Primair doel van het onderzoek is het evalueren en vergelijken van de glycemische controle in patiënten met T2DM binnen het eerste jaar na LRYGB en LMGB. Secundair doel is het inzicht krijgen in de pathofysiologische processen achter de conversie…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Glucosemetabolismestoornissen (incl. diabetes mellitus)
- Maagdarmstelselaandoeningen NEG
- Lever- en galwegaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is de glycemische controle uitgedrukt in het verschil
in het Hba1C op 12 maanden na LRYGB en LMGB.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten bestaan uit de glycemische controle (uitgedrukt in het
verschil in Hba1C) op 6, 24, 36, 48, 60 maanden en 10 jaar na LRYGB en LMGB en
de remissie van T2DM (uitgedrukt door het gebruik van anti-diabetica) op 6, 12,
24, 36, 48, 60 maanden en 10 jaar na LRYGB en LMGB.
Verder bestaan de secundaire uitkomstmaten uit de identificatie van microbiële,
immunologische en metabole markers voor NAFLD/NASH en metabole respons voor en
na LRYGB en LMGB. Met het toepassen van systeem biologie zal de hiërarchie van
drijvende mechanismen achter de lange termijn effecten van LRYGB en LMGB kunnen
worden geïdentificeerd. De lange termijn effecten van bariatrische chrirugie op
bloeddruk, cardiac output en baroreflex sensitiviteit worden onderzocht en
veranderingen worden gecorreleerd aan metebole respons. De relatie tussen
NAFLD/NASH, het ontwikkelen van galstenen, de samenstelling van gal en de
metabole respons, T2DM en gewichtsverlies na bariatrie wordt onderzocht.
Derhalve zal gekeken worden naar
1. Aanwezigheid van NASH in een leverbiopt en betrokken metabolieten van een
vena porta punctie (afgenomen tijdens operatie)
2. Maaltijdtesten ter beoordeling van de insuline gevoeligheid, dieetlijsten,
uitgescheiden metabolieten (24 uur ontlasting en urine), BIA, vragenlijsten en
ECG op 12 en 24 maanden
3. Aanwezigheid van bacterieel DNA in portaal bloed, lever en vetweefsel
4. Compositie van microbioom (dunne darm en fecaal) en inflammatoire markers
uit perifeer bloed op 2 en 6 weken, 6, 12, 24,36,48,60 maanden en 10 jaar na de
operatie; ook het orale microbioom baseline, 12, 24,36,48,60 maanden en 10 jaar
5. Expressie en differentiatie van intestinale immunologische cellen in het
GALT, visceraal/ subcutaal verweefsel, lever en perifeer bloed (met name ILC*s
macrofagen, T/B-cellen en dendritische cellen) in relatie tot inflammatoire gen
expressie (IL-1β, IL-6, IL-8, IL-18, CXCR2 TNF-α and TLR 1, 2, 4, 5 en 6) in
PBMCs. B cellen worden geïsoleerd en gesorteerd op CD19, CD27, CD20, IgA, CD19,
CD27, CD20, IgM, or CD19, CD27, CD20, IgG om de antilichaam productie /
respons op bacteriële componenten te onderzoeken. RNA van CD19 en B cellen
wordt geïsoleerd om de inflammatoire status te onderzoeken. Uit volbloed
bacterieel DNA wordt geïsoleerd om aangrijppunten voor de behandeling van T2DM
te vinden
6. Klinische data (gewicht, heupomtrek, medicatie, bloeddruk, cardiac output,
systemische vasculaire weerstand en baroreflex sensitiviteit (gemeten met een
Nexfin apparaat), comorbiditeiten -incl. psychische-, chirurgische uitkomsten,
intoxicaties, DNA (ten behoeve van epigenetische test, EDTA sample)).
7. Expressie en differentiatie van immunologische cellen (ILC*s, macrofagen) en
inflammatoire markers (Il6, IRX3 en 5) op 12, 24,36,48,69 maanden en 10 jaar na
de operatie.
8. Echo galblaas voor de detectie van galstenen
9. Verzamelen en onderzoeken van gal en galblaasweefsel na cholecystectomie,
indien van toepassing
10. 3. De leverbiopten die tijdens de primaire operatie afgenomen worden,
worden beoordeeld op eventuele aanwezigheid van NASH of fibrose. Mocht dit
aanwezig zijn dan wordt patiënt verwezen naar een MDL arts voor verder
onderzoek. Mocht er noodzaak zijn tot het opnieuw afnemen van een leverbiopt in
het kader van klinische diagnostiek, dan zouden wij graag een deel van dit
afgenomen biopt willen opslaan voor ons onderzoek. Dit betekend dus niet dat er
een extra biopt afgenomen zal worden. Ditzelfde geld voor patiënten die een
endoscopie krijgen bij de MDL arts. Mochten aldaar in het kader van klinische
diagnostiek biopten afgenomen worden, zouden wij ook hier graag een deel van
willen opslaan voor onderzoek. Dit om een vergelijking te kunnen maken met de
veranderingen die plaats vinden in lever en darm weefsel na fors
gewichtsverlies en eventueel herstel van comorbiditeiten.
