Primaire doelstellingDit is een bevestigende onderzoeksstudie om de niet-inferieure werkzaamheid van remimazolam vast te stellen vergeleken met propofol voor de inductie en het onderhoud van de algemene anesthesie voor electieve chirurgie bij ASA…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
Synoniemen aandoening
Aandoening
General anesthesia
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primair werkzaamheidseindpunt (PWP) is het anesthetisch effect van
remimazolam en propofol beoordeeld als het procentuele aandeel (%) van de tijd
dat de Narcotrend (NCT) Index *60 bedraagt tijdens de onderhoudsfase van de AA,
gedefinieerd als de tijdsspanne tussen de eerste huidincisie en voltooiing van
de laatste huidhechting.
Secundaire uitkomstmaten
Het belangrijkste secundair eindpunt (BSE) is de hemodynamische instabiliteit
gedefinieerd als een kritieke daling/kritieke dalingen van de gemiddelde
arteriële bloeddruk (MAP) tussen de start van het IMP en 15 minuten na de
eerste huidincisie.
Voor dit eindpunt worden alle gebeurtenissen van de volgende categorieën per
patiënt in aanmerking genomen en opgesomd:
* voorval van daling van de MAP tot onder 65 mmHg gedurende minstens 1 minuut
* voorval van een MAP-daling van meer dan 20% onder de berekende (gemiddelde)
baseline MAP-waarde gedurende minstens 1 minuut
* voorval van een MAP-daling van meer dan 30% onder de berekende (gemiddelde)
baseline MAP-waarde gedurende minstens 1 minuut
* aantal noodzakelijke norepinefrinebolussen (0,01 mg) of, als een infuus wordt
toegediend om de MAP gelijk of hoger dan 65 mmHg te houden, wordt elk
tijdsinterval van 2 minuten continu norepinefrine-infuus geteld als één
gebeurtenis.
De baseline MAP wordt berekend op basis van alle bloeddrukmetingen (BD)
uitgevoerd na het ondertekenen van het formulier voor geïnformeerde toestemming
(ICF) en voor aankomst in de operatiekamer (OK).
Dit eindpunt is een veiligheidseindpunt.
Andere secundaire eindpunten voor de werkzaamheid omvatten
* het percentage van de tijd dat de NCT-index (NCI) *60 en *27 bedraagt tijdens
de onderhoudsfase
* het percentage van de tijd dat de NCI <27 bedraagt tijdens de onderhoudsfase
het percentage van patiënten met een NCI van *60 en *27 tijdens *90% van de
onderhoudsfase
* het percentage van patiënten dat een verdovend middel als reddingsmedicatie
kregen toegediend
* optreden van onbedoeld wakker worden (expliciet bewustzijn) tijdens de
operatieve ingreep
* tijdsinterval vanaf de start van het IMP tot de eerste NCI *60
* tijdsinterval vanaf de start van het IMP tot verlies van de ooglidreflex
* tijdsinterval vanaf de start van het IMP tot bewustzijnsverlies (LOC, d.w.z.
