* Het evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van ZX008 op de langetermijn.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Convulsies (incl. subtypes)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De frequentie van convulsieve aanvallen
Secundaire uitkomstmaten
Beoordelingscriteria:
Veiligheid:
AE's, laboratoriumwaarden voor veiligheid (hematologie, chemie,
urineonderzoek), vitale functies (bloeddruk, hartslag, temperatuur en
ademhaling), lichamelijk onderzoek, neurologisch onderzoek, 12-afleidingen
ecg's, Doppler ECHO en lichaamsgewicht. De BRIEF wordt afgenomen om cognitieve
functie na te gaan.
Doeltreffendheid:
* Aantal aanvallen per type
* Convulsieve aanvalvrije interval
* Clinical Global Impression * Improvement, zoals beoordeeld door de
ouder/verzorger
* Clinical Global Impression * Improvement, zoals beoordeeld door de
hoofdonderzoeker
* QOLCE om veranderingen in de kwaliteit van leven van de proefpersoon te meten
* PedsQL om veranderingen in de kwaliteit van leven van de proefpersoon te meten
* PedsQL Family Impact module om veranderingen in de kwaliteit van leven van de
ouder/verzorger te meten
* QoL van de ouder/verzorger met behulp van de EQ-5D-5L-schaal
* Emotionele symptomen van ouder/verzorger met behulp van de HADS (alleen bij
ouders/verzorgers uit kernonderzoek ZX008-1501 en ZX008-1502)
* Duur van langdurige aanvallen (type aanval dat, bij de uitgangswaarde vóór
ZX008, > 2 minuten duurde)
* Aantal episoden van status epilepticus
* Aantal gevallen van gebruik van noodmedicatie en aantal doseringen
* Aantal opnames in het ziekenhuis als gevolg van aanvallen
Verkennend (alleen bij proefpersonen uit kernonderzoek ZX008-1504):
* Gebruik van gezondheidszorg en sociale zorg, waaronder bezoeken aan de
huisarts, logopedie en arbeids- en fysiotherapie, naast acute verblijfsduur in
het ziekenhuis en instelling, verlies van werk, enz.
* Slaapkwaliteit
* Gedrag tijdens het eten
* Karolinska slaapschaal om het effect van het onderzoeksgeneesmiddel op
slaperigheid te meten
Achtergrond van het onderzoek
DS (syndroom van Dravet), ook bekend als severe myoclonic epilepsy in infancy
(SMEI) is een zeldzame en ernstige vorm van epilepsie die in 1978 voor het
eerst werd beschreven door Charlotte Dravet (Dravet, 1978). De aandoening
treedt het vaakst op in het eerste levensjaar in de vorm van frequente febriele
toevallen. Naarmate de aandoening verdere progressie vertoont, treden normaal
gesproken andere soorten toevallen op, waaronder myoklonische toevallen en
status epilepticus (Dravet, 1978). Na het optreden van deze toevallen
ontwikkelen de betroffen kinderen verschillende comorbide aandoeningen,
waaronder psychomotorische regressie, ataxie, slaapstoornis en cognitieve
beperking. Intellectuele beperkingen worden rond het tweede levensjaar
duidelijk vanwege een gebrekkige vooruitgang in intellect/gedrag. Kinderen met
het syndroom van Dravet lijden vaak aan coördinatiegebrek, matige
taalontwikkeling, hyperactiviteit en problematische omgangsvormen (Dravet,
1978; Hurst, 1990). De graad van cognitieve beperking lijkt in ieder geval tot
op zekere hoogte te correleren met de frequentie van toevallen en kan het
resultaat zijn van herhaalde cerebrale hypoxie. Kinderen met DS vertonen ook
een grotere incidentie van plotselinge onverwachte dood bij epilepsie (Sudden
Unexpected Death in Epilepsy, SUDEP; Nashef 2012) dan andere
