Dit onderzoek richt zich op het effect van een behandeling (12 weken/sessies) gericht op cognitief functioneren. Deze worden behandeld middels cognitieve gedragstherapie (CGT) of cognitieve revalidatietherapie (CRT). De subjectieve cognitieve…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomst 'subjectieve klachten' wordt gemeten met de Cognitive
Faillure Questionnaire (CFQ) (Broadbent,Cooper, FitzGerald & Parkes, 1982). De
CFQ is een zelfrapportage vragenlijst waarbij patiënten het aantal gemaakte
vergissingen met betrekking tot hun cognitieve beperking aangeven, zoals het
vergeten van namen. De vragenlijst bevat 25 items gemeten met een 5-punt schaal
(0="nooit" tot 4="altijd"), met range van 0 tot 100. De CFQ heeft goede
psychometrische kwaliteiten, inclusief het test-retest betrouwbaarheid (Ponds,
van Boxtel & Jolles, 2006) en de betrouwbaarheid (Bridger, Johnsen& Brasher,
2013). Een hogere score op de CFQ geeft meer subjectieve cognitieve klachten
aan dan een lagere score op de CFQ. De CFQ-scores worden voor, tijdens (na 6
weken) en na behandeling vergeleken om te kijken naar een verschil in ervaren
cognitieve klachten tijdens de behandeling.
Secundaire uitkomstmaten
Om een beeld te krijgen van de objectieve cognitieve klachten en het
neuropsychologisch functioneren wordt twee keer een kort neuropsychologisch
onderzoek (NPO) afgenomen waarbij een beeld verkregen wordt van de aandacht en
concentratie, verbaal leren en geheugen en executief functioneren. Het NPO
voorafgaand aan de behandeling wordt gebruikt om de richting van therapie te
bepalen (specifieke cognitieve klachten) en valt binnen het reguliere protocol.
Het NPO na behandeling (max 30 minuten) wordt als extra inspanning beschouwd
maar biedt anderzijds ook de mogelijkheid voor patiënten om inzicht te krijgen
in de effectiviteit van de behandeling.
De scores worden geclassificeerd als "geen neurocognitieve problemen" (groter
dan of gelijk aan het 20e percentiel), "tekort" (tussen het 2.4e-20e
percentiel) of "stoornis" (minder dan het 2.4e percentiel) (Lezak, Howiesan, &
Loring, 2012). Bij het eerste NPOwordt de subtest Cijferreeksen en de subtest
Symboolsubstitutie van de Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS-IV-NL;
Wechsler, 2012) afgenomen. Hiermee wordt een beeld verkregen van het
werkgeheugen en de verwerkingssnelheid. Het onderdeel Tower Test van de DKEFS
wordt gebruikt om het executief functioneren in kaart te brengen (D-KEFS; Delis
et al, 2001). De 15 woordentest wordt gebruikt om het verbale geheugen en
leervermogen te meten (I5WT; Kalverboer & Deelman, 1986). De Rey Osterrieth
complex figure test wordt gebruikt om visueel geheugen te meten (Osterrieth,
1944) en beschikt over afdoende psychometrische kwaliteiten. Om de volgehouden
aandacht te meten wordt gebruik gemaakt van de d2 (Brickenkamp, 2002). De
psychometrische kwaliteiten van deze testen zijn voldoende tot goed en zijn te
vinden in de testhandleidingen (Brickenkamp, 2002;'Delis et al., 2001;
Kalverboer & Deelman, 1986; Wechsler, 2012).
NB: bij het NPO na behandeling wordt, vanwege het leer-effect, voor de
15-woordentest de B-versie gebruikt. Bij de overige testen wordt het
leer-effect nihil ingeschat.
Achtergrond van het onderzoek
Somatisch-symptoomstoornis (SSS) gaat vaak gepaard met cognitieve problematiek
welke tot op heden weinig tot geen aandacht heeft gekregen. Vanuit andere
literatuur weten we tevens dat bij andere (comorbide) psychiatrische
aandoeningen zoals bijvoorbeeld depressie en angst er tevens vaak sprake is van
cognitieve problematiek. Deze komen vaak ook comorbide voor bij patiënten met
SSS. De reguliere behandeling van SSS bestaat uit cognitieve gedragstherapie
(CGT) welke veelal minder effectief is dan verwacht. Enkele casusbeschrijvingen
van een patiënt met SSS en eentje met bipolaire stoornis suggereren dat
cognitieve revalidatietherapie (CRT) kan bijdragen aan het verbeteren van
cognitief functioneren. In het therapeutisch traject zou dit kunnen betekenen
dat een vervolgtraject CGT dan ook beter zou beklijven als cognitieve
problematiek eerst behandeld wordt. Alvorens dit onderzocht kan worden is het
belangrijk om de effectiviteit van CRT (verder) te onderzoeken met betrekking
tot ervaren cognitieve problematiek.
Doel van het onderzoek
Dit onderzoek richt zich op het effect van een behandeling (12 weken/sessies)
gericht op cognitief functioneren. Deze worden behandeld middels cognitieve
gedragstherapie (CGT) of cognitieve revalidatietherapie (CRT). De subjectieve
cognitieve klachten worden na therapie vergeleken met de ervaren klachten
voorafgaand aan therapie. Secundair wordt er gekeken naar de verbetering van
cognitief functioneren in objectieve zin, middels een neuropsychologisch
onderzoek na behandeling. Dit neuropsychologisch onderzoek wordt aan het begin
van behandeling ook uitgevoerd ten behoeve van bepaling van de behandeling. In
andere woorden, op dat moment vindt, samen met patiënt, afstemming plaats met
betrekking tot de focus van behandeling (bijvoorbeeld op geheugenklachten).
