Primair:- Het evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van herhaalde dosissen GSK2831781 tijdens de inductiefase.- Het kenmerken van de doeltreffendheid van de dosisrespons van GSK2831781 tijdens de inductiefase.Secundair:- Het beoordelen van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
* Aantal deelnemers met bijwerkingen en ernstige bijwerkingen tot week 10.
* Aantal deelnemers met bevindingen van mogelijk klinisch belang tot week 10
voor: Vitale parameters, Klinische laboratoriumwaarden (hematologie, klinische
chemie en urineanalyse), QTc
* Wijziging ten opzichte van de basislijn in de Volledige Mayo-score in week
10.
Secundaire uitkomstmaten
* Aandeel deelnemers met bijwerkingen en ernstige bijwerkingen in de
dubbelblinde uitgebreide behandelingsfase.
* Aantal deelnemers met bevindingen van mogelijk klinisch belang tijdens de
dubbelblinde verlengde behandelingsfase voor: Vitale parameters, Klinische
laboratoriumwaarden (hematologie, klinische chemie en urineanalyse), QTc
* Aandeel deelnemers die klinische remissie behalen volgens Aangepaste Mayo
endoscopiescore van 0 of 1 in week 10.
* Aandeel deelnemers die aangepaste Mayo klinische remissie2 behalen in week 10.
* Aandeel deelnemers die aangepaste Mayo klinische respons2 behalen in week 10.
* Aandeel deelnemers die symptomatische remissie3 bereiken in de loop van de
tijd.
* Wijziging ten opzichte van de basislijn in gedeeltelijke Mayo-score in de
loop van de tijd.
* Wijziging ten opzichte van de basislijn in aangepaste endoscopische
Mayo-score en endoscopische ernstindex voor colitis ulcerosa (Ulcerative
Colitis Endoscopic Index of Severity, UCEIS) in week 10.
* Wijziging ten opzichte van de basislijn in histologische ernst, zoals bepaald
door de Robarts Histopathology Index, Nancy Histological Index en de
Geboes-score in week 10.
* Wijziging ten opzichte van de basislijn in serum C-reactief eiwit in de loop
van de tijd.
* Wijziging ten opzichte van de basislijn in fecaal calprotectine in de loop
van de tijd.
* FK-parameters van GSK2831781: AUC(0-tau), Cmax, tmax.
* Aantal deelnemers met antilichamen tegen het geneesmiddel bij elk bezoek
Achtergrond van het onderzoek
T-cellen maken integraal deel uit van de pathogenese van colitis ulcerosa (CU)
en de klinische ervaring met anti-integrine monoklonale antilichamen heeft het
principe vastgesteld van T-celgerichte behandelingen voor de ziekte. Lymfocyt
activatiegen-3 (LAG3) wordt uitgedrukt op recent geactiveerde T-cellen, en
LAG3+ T-cellen zijn enkel in lage aantallen aanwezig in de bloedstroom en in
gezond weefsel. Ze zijn echter in hogere mate aanwezig in de dikke darm bij
actieve CU, waarbij hun aantallen overeenkomen met de mate van
ziekteactiviteit. GSK2831781 zorgt voor gerichte vermindering van LAG3+
T-cellen, en heeft voorlopig bewijs getoond van klinische doeltreffendheid bij
plaque psoriasis (een andere T-celgemedieerde ziekte). Daarom heeft men de
hypothese opgesteld dat GSK2831781 selectief geactiveerde mucosale T-cellen zal
verminderen bij CU, maar met het relatief ontzien van rustende T-cellen.
Doel van het onderzoek
Primair:
- Het evalueren van de veiligheid en verdraagbaarheid van herhaalde dosissen
GSK2831781 tijdens de inductiefase.
- Het kenmerken van de doeltreffendheid van de dosisrespons van GSK2831781
tijdens de inductiefase.
Secundair:
- Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van herhaalde dosissen
GSK2831781 tijdens de dubbelblinde uitgebreide behandelingsfase.
