Deze studie (AMYPAD Diagnostische en Patiënt Management Studie) zal in een real-life klinische omgeving bepalen voor wie een diagnostische amyloïd PET scan geschikt zou zijn, wanneer het beste moment voor de scan is en hoe deze de resultaten omtrent…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Encefalopathieën
- Dementie en amnestische stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is het verschil in de proportie van patiënten met een
etiologische diagnostische zekerheid van 90% of meer, gemeten 12 weken na het
baseline bezoek, tussen de vroege amyloïd PET arm en late amyloïd PET arm.
Diagnostische zekerheid zal gemeten worden middels de 'visual analogue scale'
(VAS), welke een range heeft van 0% (geen zekerheid) tot 100% (volledige
zekerheid).
Secundaire uitkomstmaten
De visites en meetmomenten zijn als volgt gedefinieerd: T0 = baseline, T1 = 12
weken na T0, T2 = 6 maanden (±14 dagen) na T0, T 3 = 13 maanden (±4 weken) na
T0, T4 = *28 dagen na de tweede scan, welke 12-18 maanden na T0 zal plaats
vinden (alle visites en meetmomenten zijn relatief aan de baseline).
Diagnose en zekerheid:
- het verschil tussen de vroege amyloïd PET arm en late amyloïd PET arm over de
tijd voor het bereiken van een zeer hoge zekerheid (*90%) in etiologische
diagnose van de patiënt.
- veranderingen in de etiologische diagnose en diagnostische zekerheid over
tijd tussen baseline visite (T0) en T1 in elke studie arm.
- veranderingen in de etiologische diagnose gesteld door de behandelend arts op
T3 vs T2 vs T1 in elke arm.
- veranderingen in de diagnostische zekerheid zoals aangegeven door de
behandelend arts op T3 vs T2 vs T1 in de vroege arm vs. de late arm.
- de waarschijnlijkheid dat de cognitieve klachten van de patiënt het gevolg
zijn van de zvA op T3 vs T2 vs T1 vs T0 in de vroege arm vs. de late arm.
- veranderingen in kalender tijd voor de positionering van de amyloïd PET
beeldvorming in het diagnostisch proces van patiënten in de vrije keuze arm.
Patiënt management:
- het verschil tussen de studiearmen (vroege, late of vrije keus) in het aantal
patiënten die gerandomiseerd zijn in een disease-modifying drug (DMD) or andere
klinische trials op T2.
- het verschil tussen de vroege en late amyloïd PET arm in het aantal patiënten
die veranderingen in hun managementplan hebben op T1 vs. T2 vs. T3.
Gezondheidseconomie:
- het effect op patiënt-gerelateerde uitkomstmaten (cognitie, angst, depressie,
coping, kwaliteit van leven) op T3 vs. T2 vs. T0 in elke arm.
- het verschil in de kosten van het diagnostisch proces om zeer hoge
etiologische diagnostische zekerheid (*90%) te behalen, tussen de vroege arm
vs. de late arm.
- het verschil in gebruik van medische middelen en programma's tussen de vroege
arm en de late arm.
- de hoeveelheid patiënten die zich hebben teruggetrokken uit de studie.
Resultaten beeldvorming:
- beschrijvende analyse van de resultaten omtrent de lokale visuele beoordeling.
- gemiddelde waardes van kwantitatieve metingen (samengestelde corticale SUVR
waardes en omgezet naar Centiloid schaal) over amyloïd PET tracers en per
subgroep.
- de samengestelde corticale kwantitatieve waardes (SUVR en SUVR omgezet naar
Centiloid schaal) vs. visuele beoordeling.
- het verschil in regionale kwantitatieve uptake tussen diagnostische groepen
voor elke amyloïd PET tracer.
Voor participanten in de vroege amyloïd PET scan arm die een tweede scan hebben
gehad:
- de verschuiving van amyloïd positief naar negatief en vice versa.
- het verschil in amyloïd belasting, zoals aangegeven door kwantitatieve maten,
tussen de eerste en de tweede amyloïd PET scan.
Achtergrond van het onderzoek
De ziekte van Alzheimer (zvA) is de meest voorkomende oorzaak van cognitieve
achteruitgang en dementie. De pathologische hoofdkenmerken zijn de aanwezigheid
van extracellulaire ophopingen van beta-amyloïd eiwitten, intra-neuronale
neurofibrillaire tangles en neurodegeneratie. Ondanks klinische metinge, wordt
de zvA wordt vaak niet herkend, met name in het vroege stadium van de ziekte of
wanneer er sprake is van gemengde pathologie. Daarbij is het stellen van een
diagnose op basis van alleen klinische criteria uitdagend; geschat wordt dat
tot 50% van de diagnoses in patiënten met objectieve cognitieve stoornissen
incorrect zijn. Studies hebben laten zien dat dit zelfs geldt voor
vergevorderde patiënten, aangezien vergelijking met een neuro-pathologische
gouden standaard aantoonde dat 1/3 van de diagnoses incorrect waren.
