Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken wat het effect is van meervoudige doseringen itraconazol op hoe snel en in hoeverre het nieuwe middel PHA-022121 in het lichaam wordt opgenomen en uit het lichaam wordt uitgescheiden (dit wordt…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Congenitale en erfelijke aandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire PK-parameters zijn Cmax, AUClast en AUC* van de PHA-022121. Alle
parameters worden op een logaritmische schaal geanalyseerd. AUC* wordt
verworpen als primaire parameter voor een behandeling als meer dan de helft van
de proefpersonen geen betrouwbare waarde voor die behandeling heeft.
Secundaire uitkomstmaten
NVT
Achtergrond van het onderzoek
PHA-022121 is een nieuw middel dat mogelijk gebruikt kan worden voor de
behandeling van erfelijk angio oedeem. Bij deze ziekte ontstaan zwellingen,
meestal in de ledematen, het gezicht (lippen en tong), het darmkanaal, het
gebied van de buik nabij de urinaire en genitale openingen, en de luchtwegen.
Deze zwellingen leiden vaak tot ongemak, pijn, en misselijkheid, en kunnen
levensbedreigend worden in geval van luchtwegblokkade. Geschat wordt dat
erfelijk angio-oedeem gemiddeld 1 op elke 50.000 mensen treft. PHA 022121 kan
een bepaalde receptor, genaamd bradykinine B2, beïnvloeden en heeft daardoor
het vermogen om erfelijk angio-oedeem te behandelen.
PHA-022121 wordt afgebroken door bepaalde enzymen, onder andere door CYP3A4.
Itraconazol is een sterke remmer van het enzym CYP3A4 en kan dus een invloed
hebben op hoe lang PHA-022121 in het lichaam blijft. Onderzoek naar het effect
van itraconazol op PHA-022121 is daarom nodig.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken wat het effect is van
meervoudige doseringen itraconazol op hoe snel en in hoeverre het nieuwe middel
PHA-022121 in het lichaam wordt opgenomen en uit het lichaam wordt
uitgescheiden (dit wordt farmacokinetiek genoemd). Ook zal worden onderzocht
hoe veilig PHA-022121 is en hoe goed het wordt verdragen als het aan gezonde
vrijwilligers wordt toegediend. PHA-022121 is al eerder aan mensen toegediend.
Het is ook eerder in het laboratorium getest en op dieren. Itraconazol is geen
nieuw middel; het is al meer dan 30 jaar op de markt verkrijgbaar als
antischimmelmedicijn.
Dit onderzoek zal worden uitgevoerd in 14 gezonde mannelijke en vrouwelijke
vrijwilligers.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek bestaat uit 1 periode waarin de vrijwilliger gedurende 10 dagen
(9 nachten) in het onderzoekscentrum zal verblijven. De vrijwilliger komt
daarna nog 1 dag terug naar het onderzoekscentrum voor de nakeuring.
Dag 1 is de eerste dag waarop het onderzoeksmiddel wordt toegediend. De
vrijwilliger wordt om 14:00 uur op de middag voorafgaand aan de dag van de
eerste toediening van het onderzoeksmiddel in het onderzoekscentrum verwacht,
dus op Dag -1. De vrijwilliger verlaat het onderzoekscentrum op Dag 9 van het
onderzoek.
