Identificeren van perifere en centrale mediatoren van chronische pijn en veranderingen in sensorische verwerking bij knie-artrose en bepalen of deze mediatoren de mate en versprijdheid van van artrose-pijn kunnen verklaren danwel of verklaren of OA…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Gewrichtsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
We zullen het cohort dichotomiseren op de volgende drie parameters om te
beoordelen of de primaire uitkomsten verschillen tussen de gedichotomiseerde
subgroepen. De parameters zelf gerapporteerde ernst van kniepijn en
wijdverspreide pijn wordt afgenomen voor TKR, en na TKR (6 weken, 6 maanden, 1
jaar).
1. Zelf gerapporteerde ernst van kniepijn ten tijde van TKR: ernstige pijn (VAS
>=40 / 100 in rust) versus beperkte pijn (knie-VAS <40/100 in rust).
2. Persisterende pijn: aanhoudende zelf gerapporteerde pijn 6 en 12 maanden na
TKR (knie-VAS in rust > 10) versus geen aanhoudende pijn (knie-VAS in rust = <
10)
3. Wijdverbreide pijn: aan- of afwezigheid van wijdverbreide pijn volgens de
criteria van het American College of Rheumatology (pijn aanwezig in bovenste en
onderste kwadranten en aan beide zijden van het lichaam) vóór TKR.
Biologische metingen: Multiplex-assays meten van > 200 eiwitten in spinale
hersenvocht, synoviale vloeistof- en knie weefsel homogenaten
Secundaire uitkomstmaten
- Kwantitatieve sensorische metingen (QST; kwantitatieve metingen van
sensorische verwerking en pijn bij OA-patiënten)
QST wordt gedaan op de index knie, arm en been en bestaat uit:.
1. koude pijn drempelwaarde
2. warmte pijn drempelwaarde
3. druk pijn drempelwaarde
4. druk drempelwaarde door manchet algometry;
5. Summatie van hitte pijn
6. Summation van mechanische pijn
7. 'Conditioned pain modulation'; CPM
- Pijn vragenlijsten
1. The Knee Injury and Osteoarthritis Outcome Score (KOOS)
2. Measure of intermittent and constant osteoarthritis pain (ICOAP).
3. Graded Chronic Pain Scale (GCPS)
4. Paindetect
- Metabolomics spinal cerebral vloeistof
- Bepaling aantal zenuwen in knieweefsel
Achtergrond van het onderzoek
Pijn is het overheersende klinische kenmerk van artrose (OA) en is vaak
moeilijk te behandelen. Pijn is een belangrijke reden voor patiënten om een
totale gewrichtsvervanging (TJR) te ondergaan. Toch wordt OA pijn nog steeds
slecht begrepen. De pijn is zeer variabel, kan zich verspreiden over het
lichaam, en wordt slechts gedeeltelijk verklaard door de omvang van
gewrichtsschade, en houdt aan na totale knie vervanging (TKR) bij een
aanzienlijk aantal patiënten. De scheiding tussen gewrichtspathologie en de
omvang, persistentie en verspreiding van de pijn kan worden verklaard door
neuroplastische veranderingen in het sensorische zenuwstelsel,
neuro-inflammatie van het ruggenmerg en lokale inflammatoire (synovitis)
kenmerken.
Doel van het onderzoek
Identificeren van perifere en centrale mediatoren van chronische pijn en
veranderingen in sensorische verwerking bij knie-artrose en bepalen of deze
mediatoren de mate en versprijdheid van van artrose-pijn kunnen verklaren
danwel of verklaren of OA pijn blijft aanhouden na TKR
Onderzoeksopzet
Multicenter observationeel onderzoek, met kwantitatieve sensorische testen,
spinale cerebrale vloeistofbemonstering en verzameling van knieweefsel na
totale knievervanging.
Waar: Het verzamelen van spinale cerebrale vloeistof, synoviaal vocht en
weefsel, bot- en kraakbeenweefsel wordt uitgevoerd in het St. Antonius
Ziekenhuis. Vragenlijsten en kwantitatieve sensorische testen (QST) worden
afgenomen binnen 1-6 weken vóór TKR en 6 weken en 6 maanden na TKR.
Vragenlijsten worden ook 1 jaar na TKR afgenomen. Multiplex analyses en
metabolomics van vloeistoffen en weefsel homegenaten en alle statistische
analyses, inclusief gekodeerde patiëntgegevens, worden uitgevoerd in het
Universitair Medisch Centrum Utrecht.
