Onderzoeken wat het effect is van lactaattoediening op de CBF in de thalamus en globale CBF tijdens euglykemie en hypoglykemie in patiënten met een normale gevoeligheid voor hypoglykemie (normal awareness of hypoglycemia; NAH).
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Glucosemetabolismestoornissen (incl. diabetes mellitus)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De verandering in de CBF in de thalamus in respons op de infusie van lactaat,
tijdens hypoglykemie
Secundaire uitkomstmaten
- Verandering in globale CBF in respons of de infusie van lactaat, tijdens
hypoglykemie
- Verandering in plasma spiegels van adrenaline, noradrenaline, groeihormoon en
cortisol, in respons op hypogklykemie ten opzichte van euglykemie, met en
zonder lactaattoediening
- Verandering in hypoglykemische sympoomscores in respons op hypoglykemie, met
en zonder lactaattoediening
Achtergrond van het onderzoek
Lactaat speelt waarschijnlijk een belangrijke rol in het ontstaan van een
verminderde gevoeligheid voor het bemerken van hypoglykemiën (impaired
awareness of hypoglycemia; IAH). Ongeveer een kwart van de patiënten met type 1
diabetes heeft hier last van en de pathogenese is onbekend. Het is bekend dat
lactaattoediening ervoor zorgt dat symptomen en de hormoonrespons op een hypo
onderdrukt wordt. Dit lijkt erg op de situatie zoals in patiënten met IAH. Het
is niet bekend of dit effect van lactaat het gevolg is van lactaat oxidatie of
het gevolg van veranderingen in globale of regionale cerebrale perfusie (CBF).
Normaal gesproken zorgt een hypo voor een redistributie van de CBF richting de
thalamus. De thalamus is belangrijk in het initiëren van de sympathische
respons op een hypo. In patiënten met IAH vindt deze redistributie niet plaats
maar is er wel een toename in globale CBF. Onze hypothese is dat
lactaattoediening ervoor zorgt dat de redistributie van CBF naar de thalamus
niet meer (of minder) optreedt en/of een verhoogde globale CBF. Als dat zo is,
kunnen deze resultaten bijdragen aan het ontrafelen van de pathogenese van IAH.
Doel van het onderzoek
Onderzoeken wat het effect is van lactaattoediening op de CBF in de thalamus en
globale CBF tijdens euglykemie en hypoglykemie in patiënten met een normale
gevoeligheid voor hypoglykemie (normal awareness of hypoglycemia; NAH).
Onderzoeksopzet
Enkelblind, placebo gecontroleerd, gerandomiseerde cross-over interventie
studie
Onderzoeksproduct en/of interventie
Op twee verschillende ochtenden zullen de patiënten met T1DM en NAH een hyperinsulinemische euglykemischehypoglykemische glucose clamp ondergaan> met en zonder (placebo) de toediening van lactaat. Met ASL-MRI zullen we de globale en regionale CBF meten.
Inschatting van belasting en risico
De hypoglykemische conditie zal waarschijnlijk typische symptomen (bijv.
zweten, hongergevoel, trillingen) veroorzaken bij patiënten met NAH. Deze
klachten worden doorgaans goed verdragen en zijn waarschijnlijk minder aanwezig
als lactaat wordt toegediend. Het risico op ernstige hypoglykemie is
verwaarloosbaar. De arteriële en veneuze infusen kunnen leiden tot hematomen en
flebitis, echter heeft dit in het verleden nooit geleid tot ernstige of
blijvende schade.
ASL-MRI is een non-invasieve techniek (gebruik makend van magnetische velden)
en wordt niet geassocieerd met bijwerkingen anders dan mogelijk claustrofobie
vanwege het liggen in de smalle MR tunnel.
Publiek
Geert Grooteplein 10
Nijmegen 6500 HB
NL
Wetenschappelijk
Geert Grooteplein 10
Nijmegen 6500 HB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- duur diabetes * 1 jaar
- Leeftijd: 18-50 jaar
- Body-Mass Index: 18-30 kg/m2
- HbA1c: <75 mmol/mol (<9%)
- Score Clarke vragenlijst: 0-1
- Bloeddruk: <160/90 mmHg
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Onvermogen om informed consent te tekenen
- Gebruik van medicatie anders dan insuline, orale anticonceptie of levothyroxine
- Een aandoening die met het studie protocol interferereert, zoals hersenletsel, epilepsie, cardiovasculaire aandoeningen of hartfalen, bekende lever aandoeningen, een angstoornis of bekendheid met paniekaanvallen
- Microvasculaire complicaties van T1DM behalve achtergrond retinopathie
- MRI contraindicaties, zoals een zwangerschap, ernistge claustrofobie of de aanwezigheid van metaal in het lichaam
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2018-000684-82-NL |
CCMO | NL64421.091.18 |
Ander register | nog niet bekend |