epilepsiepopulaties. Er is indirect bewijs dat SUDEP koppelt aan verschillende
mogelijke etiologieën, waaronder toevalgeïnduceerde apneu, longoedeem,
ontregeling van de cerebrale circulatie en hartaritmieën (Shorvon 2011), hoewel
de daadwerkelijke etiologie onbekend blijft en andere mechanismen niet
uitgesloten zijn. De overgrote meerderheid van patiënten die overleven tot
volwassenheid is 24 uur per dag geheel afhankelijk van zorgverleners en woont
uiteindelijk in een verpleeghuis. DS is een uiterst behandelingsresistent en
refractair epilepsiesyndroom. Toevalvrijheid van de aandoening komt bij de
betroffen kinderen uiterst zelden voor, zelfs bij polyfarmacie met
anticonvulsieve geneesmiddelen, aangezien alle toevaltypen in DS
geneesmiddelresistent lijken, met minimale verbetering op op dit moment
verkrijgbare anticonvulsieve geneesmiddelbehandelingen. Aangezien er in de
Verenigde Staten geen specifiek goedgekeurde behandelingen zijn voor DS en er
slechts 1 behandeling goedgekeurd is in Canada en Europa, blijft er een
onbeantwoorde behoefte aan een goedgekeurde behandeling voor kinderen met DS.
De motivatie voor uitvoering van dit open-label uitbreidingsonderzoek is
primair het evalueren van de veiligheid op de lange termijn van ZX008 bij DS.
Dit protocol biedt de mogelijkheid tot voortzetting van de behandeling voor
proefpersonen die respons vertonen in het hoofdonderzoek en een mogelijkheid
tot initiële behandeling met ZX008 voor proefpersonen die gerandomiseerd zijn
aan placebo in het hoofdonderzoek.
Doel van het onderzoek
* Het evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van ZX008 op de
langetermijn.
Onderzoeksopzet
Dit is een open-label verlengd onderzoek om de veiligheid op langetermijn te
beoordelen
Onderzoeksproduct en/of interventie
ZX008 wordt geleverd als een orale oplossing met een concentratie van 2,5 mg/ml. Proefpersonen worden getitreerd naar een effectieve dosis, te beginnen met 0,2 mg/kg/day (maximaal: 30 mg/dag). Onderzoeksgeneesmiddel wordt tweemaal daags (b.i.d.) toegediend met voedsel in gelijk verdeelde doseringen.
Inschatting van belasting en risico
Met betrekking tot de risico*s: Zoals uitgebreider beschreven in het protocol
werd enfluramine al tot 27 jaar lang succesvol voorgeschreven bij bepaalde
DS-patiënten voor het onder controle houden van toevallen, zonder optreden van
klinische vulvalopathie of pulmonale hypertensie. Fenfluramine werd toegediend
aan meer dan 500 kinderen met neurologische/gedragsaandoeningen, waaronder
autisme en ADHD, met goede veiligheid en verdraagbaarheid, meestal in een dosis
van 1 mg/kg.
Het farmacologisch en toxicologisch profiel voor het werkzame farmaceutische
bestanddeel fenfluramine na orale toediening is goed gedocumenteerd (zie ZX008
IB 2018).
De methoden voor veiligheidscontrole die in dit protocol worden gehanteerd zijn
adequaat om de veiligheid van de proefpersoon te beschermen en dienen verwachte
en onverwachte tijdens de behandeling optredende bijwerkingen te herkennen.
Hoewel de risico-batenverhouding voor fenfluramine dus als ongunstig wordt
beschouwd voor de behandeling van obesitas bij volwassenen, kan het onder
controle brengen van toevallen bij DS of andere catastrofale kinderepilepsie
leiden tot een acceptabeler risico-batenprofiel voor fenfluramine, vooral als
lagere doses met succes kunnen worden gebruikt.