Desondanks wordt de ophoping van beta-amyloïd gezien als een noodzakelijke stap
in proces van de zvA. Hierom, wordt de visualisatie van beta-amyloïd in vivo in
het brein gezien als een methode om vroege diagnose van zvA te verbeteren. Na
erkenning van de methode, kan deze beeldvorming mogelijkerwijs ook van belang
zijn in de pre-symptomatische fase van de ziekte en ingezet worden voor
preventie. Dus, het in kaart brengen van de waarde van amyloïd PET beeldvorming
is een unieke kans om het diagnostisch proces en de management van patiënten
met mogelijk de zvA te verbeteren. Daarbij moet de waarde, timing en de
geschiktheid van amyloïd PET beeldvorming in de klinische praktijk vastgesteld
worden, zodat de implementatie kosten-effectief zal zijn in het diagnostisch
proces van cognitieve achteruitgang en dementie.
Doel van het onderzoek
Deze studie (AMYPAD Diagnostische en Patiënt Management Studie) zal in een
real-life klinische omgeving bepalen voor wie een diagnostische amyloïd PET
scan geschikt zou zijn, wanneer het beste moment voor de scan is en hoe deze de
resultaten omtrent diagnostische zekerheid, management van de patiënten,
beslissingbomen en de kosten-effectiviteit van dementie-zorg beïnvloed.
Om de negatieve voorspellende waarde (excluderen Alzheimer pathologie) en
positief voorspellende waarde (toename risico zvA) van amyloïd PET vast te
kunnen stellen, worden drie patiëntengroepen geïncludeerd, die uit eigen
beweging met cognitieve klachten naar een geheugenkliniek zijn gegaan.
Namelijk, patiënten met subjectieve cognitieve klachten (SCD-plus), milde
cognitieve achteruitgang (MCI) en dementie met zvA in de dd. Uiteindelijk zal
de AMYPAD-DPMS studie een diagnostisch algoritme aanleveren dat de
kosten-effectieve implementatie van amyloïd PET beeldvorming ondersteund in de
klinische praktijk. Daarenboven zullen we de waarde van amyloïd PET
vaststellen voorbij het diagnostisch proces door te kijken naar de impact op
patiënt management en de gezondheidszorg. Dit zal gebeuren voor zowel de
huidige focus van symptoom behandeling en in de context van de mogelijke
toekomstige disease-modifying therapieën met als focus het verminderen van
beta-amyloïd in het brein.
Onderzoeksopzet
Dit is een fase 4, multi-center, open-label studie naar amyloïd PET
beeldvorming in patiënten met SCD-plus, of MCI, of dementie met zvA in de dd.
Het baseline bezoek moet plaatsvinden binnen 14 dagen na het screening bezoek,
deze twee bezoeken kunnen ook gecombineerd worden. Tijdens het baseline bezoek
zal de syndroom diagnose, de diagnostische zekerheid en de waarschijnlijkheid
dat de patiënt's symptomen het gevolg zijn van de zvA genoteerd worden. De
onderzoeker en de behandelend arts kunnen dezelfde persoon zijn.
Participanten zullen gestratificeerd worden op basis van hun syndroom diagnose
(SCD-plus, MCI of dementie) en vervolgens random toegewezen worden (1:1:1) aan
één van de drie studiearmen.
- Vroege Amyloïd PET scan arm: participanten zullen een amyloïd PET scan
krijgen binnen 4 weken na het baseline bezoek. De PET scan moet uitgevoerd zijn
voor enige andere diagnostische metingen. De resultaten van de scan moeten zo
spoedig mogelijk gecommuniceerd worden met de behandelend arts en voordat
hij/zij andere diagnostische metingen ontvangt. Vroege amyloïd PET arm
participanten kunnen een tweede PET scan 12-18 maanden na de eerste scan
ondergaan. Amyloïd belasting zal gedefinieerd worden op basis van visuele
beoordeling en kwantificatie. De resultaten van de tweede PET scan zullen
gecommuniceerd worden aan de behandelend arts.
- Late amyloïd PET scan arm: participanten zullen 8 maanden (±8 weken) na het
baseline bezoek een amyloïd PET scan krijgen.
- Vrije keus arm: de behandelend arts bepaalt of de participant een amyloïd PET
scan zal krijgen. Dit kan plaats vinden tussen het baseline bezoek en 12
maanden hierna. De reden van uitvoeren van de PET scan wordt gedocumenteerd.
De visites en meetmomenten zijn als volgt gedefinieerd: T0 = baseline, T1 = 12
weken na T0, T2 = 6 maanden (±14 dagen) na T0, T 3 = 13 maanden (±4 weken) na
T0, T4 = *28 dagen na de tweede scan, welke 12-18 maanden na T0 zal plaats
vinden (alle visites en meetmomenten zijn relatief aan de baseline).
T3 en T4 zijn optionele meetmomenten (wanneer van toepassing).
