Het primaire doel van dit gerandomiseerd gecontroleerde klinische studie is om het effect van VR-TRAC op agressie in een gevangenispopulatie te onderzoeken.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Persoonlijkheids- en gedragsstoornissen
Synoniemen aandoening
Aandoening
Emotie regulatie problematiek: agressie
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire doel van deze gerandomiseerd gecontroleerde klinische studie is om
het effect van de VR-TRAC op agressie in een gevangenispopulatie te
onderzoeken. In de eerste instantie door observatie van personeel, daarnaast
door zelfrapportagevragenlijsten en als laatste door rollenspellen.
De primaire uitkomstmaat wordt gemeten door een zelfrapportage instrument:
'Aggression Questionnaire' (AQ)'. De AQ meet vier verschillende soorten
agressie.
Secundaire uitkomstmaten
Zelfrapportage vragenlijsten
Individuele veranderingen worden gemeten door zelfrapportage vragenlijsten.
Deze zullen bestaand uit vragenlijsten die door de participanten wordt ingevuld
met behulp van een onderzoeksassistent. De zelfrapportagevragenlijsten meten
verschillende soorten agressie, boosheid, impulsiviteit en emotieregulatie. De
vragenlijsten worden op drie verschillende momenten afgenomen: voordat de
interventie begint, aan het einde van de interventie en twee maanden na de
laatste interventie.
Vijf vragenlijsten worden gebruikt voor de secundaire onderzoeksvariabelen:
- The Difficulties in emotion regulation (DERS): bestaat uit 36 items die
moeite in het reguleren van emoties meet.
- The Novaco Anger Scale and Provocation Inventory (NAS-PI) bestaat uit twee
delen die 48 vragen bevat en meet drie factoren van agressie; cognitieve,
opwinding en gedrag.
- The Reactive-Proactive Questionnaire (RPQ) bestaat uit 23 items (11 items die
reactieve agressie meten en 12 items die proactieve agressie).
- The Short Anger Measure (SAM) is een zelfrapportage die uit 12 items bestaat
die boze gevoelens en agressieve impulsen meet in de afgelopen week.
- The Barratt Impulsiveness Scale (BIS-11) meet persoonlijke/ gedragsmatige
construct van impulsiviteit.
Er is verder een vragenlijst die de ervaring en de *echtheid* in de virtuele
wereld meet: I group Presence Questionnaire (IPQ).
Stafobservatie
Voor de stafobservatie wordt de *Observation Scale for Aggressive Behaviour
(OSAB)* gebruikt. De OSAB bestaat uit 40 items die emoties/gemoedstoestand,
agressief gedrag, de reden voor het agressieve gedrag, sancties en sociaal
competent gedrag meet.
Gescripte rollenspelen
Om de effectiviteit van de vaardigheden van de VR-TRAC te meten worden
gescripte rollenspellen afgenomen. Deze worden voordat de interventie begint
gespeeld en nadat de training is afgerond. Voor de controlegroep zal dit
plaatsvinden nadat het toestemmingsformulier is getekend en ongeveer twee
maanden na het eerste rollenspel.
Vignetten
Vignetten bestaan uit twee geschreven scenario*s (die vergelijkbaar zijn met de
rollenspellen). Deze zullen op twee momenten worden afgenomen, eenmaal voordat
de interventie begin ten eenmaal nadat de interventie is afgerond.
--------------------------------------------------
Overige uitkomstmaten
Sociodemografische gegevens en justitieel verleden
- Leeftijd
- Culturele achtergrond
- Hoogst behaalde opleidingsniveau
- Huidige veroordeling
- Eerdere veroordelingen
Verder worden er nog drie andere vragenlijsten afgenomen:
- *The Adverse Childhood Experiences (ACE)*: is een vragenlijst die nare
ervaringen in de kinderleeftijd meet op 8 verschillende thema*s.
- *Measurement in the Addiction for Triage & Evaluation (MATE)*: is een
vragenlijst die middelengebruik en afhankelijkheid meet.
- *Session Rating Scale (SRS)* zal afgenomen worden na iedere sessie om zo
de sessie te evalueren.