gemodificeerde evaluatie door de waarnemer van de alertheid/verdoving [MOAA/S]
= 0)
* tijdsinterval vanaf de stop van het IMP tot de respons op een mondeling bevel
(MOAA/S *4)
* tijdsinterval vanaf de stop van het IMP tot het einde van de extubatie
* tijdsinterval vanaf de stop van het IMP tot het terug bewust zijn van tijd,
plaats, persoon en situatie
* tijdsinterval vanaf de stop van het IMP tot een gemodificeerde Aldretescore *9
* algehele tevredenheid van de onderzoeker met het IMP
Andere secundaire eindpunten voor de veiligheid zijn
* behandeling-gerelateerde bijwerkingen (TEAEs)
* gevallen van hypotensie vanaf de start van het IMP tot het einde van de
chirurgische ingreep (= voltooiing van de laatste huidhechting)
o daling van de MAP tot onder 65 mmHg gedurende minstens 1 minuut
o MAP daalt meer dan 20% onder de berekende (gemiddelde) baseline MAP-waarde
gedurende minstens 1 minuut
o MAP daalt meer dan 30% onder de berekende (gemiddelde) baseline MAP-waarde
gedurende minstens 1 minuut
o aantal noodzakelijke norepinefrinebolussen (0,01 mg) of, als een infuus wordt
toegediend om de MAP gelijk aan of hoger dan 65 mmHg te houden, dan wordt elk
tijdsinterval van 2 minuten continu norepinefrine-infuus geteld als één
gebeurtenis gedurende minstens 1 minuut
gevallen van bradycardie
o hartslag (HR) lager dan 45 slagen per minuut (bpm) gedurende minstens 1 minuut
o hartslagdaling met >20% onder de berekende (gemiddelde) baseline HR-waarde
gedurende minstens 1 minuut
o hartslagdaling met >30% onder de berekende (gemiddelde) baseline HR-waarde
gedurende minstens 1 minuut
o aantal glycopyrrolaatinjecties (0,2 tot 0,4 mg indien nodig)
* Lichamelijk onderzoek
* laboratoriumparameters: hematologie, biochemie, coagulatie en urineonderzoek
* vitale parameters, inclusief de door FloTrac gemeten parameters
* 12-lead elektrocardiogram (ECG)
* 3-lead ECG of 5-lead ECG
* zuurstofsaturatie
* pijn bij injectie van het IMP
* Concomitante-medicatie
* cognitieve functie van de patiënt beoordeeld op basis van de 3D-Confusion
Assessment Method-S-score
Achtergrond van het onderzoek
Fase III bevestigende studie over de werkzaamheiden veiligheid van remimazolam
(CNS7056) vs. propofol voor intraveneuze anesthesie tijdens electieve
chirurgie.
Europese centra met een groot jaarlijkse volume van algemene anesthesie (AA)
komen in aanmerking voor deelname aan deze onderzoeksstudie. Initieel zullen er
tot 22 Europese centra worden geselecteerd. Elk deelnemend centrum moet in
staat zijn 50 patiënten of meer voor deelname aan de studie kunnen rekruteren.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling
Dit is een bevestigende onderzoeksstudie om de niet-inferieure werkzaamheid van
remimazolam vast te stellen vergeleken met propofol voor de inductie en het
onderhoud van de algemene anesthesie voor electieve chirurgie bij ASA patiënten
(American Society of Anesthesiologists Physical Status)van klassen III en IV .
Belangrijkste secundaire doelstelling
Dit is een bevestigende onderzoeksstudie om superieure hemodynamische
stabiliteit verbonden aan het gebruik van remimazolam vast te stellen
vergeleken met propofol voor de inductie en het onderhoud van de AA voor
electieve chirurgie.
Onderzoeksopzet
Een prospectieve enkelblinde, gerandomiseerde, gecontroleerde, bevestigende
onderzoeksstudie in meerdere centra met een parallelle groep die remimazolam
vergelijkt met propofol voor de inductie en het onderhoud van de AA tijdens
electieve chirurgie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De experimentele geneesmiddelen (Investigational Medicinal Products, IMPs) zijn remimazolam (CNS7056) en de comparator propofol. In totaal worden er bij benadering 452 patiënten gerandomiseerd met de volgende verdeling over 2 groepen: > 339 patiënten worden gerandomiseerd naar remimazolam. > 113 patiënten worden gerandomiseerd naar propofol. Er wordt een gestratificeerde randomisatieprocedure toegepast om in elke studiecentrum een randomisatie ration van 3:1 te verzekeren in elk van de 2 subgroepen ASA III en ASA IV.
Inschatting van belasting en risico
De maximale studieduur voor elke patiënt bedraagt tot 30 dagen. Patiënten
worden binnen de 28 dagen voor de geplande operatiedatum (=dag 1) gescreend. De
follow-upprocedures in het kader van de onderzoeksstudie worden uitgevoerd op
dag 2.