- Het onderzoeken van het effect van herhaalde dosissen GSK2831781 op klinische
werkzaamheid inclusief endoscopische mucosale genezing tijdens de inductiefase.
- Het onderzoeken van het effect van herhaalde dosissen GSK2831781 op
histologische CU ziekteactiviteit tijdens de inductiefase.
- Het onderzoeken van het effect van herhaalde dosissen GSK2831781 op
biomarkers van CU ziekteactiviteit tijdens de inductiefase.
- Het onderzoeken van de farmacokinetiek van GSK2831781 subcutane dosering
- Het onderzoeken van de immunogeniciteit van herhaalde dosissen GSK2831781.
- Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van herhaalde dosissen
GSK2831781 in alle onderzoeksfasen.
- Het onderzoeken van de immunogeniciteit van herhaalde dosissen GSK2831781.
Onderzoeksopzet
Dit is een multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd
fase 2-onderzoek met parallelle groepen voor het onderzoeken van de veiligheid,
verdraagbaarheid, doeltreffendheid en dosisrespons van GSK2831781 bij
deelnemers met matige tot ernstige actieve CU, zoals gedefinieerd door een
4-domeins (volledige) Mayo-score van 6-12. Het onderzoek zal bestaan uit vijf
groepen: GSK2831781 aan 450 mg, 300 mg, 150 mg en 45 mg en een placebogroep, en
zal de inductie (tot week 10) en het onderhoud onderzoeken via een uitgebreide
behandelingsfase (week 10-30) van de klinische respons/remissie en mucosale
genezing.
Daarnaast zullen na de week 10-beoordeling geïdentificeerde niet-responders
overgebracht worden naar open-label behandeling, bestaande uit inductie (week
12 tot 22), een uitgebreide behandelingsfase (week 22 tot 52) en een opvolging
tot week 54.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Totale duur voor deelnemers die reageren op GSK2831781 zal ongeveer 48 weken bedragen (zie het schema voor details). Het onderzoek bestaat uit een 5 weken durend screeningvenster, 10 weken duren durende inductiefase (IF), 20 weken durende uitgebreide behandelingsfase (Extended Treatment Phase, ETP) en een 12 wekend durende opvolgingsfase. Niet-responders die worden toegewezen aan open-label behandeling (GSK2831781 450 mg) en die daarna op de behandeling reageren, kunnen in totaal tot 54 weken aan het onderzoek deelnemen. Interventiegroepen worden in het onderstaande schema, Sectie 1.2.
Inschatting van belasting en risico
Risico*s in verband met onderzoeksprocedures/-tests staan hieronder opgenoemd:
* Bloedtests. Wanneer u bloed afstaat, kunt u zich duizelig voelen of lichte
pijn of blauwe plekken krijgen door de naald. De totale hoeveelheid bloed die
per bezoek wordt afgenomen is niet meer dan 65 ml, en voor het hele onderzoek
niet meer dan 600 ml. Dit heeft meestal geen negatieve effecten.
* Intraveneuze canulatie. Wanneer er een intraveneuze canule (lijn) wordt
ingebracht voor toediening van het geneesmiddel, kunt u zich duizelig voelen of
lichte pijn of blauwe plekken krijgen door de naald. Dit trekt meestal snel weg
nadat de lijn is geplaatst. De canule wordt voor het einde van het bezoek
verwijderd.
* Subcutane geneesmiddeltoediening. Elke subcutane geneesmiddeltoediening
bestaat uit twee injecties onder de huid. Dit is meestal pijnloos, maar soms
kan het licht ongemak of blauwe plekken veroorzaken.
* Elektrocardiogrammen (ecg*s) en continue hartmonitoring. U kunt jeuk of
lichte irritatie/blauwe plekken op de huid ervaren waar de pleisters zijn
geplakt om het hartfilmpje te maken. De huid trekt meestal na korte tijd weer
bij nadat de elektrodepleisters zijn verwijderd.
