De rol van de intrinsieke voetspieren bij het lopen en balans bij oudere volwassenen

Vallen komt veel voor bij oudere volwassenen en heeft grote maatschappelijke
gevolgen. Vallen gebeurt vooral tijdens het lopen als gevolg van een veranderde
manier van lopen en / of het onvermogen om de lichaamsbalans te handhaven. De
grootte van de zachte weefsels van de voet (bijv. spieren), bepaald met
echografie, houden verband de biomechanica van het lopen en balans bij jonge
gezonde volwassenen. Deze associatie is echter nog niet onderzocht bij oudere
volwassenen. Als deze associatie bestaat, is het mogelijk zinvol deze spieren
sterker te maken door oefentherapie, wat de volgende stap is naar het
optimaliseren van valpreventieprogramma's.

Primaire doelstelling: het verband onderzoeken tussen de grootte van
intrinsieke voetspieren en loopbiomechanica en balans bij oudere volwassenen.

Om de primaire doelstelling te bereiken, zal een cross-sectioneel onderzoek
worden uitgevoerd, bestaande uit twee meetmomenten: één huisbezoek 1-2 weken
voorafgaand aan de metingen in het bewegingsanalyse laboratorium. Aanvullend,
zal gedurende een periode van 12 maanden valincidenten worden gerapporteerd
door de deelnemers.

Deelname levert geen individuele voordelen op. Deelname draagt **echter bij aan
de bestaande kennis over de rol van de intrinsieke voetspieren in het
looppatroon en de balans, waardoor het potentieel duidelijk wordt om deze
spieren te versterken ter preventie van vallen. De last bestaat voor de
deelnemer hoofdzakelijk uit 1) de tijd die wordt besteed aan de meetmomenten (1
uur en 2,5-3 uur), 2) de noodzaak om naar het bewegingsanalyselaboratorium te
reizen, 3) 12 maanden follow-up periode voor het vastleggen van maandelijkse
valincidenten, 4) het ongemak van het dragen van de activiteitenmonitor die
gedurende 7 dagen op de huid van de dij gedragen wordt, en 5) de mogelijkheid
van confronterende vragen of aspecten van de vragenlijsten.