Achtergrond van het onderzoek
Gewelddadige delicten (geweld gericht tegen een persoon of goederen) zijn de
meest voorkomende delicten in een Nederlandse
gevangenispopulatie. In 29% van alle gevallen is er sprake van gewelddadige
delicten, wanneer vermogensdelicten en seksueel
geweld daar nog aan toegevoegd worden, loopt dit getal op tot de helft van alle
delicten. Wanneer er gekeken wordt naar het
recidiverisico van dit soort delicten, is de schatting dat 22% van deze
overtreders binnen twee jaar dat zij uit detentie zijn gekomen
weer recidiveren (*DJI in getal 2013-2017,* 2018). Onderzoek laat tevens zien
dat gedetineerden die tijdens hun detentie een
gewelddadig delict plegen, zelfs sneller en vaker zullen recidiveren dan
gedetineerden zonder gewelddadige delicten (Mooney &
Daffern, 2015). Dit geeft het belang van het behandelen van gedetineerden met
agressieproblemen binnen detentie aan.
Er zijn verschillende vormen van agressie therapie ontwikkeld, meestal
bestaande uit cognitieve of gedragsmatige interventies, of
een combinatie van de twee (Shelton, Sampl, Kesten, Zhang, & Trestman, 2009).
De focus ligt meestal op het hervormen van
cognities, het verbeteren van het probleem oplossend vermogen, blootstelling en
vaardigheidstraining (Shelton et al., 2009).
Onderzoek heeft laten zien dat behandeling voor agressie in het algemeen werkt
in het verminderen van recidiverisico (McGuire,
2008). Echter, zijn de resultaten in het gevangeniswezen nog steeds niet
eenduidig, dit komt meestal door de lage kwaliteit van de
studies (Auty et al., 2017; McGuire, 2008).
Het succes van therapie hangt af van een aantal factoren: in de eerste
instantie namelijk van de motivatie of de bereidwilligheid van
een gedetineerde om het gedrag te veranderen (Jochems et al., 2012; McGuire,
2008; Smeijers, Bulten, Buitelaar, & Verkes, 2018).
Zij kunnen er van overtuigd zijn dat zij geen probleem hebben of zij hebben
mogelijk al eerder therapie gevolgd zonder succes,
waardoor zij niet meer gemotiveerd zijn om behandeling aan te gaan. Ten tweede
zijn de meeste therapievormen erg theoretisch
van aard. Voor sommige populaties is deze therapievorm niet geschikt. Zo wordt
bijvoorbeeld voor individuen met een lage
verstandelijke beperking aangeraden om minder taalgerichte therapievormen in te
zetten (Simpson, Mizen, & Cooper, 2016).
Tenslotte, is het een bekend probleem dat binnen detentie het geleerde gedrag
niet in *echte* situaties geoefend kan worden
(McGuire, 2008).
Een oplossing voor bovenstaande problemen kan Virtual Reality (VR) zijn. VR
maakt gebruik van kunstmatige computer
gegenereerde omgevingen om situaties in het echte leven na te bootsen, waardoor
het theoretische informatie met een praktische
leeromgeving combineert. Situaties kunnen zodanig aangepast worden dat de
gedetineerde zijn probleemgedrag in de conditie kan
oefenen die passen binnen zijn situatie (Freeman et al., 2017). Deze techniek
kan tevens de motivatie vergroten van gedetineerde,
omdat het nieuw en interessant is. Mogelijk spreekt deze behandelmethode zelfs
een jongere generatie aan doordat zij zijn
opgegroeid met technologie en innovatie.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van dit gerandomiseerd gecontroleerde klinische studie is om
het effect van VR-TRAC op agressie in een gevangenispopulatie te onderzoeken.
Onderzoeksopzet
De studie is een gerandomiseerd gecontroleerde klinische studie.
1. Flyers met informatie over de studie zullen op de afdelingen opgehangen
worden en er zal een informatiefilmpje op de 'interne gevangenis tv' te zien
zijn met informatie over de studie. Daarnaast zullen casemanagers, psychologen
en mentoren wijzen op het bestaan van het onderzoek. Participanten die
geïnteresseerd zijn kunnen op eigen verzoek vragen om contact met de
onderzoeksassistenten.
