- het beloop van de achteruitgang van concenterend vermogen van de nieren evalueren- evaluatie van achteruitgang van nierfunctie
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nefropathieën
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Maximale urine osmolaliteit na intranasale toediening van dDAVP
Secundaire uitkomstmaten
- Correlatie tussen beloop van nierfunctie en beloop van concentrerend vermogen
- Aantal patienten met chronische nierfunctiestoornissen
- Relatie van de klachten (mictie anamneses) en de klinische parameters (duur
van lithium gebruik, plasma lithium concentratie, baseline plasma kreatinine,
natrium en kalium, baseline urine osmolaliteit).
- Relatie van het concentrerend vermogen(aan de hand van de dDVAP test) en de
klinische parameters (duur van lithium gebruik, plasma lithium concentratie,
baseline plasma kreatinine, natrium en kalium, baseline urine osmolaliteit).
Achtergrond van het onderzoek
Lithium is een geneesmiddel dat frequent wordt toegepast in de behandeling van
stemmingstoornissen. In Westerse landen gebruikt ongeveer 1 op de 1000 inwoners
lithium. Het gebruik van dit geneesmiddel is echter geassocieerd met
verschillende vormen van nierschade. De meest voorkomende vorm van lithium
geïnduceerde nierschade is nefrogene diabetes insipidus (NDI). Deze aandoening
wordt veroorzaakt door resistentie tegen het antidiuretisch hormoon
vasopressine hetgeen resulteert in dorst, polydipsie en polyurie. Bij ca. 50%
van de patiënten die lithium gebruiken is sprake van een matig verminderd
concentrerend vermogen van de nieren. Het concentrerend vermogen van de nieren
herstelt zich doorgaans na staken van de lithium. Langdurig gebruik van lithium
resulteert echter bij ca. 20 % van de patiënten in een NDI. Gezien lithium
geïnduceerde NDI doorgaans niet herstelt na staken van lithium is er in dit
stadium waarschijnlijk sprake van irreversibele nierschade. NDI is bovendien
geassocieerd met - progressieve - chronisch focale interstiele fibrose in met
name de medulla van de nier, welke uiteindelijk zou kunnen resulteren in
(terminaal) nierfalen. Lithium wordt o.a. geresorbeerd door het epitheliale
natriumkanaal, ENaC, in de verzamelbuis. Accumulatie van lithium in de
tubuluscellen van de verzamelbuis resulteert in een verminderde vasopressine
geïnduceerde waterresorptie door: a. remming van de adenylaat cyclase
activiteit, b. afname van de produktie van cyclisch adenosine monofosfaat
(cAMP) en c. afname van de expressie van het waterkanaal aquaporine 2 (AQP2) in
de apicale membraan van de tubuluscellen van de verzamelbuis.
Polyurie tijdens lithiumgebruik wordt meestal veroorzaakt door lithium
geïnduceerde NDI. Deze patiënten populatie heeft echter eveneens een verhoogd
risico op een primaire polydipsie en/of centrale diabetes insipidus (CDI). In
geval van dorst, polydipsie en/of polyurie bij een patiënt die lithium
gebruikt, dient ter bevestiging van de diagnose daarom altijd een dDAVP test
verricht te worden.
Patiënten met lithium geïnduceerde NDI ontwikkelen doorgaans relatief laat in
het ziektebeloop klachten en presenteren zich daarom in een gevorderd - en
mogelijk al irreversibel - stadium van de aandoening. Vroege opsporing van
patiënten met een verminderd concentrerend vermogen van de nieren door gebruik
van lithium geeft de behandeld arts de gelegenheid de indicatie van lithium te
herevalueren, het gestoorde concentrerend vermogen van de nieren nauwkeurig te
vervolgen en zonodig vroegtijdig te behandelen met bijvoorbeeld amiloride en/of
thiazidediuretica. Het doel van deze studie is inzicht krijgen in het beloop
van de achteruitgang van het renale concentrerend vermogen in een Nederlandse
populatie van patienten die behandeld worden met lithium.
Doel van het onderzoek
- het beloop van de achteruitgang van concenterend vermogen van de nieren
evalueren
- evaluatie van achteruitgang van nierfunctie
Onderzoeksopzet
Retrospectieve cross-sectionele studie
Inschatting van belasting en risico
Patiënten worden ten gevolge van deelname aan deze studie blootgesteld aan een
- beperkte - risico op bijwerkingen van de dDAVP. De meest voorkomend - maar
zelden optredende - bijwerkingen zijn voorbijgaande hoofdpijn, misselijkheid,
nasal congestie, rhinitis, bloedneus, keelpijn, hoesten, bovenste luchtweg
infecties en milde buikkrampen. Daarnaast ontstaat als gevolg van een hoge
dosis dDAVP zelden een matige verhoging van de bloeddruk. Omdat dDAVP een
kortwerkend middel is dat in deze studie slechts eenmaal wordt toegediend is
risico op ernstige bijwerkingen zoals een (symptomatische) hyponatriëmie nihil.
De risico's zijn voor zover mogelijk geminimaliseerd door duidelijk
gedefinieerde exclusiecriteria en nauwkeurige monitoring voor, tijdens en na
deelname aan de studie. Deelname aan de studie zal niet per definitie voordeel
opleveren.
Vroege herkenning van een verminderd concentrerend vermogen van de nieren kan
aanleiding geven tot vroegtijdig staken van de lithium en/of zorgvuldig
vervolgen van het verminderd concentrerend vermogen van de nieren en zonodig
vroegtijdige behandeling. Tenslotte kan met behulp van informatie die door deze
studie wordt verkregen mogelijk de zorg voor patiënten met een lithium
geinduceerde NDI worden verbeterd.
Publiek
Geert Grooteplein Zuid 8
Nijmegen 6525GA
NL
Wetenschappelijk
Geert Grooteplein Zuid 8
Nijmegen 6525GA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
o geincludeerd in de voorgaande studie
o mannen en vrouwen
o leeftijd>= 18 jaar
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Algemene contra-indicaties voor deelname aan medisch wetenschappelijk onderzoek:
- onvermogen tot het verlenen van informed consent
- zwangerschap
- onstabiele psychiatrisch aandoening
Alternatieve oorzaken van (nefrogene) diabetes insipidus:
- hypokaliëmie (plasma kalium < 3.5 mmol/l)
- ernstige hypercalciëmie (albumine-gecorrigeerd plasma calcium > 2.80 mmol/l)
- hyperglycemie (plasma glucose > 10.0 mmol/l)
- medische voorgeschiedenis: amyloidosis, Sjögren*s syndroom of Sickle cel
anemie
- eerdere behandeling met ifosfamide
- primaire polydipsie of centrale diabetes insipidus
contra-indicaties voor toediening van dDAVP:
- onvermogen tot het beperken van de vochtinname
- ernstige nierinsufficiëntie (GFR < 30 ml/min/1.73 m2)
- hyponatriëmie (plasma natrium < 130 mmol/l)
- instabiele angina pectoris
- gedecompenseerde cardiale insuffcientie
overige:
- gelijktijdige behandeling met desmopressine of democlocycline
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL72701.091.20 |