Over de belasting voor de patiënt: De patiënt dient verschillende procedures te
ondergaan, vragenlijsten in te vullen en een dagboek bij te houden, zoals
beschreven in E4. De vragenlijsten en het dagboek kunnen deels door de ouders
worden ingevuld als dat van toepassing is. De last voor de patiënt kan echter
nog steeds als vrij hoog worden bestempeld. Anderzijds kunnen de gevolgen van
regelmatige toevalactiviteit in de kinderjaren ernstig zijn, waardoor het
voordeel van het beter onder controle houden van toevallen met fenfluramine als
hoog kan worden beschouwd.
De beschikbare informatie suggereert dat het huidig klinisch onderzoek een
acceptabele risico-batenverhouding heeft.
Publiek
De Entrée 99 -197
Amsterdam 1101 HE
NL
Wetenschappelijk
De Entrée 99 -197
Amsterdam 1101 HE
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Proefpersoon is van 2 tot en met 18 jaar oud op de dag van het screeningsbezoek van het kernonderzoek.
2. Proefpersoon heeft naar het oordeel van de onderzoeker en de sponsor het kernonderzoek op bevredigende wijze voltooid.
OPMERKING: die proefpersonen die de 12-weken behandelingsperiode van de kernstudie niet voltooien, zijn mogelijk toch geschikt om aan dit onderzoek mee te doen na overweging van de redenen voor vroegtijdige beëindiging en de mogelijke voordelen en risico's van het doorgaan met een ZX008 onderzoek. Dit wordt per proefpersoon bekeken. Het besluit of een proefpersoon mag deelnemen aan de verlengde open label studie ligt volledig bij de opdrachtgever, welke advies mag vragen van de onderzoeker van het ziekenhuis, het IPCAB en/of het IDSMC.
3. Proefpersoon is een man of een niet-zwangere, niet-borstvoeding gevende vrouw. Vrouwelijke proefpersonen in de vruchtbare leeftijd mogen niet zwanger zijn of borstvoeding geven. Vrouwelijke proefpersonen in de vruchtbare leeftijd moeten een negatieve zwangerschapstest op urine hebben. Proefpersonen die kinderen kunnen krijgen of verwekken moeten bereid zijn om medische aanvaardbare vormen van anticonceptie te gebruiken, waaronder onthouding, tijdens de behandeling in dit onderzoek en gedurende 90 dagen na de laatste dosis onderzoeksmiddel.;4. Proefpersoon heeft een gedocumenteerde medische voorgeschiedenis om een klinische diagnose van het syndroom van Dravet te ondersteunen, waarbij convulsieve aanvallen niet volledig door huidige anti-epileptica onder controle worden gehouden.
5. Proefpersoon is geïnformeerd over de aard van het onderzoek en geïnformeerde toestemming is verkregen van de wettelijk verantwoordelijke ouder/voogd.
6. Als de proefpersoon daartoe in staat is, instemming verleend overeenkomstig de vereisten van de institutionele beoordelingscommissie (IRB)/onafhankelijke ethische commissie (IEC).
7. De verzorger van de proefpersoon is bereid en in staat om zich te houden aan het invullen van het dagboek, aan het bezoekschema en het bijhouden van het onderzoeksgeneesmiddel.
8. De ouder/verzorger van de proefpersoon heeft zich, naar het oordeel van de onderzoeker, tijdens het kernonderzoek gehouden aan het invullen van het dagboek (bijv. ten minste 90% getrouw).
9. Proefpersonen die uit onderzoek ZX008-1504 komen moeten een therapeutisch relevante en stabiele dosis clobazam (CLB) en/of valproïnezuur en stiripentol ontvangen (alleen cohort 1 dosis regime 3 en cohort 2) gedurende ten minste 4 weken vóór de screening en er wordt verwacht dat ze stabiel blijven gedurende het onderzoek.
