Het doel is het aanhouden van klinische remissie t/m week 14 middels het Crohns Disease Exclusion Diet. Hierbij luidt onze hypothese dat CDED superieur zal zijn in het handhaven van remissie op week 14 en dat remissie aangehouden zou kunnen worden…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselinfecties
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
ITT, aanhoudende steroidvrije remissie op week 14 (gedefinieerd als PCDAI *10
zonder blootstelling aan steroiden)
Secundaire uitkomstmaten
1, ITT steroidvrije klinische remissie op week 8
2. Verschil in microbioom compositie tussen de groepen op week 14
3. Afname in faeces calprotectine van ten minste 50% t.o.v. baseline op week 24
(voor deelnemers die niet van behandeling veranderen)
4. Steroid- en biologicalvrije remissie op week 24.
5. Nood aan aanvullende therapie voor bereiken van remissie bij week 14
6. Trasmurale genezing op MRE in dieet-reagerende ziekte op week 52
7. Proportie responding deelnemers met genetische predispositie vs zonder
genetische dispositie
8. Microbioom compositie verschillen tussen responders en familieleden/gezonde
controles op week 24
Achtergrond van het onderzoek
Exclusieve enterale voeding (EEN) is een bewezen maar moeilijk uit te voeren
methode voor inductie van remissie en is niet praktisch of effectief voor het
handhaven van remissie. Kinderen moeten hierbij gedurende 8 weken een vloeibare
voeding drinken als enige voedselinname. Weigering om deze therapie te
gebruiken of om zich eraan te houden is niet ongebruikelijk. Dit leidt tot het
gebruik van andere niet-voedingsstrategieën bij kinderen, waaronder steroïden
en immuunsuppressie.
Gedeeltelijke enterale voeding lijkt enig voordeel te hebben bij het handhaven
van remissie bij volwassenen, maar resultaten bij kinderen zijn tegenstrijdig.
Er is nog geen prospectieve randomised controlled trial om dit te bewijzen in
een pediatrisch cohort. Het Crohn's Disease Exclusion Diet (CDED) met
gedeeltelijke enterale voeding is effectief gebleken bij het induceren van
remissie bij kinderen met een milde tot matige ziekte. Op basis hiervan hebben
we een onderhoudsstrategie ontwikkeld op basis van de CDED die remissie lijkt
te behouden en tegelijkertijd een betere toegang tot normaal voedsel mogelijk
maakt.
Doel van het onderzoek
Het doel is het aanhouden van klinische remissie t/m week 14 middels het Crohns
Disease Exclusion Diet. Hierbij luidt onze hypothese dat CDED superieur zal
zijn in het handhaven van remissie op week 14 en dat remissie aangehouden zou
kunnen worden tot week 24 bij doorgaan met volgen van het dieet. Op
translationeel vlak is het doel om de effecten van dieettherapie op het
microbioom aan te wijzen en te vergelijken tussen de 2 groepen. Ook vergelijken
we deze uitslagen met familieleden en gezonde controles.
Onderzoeksopzet
Dit is een multicenter, open-label, randomized controlled trial die in 5 landen
(binnen en buiten de EU) wordt uitgevoerd. De duur van de studie is 52 weken.
Kinderen in groep 1 volgen gedurende 24 weken een dieet. Kinderen in groep 2
krijgen de standaardbehandeling gedurende 8 weken (met geleidelijke afbouw tot
week 12).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Groep 1 - EEN gedurende 14 dagen (week 0-2) - CDED fase 1: EEN voor 50% caloriebehoefte en daarnaast CDED gedurende 6 weken (week 3-8) - CDED fase 2: EEN voor 25% van caloriebehoefte met daarnaast CDED gedurende 6 weken (week 9-14) - CDED fase 3 (onderhoudsfase): EEN voor 25% van caloriebehoefte met daarnaast CDED gedurende 6 weken (week 15-24) Groep 2 Standaardbehandeling - EEN gedurende 8 weken - Vrij dieet met stapsgewijze reductie van enterale voeding tot 25% caloriebehoefte middels PEN op week 12
Inschatting van belasting en risico
De belasting in deze studie bestaat uit een dieetaanpassing voor langere tijd,
welke als vervelend kan worden ervaren. Er wordt geprobeerd de belasting te
beperken door het aanreiken van duidelijke instructies en voorbeeldrecepten.
Daarnaast moeten deelnemers gedurende de studie een aantal vragenlijsten
beantwoorden, iets waar ze meer tijd mee kwijt zouden zijn. Er wordt urine
verzameld en een extra MRE gedaan, iets wat in de standaardzorg niet gedaan zou
worden. Indien de eigen arts (!) een colonoscopie indiceert, slaan wij het
darmspoelsel op en nemen we een aantal extra biopten af. Dit laatste is
optioneel. Al deze (extra) handelingen nemen tijd in beslag en kunnen als
vervelend worden ervaren, maar vormen geen substantieel risico voor de
deelnemer. Ook het volgen van het dieet zelf brengt geen extra risico's met
zich mee.