* Endoscopie en biopsie:
o Ongemak. Wanneer u een endoscopie ondergaat, kunt u wat ongemak of
opgeblazenheid voelen. Dit duurt meestal maar kort (over het algemeen niet
langer dan een paar uur) en is zelden ernstig.
o Bloeden. Het risico op bloeden is klein (ongeveer 1-6 per 1000 procedures).
Hier is meestal geen behandeling voor nodig, maar indien het ernstig is kan een
bloedtransfusie nodig zijn.
o Perforatie (scheur). Het risico op het veroorzaken van een scheur in de
darmwand is erg klein (rond de 1 op 5000 kans bij sigmoïdoscopie, en 1 op 3000
bij colonoscopie). Als dit gebeurt, heeft u mogelijk een scan nodig om de
diagnose te bevestigen. Als de scheur klein is, kan het behandeld worden met
antibiotica en nauwlettend in de gaten gehouden worden, maar als dit niet lukt
of als de scheur groot is, heeft u mogelijk een spoedoperatie nodig.
o Biopsie. Een biopt nemen is meestal pijnloos. Biopten zijn ongeveer 2 mm3
groot (ongeveer de grootte van een speldenknop), en het risico op ernstige
schade aan de darmen is zeer klein. Het is niet de verwachting dat tot 9 van
dergelijke biopten per keer afnemen u enig extra ongemak of risico oplevert.
o Verdoving. Als verdoving wordt aangeboden, bestaat het risico op teveel
verdoving, wat een daling van zuurstof in het bloed of van bloeddruk kan
veroorzaken. Als te veel verdoving plaatsvindt, dient u nauwlettend in de gaten
gehouden te worden tijdens en na uw procedure voor deze problemen, en in het
geval dat er tekenen zijn dat deze zich ontwikkelen, dienen ze onmiddellijk
behandeld te worden. U mag niet rijden of machines bedienen terwijl de effecten
van de verdoving nog steeds van invloed zijn op uw lichaam.
o Bijwerkingen gerelateerd aan de voorbereiding van de darmen. Over het
algemeen is voor sigmoïdoscopie geen voorbereiding van de darmen nodig. Uw arts
zal het echter met u bespreken als voorbereidingen nodig zijn voor uw
endoscopie. Bijwerkingen van beperking van eten en drinken voor de procedure,
en/of van medicatie of ontlasting uit de dikke darm te verwijderen, kan soms
leiden tot dehydratie of zoutonbalans in het bloed, waarvoor behandeling met
vocht via een intraveneus infuus nodig kan zijn.
Vermindering van steroïdedosis. Als tijdens het onderzoek uw colitis ulcerosa
voldoende verbeterd, zullen wij u vragen om geleidelijk uw dosis steroïden te
verminderen (als u dit gebruikt). U krijgt specifieke instructies van de
onderzoeksarts over hoe u dit moet doen, en u moet deze nauwkeurig opvolgen. De
mogelijkheid bestaat dat hierdoor uw colitis ulcerosa weer erger wordt. Als dit
gebeurt kunt u weer ophogen naar de oorspronkelijke dosis steroïden die u
gebruikte. Als uw symptomen daarna weer verbeteren, zal een laatste poging
gedaan worden om de dosis te verminderen.
Publiek
Great West Road 980
Brentford TW8 9GS
GB
Wetenschappelijk
Great West Road 980
Brentford TW8 9GS
GB
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
LEEFTIJD en GEWICHT:
1. De deelnemer moet 18 jaar of ouder zijn en >40 kg wegen op het moment van
ondertekening van de geïnformeerde toestemming.
TYPE DEELNEMER EN ZIEKTEKENMERKING:
Deelnemers die het volgende hebben:
2. diagnose van colitis ulcerosa, minstens 3 maand voorafgaand aan screening
vastgesteld, zoals gedocumenteerd door diagnostische sigmoïdoscopie of
colonoscopie, en biopsie.
3. Volledige Mayo-score van 6 tot 12, met ziekte aanwezig *15 cm vanaf de anale
opening, met een centraal beoordeelde endoscopische subscore van *2 bij de
screeningendoscopie, en een rectale bloedingssubscore *1.