Achtergrond van het onderzoek
Het is voorspeld dat in 2030 ongeveer 439 tot 552 miljoen mensen wereldwijd
suikerziekte heeft. Bij benadering heeft een kwart van de patiënten met wens
tot bariatrische en/of metabole chirurgie T2DM. Het is onduidelijk welke
metabole operatie de beste glycemische controle geeft en welke procedure dat
doet met het meest optimale profiel van bijwerkingen en complicaties.
Niet alcoholische vetleverziekte is aanwezig bij 80% van de mensen met morbide
obesitas en het is een risicofactor voor het ontwikkelen van
insulineresistentie en niet alcoholische steatohepatitis. Het wordt in
toenemende mate erkend dat het immuunsysteem, mogelijk gedreven door *innate
lymfoide cellen* en het intestinale microbioom, een grote rol spelen in de
obesitas gerelateerde ziekte en de switch van benigne naar maligne (insuline
resistentie en T2DM) obesitas. Het exacte mechanisme van actie achter de
remissie van metabole ziekte na een metabole operatie is niet begrepen.
Doel van het onderzoek
Primair doel van het onderzoek is het evalueren en vergelijken van de
glycemische controle in patiënten met T2DM binnen het eerste jaar na LRYGB en
LMGB. Secundair doel is het inzicht krijgen in de pathofysiologische processen
achter de conversie van maligne naar benigne obesitas.
Onderzoeksopzet
Multi-centrische open gerandomiseerde gecontroleerde trial met twee armen:
LRYGB (controle) versus LMGB (interventie)
Onderzoeksproduct en/of interventie
Randomisatie tussen Laparoscopische Roux-en-Y Gastric Bypass (controle) en Laparoscopische Mini Gastric Bypass (interventie)
Inschatting van belasting en risico
Tijdens reguliere screening op de polikliniek bariatrie worden patiënten
geïnformeerd over de studie. Zij zullen worden geïncludeerd nadat informed
consent is verkregen en vervolgens worden gerandomiseerd in de LRYGB (controle)
en LMGB (interventie) groep. Vervolgens zal een onderzoeksafspraak gemaakt
worden. Tijdens deze afspraak wordt een maaltijdtest uitgevoerd, bloed
afgenomen voor DNA-analyse, een BIA meting gedaan, worden de bloeddruk, cardiac
output, systemische valculaire weestand en baroreflex sensitiviteit gemeten, en
zullen patiënten vragenlijsten invullen.Ook wordt een echo galblaas gemaakt. In
de zeven dagen voor de operatie zullen patiënten gevraagd worden een
maaltijdlijst bij te houden en gedurende 24 uur verzamelde ontlasting en urine
in te leveren. Ook zal het orale microbioom met een wattenstokje afgenomen
worden. Tijdens operatie wordt perifeer en portaal bloed verzameld en worden
biopten van de lever, mesenteriaal en subcutaan vetweefsel genomen. Twee weken,
zes weken en zes maanden na de operatie worden drie reguliere bezoeken aan de
polikliniek gebruikt voor de collectie van bloed, urine en ontlasting. In de
twee jaar na de operatie zullen twee bezoeken aan Spaarne Gasthuis of het AMC
worden gepland voor het inleveren van 24-uurs ontlasting, urine en het
verkrijgen van het orale microbioom, een subcutaan vetbiopt, maaltijdtesten,
BIA meting. Ook worden de bloeddruk, cardiac output, systemische valculaire
weestand en baroreflex sensitiviteit gemeten, wordt een echo galblaas en een
ECG vervaardigd en vullen patiënten vragenlijsten in. In totaal is hiervoor 30
uur studie tijd gerekend, exclusief reguliere bezoeken. De studie eindigt 10
jaar na operatie. We vragen patiënten na het afronden van de eerste 2 jaar of
ze de follow up willen continueren. In de volgende 8 jaar zullen we patiënten
op 3,4,5 en 10 jaar zien voor ontlasting en urine, oraal microbioom,
dieetlijst, bloedafname, buikomtrek/heupomtrek, vragenlijsten.