PHA-022121 wordt tweemaal als een oplossing via de mond toegediend met een
injectiespuit. Daarna krijgt de vrijwilliger 240 milliliter (ml) water dat de
vrijwilliger dient op te drinken. Itraconazol wordt 7 keer als een oplossing
via de mond toegediend, samen met 120 of 240 ml water. De geplande
behandelingen voor het onderzoek zijn als volgt:
Dag Behandeling Hoe vaak
1 12 mg PHA-022121 Eénmaal
2 - -
3 200 mg (20 ml) itraconazol Tweemaal
4 tot en met 6 200 mg (20 ml) itraconazol Eénmaal daags
7 12 mg PHA-022121
200 mg (20 ml) itraconazol Eénmaal Eénmaal
8 200 mg (20 ml) itraconazol Eénmaal
Onderzoeksproduct en/of interventie
PHA-022121 wordt tweemaal als een oplossing via de mond toegediend met een injectiespuit. Daarna krijgt de vrijwilliger 240 milliliter (ml) water dat de vrijwilliger dient op te drinken. Itraconazol wordt 7 keer als een oplossing via de mond toegediend, samen met 120 of 240 ml water. De geplande behandelingen voor het onderzoek zijn als volgt: Dag Behandeling Hoe vaak 1 12 mg PHA-022121 Eénmaal 2 - - 3 200 mg (20 ml) itraconazol Tweemaal 4 tot en met 6 200 mg (20 ml) itraconazol Eénmaal daags 7 12 mg PHA-022121 200 mg (20 ml) itraconazol Eénmaal Eénmaal 8 200 mg (20 ml) itraconazol Eénmaal Wanneer de vrijwilliger zowel PHA-022121 als itraconazol ontvangt (Dag 7), ontvangt de vrijwilliger eerst itraconazol. Een uur later ontvangt de vrijwilliger een ontbijt. Een half uur na afloop van het ontbijt, ontvangt de vrijwilliger PHA-022121. Na iedere inname van het onderzoeksmiddel zal een van de onderzoekers de vrijwilliger zijn/haar handen en mond inspecteren.
Inschatting van belasting en risico
Het onderzoeksmiddel kan bijwerkingen geven.
PHA-022121 is uitgebreid onderzocht in het laboratorium en bij dieren.
PHA-022121 is bovendien aan mensen toegediend in 1 afgeronde klinisch
onderzoek. In totaal hebben 52 vrijwilligers enkelvoudige doseringen tot 22 mg
PHA-022121 gekregen. Over het algemeen was PHA-022121 veilig bevonden en werd
het goed verdragen. In dit onderzoek waren de gemelde bijwerkingen die werden
beschouwd als gerelateerd aan het onderzoeksmiddel: buikkramp (éénmaal) en
misselijkheid (éénmaal).
Op basis van de manier waarop PHA-022121 werkt, kunnen de volgende bijwerkingen
optreden: verhoogde bloeddruk, verlaagde hartslag, en verslechtering van de
bloedtoevoer. Bijwerkingen van icatibant die mogelijk ook kunnen optreden voor
PHA-022121, zijn onder meer: duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, uitslag,
roodheid van de huid, jeuk, koorts, en verhoogde enzymen die betrokken zijn bij
de productie van aminozuren.
Het onderzoeksmiddel kan ook bijwerkingen hebben die nog onbekend zijn. Naast
onbekende bijwerkingen, bestaat er een (kleine) kans dat er een allergische
reactie ontstaat. Dit kan worden veroorzaakt door het onderzoeksmiddel of de
hulpstoffen.
Indien tijdens het onderzoek meer informatie over bijwerkingen bekend wordt die
mogelijk met het onderzoeksmiddel te maken hebben, dan zal de verantwoordelijke
arts de vrijwilliger hierover informeren.
Publiek
J.H. Oortweg 21
Leiden 2300 CH
NL
Wetenschappelijk
J.H. Oortweg 21
Leiden 2300 CH
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. De proefpersoon moet bij de screening, een gezonde mannelijke of vrouwelijke
proefpersoon zijn, tussen 18 en 60 jaar oud, inclusief extremen.
2. De proefpersoon moet bij de screening, een body mass index tussen 18,0 en
30,0 kg / m2, inclusief extremen, en een lichaamsgewicht van minimaal 50,0 kg
hebben.
3. De betrokkene moet een ICF ondertekenen die aangeeft dat hij het doel van
het onderzoek begrijpt, inclusief de vereiste procedures, en bereid is deel te
nemen aan het onderzoek, inclusief dat hij ermee instemt om DNA-monsters voor
onderzoek te verstrekken, alvorens met screeningactiviteiten te beginnen.
