Het doel van het onderzoek is het analyseren van de hypothese dat intraveneuze toediening van milrinone in combinatie met NO-inhalatie een reductie geeft in de duur van de behandeling met iNO als ook de invasieve beademingsduur bij neonaten geboren…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Falen van de hartfunctie
- Luchtwegaandoeningen bij neonaten
Synoniemen aandoening
Aandoening
Persisterende pulmonale hypertensie van de pasgeborene
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is de duur van NO-inhalatie en de totale invasieve
beademingsduur.
Secundaire uitkomstmaten
De incidentie van het gebruik van andere inotropica; kritisch lage LV en RV
functie en output, gemeten met behulp van echocardiografie en een non-invasieve
cardiac output monitor (NICOM); het voorkomen van bijwerkingen van milrinone,
waar onder hypotensie; en uitkomstmaten net voor ontslag in de twee groepen.
De volgende demografische kenmerken en relevante korte-termijn uitkomsten
zullen worden verzameld: opnameduur; tijd tot extubatie; duur van extra
zuurstoftoediening en overleving.
Indicatoren van cardiorespiratoire stabiliteit (bloeddruk, hartfrequentie,
zuurstofsaturatie), ademhalingsondersteuning (FiO2, mean airway pressure (MAP),
oxygenatie index [MAP × FiO2/PaO2]), arteriële oxygenatie [PaO2], plasma
lactaat, pH, PCO2, HCO3-, Base excess en relevante bijkomende behandelingen
(bijvoorbeeld sedatie, analgesie, spierrelaxatie, inotropica, vochttoediening)
op de volgende tijdspunten:
1) Voor behandelingt; 2) Na de oplaaddosis; 3) 12 uur na begin van behandeling;
4) 24 uur na begin van behandeling; 5) 2 uurna staken van de behandeling.
De volgende bloedonderzoeken zullen worden verricht gedurende de studie tot 24
uur na staken van de studiemedicatie:
* Dagelijks volledig bloedbeeld, inclusief thrombocyten:
* Dagelijks elektrolyten, ureum en kreatinine:
* Dagelijks leverfunctietests (ALAT, ASAT, yGT):
* Tweemaal daags bloedgasanalyse
Echocardiografisch onderzoek zal plaatsvinden volgens het volgende schema met
een tijdspanne van ± 3 uur: 1) Voor start van de studiemedicatie: Diagnose PPHN
en uitsluiten structurele hartaandoening; 2) 12 uur na start studiemedicatie;
3) 24 uur na start studiemedicatie; 4) 8 uur na staken van de studiemedicatie.
Non-invasieve Cardiac Output Monitoring (NICOM) zal gestart worden voor de
start van de studiemedicatie tot het moment waarop het laatste echocardiogram
is vervaardigd, te weten 8 uur na staken van de studiemedicatie.
Echoencefalografisch onderzoek zal plaatsvinden voor start en na staken van de
studiemedicatie.
Achtergrond van het onderzoek
Persisterende pulmonale hypertensie van de neonaat (PPHN) is een frequent
voorkomende aandoening met een verhoogd risico op neonatale complicaties en
overlijden, de noodzaak tot behandeling met ECMO (ExtraCorporele
MembraanOxygenatie), als ook een negatieve invloed op de neurologische
ontwikkeling. Er is nog onvoldoende kennis over de pathofysiologische
achtergronden van PPHN en de voorspelling van de respons op NO-inhalatie (iNO)
bij presentatie van de symptomen; tot 40% van de patiënten reageert niet op
iNO. De toenemende kosten van iNO weerhouden de toepassing van deze therapie in
zowel de rijkere als armere landen. Preliminaire aanwijzingen dat toevoeging
van milrinone aan iNO een verbetering van zowel de oxygenatie als myocardiale
functie geeft, rechtvaardigt een nadere analyse. De inotrope, lusitrope en
pulmonaal vasodilatatoire eigenschappen van milrinone vormen de basis voor de
mogelijke ideale werking bij deze patiënten, die de respons op de behandeling
mogelijk verbetert en de mortaliteit, gerelateerd aan de aandoening, reduceert.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is het analyseren van de hypothese dat intraveneuze
toediening van milrinone in combinatie met NO-inhalatie een reductie geeft in
de duur van de behandeling met iNO als ook de invasieve beademingsduur bij
neonaten geboren na een zwangerschapsduur van * 34 weken en een gewicht * 2000
gram met een klinische en echocardiografische diagnose van persisterende
pulmonale hypertensie van de neonaat (PPHN).