2. Wanneer een participant aangeeft mee te willen doen, zullen
onderzoeksassistenten de participant bezoeken en informatie over de studie
geven. Daarna zullen zij informed consent tekenen en controleren of iemand
voldoet aan alle inclusiecriteria, omdat de screening
met de AQ gebeurt.
3. Participanten zullen random in de controlegroep of VR-TRAC groep ingedeeld
worden.
4. Zowel de controlegroep als de VR-TRAC groep starten met het wekelijks
invullen van de SAM. De OSAB zal wekelijks door afdelingspersoneel ingevuld
worden.
5. Na vier weken zullen zelfrapportage vragenlijsten (DERS NAS-PI, RPQ, BIS-11,
ACE, en MATE) en de vignetten afgenomen worden voor de nulmeting. De
onderzoekassistenten zullen beschikbaar zijn wanneer participanten een vraag
niet begrijpen en om te controleren of alle vragen zijn ingevuld. Om de
participanten in de controlegroep te motiveren zullen zij de optie aangeboden
krijgen om na het invullen van de vragenlijsten een spel in de VR wereld te
spelen voor de duur van maximaal een half uur.
6. Participanten in zowel de controle- als de VR-TRAC groep zullen ingepland
worden voor de rollenspellen.
7. Participanten in de VR-TRAC groep zullen starten met de training. De
training bestaat uit 16 twee wekelijkse individuele sessies, die maximaal een
uur zullen duren.
8. Na elke sessie wordt de SRS ingevuld en zullen er korte vragen gesteld
worden over hoe de sessie is ervaren.
9. Aan het einde van de training zullen de vignetten en de zelfrapportage
vragenlijsten opnieuw ingevuld worden (AQ, BIS-11, DERS, NAS-PI, RPQ). De
onderzoekassistenten zullen beschikbaar zijn wanneer participanten een vraag
niet begrijpen en om te controleren of alle vragen zijn ingevuld. Om de
participanten in de controlegroep te motiveren zullen zij opnieuw de optie
aangeboden krijgen om na het invullen van de vragenlijsten een spel in de VR
wereld te spelen voor de duur van maximaal een half uur.
10. Participanten in zowel de controle- als de VR-TRAC groep zullen opnieuw
ingepland worden voor de rollenspellen.
11. Twee maanden nadat de training is beëindigd zullen de zelfrapportage
vragenlijsten opnieuw afgenomen worden (AQ, BIS-11, DERS, NAS-PI, RPQ).
Participanten in de controlegroep krijgen opnieuw de mogelijkheid aangeboden om
een spel in de VR wereld te spelen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Het protocol wat gebruikt gaat worden in deze studie is gebaseerd op het protocol wat tevens gebruikt wordt in de studie van Klein Tuente et al. (2018). Na een eerdere pilot (zie METc 2019/381, geregistreerd onder onderzoeksnummer NL71610.042.19) is dit protocol iets aangepast om in zijn geheel bij de gevangenispopulatie aan te sluiten. Dit protocol is gebaseerd op het Sociaal Informatie Proces (SIP) model van Crick en Dodge (1994). De eerste sessie richt zich op de introductie van de training en worden er doelen geformuleerd voor de training. Sessie twee en drie zal zich richten op de vroege stadia van de informatieverwerking (wat gebeurt er en wat betekent het). Sessie vier geeft de mogelijkheid om informatie te herhalen. Sessie vijf tot en met acht zal zich richten op zich op de late stadia van informatieverwerking (welke doelen wil ik bereiken, welke opties heb ik om te reageren, wat ga ik doen en wat is de reactie of het gedrag). Sessie 10 tot en met 15 combineert de vroege en late stadia en alle nieuwe aangeleerd gedrag. Deze zullen in interactieve scenario's geoefend worden. Om deze verschillende stadia te oefenen, zullen er in VR verschillende agressieve situaties nagebootst worden. Tijdens de sessie zullen participanten een bril en koptelefoon dragen en zullen zij in een gesimuleerde virtuele wereld rondlopen. De virtuele wereld is aangepast aan de specifieke behoefte van de participant, met verschillende thema>s (bijvoorbeeld een winkel, bar of winkelstraat) en avatars (bijvoorbeeld een beveiliger, een groep van vrouwen mannen van verschillende etnische achtergronden) om uit te kiezen. De trainer neemt de rol van de avatar door het gebruik van een microfoon met stemvervorming. Tevens kan de trainer de gezichtsuitdrukking en de lichaamsbeweging controleren gedurende de sessies. In de sessies kunnen participanten de-escalerend gedrag oefenen in interactie met de avatars. De VR-TRAC bestaat uit 16 tweewekelijks individuele trainingssessies van maximaal 60 minuten.
