Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-512030-15-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het primaire doel van het onderzoek is het effect van diltiazem op de functie van de coronaire microvasculatuur te onderzoeken (…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Kransslagaderaandoeningen
- Arteriosclerose, stenose, vaatinsufficiëntie en necrose
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De proportie patiënten met een succesvolle behandeling met het
onderzoeksmiddel, gedefinieerd als normalisatie van minstens een van de
abnormale parameters. Normale IMR is gedefinieerd als een IMR < 25, een normale
CFR is een CFR > 2, een normale acetylcholinetest is er een zonder ECG
afwijkingen en zonderaanwijzingen voor spasmen.
Secundaire uitkomstmaten
verandering in de verschillende onderdelen van de coronaire functietest (IMR,
CFR, acetylcholine test en absolute coronaire flow)
Achtergrond van het onderzoek
Tot 40% van de patiënten die een coronairangiografie ondergaat vanwege
symptomen of tekenen van ischemie blijken geen obstructief coronairlijden te
hebben. Ongeveer de helft van deze patiënten heeft klachten vanwege coronaire
microvasculaire dysfunctie (CMD). In CMD wordt myocardischemie veroorzaakt door
een afwijking in de endotheelafhankelijke en/of endotheelonafhankelijke
vasoreactiviteit. Dit leidt ertoe dat de coronaire microvasculatuur niet goed
ontspant danwel spastisch reageert. Recent gepubliceerde diagnostische criteria
voor CMD stellen dat de diagnose pas compleet is als een afwijkende coronaire
flow reserve (CFR), index van microvasculaire weerstand (IMR) of microvasculair
spasme is aangetoond. Een invasieve coronaire reactiviteitstest is het enige
onderzoek dat al deze gegevens kan geven en wordt dan ook gezien als de gouden
standaard voor het stellen van de definitieve diagnose.
Patienten met CMD hebben vaak recidiverende episodes van pijn op de borst
leidend tot frequente bezoeken aan de spoedeisende hulp en ziekenhuisopnames
met de daarbij behorende zorgkosten. Bovendien is CMD geassocieerd met een
verminderde cardiovasculaire prognose. Het is derhalve essentieel om een
adequate behandeling te starten. Huidige behandelingen zijn gebaseerd op enkele
kleinere onderzoeken die veelal niet placebogecontroleerd zijn. Op basis van de
eigenschappen van diltiazem, eerdere studies en onze klinisch ervaring denken
we dat diltiazem, een calciumkanaalremmer, de coronaire functie kan verbeteren
in patiënten met CMD.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-512030-15-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het primaire doel van het onderzoek is het effect van diltiazem op de functie
van de coronaire microvasculatuur te onderzoeken (middels een coronaire
functietest) bij symptomatische patiënten met CMD.
Onderzoeksopzet
Dit is een klinische multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde
placebogecontroleerde studie. Patiënten met chronische angina pectoris in de
afwezigheid van obstructief coronairlijden die een coronaire functietest
ondergaan komen in aanmerking en worden benaderd. Na een getekend informed
consent zal er een screeningsvisite plaatsvinden. Na de screeningsvisite wordt
de coronaire functietest binnen 4 weken gepland. Bij dit onderzoek wordt de
coronary flow reserve (CFR), index of microcirculatory resistance (IMR) en
reactie op acetylcholine onderzocht. Wanneer een van deze uitkomsten afwijkend
is (CFR <= 2.0, an IMR >= 25 en/of abnormale acetylcholinetest) is de patiënt
geschikt voor verdere deelname en zal er gerandomiseerd worden naar een
behandeling met ofwel diltiazem ofwel placebo gedurende 6 weken. Na 6 weken
wordt de coronaire functietest herhaald en wordt de behandeling gestaakt. 1 en
5 jaar later vindt er nog follow-up plaats met betrekking tot cardiovasculaire
uitkomsten.
Wanneer de coronaire functietest bij baseline geen afwijkingen toont worden
patiënten gevraagd deel te nemen aan de registratie-arm van het onderzoek. Zij
ontvangen geen behandeling met het onderzoeksmedicijn. 1 en 5 jaar later vindt
er nog follow-up plaats met betrekking tot cardiovasculaire uitkomsten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
een 6-weekse behandeling met diltiazem 120-360 mg of placebo op een dubbelblinde manier. Elke twee weken zal geprobeerd worden de dosering te verhogen (120 - 240 - 360 mg per dag) indien de patient de dosis tolereert (op basis van klachten, bloeddruk en hartfrequentie).
