een primair doel van de studie is het onderzoeken van de onderliggende oorzaken van het verhoogde risico op pneumonie bij mensen die in de buurt van geitenbedrijven wonen. Ook is het doel van de studie om de associaties tussen lange termijn…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Luchtweginfecties
Synoniemen aandoening
Aandoening
microbioom
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaten zijn voor controlpersonen, geitenhouders (en
patienten):
- Detectie van pathogenen in de nasale wattenstaaf m.b.v. een multiplex PCR van
33 respiratoire pathogenen
- Detectie van Coxiella burnetii de nasale wattenstaaf m.b.v. PCR
- Analyse van de compositie van het orale respiratoire microbioom d.m.v. 16S
rRNA sequencing
- Analyse van het viroom en metagenoom in de nasale wattenstaaf bij een subset
van de deelnemers.
- Serumrespons op SARS-CoV-2
Aanvullend voor controlepersonen:
- pre-bronchodilatator longfunctie
- luchtwegklachten (vragenlijst)
Aanvullend voor geitenhouders en hun werknemers:
- serologie op pathogenen die potentieel kunnen zijn geassocieerd met werken in
een geitenbedrijf (o.a. Coxiella burnetii)
- serologie op geitenhouderijgeassocieerde thermofiele bacteria en schimmels
als marker voor extrinsieke allergische alveolitis
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten van toepassing op de controlegroep:
- atopie-status, specifiek serum IgE voor een panel van bekende
inhalatieallergenen te weten gras, boom, huisstofmijt, kat en hond
Secundaire uitkomstmaten van toepassing op de geitenhouders en hun werknemers:
- respiratoire symptomen (vragenlijst)
- samenstelling darmmicrobioom obv ontlastingmonster (16S RNA sequencing)
Ook zullen we ontlastingmonsters verzamelen bij geitenhouders en hun werknemers
om links te leggen met andere grote studies, zoals PIENTER, en om te
achterhalen hoeveel van van het microbiologisch milieu geitenhouders delen met
de geiten.
Achtergrond van het onderzoek
Omwonenden van veehouderijen worden blootgesteld aan o.a. stof, endotoxine en
ammonia uit de veehouderij. Deze blootstellingen In 2014 - 2015 is de studie
Veehouderij en gezondheid Omwonenden (VGO-studie) uitgevoerd. De resultaten van
de VGO-studie laten een associatie zien tussen het wonen rond veehouderijen, en
dan voornamelijk geitenbedrijven, en een verhoogd risico op pneumonie. Eerder
is dit verband ook al gesignaleerd in het project Intensieve Veehouder en
Gezondheid en werden ze bevestigd in her-analyse van huisartsengegevens van
2009. Bij COPD-patiënten die wonen in de buurt van veehouderijen werd er een
associatie gevonden tussen verhoogde ammoniakconcentraties en acute
luchtwegobstructie, en tussen een verhoogd risico op pneumonie en kip- en
geitenbedrijven, samenhangend met een verschuiving van het rewspiratoire
microbioom. De onderliggende oorzaken hiervan zijn nog niet bekend. De
hypothese van dit onderzoek is het verhoogde risico wordt veroorzaakt door
inhalatie van potentiele, veehouderij-gerelateerde pathogenen of doordat
blootstelling aan veehouderijen leidt tot een verandering van de samenstelling
van het respiratoire microbioom/virome en dat die verandering het verhoogde
risico verklaart. Deze hypotheses worden in VGO-3 bestudeerd. In afwachting va
de resultaten van VGO-3 houden 9 van de 12 Nederlandse provincies uitbreiding
en/of vestiging van geitenbedrijven tegen.
Doel van het onderzoek
een primair doel van de studie is het onderzoeken van de onderliggende oorzaken
van het verhoogde risico op pneumonie bij mensen die in de buurt van
geitenbedrijven wonen. Ook is het doel van de studie om de associaties tussen
lange termijn blootstelling aan veehouderijen en de respiratoire gezondheid
(longfunctie-afname, klachten) te onderzoeken in een follow-up na 6 jaar van
baseline van de VGO-populatie.
Het secundaire doel van de studie is om potentiele bronnen van blootstelling te
identificieren die bijdragen aan de verlaagde prevalentie van astma en allergie
die gevonden is bij omwonenden van veehouderij.
Onderzoeksopzet
Een cross-sectionele analyse van potentieel causale pathogenen van pneumonie en
het microbioom van de orale en nasale farynx zal worden uitgevoerd in 3
populaties:
1. patiënten die worden gediagnostiseerd met pneumonie en die wonen in gebieden
met veel geitenbedrijven (niet WMO-plichtig)
2. gezonde deelnemers aan de studie in een vergelijkbaar gebied als de
patiënten (de eerdere VGO-populatie)
3. eigenaren en werknemers van geitenbedrijven
In deze groepen zal worden gekeken naar aanwezige pathogenen en veranderingen
in het respiratoire microbioom.
Inschatting van belasting en risico
De belasting van het onderzoek is voor alle deelnemers het afnemen van een
monster van zowel de nasale als de orale farynx. Dit kan een kortdurend
ongemakkelijk gevoel geven.
Bij de controlegroep wordt een vragenlijst afgenomen en wordt een
longfuctietest uitgevoerd met standaard spirometrie en wordt 10 ml bloed
afgenomen. De totale tijdsduur voor de controlegroep wordt per persoon geschat
op 55 minuten.
Bij de geitenhouders/werkers wordt een vragenlijst afgenomen en wordt 10 ml
bloed afgenomen ook wordt een ontlastingsmonster meegenomen. De totale
tijdsduur voor deelnemers in deze groep is ongeveer 55 minuten.
Het risico is in deze observationele studie minimaal (monster van de nasale en
orale farynx (n=2550) en eventueel longfunctietest (n=1600) of bloedafname
(n=1750).
Er zijn geen directe voordelen van deelname voor de deelnemers. De studie zal
inzicht geven in het verhoogde risico op pneumonie in gebieden met veel
geitenhouderijen en welke milieufactoren dit risico beïnvloeden. Daarnaast
zullen de resultaten bijdragen aan een beter begrip van hoe (veranderingen in)
het (respiratoire) microbioom bijdraagt aan de ontwikkeling van pneumonie en
respiratoire gezondheid in het algemeen.
Publiek
Yalelaan 2
Utrecht 3584 CK
NL
Wetenschappelijk
Yalelaan 2
Utrecht 3584 CK
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
(Patiëntenpopulatie: diagnose longontsteking bij de huisarts (ICPC-code R81))
Controlegroep: deelgenomen aan de VGO-1-studie
Geitenhouders/werkers: werkzaam op een geitenboerderij
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Controle groep: geen exclusiecriteria. Er zijn wel contra-indicaties voor het
uitvoeren van de longfunctietest:
- Hartfalen inclusief hartaanval in de afgelopen 3 maanden
- borst/buikoperatie in de afgelopen 3 maanden
- oplopend aorta-aneurysma
- hemoptoë
- hersen- oor- of oogoperatie in de afgelopen maand
- gebruik van immuunsuppressors/ chemotherapeutica
- immuundeficiëntie
- laatste trimester van zwangerschap
- Ongemak van de deelnemer (bv als gevolg van diarree, overgeven of verkoudheid)
Geitenhouders/werkers: niet in staat om in het Nederlands te communiceren
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL71068.041.19 |