Inschatting van belasting en risico
Participanten zullen twee soorten metingen tijdens de studie ondergaan
(zelfrapportagevragenlijsten en op prestatie gebaseerde beoordelingen). De
zelfrapportage vragenlijsten zullen op elk meetmoment ongeveer een uur in
beslag nemen. De vignetten zullen ongeveer een half uur in beslag nemen
(voordat de interventie begin ten nadat de interventie is afgerond).
De wekelijkse vragenlijst die boze gevoelens meet zal ongeveer een maximum van
10 minuten in beslag nemen. Onderzoeksassistenten zullen aanwezig zijn om te
ondersteunen wanneer de vragenlijsten worden ingevuld.
De prestatie gebaseerde beoordelingen (rollenspellen) zullen ongeveer een half
uur duren en worden gedaan voordat de interventie begint en nadat de
interventie is afgerond.
Risico*s die geassocieerd worden met deelname aan deze studie zijn
*cyberziekte* en agressie tijdens de sessies. De risico*s worden echter beperkt
doordat de VR scenario*s langzaam worden opgebouwd in agressie, hierdoor kan er
snel ingegrepen worden indien nodig. Cyberziekte is een milde reactie als
gevolg van de blootstelling aan VR en de symptomen nemen af indien de VR
gestopt wordt.
Het risico van de controlegroep is beperkt omdat agressietherapie niet
standaard wordt aangeboden in detentie. Gedetineerden kunnen zich vrijwillig
opgeven voor individuele therapie, agressie therapie kan hierin een onderdeel
zijn. Echter is er voor individuele therapie tevens een wachtlijst. Wanneer
gedetineerden aan de studie hebben deelgenomen wordt hen alsnog de kans geboden
de VR-TRAC te volgen indien hun deelname is afgerond.
We begrijpen dat het invullen van de vragenlijsten en het participeren in de
rollenspellen zeer intensief kan zijn, maar wij verwachten dat de participanten
gaan profiteren van de training omdat zij leren om controle te krijgen over hun
emoties, zij meer inzicht krijgen in hun agressieve gedrag en de-escalerende
technieken zullen leren.
Daarnaast denken wij dat het toevoegen van de rollenspellen en de vignetten zal
helpen om de geleerde vaardigheden te begrijpen omdat dit een betere weergave
van de *echte wereld* geeft, in plaats van de focus te leggen op het meten van
agressie in het algemeen.
Publiek
Hanzeplein 1
Groningen 9713 GZ
NL
Wetenschappelijk
Hanzeplein 1
Groningen 9713 GZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Mannelijke gedetineerden die in detentie verblijven in PI Vught, Nederland,
voor minstens 20 weken.
- Gedetineerden met agressie regulatie problemen in de laatste maand, gemeten
met de AQ (minimum score van
70).
- Minimum leeftijd van 18 jaar
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- SCIL score van 14 of lager.
- Acute suicidaliteit of acuut psychotisch.
- onvoldoende begrip van de Nederlandse taal.
- Lichtflitsgevoelige epileptische aanval in het afgelopen jaar.
- Een verblijf van 5 maanden of korter.
- Het volgen van een andere therapie gericht op agressie problematiek.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL78475.042.21 |