4. Tijdens het onderzoek en gedurende minimaal 1 spermatogenese cyclus
(gedefinieerd als ongeveer 90 dagen) na ontvangst van de laatste dosis
onderzoeksgeneesmiddel, een mannelijk subject: - die seksueel actief is met een
vrouw in de vruchtbare leeftijd en nog geen een vasectomie, moet ermee
instemmen om een **barrièremethode van anticonceptie te gebruiken (bijv.
condoom of partner met occlusieve dop [diafragma of cervicale / gewelfkapjes]).
Bovendien moet hun vrouwelijke partner ook een zeer effectieve methode van
anticonceptie gebruiken (bijvoorbeeld hormonale anticonceptie) voor minstens
dezelfde duur. - Wie seksueel actief is met een vrouw die zwanger is, moet een
condoom gebruiken. - Moet overeenkomen geen sperma te doneren.
5. Een vrouwelijk subject moet bij de screening niet-vruchtbaar zijn,
gedefinieerd als: - Postmenopauzaal. Een postmenopauzale toestand wordt
gedefinieerd als geen menstruatie gedurende 12 maanden zonder een alternatieve
medische oorzaak. Een hoog follikelstimulerend hormoonniveau (FSH) bij
screening (> 33,4 IE / L) in het postmenopauzale bereik kan worden gebruikt om
een **postmenopauzale toestand te bevestigen bij vrouwen die geen hormonale
anticonceptie of hormonale substitutietherapie gebruiken, echter bij
afwezigheid van 12 maanden amenorroe , een enkele FSH-meting is onvoldoende. -
Permanent steriel. Permanente sterilisatiemethoden omvatten hysterectomie,
bilaterale salpingectomie, bilaterale tubale occlusie / ligatieprocedures en
bilaterale oophorectomie.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. De proefpersoon heeft een voorgeschiedenis van huidige klinisch significante
medische aandoeningen, waaronder (maar niet beperkt tot) hartritmestoornissen
of andere hartziekten, hematologische aandoeningen, lipidenafwijkingen,
significante longaandoeningen, waaronder bronchospastische respiratoire
aandoeningen, diabetes mellitus, lever- of nierinsufficiëntie (geschat
creatinineklaring <90 ml / min bij screening, berekend met MDRD-formule),
schildklieraandoening, neurologische of psychiatrische ziekte, infectie of
enige andere ziekte, die volgens de medische monitor van de onderzoeker en / of
de sponsor de proefpersoon zou moeten uitsluiten of dat zou kunnen interfereren
met de interpretatie van de onderzoeksresultaten.
2. De proefpersoon heeft een van de volgende laboratoriumafwijkingen bij
screening zoals gedefinieerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
Toxiciteitsklasse en in overeenstemming met de normale waarden van het
klinische laboratorium als er geen gradaties beschikbaar zijn. -
Serumcreatinineverhoging graad 1 of hoger (> 1,1 x bovengrens van normaal
bereik [ULN]) - Hemoglobineverlaging graad 1 of hoger (<=6,5 mmol; <=109 g / l);
- aantal bloedplaatjes onder LLN; - Absoluut aantal neutrofielen dat graad 1 of
hoger verlaagt (<=1,5 109 /); - Aspartaataminotransferase (AST) of
alanineaminotransferase (ALT) >= ULN; - Totaal bilirubine >= ULN; - Elke andere
toxiciteit klasse 2 of hoger, behalve graad 2 verhogingen voor triglyceriden,
lage dichtheid lipoproteïne (LDL) cholesterol en / of cholesterol.
3. Klinisch significante abnormale waarden voor hematologie, klinische chemie
of urinalyse bij screening of bij opname op de klinische locatie op dag -1
zoals door de onderzoeker geschikt geacht.
4. De proefpersoon heeft een positieve test met humaan immunodeficiëntievirus
(HIV) 1 en 2 antilichamen, hepatitis B-oppervlakteantigeen (HBsAg) of hepatitis
C-antilichamen.
5. De patiënt heeft een voorgeschiedenis van hartritmestoornissen, tachycardie
in rust of een geschiedenis van risicofactoren voor het Torsade de
Pointes-syndroom (bijvoorbeeld hypokaliëmie, familiegeschiedenis van het lange
QT-syndroom).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-005001-49-NL |
CCMO | NL72719.056.20 |