Inschatting van belasting en risico
Risico's geassocieerd met participatie aan de studie:
- bloodstelling aan radioactiviteit
- idiosyncratische reactie op de tracer
- plaatsing van intraveneuze katheter
- ongemak tijdens de PET scan
- toevalsbevindingen
- mogelijke confronterende vragenlijsten aangaande gevoelens van angst en
depressie.
- mogelijke communicatie van amyloïd PET status welk kan resulteren in toename
van angst en stress.
Publiek
Rue Michel-Servet 1
Genève 1206
CH
Wetenschappelijk
Rue Michel-Servet 1
Genève 1206
CH
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
* De patiënt kan van elk geslacht, ras en etniciteit zijn
* SCD-Plus patiënten moeten tussen de 60 en 85 jaar oud zijn
* Patiënten met MCI of dementie moeten tussen de 50 en 85 jaar oud zijn
* De patiënt moet cognitieve klacht hebben (aangegeven door de patiënt of
mantelzorger) dat volgens de behandelend arts mogelijkerwijs veroorzaakt wordt
door de ziekte van Alzheimer. , o De patiënt een diagnostische work-up volgen
voor de cognitieve klacht
o De behandelend arts vindt dat het weten van de amyloïd status de
diagnostische zekerheid kan verhogen en de diagnose en behandeling kan
veranderen.
o Amyloïd status van de patient mag niet bekend zijn voor randomisatie , * De
patiënt moet voldoen aan de diagnostische criteria voor:
o SCD-Plus of
o MCI of
o Dementie met de ziekte van Alzheimer in de differentiaal diagnose, * De
patiënt heeft een dementie bloed work-up gehad of zal er een krijgen voor de
PET scan
* De patiënt heeft een MRI en/of CT scan ondergaan voor de PET scan
* De patiënt kan aan alle klinische visites zoals beschreven in het protocol
deelnemen
* De patiënt kan een 20-minuten amyloïd PET scan tolereren
* De patiënt moet de toestemmingsverklaring ondertekenen voor deelname aan de
studie. Een tweede toestemmingsverklaring moet ondertekend worden in het geval
dat de patiënt gerandomiseerd wordt in de vroege amyloïd PET arm.
* Wanneer er sprake is van dementie bij de patiënt, moet er een studiepartner
aanwezig zijn tijdens de gehele studieperiode.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patiënten moeten worden uitgesloten wanneer er wordt voldaan aan één of
meerdere van onderstaande criteria:
* De patiënt heeft een andere bevestigde conditie dat de cognitieve klachten
waaronder maar niet gelimiteerd tot psychiatrische stoornissen (schizofrenie,
stemming stoornis, bipolaire aandoening en persoonlijkheids stoornis; neuro
inflammatie, neuro infectie, of neurodegeneratieve ziekte, multiple sclerose,
genetische afwijkingen, HIV, hersenschade, restverschijnselen van
neurochirurgie; delier). Patiënten met lange bekende en stabiele psychiatrische
of andere hersen aandoening die de cognitieve klachten niet volledig verklaren,
kunnen wel geïncludeerd worden in de studie.
* De patiënt komt voor andere redenen dan diagnostiek
* De patiënt heeft een eerdere amyloïd PET scan en/of andere AD biomarker
(FDG-PET en/of CSF) work-up gehad voor het screeningsbezoek. In sommige centra
worden deze testen wel uigevoerd, wanneer de resultaten onbekend zijn, kunnen
deze patiënten wel geïncludeerd worden in de studie.
* De patiënt heeft een levensbedreigende of onstabiele medische ziekte of
psychiatrische aandoening dan kan lijden tot problemen in het volgen van het
protocol
* De patiënt krijgt momenteel een investigational medicinal product, of heeft
tot 30 dagen voor het screeningsbezoek deelgenomen aan een klinische trial met
een investigational medicinal product, of de patiënt heeft een radio farmaceut
ontvangen die binnen 10 radio actieve half waardes valt van de toediening van
de radiotracer in de studie
* De patiënt is een vrouw die zwanger is, zwanger wil worden, of lacterend is.
Zwangerschaps status van een mogelijke vruchtbare vrouw zal vastgesteld worden
voor dat de PET scan wordt uitgevoerd. Een vrouw wordt als mogeljk vruchtbaar
gezien op basis van de WOCBP richtlijnen (www.hma.eu/ctfg.html, Recommendations
related to contraception and pregnancy testing in clinical trials, September
2014).
* De patiënt is een werkenemer in het ziekenhuis, direct betrokken bij de
studie, of een familielid van studiepersoneel (bijv. partner, kind, broer/zus,
biologische of wettelijke gemachtigde)
* De patiënt heeft een tegenindicatie voor het gebruik van de tracer. Echter de
Sponsor mag beslissen de patiënt wel te includeren wanneer de baten de risico's
afwegen.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-002527-21-NL |
CCMO | NL64423.029.17 |