10. Personen die> 18 tot *35 jaar oud zijn op het moment van screening en niet hebben deelgenomen aan een van de kernstudies moeten voldoen aan criteria 3 tot 7 hierboven genoemd en de volgende criteria hieronder om in aanmerking te komen voor
deelname. Deelname is de beslissing van de sponsor:
a. het beginnen van epileptische aanvallen in het eerste levensjaar in een anderszins gezond kind.
b. Een geschiedenis van ofwel gegeneraliseerde tonisch-clonisch of eenzijdige clonische, of bilaterale clonische aanvallen, welke langdurig zijn.
c. De ontwikkeling is in het begin normaal.
d. Geschiedenis van normale hersen-MRI zonder hersenafwijking in de cortex.
e. Gebrek aan een alternatieve diagnose.
f. Voldoet aan een van de volgende 3 bevestigende diagnostische criteria:
ik. De komst van een ander type epileptische aanval, inclusief myoclonisch, gegeneraliseerd
tonisch-clonische, tonische, atonische, afwezigheid en/of focale, die zich heeft ontwikkeld na
aanvallen van het eerste type.
ii. Langdurige blootstelling aan warme temperaturen veroorzaakt toevallen en / of
toevallen zijn geassocieerd met koorts als gevolg van ziekte of vaccins, hete baden,
hoge niveaus van activiteit en plotselinge temperatuursveranderingen en / of epileptische aanvallen
worden veroorzaakt door sterke natuurlijke en / of fluorescente verlichting, evenals
bepaalde visuele patronen.
iii. Genetische testresultaten overeenkomend met de diagnose van het syndroom van Dravet
(pathogeen, waarschijnlijk pathogeen, onbekende variant, of onduidelijk, maar waarbij een alternatieve diagnose onwaarschijnlijk is.
g. de proefpersoon is goedgekeurd voor inclusie door de Epilepsy Study Consortium.
h. De proefpersoon heeft geen dusdanige cardiovasculair of cardiopulmonaire abnormaliteit op basis van ECHO, ECG of fysiek
onderzoek dat uitsluiting noodzakelijk is en is goedgekeurd voor deelname door de centrale cardiale monitor.
Abnormaliteiten die tot uitsluiting leiden bevatten onder andere:
i Milde of ergere mitralis of aortaklep regurgitatie bij patiënten> 18 jaar
oud
ii. Mogelijke tekenen van pulmonale hypertensie met normale waarden die abnormaal of hoger dan de bovengrens zijn
iii. Bewijs van diastolische disfunctie
i De proefpersoon moet * 4 convulsieve aanvallen hebben gehad (tonisch, tonisch, atonisch, tonisch-clonisch, clonisch) per periode van 4 weken gedurende de laatste 12 weken voorafgaand aan screening, door ouder / voogd aan onderzoeker gemeld of in de medische notities van de onderzoeker vastgelegd.
j. Alle medicijnen of interventies voor epilepsie (inclusief ketogeen dieet
[KD] en vagale zenuwstimulatie [VNS]) moeten minstens 4 weken voor de screening stabiel zijn en zullen naar verwachting gedurende het hele onderzoek stabiel blijven.
11. De ouder / verzorger van de proefpersoon is bereid en in staat om het dagboek bij te houden, de bezoeken af te leggen en studiemedicatie bij te houden.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Proefpersoon heeft een bekende overgevoeligheid voor fenfluramine of een van de hulpstoffen in het onderzoeksgeneesmiddel.
2. Proefpersoon heeft momenteel of een voorgeschiedenis van cardiovasculaire of cerebrovasculaire aandoeningen, hartinfarct of een beroerte.
3. Proefpersoon van een van de kernstudies, met huidige hartklepaandoening of pulmonale hypertensie die de onderzoeker, ouder, IPCAB, IDSMC of sponsor klinisch significant acht en het stoppen met het onderzoeksgeneesmiddel rechtvaardigt.
4. Voor de novo proefpersonen: mogelijke tekenen van pulmonale hypertensie met normale waarden die abnormaal of hoger dan de bovengrens zijn.
5. Proefpersoon heeft momenteel of een voorgeschiedenis van anorexia nervosa, boulimie, of depressie in het voorgaande jaar die medische behandeling of psychologische behandeling vereiste voor een duur van meer dan 1 maand.