Onderzoeksopzet
Het onderzoek volgt een 2x3 mixed model randomized design met cognitieve
revalidatie therapie (CRT) en cognitieve gedragstherapie (CGT) als
between-subjects factoren met herhaalde metingen van de diverse outcome
paramteres (pre-behandeling, na 6 wekens, en na einde behandeling, 12 weken)
als within-subjects factor. Deze herhaalde meting geldt enkel voor de
vragenlijst ten behoeve van de subjectieve cognitieve klachten welke afgenomen
wordt om het proces van de behandeling te waarborgen. Het onderzoek zal duren
van 1 januari 2021 tot 1 september 2021 en zal plaatsvinden binnen het
Topklinisch Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid, GGz Breburg. CRT wordt hier
reeds aangeboden in het reguliere behandelprogramma omdat deze binnen patiënten
met niet-aangeboren-hersenletsel reeds effectief bleek te zijn. Daarnaast wordt
cognitieve problematiek ook behandeld middels CGT (voornamelijk ook vanwege te
kort aan behandelcapaciteit vwb CRT therapeuten) welke middels ervaren stress
en disfunctionele gedachten aangaande cognitieve klachten geacht wordt
eenzelfde effect te bewerktstelligen als CRT. De opzet van het huidige
onderzoek heeft ons inziens het voordeel dat patiënten minimaal belast worden.
Mochten zij na de CGT toch nog last ervaren van cognitieve problematiek krijgen
zij alsnog CRT aangeboden als zij dat willen. Het nadeel van deze opzet is dat
hen voorafgaand aan het onderzoek gevraagd wordt akkoord te gaan met een
neuropsychologisch onderzoek na afronding van de behandeling. Dit vraagt een
extra inspanning van maximaal 30 minuten maar heeft daarnaast als bijkomend
voordeel dat patiënten inzicht krijgen in de verbetering van hun cognitieve
klachten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De cognitieve revalidatietherapie (CRT) wordt aangeboden volgens de protocollen die online vrij beschikbaar zijn (Boom, 2010) (https://www.boompsychologie.nl/productgroep/101-15_Neuropsychologie#downloads). De CRT wordt individueel aangeboden aan een patiënt. Het wordt toegepast bij een specifiek neurocognitief probleem welke voorafgaand aan de CRT geobjectiveerd dient te worden middels een neuropsychologisch onderzoek (conform gesteld in het protocol, zie o.a. flps://www.boompy.bQiQgie.nl/media/13/protocol_dysexecutiefsyndroom.pf). Dit stelt een behandelaar in staat om de behandeling aan te passen aan de ervaren cognitieve problemen van een patiënt. Bij de start van de CRT wordt samen met de patiënt bekeken tegen welke problemen hij of zij in het dagelijks leven aan loopt als gevolg van de cognitieve klachten. De behandeling bestaat uit drie fases; 1) psycho-educatie, 2) doelen stellen en plannen, en 3) uitvoering. Onderdelen kunnen het executief functioneren, geheugenproblemen of problemen met tijdsdruk zijn. De behandeling wordt aangepast aan de problemen van de patiënt en bestaat uit 12 sessies. Cognitieve gedragstherapie (CGT) CGT ten behoeve van cognitieve problematiek richt zich op het identificeren en aanpassen van disproportionele/dysfunctionele gedachten over dergelijke klachten. Automatische negatieve gedachten over het cognitief functioneren worden tijdens de therapie in kaart gebracht en uitgedacht en aangepast conform de standaard CGT technieken. Deze gedachten worden namelijk gezien als een instandhoudende factor van de klachten waarbij er als het ware een vergrootglas gelegd wordt op het cognitief functioneren en er 'self-fulfilling prophecy' dreigt op te treden.
Inschatting van belasting en risico
De patiënten krijgen 'care as usual' aangeboden krijgen. De baselinemeting
(neuropsychologisch onderzoek en cognitieve vragenlijst) en de interventie zijn
onderdeel van de standaard zorg. De aanvulling voor het onderzoek is een
nameting van maximaal 30 minuten (NPO naderhand). Patiënten mogen vrijwillig
deelnemen en kunnen ten allen tijden stoppen met het onderzoek, zonder opgave
van reden. Patiënten zijn uitdrukkelijk niet verplicht tot de opgave van een
reden voor het stoppen van deelname aan het onderzoek, maar mocht een reden
gegeven worden, wordt dit meegenomen in het onderzoek. Er zal worden
deelgenomen met een ondertekende informed consent voor het gebruik van de
gecollecteerde data. De behandelaren zijn getraind in cognitieve
revalidatietherapie (CRT). Supervisie wordt gegeven voor beide therapievormen;
deze supervisie wordt standaard aangeboden binnen de afdeling en is niet
specifiek voor het onderzoek opgezet. We hopen met deze studie meer zicht te
krijgen over het positieve effect van CRT ten behoeve van cognitieve klachten
ten opzichte van cognitieve gedragstherapie ten behoeve van cognitieve klachten
bij patiënten met een somatisch-symptoomstoornis.
Publiek
Lage Witsiebaan 4
Tilburg 5042 DA
NL
Wetenschappelijk
Lage Witsiebaan 4
Tilburg 5042 DA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patiënten met somatisch-symptoomstoornis, cognitieve symptomen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusiecriteria: direct risico op suïcide, dementie, gebruik van drugst in de
afgelopen 6 maanden, alcoholconsumpties van meer dan 21 units per week,
analfabetisme, het niet goed matig zijn van Nederlandse taal, risico op
psycohose, geen informed consent getekend mbt deelname aan deze studie
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL75852.028.20 |