4. Een voorgeschiedenis van minstens één van de volgende:
* Onvoldoende respons op, verlies van respons op, of intolerantie voor
azathioprine of mercaptopurine (waaronder thiopurine methyltransferase (TPMT)
genetische mutatie die gebruik uitsluit), ciclosporine, tacrolimus of
methotrexaat.
* Onvoldoende respons op, verlies van respons op, intolerantie voor of
aangetoonde afhankelijkheid van orale corticosteroïden.
* Onvoldoende respons op, verlies van respons op, of intolerantie voor ten
minste een goedgekeurde gevorderde behandeling voor CU, waaronder
anti-TNF-behandelingen, anti-integrine behandelingen, anti-IL-12/23 monoklonale
antilichamen of JAK-remmers.
5. Toezichtscolonoscopie (uitgevoerd volgens plaatselijke normen) binnen 12
maanden van de screening (of tijdens screening, indien vereist) voor deelnemers
met:
* pancolitis met duur >8 jaar; of
* patiënten met colitis aan linkerzijde met duur >12 jaar; of
* Voor patiënten op wie dit criterium niet van toepassing is, moet toezicht op
colorectale kanker worden ondernomen volgens de plaatselijke or nationale
richtlijnen voor patiënten met leeftijd *50, of met andere gekende
risicofactoren voor colorectale kanker.
6. Mannelijke en vrouwelijke deelnemers:
Zowel mannelijke als vrouwelijke deelnemers komen in aanmerking om deel te
nemen.
Een vrouwelijke deelnemer is geschikt voor deelname als ze niet zwanger is,
geen borstvoeding geeft en minstens een van de volgende condities behaald werd:
* Geen vruchtbare vrouw zijn, zie Sectie 10.4.1 van het protocol. OF
Een vruchtbare vrouw die instemt een zeer doeltreffende anticonceptiemethode te
gebruiken voor minstens 4 weken voorafgaand aan dosering, tot aan het
opvolgingsbezoek. Zie Sectie 10.4.2 van het protocol.
GEÏNFORMEERDE TOESTEMMING:
7. In staat om ondertekende geïnformeerde toestemming te geven, zoals
beschreven in Sectie 10.1.3 van het protocol, wat naleving van de vereisten en
beperkingen inhoudt, zoals vermeld in het formulier voor geïnformeerde
toestemming (ICF) en in het protocol.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
MEDISCHE AANDOENINGEN
1. Deelnemers met een huidige diagnose van onbepaalde colitis, niet
geclassificeerde inflammatoire darmziekte, ziekte van Crohn, infectieuze
colitis, of ischemische colitis.
2. Deelnemers met fulminante colitis ulcerosa (zoals gedefinieerd als 6
bloederige stoelgangen per dag EN 1 of meer van: i) lichaamstemperatuur *38 °C)
of ii) hartslag >90 slagen per minuut, of toxische megacolon.
3. Voorafgaande uitgebreide resectie van de dikke darm, subtotale of totale
colectomie, of proctocolectomie, of geplande operatie voor CU.
4. Deelnemers met gelijk welke niet beheerde medische aandoeningen, buiten
actieve CU, die naar oordeel van de onderzoeker de deelnemer in onaanvaardbaar
risico plaatsen of tussenbeide zouden komen met de onderzoeksbeoordelingen of
de integriteit van de gegevens. Andere medische aandoeningen moeten stabiel
zijn op het moment van screening en zullen naar verwachting stabiel blijven
voor de duur van het onderzoek.
5. Instabiele leefstijlfactoren, zoals alcoholgebruik voor overmatig of
recreatief drugsgebruik, voor zover deze naar de mening van de onderzoeker het
vermogen van een deelnemer om het onderzoek te voltooien, zouden verstoren.