6. De proefpersoon is in dreigend gevaar van zelfbeschadiging of om schade aan anderen te berokkenen, naar het oordeel van de onderzoeker, op basis van klinisch interview en antwoorden op de Columbia-Suicide Severity Rating schaal (C-SSRS). Proefpersonen moeten worden uitgesloten als ze suïcidaal gedrag rapporteren, zoals gemeten door de C-SSRS sinds het laatste bezoek, dat suïcidale ideatie met opzet en plan omvat (item 5). Als een proefpersoon suïcidale ideatie meldt bij item 4 zonder een specifiek plan, en als de onderzoeker van mening is dat de proefpersoon geschikt is voor het onderzoek gezien de potentiële risico's, moet de onderzoeker de wenselijkheid voor opname documenteren, en met de ouder/verzorger bespreken om alert te zijn op veranderingen in stemming en gedrag, vooral rond tijden wanneer de dosis wordt aangepast.
7. Proefpersoon heeft een glaucoom of hiervan een voorgeschiedenis.
8. Proefpersoon heeft matige tot ernstige leverinsufficiëntie. Asymptomatische proefpersonen met lichte leverinsufficiëntie (verhoogde leverenzymen < 3 x ULN en/of verhoogde bilirubine < 2 x ULN) kunnen in het onderzoek worden opgenomen na controle en goedkeuring door de medische monitor in samenwerking met de sponsor, met inachtneming van comorbiditeit en gelijktijdige medicatie.
9. Proefpersoon ontvangt gelijktijdige therapie met centraal werkende eetlustremmende middelen; monoamineoxidaseremmers; een centraal werkende verbinding met klinisch merkbare hoeveelheid serotonine agonist of antagonist eigenschappen, waaronder serotonine heropnameremming; atomoxetine of andere centraal werkende noradrenerge agonist; cyproheptadine en/of cytochroom P450 (CYP) 2D6/3A4/2B6 blokkers/substraten (zie bijlage 1). (NB: Vereisten voor kortdurende medicatie worden per geval behandeld door de medische monitor.)
10. Proefpersoon neemt momenteel carbamazepine, oxcarbazepine, eslicarbazepine, fenobarbital of fenytoïne, of heeft een van deze in de afgelopen 30 dagen genomen als onderhoudsbehandeling.
11. Voor proefpersonen die uit kernonderzoek ZX008-1501, ZX008-1502, of ZX008-1504 (cohort 1/dosisregime 1 &2) komen: Proefpersoon ontvangt momenteel of heeft in de afgelopen 21 dagen vóór het bezoek 1 van het kernonderzoek stiripentol ontvangen.
12. Proefpersoon is niet bereid om zich vanaf bezoek 1 en gedurende het onderzoek te onthouden van grote of dagelijkse porties grapefruits en/of Sevilla sinaasappels en hun sappen.
13. Proefpersoon heeft een positief resultaat op het tetrahydrocannabinol (THC) in het urinebilan of cannabidiol (CBD) bij bezoek 1.
14. Proefpersoon is niet bereid zich aan de geplande bezoeken, het schema van geneesmiddeltoediening, laboratoriumtests, andere onderzoeksprocedures, en studiebeperkingen te houden.
15. Proefpersoon heeft een klinisch significante aandoening, of heeft klinisch relevante symptomen gehad of een klinisch significante ziekte bij bezoek 1, anders dan epilepsie, die een negatieve invloed zou hebben op de deelname aan het onderzoek, het verzamelen van onderzoeksgegevens, of een risico voor de proefpersoon zou vormen, inclusief chronische obstructieve longziekte, interstitiële longziekte of portale hypertensie.
16. De proefpersoon heeft in de afgelopen 30 dagen deelgenomen aan een andere klinische studie
(dwz het laatste bezoek van de vorige studie was in de afgelopen 30 dagen), met uitzondering van een van de kernstudies.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2016-002804-14-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02682927 |
CCMO | NL59112.075.16 |