Duur: De inclusies duren naar schatting 30 maanden (~ 50 inclusies / jaar, ~
10% van de totale populatie die TKR ondergaat) met een follow-up van één jaar
na de laatste opname.
Gegevensverzameling:
Na informed consent zullen patiënten voorafgaand aan TKR en 6 weken, 6 maanden
en 1 jaar na TKR gevraagd worden om:
i) een pijn-VAS (visuele analoge schaal) voor de aangedane knie. De pijn-VAS is
een gevalideerde, veel gebruikte eendimensionale maat voor pijnintensiteit.
ii) 4 pijnvragenlijsten in te vullen (KOOS, PAINDETECT, ICOAP, GCPS).
iii) Aan te geven waar ze pijn hebben op hun lichaam door lichaamsdelen af te
vinken waar ze pijn ervoeren (hoofd, nek, handen, armen, borst, schouders,
buik, boven- en onderrug, benen en voeten). Dit zal worden gebruikt om te
bepalen of deelnemers voldoen aan criteria voor wijdverspreide pijn, volgens de
criteria van het American College of Rheumatology (pijn aanwezig in bovenste en
onderste kwadranten en aan beide zijden van het lichaam).
i-iii) Geschatte tijd: 15 minuten
iv) Kwantitatieve sensorische tests (QST) om de nociceptieve en
niet-nociceptieve afferente systemen in detail te beoordelen en functieverlies
en functieverlies te identificeren. QST van de aangedane knie zal helpen om
subgroepen van artrosepatiënten te identificeren. Specifieke elementen van QST
(drukpijn; thermische pijn; *wind-up*) zullen ook worden gemeten op 2 andere
lichaamsregio's (arm, onderbeen) om subgroepen van gegeneraliseerde
pijnfenotypes te onthullen. De totale duur van QST is 60 minuten.
v) Op de dag van de operatie wordt CSF (500 µL) verzameld voorafgaand aan de
spinale anesthesie welk deel uitmaakt van de standaardoperatieprocedures voor
TKR. Gewrichtsvloeistof (SF) en synoviaal weefsel (ST), kraakbeen en bot zullen
worden verzameld en opgeslagen voor verdere analyse.
Inschatting van belasting en risico
Voordeel:
Patiënten worden in de reguliere praktijk behandeld. Patiënten hebben geen
direct voordeel bij deelname aan het onderzoek. De resultaten zullen de
onderliggende pijnmechanismen bij artrose verduidelijken en kunnen instrumenten
opleveren voor verbetering van strategieeen voor pijnstilling voor
artrosepatiënten en / of selectiecriteria voor TKR
Last:
Spinale hersenvocht wordt verzameld (500 ul) voorafgaand aan de toediening van
de spinale anesthesie. Als onderdeel van de spinale injectieprocedure zal de
anesthesioloog controleren of het spinale cerebrale vocht voorafgaand aan de
injectie in de naald stroomt. De procedure duurt maximaal 5 minuten langer
vanwege het verzamelen van 500 ul vloeistof. Daarnaast vullen patiënten
vragenlijsten in en worden QST-metingen uitgevoerd. Indien mogelijk maken
bezoeken deel uit van de reguliere zorg en krijgt de patiënt vergoeding voor
parkeerkosten. Reiskosten worden ook vergoed.
Risico's:
De vochtophoping heeft een verwaarloosbaar effect op het risico op infectie of
post-spinale hoofdpijn.
Publiek
Lundlaan 6
Utrecht 3584 EA
NL
Wetenschappelijk
Lundlaan 6
Utrecht 3584 EA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Minimaal 18 jaar
- Geschikt voor behandeling voor knie artrose d.m.v. totale knie vervanging
onder spinale anesthesie
- In staat zijn informed consent te geven
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Auto-immuunziekte en diabetes mellitus (beinvloeden sensorische system).
• Gebruik van andere (pijn) medicatie dan paracetamol / paracetamol, NSAID's en
/ of opioïden.
• Polyneuropathie of andere neurologische aandoeningen die de uitkomstmaten
kunnen beïnvloeden.
• Ernstige cognitieve of psychiatrische stoornissen.
• Problemen met communicatie (taal, doofheid, afasie etc.)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL73157.041.20 |