6. Een actieve infectie of een voorgeschiedenis van ernstige infecties, als
volgt:
- Gebruik van antimicrobiële middelen (antibacteriële, antivirale, antifungale
of antiparasitische middelen) voor een infectie binnen 30 dagen voorafgaand aan
de eerste dosis (topische behandelingen kunnen toegelaten worden naar oordeel
van de medische monitor).
- Een voorgeschiedenis van opportunistische infecties binnen 1 jaar van
screening (bijv. Pneumocystis jirovecii, aspergillosis of CMV colitis). Dit
omvat geen infecties die zich kunnen voordoen bij immunocompetente personen,
zoals fungale nagelinfecties of vaginale candidiase, tenzij dit van
ongebruikelijke ernst of terugkerende aard is.
- Terugkerende of chronische infectie of andere actieve infectie die, naar
oordeel van de onderzoeker, kan zorgen dat deze studie nadelig zou zijn voor de
patiënt.
- Symptomatische herpes zoster binnen 3 maanden voorafgaand aan screening.
- Voorgeschiedenis van tuberculose (actief of latent), ongeacht de
behandelingsstatus.
- Een positieve diagnostische TB-test bij screening (gedefinieerd als een
positieve QuantiFERON-test). In gevallen waar de QuantiFERON-test onbepaald is,
kan de deelnemer de test eenmaal laten herhalen, en als zijn/haar tweede test
negatief is, komt hij/zij in aanmerking. In het geval een tweede test eveneens
onbepaald is, heeft de onderzoeker de optie om een PPD-test uit te voeren. Als
de PPD-reactie <5 mm is, komt de deelnemer in aanmerking. Als de reactie *5 mm
is, of de PPD-test niet wordt uitgevoerd, komt de deelnemer niet in aanmerking.
- Positieve Clostridium difficile toxinetest tijdens screening. Herscreening
kan echter ondernomen worden na succesvolle behandeling.
7. Huidige of voorgeschiedenis van chronische lever- of galziekte (met
uitzondering van het syndroom van Gilbert, asymptomatische galstenen of niet
gecompliceerde vette leverziekte).
8. Erfelijke of verworven immunodeficiëntiestoornis, waaronder tekort aan
immunoglobuline (tenzij de deelnemer een gedocumenteerde voorgeschiedenis heeft
van selectief IgA-tekort).
9. Een ingrijpende orgaantransplantatie (bijv. hart, long, nier, lever,
pancreas) of hematopoïetische stamcel-/beenmergtransplantatie.
10. Gelijk welke belangrijke operatieve procedure tijdens de studie.
11. Een voorgeschiedenis van maligne neoplasie binnen de voorbije 5 jaar,
behalve voor afdoende behandelde niet-metastatische basaalcel- of
plaveiselcelkankers van de huid (binnen 1 jaar) of in situ
baarmoederhalscarcinoom (binnen 3 jaar) die volledig behandeld werd en geen
bewijs van recidief vertoont.
EERDERE/GELIJKTIJDIGE BEHANDELING:
12. Een wijziging in dosis van oraal sulfasalazine of aminosalicylaat binnen 2
weken voorafgaand aan de basislijn endoscopie.
13. Meer dan 20 mg/dag oraal prednisolon (of equivalent, zie SRM), of een
wijziging in de dosis corticosteroïden binnen 2 weken voorafgaand aan de
basislijn endoscopie, of naar verwachting niet in staat om een stabiele dosis
corticosteroïden (*20 mg oraal prednisolon of equivalent, zie SRM) aan te
houden tot week 12.
14. Topische (rectale) corticosteroïden of topisch (rectaal) aminosalicylaat
binnen 2 weken voorafgaand aan basislijn endoscopie.
15. Beginnen of wijzigen van de dosis mercaptopurine of azathioprine (waaronder
beginnen of stopzetten van allopurinol) of methotrexaat binnen 8 weken
voorafgaand aan basislijn endoscopie.
16. Behandeling met ciclosporine, tacrolimus of thalidomide binnen 4 weken
voorafgaand aan basislijn endoscopie.
