmatige basis met de deelnemers implementatiebijeenkomsten georganiseerd
waar alle deelnemers ervaringen kunnen delen en vragen kunnen stellen
Publiek
Lage Witsiebaan 4
Tilburg 5042 DA
NL
Wetenschappelijk
Lage Witsiebaan 4
Tilburg 5042 DA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Matig tot hoog suïciderisico. Het bepalen van het suïciderisico gebeurt in twee stappen. Ten eerste wordt gekeken naar vraag 9 *Hoe vaak hebt u in de afgelopen twee weken last gehad van de gedachte dat u beter dood zou kunnen zijn of de gedachte uzelf op een bepaalde manier pijn te doen* van de PHQ-9. Wanneer een score van 2 of hoger gescoord wordt * wat inhoudt dat de persoon in kwestie op meer dan de helft van de dagen last heeft van de gedachte dat hij/zij beter dood zou kunnen zijn of de gedachte zichzelf op een bepaalde manier pijn te doen - worden een aantal additionele vragen gesteld. Het betreft de volgende zes vragen. Over de afgelopen maand: 1. Dacht u dat u beter af zou zijn wanneer u dood was of wenste u dat u dood was? 2. Wilde u zichzelf iets aandoen? 3. Dacht u aan zelfmoord? 4. Maakte u zelfmoordplannen? 5. Ondernam u een zelfmoordpoging? Over heel het leven: 6. Dacht u dat u beter af zou zijn wanneer u dood was of wenste u dat u dood was?. Vervolgens wordt het suïciderisico bepaald. Het suïciderisico is *hoog* wanneer een persoon (1) *ja* antwoordt op vraag 4; (2) *ja* antwoordt op vraag 5; (3) op vraag 3 én vraag 6 *ja* antwoordt; of als (4) de betrokken professional de indruk heeft dat het suïciderisico hoog is. Het suïciderisico is *matig* als een persoon: (1) *ja* antwoordt op vraag 3 én *nee* op vraag 6; of (2) *ja* antwoordt op vraag 2 én vraag 6. Wanneer het suïciderisico *matig* is of *hoog*, wordt de persoon aangemeld in het monitoringssysteem.
- 18 jaar en ouder
- Nederlands beheersen
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Laag suicide risico
- Jonger dan 18 jaar
- Nederlandse taal niet beheersen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL61935.028.17 |