De resultaten waarop deze studie gebaseerd is, zijn positief en er is een grote
kans dat door deze dieetaanpassing kinderen langer klachtenvrij (in remissie)
kunnen blijven en/of aanvullende behandeling langer kunnen uitstellen. In de
huidige praktijk wordt het CDED dieet (volgens Levine et al, Gastroenterology
2019) goed getolereerd, is het effectief in inductie (en soms subjectief voor
behouden van remissie) en zijn ouders vaak gemotiveerd om het dieet door te
zetten zelfs na het eind van het "schema" omdat het een relatief "kleine"
leefstijlaanpassing is. Daarnaast wordt de standaardbehandeling (EEN) voor
inductie van remissie vaak slecht getolereerd en/of geweigerd door kinderen.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Voor patienten
1. Bevestigde diagnose van de ziekte van Crohn
2. Patiënten met milde tot ernstige actieve ziekte van Crohn (15 * PCDAI * 47,5)
3. Leeftijd 8-18 jaar
4. Duur van de ziekte * 36 maanden
5. Actieve ontsteking (CRP> 0,6 mg / dL of ESR> 20 of Calprotectin * 200 mcg /
gr) tijdens screening
6. Patiënten met B1, P0 ongecompliceerde ziekte bij screening
7. Patiënten met een ziekte gedefinieerd als L1, L4, L3 of L2 beperkt tot de
appendix, colon ascendens of transversum, of L2 met linkszijdige ziekte van
terminale ileum of dunne darm betrokkenheid in het verleden volgens de
Paris-classificatie (patiënten met macroscopische ziekte)
8. Ondertekend informed consent formulier
Inclusie criteria comments:
1. Patiënten met stabiel medicijngebruik (IMM / 5ASA) of geen medicatiegebruik
gedurende de afgelopen 8 weken kunnen worden ingeschreven.
2. Patiënten met slechts enkele afteuze ulcera in het rectosigmoïd kunnen
worden ingeschreven als L2
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Voor patienten
1. Patiënten met een zeer milde ziekte (PCDAI 12.5-15) of een zeer ernstige
ziekte (PCDAI> 47.5)
2. Zwangerschap
3. Patiënten met een ziekte die beperkt is tot het colon, waarbij het colon
descendens, het rectum of sigmoïd betrokken zijn en er geen voorgeschiedenis is
van betrokkenheid van de dunne darm
4. Patiënten met actieve extra-intestinale aandoeningen (zoals artritis,
uveïtis, pyoderma gangrenosum, erythema nodosum, enz.)
5. Patiënten met gecompliceerde ziekte (B2, B3)
6. Patiënten met recent begin van het gebruik van een immunomodulator <8 weken,
of dosisverandering in de afgelopen 8 weken.
7. Patiënten met verleden of huidig gebruik van biologische middelen, of
patiënten die momenteel systemische steroïden gebruiken of steroïden gebruikten
in de afgelopen 8 weken
8. Patiënten met actieve perianale ziekte (actieve fistel of abces)
9. Patiënten met positieve ontlasting op relevante pathogenen, of positieve
ontlasting op parasieten of C. difficile. Ontlastingstests zijn alleen
verplicht als diarree aanwezig is.
10. Patiënten met koorts> 38.3
11. Gedocumenteerde allergie voor melkeiwitten
Exclusiecriteria opmerkingen:
1. Aftenstomatitis is geen exclusiecriterium. Geïsoleerde afteuze ulcera van
het rectosigmoïd hoeven niet te worden uitgesloten als alleen linkszijdige L2
2. Patiënt kan een stabiele dosis immunomodulator krijgen of beginnen met
thiopurines op of na week 4 of methotrexaat in week 6, omdat het effect van
thiopurine na 8 weken begint en dat de primaire eindpuntremissie in week 8 niet
beïnvloedt.
3. Patiënten mogen Omeprazol gebruiken als zweren of erosies aanwezig zijn in
de maag of twaalfvingerige darm.
4. Patiënten kunnen tot 10 dagen antibiotica krijgen voor bijkomende infecties
met uitzondering van chinolonen, metronidazol, rifaximin of orale vancomycine;
Gebruikte antibiotica moeten worden geregistreerd in de CRF.
5. Patiënten met huidtags of kloven kunnen worden geincludeerd.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT02843100 |
CCMO | NL73108.018.20 |