17. Behandeling met een anti-TNF biologisch middel binnen 8 weken voorafgaand
aan basislijn endoscopie, anti-integrine of anti-IL-12/23 biologisch middel
binnen 12 weken voorafgaand aan basislijn endoscopie, of een JAK-remmer binnen
4 weken voorafgaand aan basislijn endoscopie.
18. Een voorgeschiedenis van onvoldoende respons, verlies van respons of
intolerantie voor meer dan drie klassen goedgekeurde gevorderde behandelingen
voor CU (inclusief anti-TNF behandelingen, anti-integrine behandelingen,
anti-IL-12/23 monoklonale antilichamen of JAK-remmers; maar exclusief
blootstelling binnen het kader van een klinisch onderzoek), waarop deelnemers
geen onvoldoende respons (primaire non-respons) op meer dan twee klassen gehad
mogen hebben.
19. Kregen fecale microbiotatransplantatie binnen 4 weken voorafgaand aan
basislijn-endoscopie.
20. Kreeg levend vaccin binnen 4 weken van dag 1 of van plan om dat te krijgen
tijdens het onderzoek, tot aan opvolging.
EERDERE/GELIJKTIJDIGE ERVARING MET EEN KLINISCH ONDERZOEK:
21. De deelnemer nam deel aan een klinisch onderzoek en kreeg een
onderzoeksmiddel binnen de volgende tijdperiode voorafgaand aan de endoscopie
bij screening van de huidige studie:
a. Biologische middelen: 3 maanden, 5 halfwaardetijden, of tweemaal de duur van
het biologisch effect van het experimentele middel (welke daarvan ook langer
is);
b. Nieuwe chemische entiteiten (NCE*s): 30 dagen, 5 halfwaardetijden of
tweemaal de duur van het biologische effect (welke daarvan ook langer is).
22. Absoluut aantal neutrofielen <1,5x109/l of hemoglobine <80 g/l of aantal
lymfocyten <0,8x109/l.
23. Geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (glomerular filtration rate, GFR)
volgens berekening met de vergelijking van het Samenwerkingsverband inzake
epidemiologische chronische nierziekte (Chronic Kidney Disease Epidemiology
Collaboration equation, CKD-EPI) van <60 ml/min/1,73 m2 bij screening.
24. ALT >2x ULN en bilirubine >1,5x ULN (geïsoleerd bilirubine >1,5x ULN is
aanvaardbaar indien bilirubine gefractioneerd is en rechtstreeks bilirubine
<35%) bij screening.
25. Andere klinisch significante afwijkingen in laboratoriumbeoordelingen,
zoals bepaald door de onderzoeker en/of de medische monitor van GSK, die
invloed kunnen hebben op de veiligheid van de deelnemer, of op de interpretatie
van de studiegegevens.
26. Aanwezigheid van hepatitis B oppervlakteantigen (HBsAg) of Hepatitis B
kernantilichaam (HBcAb), of positief hepatitis C antilichaamresultaat bij
screening (Let op: deelnemers met positief Hepatitis C antilichaam omwille van
eerdere opgeloste ziekte kunnen enkel geregistreerd worden als een bevestigende
negatieve Hepatitis C RNA-test verkregen werd).
27. Positieve serologie voor HIV bij screening.
28. Waar deelname aan de studie zou leiden tot donatie van bloed of
bloedproducten van meer dan 500 ml binnen 3 maanden.
29. QTc >450 msec of QTc >480 msec voor deelnemers met bundeltakblok bij
screening en dag 1. De QTc is het QT-interval gecorrigeerd voor hartslag
volgens ofwel de formule van Bazett (QTcB), de formule van Fridericia (QTcF) of
een andere methode, machine of beoordeling.
ANDERE EXCLUSIECRITERIA:
30. Deelnemers met overgevoeligheid voor GSK2831781 of enig ander bestanddeel
in de klinische formulering van GSK2831781 (zie onderzoeksbrochure voor
GSK2831781).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2018-003278-28-NL |
CCMO | NL69213.018.19 |