Deze onderzoeksstudie bestudeert het gebruik van remimazolam als een
intraveneus anestheticum voor het toedienen bij een AA voor electieve chirurgie
bij patiënten van ASA-klassen III tot IV.
Voor het verkrijgen van voldoende sedatie en analgesie wordt het IMP samen met
remifentanil 0,2 *g/kg/min toegediend tijdens de inductie van de AA. Tijdens
het onderhoud van de AA wordt het IMP samen met remifentanil toegediend aan een
dosis van tussen 0,2 tot 0,5 *g/kg/min en wordt de NCI tussen *40 en *60
gehouden. Om deze doelstelling te bereiken kan het IMP worden getitreerd binnen
vooraf bepaalde grenzen. Naar het einde van de chirurgische ingreep toe moet
het IMP worden afgebouwd zodat de NCI *60 bedraagt tot aan de voltooiing van de
laatste huidhechting. Onmiddellijk na de voltooiing van de laatste huidhechting
moet de toediening van het IMP en remifentanil worden gestopt met het oog op
een zo spoedig mogelijke extubatie van de patiënt.
Publiek
Brookmount Court, Kirkwood Road NA
Cambridge CB4 2QH
GB
Wetenschappelijk
Brookmount Court, Kirkwood Road NA
Cambridge CB4 2QH
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- mannelijke of vrouwelijke ASA III/IV patiënten van minstens 18 jaar oud, met
een geplande electieve chirurgische ingreep met een minimumduur van bij
benadering 90 minuten, onder AA en met de voorziening dat de extubatie
onmiddellijk na de ingreep zal plaatsvinden
- volledig intraveneuze algemene anesthesie met de vereiste voor mechanische
beademing via endotracheale intubatie en patiënten bij wie invasieve
BD-monitoring noodzakelijk is wegens de ernst van de ziekte of de ernst van
gelijktijdige aandoeningen, het soort chirurgische ingreep of beslissingen
genomen door de anesthesiemedewerkers.
- patiënten voor wie na de chirurgische ingreep een ziekenhuisopname is
voorzien die voldoende lang duurt om alle follow-upprocedures in het kader van
de onderzoeksstudie te kunnen uitvoeren (~1 dag)
* voor vruchtbare vrouwelijke patiënten: negatieve zwangerschapstests, waarbij
de eerste test werd afgenomen aan het begin van de screening en de tweede test
werd afgenomen net voor de start van de toediening van het IMP en akkoord gaan
met het gebruik van zeer doeltreffende anticonceptiemethoden vanaf de laatste
menstruatiecyclus voor de start met het IMP tot het einde van de
follow-upprocedures in het kader van de onderzoeksstudie. Zeer doeltreffende
anticonceptiemethoden zijn onder meer:
o gecombineerde hormonale anticonceptiemiddelen (met oestrogeen en
progestageen) geassocieerd met de remming van de ovulatie:
* oraal, intravaginaal, transdermaal
o progestageen-alleen hormonale anticonceptiemiddelen geassocieerd met de
remming van de ovulatie (eisprong) en met de volgende toedieningswijzen:
* oraal, injecteerbaar, implanteerbaar
o spiraaltje (IUD)
o hormoonspiraaltje (IUS)
o bilaterale tubaocclusie
o partner die een vasectomie onderging (gesteld dat de partner de enige
seksuele partner is van de vruchtbare vrouw en dat het resultaat van de
vasectomie van de partner medisch is beoordeeld)
o seksuele onthouding (in Zwitserland wordt deze methode niet geaccepteerd)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- patiënten met een geplande spinale, epidurale (centraal neuraxiale blocks) of
regionale anesthesie. Het plaatsen van een peridurale katheter met toediening
van een testdosis of een plaatselijke verdoving (tot 5 ml) ter verificatie van
een correcte positionering met het oog op postoperatieve analgesie en regionale
toediening van lokale anesthetica voor postoperatieve analgesie na wondsluiting
(na de laatste huidhechting), is toegestaan.