Inschatting van belasting en risico
De uitgebreide ervaring met diltiazem en het gunstige bijwerkingenprofiel in
combinatie met de korte behandelduur maken het risico van de behandeling erg
laag voor deelnemers. De eerste coronaire functietest is in het kader van de
klinische zorg, de tweede geeft wel belasting en risico voor de patiënt. Dit
risico is echter beperkt: het aantal ernstige complicaties (dood,
myocardinfarct) ligt tussen de 0 en 0.7% in grote registratie-studies.
Bovendien is dit het enige onderzoek dat ons gelegenheid biedt om de reactie
van diltiazem op de coronaire microvasculaire functie in zijn geheel te
onderzoeken.
Publiek
Geert Groteplein Zuid 10
Nijmegen 6500 HB
NL
Wetenschappelijk
Geert Groteplein Zuid 10
Nijmegen 6500 HB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Patienten ouder dan 18.
2. Patienten met chronische angina pectoris, gedefinieerd als minstens 2x per
week symptomen van angina pectoris ondanks optimale medicamenteuze behandeling
gedurende de afgelopen 3 maanden.
3. Geen tekenen van obstructief coronairlijden, gedocumenteerd binnen 5 jaar*
voor inclusie middels:
a. Coronairangiografie: patienten met niet-obstructief coronairlijden (<50%
stenose) of patienten met een intermediaire stenose (50-70%) met een FFR > 0.8
of iFR > 0.89.
b. Coronary computed tomography angiography (CCTA) waarbij geen obstructief
coronairlijden wordt gezien
4. Baseline coronaire functietest met minimaal een van de volgende
bevindingen:
a. CFR <= 2.0
b. IMR >= 25
c. Abnormale acetylcholine test gedefinieerd als de aanwezigheid van
(herkenbare) angina pectoris, ischemische ECG veranderingen met of zonder
epicardiaal spasme.
5. Getekend informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Een andere oorzaak van angina pectoris wordt waarschijnlijk geacht door de
behandelend arts
2. Actief gebruik van calciumkanaalantagonisten of gebruik van deze medicatie
in de afgelopen twee weken voor inclusie of bekende intolerantie voor
non-dihydropyridine calciumkanaalantagonisten.
3. Linker ventrikel ejectiefractie < 50%.
4. Recente PCI in de afgelopen 3 maanden.
5. Patienten met een voorgeschiedenis van coronary artery bypass grafting
(CABG).
6. Belangrijke chirurgisch ongecorrigeerd congenitale hartafwijkingen,
klepproblemen, cardiomyopathie or myocarditis.
7. Belangrijke nierfunctiestoornis (eGFR < 30).
8. Belangrijke leverfunctiestoornis (een voorgeschiedenis van levercirrose of
een abnormaal ALAT of ASAT 3x groter dan de bovengrens van normaal).
9. Zwangere vrouwen of vruchtbare vrouwen met een zwangerschapswens binnen 3
maanden.
10. Bestaande niet-cardiale ziekte met een geschatte levensverwachting van < 1
jaar.
11. Contra-indicatie voor een coronaire functietest:
a. Contraindicatie of bekende hypersensitiviteit voor adenosine.
b. Contraindicatie of bekende hypersensitiviteit voor acetylcholine
c. Huidige behandeling met dipyridamol.
12. Contra-indicatie voor de behandeling met calciumkanaalantagonisten: tweede-
of derdegraads AV block, sinusknoopdysfunctie, bradycardie (< 50 slagen per
minuut) en/of een mogelijk gevaarlijke interactie met een ander CYP3A4
substraat op beoordeling van de onderzoeker.
13. Symptomatische hypotensie of een systolische bloeddruk < 100 mmHg tijdens
de screeningsvisite bij 2 opeenvolgende metingen.
14. Bekend met een ziekenhuisopname wegens astma en/of gebruik van >= 2 types
pulmonale medicatie wegens astma en/of ernstig COPD met een FEV1 < 50% van
voorspeld.
15. Deelname aan een ander klinisch geneesmiddelenonderzoek binnen de afgelopen
maand.
16. Wanneer de patient volgens de onderzoeker niet in staat is om zich te
houden aan de afspraken omtrent de studiemedicatie, studieprocedures en/of
follow-up OF wanneer de patient niet in staat is om de studie te voltooien
volgens de onderzoeker.
17. Wanneer de patient niet in staat is het informed consent te tekenen
(bijvoorbeeld door een taalbarrière).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-512030-15-00 |
EudraCT | EUCTR2018-003518-41-NL |
CCMO | NL67497.091.19 |