De LRYGB en de LMGB zijn bariatrische operaties die beiden veelvuldig
uitgevoerd worden, met bekende specifieke risico*s per operatie. Het effect van
behandeling in de controle en interventie arm zijn hetzelfde, wellicht
gunstiger in de LMGB groep als gekeken wordt naar gewichtsverlies en
complicaties binnen 30 dagen na de operatie. Er wordt gedacht dat metabole
remissie goed is na beide operaties, met een hypothetisch en gesuggereerd (niet
gepubliceerde data) voordeel op glycemische controle na LMGB. Andere mogelijke
voordelen van de LMGB zijn gerelateerd aan de noodzaak van één in plaats van
twee anastomosen en tractie-vrije anastomose van de gastrjojejunostomie na
LMGB, wat uitdagend kan zijn bij superobese patiënten na LRYGB. In de lange
termijn worden sporadisch interne herniaties (IHs) gezien na LMGB, in
tegenstelling tot na LRYGB. Na LRYGB worden IHs gezien tot in 6,2% van de
patiënten. Om te voorkomen dat een IH zorgt voor acute darmobstructie - een
serieuze en in potentie ernstige complicatie- is re-operatie nodig. Een zorg
van de LMGB is de mogelijkheid van biliaire reflux in de restmaag of de
oesophagus met mucosale verandering na lange-termijn blootstelling hieraan.
Symptomatische biliaire reflux kan aanleiding geven tot revisie van LMGB naar
LRYGB. Het bestaande bewijs over biliaire reflux na deze operatie is
tegenstrijdig.
In het uitvoeren van de lever en vet biopten is uitvoerige ervaring aanwezig
naar aanleiding van de door de METC goedgekeurde BARIA-studie (P1633). Het
risico van bloeding ter plaatse van de biopten wordt geminimaliseerd doordat de
biopten onder direct zicht worden uitgevoerd en er voor beëindiging van de
operatie een controle op hemostase is. Ten tijde van het voorstel van dit
protocol zijn er in het kader van het BARIA protocol meerdere puncties van de
portale vene verricht. Het hebben van een stollingsstoornis is een exclusie
criterium van deze studie. De subcutane vetbiopten worden uitgevoerd onder
lokale anesthesie, met kans op een haematoom. In totaal wordt 250 ml bloed
afgenomen 3x maaltijdtest a 50ml per test, 1x baseline bloed + DNA (40 ml), 10
ml portaal bloed, 5x 10ml follow up.
Met deze studie zal duidelijk worden welk type operatie het meest geschikt is
voor patiënten met T2DM en zullen patiënten geïdentificeerd kunnen worden die
metabole respons laten zien na de operatie (responders) en patiënten die niet.
De onderzoeksgroep gelooft daarom dat de wetenschappelijke inzichten die met
deze studie verworven worden opweegt tegen het risico van participerende
patiënten in deze studie.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Leeftijd >=18 en <=65 jaar
BMI >=35 op de dag van de intake op de polikliniek bariatrie en <=50 kg/m2 op dag
van operatie
Diagnose en ( start) behandeling van Type 2 Diabetes Mellitus bij intake op de
poli bariatrie en behandeld met anti-diabetica
American Society of Anaesthesiologist Classification (ASA) <=3
Ten minste 6 kg afvallen voor de bariatrische operatie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Bekende genetische basis voor insuline resistentie of glucose intolerantie
Type 1 diabetes mellitus
Eerdere bariatrische chirurgie
Patiënten die een gelijktijdige interventie ondergaan (zoals cholecystectomie,
correctie buikwandhernia)
Auto-immuun gastritis
Bekende aanwezigheid van gastro-oesofageale reflux bevestigd met endoscopie or
het gebruik van een protonpomp-inhibitor (niet geindiceerd bij polyfarmacie)
Bekende aanwezigheid van grote hernia diafragmatica waarvoor gelijktijdig
chirurgische behandeling nodig is
Stollingsstoornis (PT tijd > 14 seconden, aPTT (afhankelijk van laboratorium
waarden) of bekende aanwezigheid van stollingsstoornissen (anamnese))
Aanwezigheid van hemoglobinopathie
Ongecontroleerde hypertensie (RR > 150/95 mmHg)
Nierinsufficiëntie (kreatinine > 150 umol/L)
Zwangerschap
Borstvoeding
Afhankelijkheid van alcohol of drugs
Patiënten die door de chirurg of arts-onderzoeker niet in staat worden geacht
de inhoud van de studie te begrijpen en of de gevolgen daarvan te overzien,
door begrip van de Nederlandse taal, door psychiatrische ziekte of een
verstandelijke beperking
Participatie in een andere (therapeutische) studie die invloed kan hebben op
primaire of secundaire uitkomstmaten. , Patiënten die orale antistolling
gebruiken in de vorm van coumarinederivaten of NOACs waarbij er indicatie is de
anti-stolling peri-operatief te bridgen met een therapeutische dosis heparine,
kunnen deelnemen aan de DIABAR-trial, maar bij hen zullen geen biopten worden
afgenomen.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL61882.048.17 |