- patiënten die een transplantatie, hartchirurgie, intracraniale
neurochirurgie, dringende chirurgische ingrepen of ingrepen met noodzakelijke
geplande postoperatieve respiratoire ondersteuning ondergaan
- patiënten die een chirurgische ingreep ondergaan waarvoor de BD hoog moet
worden gehouden, bv. chirurgische ingrepen in een strandstoelpositie
- patiënten met ernstige hypertensie, d.w.z. één systolische BD-,
baselinemeting van 200 mmHg of hoger en/of diastolische BD van 120 mmHg of
hoger. Baseline is gedefinieerd als de tijd die start na de ondertekening van
het ICF en eindigt voor de aankomst in de operatiekamer.
- patiënten met een totale bilirubinewaarde van *3,0 mg/dl of een
aspartaataminotransferase- of alanineaminotransferaseconcentratie die *3 maal
hoger is dan volgens de referentiewaarden bij laboratoriumonderzoeken, die
binnen 7 dagen voor de start met het IMP moeten worden gecontroleerd, of andere
laboratoriumresutaten waardoor de patiënt ongeschikt wordt voor de studie
- patiënten met het eindstadium van nierfalen waarvoor een geplande dialyse
vereist is.
- patiënten met bekende anafylactische reacties op benzodiazepines, propofol,
opioïde analgetica, niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen (NSAIDs),
dextraan, neuromusculaire blokkers, flumazenil, naloxone of andere anesthetica
of met een medische aandoening waardoor deze middelen gecontra-indiceerd zijn
(volgens de lokale etikettering). Patiënten met allergie/overgevoeligheid voor
runderlactose, dextraan of een andere hulpstof in het remimazolamproduct.
- acute alcohol- of ongeoorloofde drugsintoxicatie, shock of coma
- gekende huidige afhankelijkheid of regelmatig gebruik van alcohol of van
middelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken
- patiënten met gastroparese of vertraagde maaglediging, maagreflux of alle
andere verhoogde risico*s op maagaspiratie
- patiënten met verwachte (kleine mondopening, beperkte nekbewegingen, goiter,
hoofd- en nektumoren of om andere anatomische redenen) of bekende
luchtwegproblemen, of met bekende problemen met de luchtwegen of
maskerbeademing-
- patiënten bij wie NCT geen resultaten zou kunnen opleveren wegens organische
defecten van de hersenen of het voorhoofd of neurologische aandoeningen die
interfereren met de EEG-monitoring
- patiënten die worden behandeld met valporaat
- zwangere patiënten of patiënten die borstvoeding geven
- patiënten die tijdens de 30 dagen voor de start of 5 maal de halfwaardetijd
(de langste van deze) van het te onderzoeken middel aan een andere klinische
onderzoeksstudie deelnamen. Uitzondering: proeven zonder interventie zoals
gedefinieerd in de Europese richtlijn 2001/20/EG voor klinische proeven: een
proef waarin het/de geneesmiddel(en) op de gebruikelijke wijze is/zijn
voorgeschreven overeenkomstig de voorwaarden van de vergunning voor het in de
handel brengen. De toewijzing van de patiënt aan een bepaalde therapeutische
aanpak wordt niet vooraf vastgelegd in een studieprotocol, maar valt binnen de
huidige praktijk en het voorschrijven van het geneesmiddel is duidelijk
afgebakend ten opzichte van het besluit om de patiënt op te nemen in de studie.
Er vinden geen aanvullende diagnostische of monitoringprocedures plaats voor de
patiënt en voor de analyse van de verzamelde gegevens moeten epidemiologische
methoden worden gebruikt
- elke patiënt die wordt beoordeeld als niet geschikt zijnde om geïnformeerde
toestemming te geven of de studie-onderzoeken uit te voeren (bv. wegens
dementie)
- elke patiënt die door de hoofdonderzoeker of onderzoeker wordt beoordeeld als
niet geschikt voor studiedeelname wegens om het even welke reden
- Gepland gebruik van verboden concomitante medicatie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2018-000174-29-NL |
CCMO | NL65841.056.18 |