Onderzoeksopzet
Het betreft een multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde,twee-armige pilot
studie, met een gebalanceerde (1:1) allocatie, dat zal worden uitgevoerd in
'level III' neonatale intensive care units in Ierland en Nederland.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Neonaten in de interventie-arm worden behandeld met een intraveneuze oplaaddosis milrinone lactaat (10 mg/mL) in een dosering van 50>g/kg toegediend in 60 minuten waarna gestart wordt met een onderhoudsdosering, welke begint met 0.375>g/ kg/min tot een maximum van 0.750>g/ kg/min. Toediening zal worden gestaakt wanneer iNO therapie is gestaakt of indien de maximale duur van 35 uur is bereikt, conform de SmPC aanbeveling. Een volumebolus van 10 mL/kg fysiologisch zout zal samen met de oplaaddosis milrinone in 60 minuten worden toegediend. De infuussnelheid wordt in stappen aangepast aan de hand van oxygenatieparameters volgens een vast protocol. Neonaten in de controle arm krijgen een intraveneuze oplaaddosis placebo (fysiologisch zout) in een gelijke infusiesnelheid als de milrinone bolus over een periode van 60 minuten. Een volumebolus van 10 mL/kg fysiologisch zout wordt gelijktijdig in 60 minuten toegediend, net als in de interventie-arm. Vervolgens wordt een placebo (NaCl 0.9%) infuus als onderhoud gestart in een gelijke infusie-snelheid als milrinone in de interventie-arm tot de iNO therapie is gestaakt of indien de maximale duur van 35 uur is bereikt. Het infuus wordt in passen aangepast conform het protocol in de interventie-arm.
Inschatting van belasting en risico
De patiënten in deze studie worden vanwege hun aandoening reeds behandeld op de
neonatale intensive care. Het toevoegen van milrinone aan reeds gestarte
NO-inhalatie wordt ook buiten studieverband reeds op onze afdeling toegepast.
Er zal gebruikt gemaakt worden van non-invasieve cardiac output monitoring met
behulp van een thoracale bioreactance methode (NICOM, Cheetah Medical). Hiertoe
zullen 4 plakelektroden worden geplaatst op de pasgeborene, welke niet
interfereren met de gebruikelijke, standaard monitoring en
verzorging/verpleging. Deze non-invasieve cardiac output monitoring vindt
momenteel eveneens plaats op onze NICU buiten dit studieverband om.
Tevens vindt er aanvullend echocardiografisch onderzoek plaats, dat reeds
standaard in deze onderzoekspopulatie wordt verricht even als
echoëncefalografisch onderzoek. Een echocardiogram of echoëncefalogram betreft
een non-invasief onderzoek, dat geen nadelige consequenties heeft voor de
neonaat, indien dit lege artis wordt uitgevoerd.
Het benodigde bloedonderzoek, zoals benodigd als onderdeel van de secundaire
uitkomstmaten, vindt reeds standaard plaats. Er hoeft derhalve geen extra bloed
te worden afgenomen ten behoeve van deze studie. Aangezien deze
patiëntenpopulatie voorzien zal zijn van zowel een arteriële en centraal
veneuze katheter, vinden er derhalve ook geen (extra) vene- of arteriepuncties
plaats ten behoeve van de studie.
Alle proefpersonen worden behandeld conform actuele (inter)nationale
aanbevelingen en volgens lokale protocollen.
Er is een risicoclassificatie verricht zoals beschreven in het NFU document
'Kwaliteitsborging mensgebonden onderzoek 2.0'. Op grond van deze NFU
classificatie worden de risico's verbonden aan deelname aan deze studie als
verwaarloosbaar ingeschat.
De studie is groepsgerelateerd aangezien persisterende pulmonale hypertensie
van de neonaat een - zoals de naam al aangeeft - neonatale aandoening betreft
waarvan geen bekende variabiliteit aanwezig is in relatie tot geslacht of
etniciteit.
Publiek
123 St Stephen's Green 123
Dublin 2 0000
IE
Wetenschappelijk
123 St Stephen's Green 123
Dublin 2 0000
IE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) Zwangerschapsduur *34 weken en een geboortegewicht *2000 gram
2) Postnatale leeftijd * 10 dagen en binnen 4 dagen na opname
3) Echocardiografische diagnose van PPHN
4) Geen belangrijke aangeboren hartafwijking met uitzondering van klein atriaal
septumdefect of ventrikelseptumdefect (gemeten <3 mm)
5) Oxygenatie-index *10
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1) Lethale aangeboren afwijking of verdenking op een onderliggend syndroom
2) Verhoogde bloedingsneiging (afwijkende stollingstijden/aantal bloedplaatjes
<100,000/ mm3)
3) Intraventriculaire bloeding
4) Diastolisch hypotensie niet reagerend op medische interventie (*30 mL/kg
volume bolus and * 2 inotropica in een dosering van minimaal 10 *g/ kg/min)
5) Hypoxisch-ischaemische encephalopathie, waarvoor therapeutische hypothermie
6) Aanwijzingen voor nierfalen (Kreatinine > 100micromol/l)
7) Ernstige Hypovolaemie: Hartfrequentie > 180 bpm, capillaire refill tijd > 5
seconds, urine productie < 0.5mL/kg/uur, naast de diastolische hypotensie,
zoals hierboven beschreven
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2014-002988-16-NL |
ISRCTN | ISRCTN12949496 |
CCMO | NL64885.091.18 |