Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-511050-44-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Primaire doelstelling:-Evalueren van het aandeel patiënten die een MRD-negatieve respons bereiken (volgens PCR) na de eerste…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Leukemieën
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Aandeel MRD-negatieve respons door PCR/FCM na de eerste consolidatiekuur met
blinatumomab. MRD-negatieve respons wordt gedefinieerd als MRD <10^-4.
Secundaire uitkomstmaten
-MRD-spiegel na inductiechemotherapie
-MRD-spiegel na tweede consolidatie met blinatumomab
-Hematologische respons na inductie, blinatumomab consolidatie I en
blinatumomab consolidatie II
-Gebeurtenisvrije overleving, d.w.z. tijd vanaf inschrijving tot geen CR die
het protocol volgen (d.w.z. na voorfase, inductie, consolidatie I, of
blinatumomab na consolidatie I), recidive of overlijden door om het even welke
oorzaak, indien dat eerder gebeurt. GVO voor patiënten zonder CR die het
protocol volgen wordt vastgelegd op 1 dag; dit omvat ook patiënten die pas na
de start van intensivering 1 een eerste CR hebben. Patiënten die nog steeds in
eerste CR zitten en in leven zijn, worden geschrapt op de dag waarop laatst
geweten was dat ze in leven waren.
-Recidivevrije overleving (hematologisch; d.w.z. tijd vanaf CR terwijl het
protocol werd gevolgd tot recidive of overlijden door om het even welke
oorzaak, indien dat eerder gebeurt)). Patiënten die nog steeds in eerste CR
zitten en in leven zijn, worden geschrapt op de dag waarop laatst geweten was
dat ze in leven waren.
-Algehele overleving, gemeten vanaf het ogenblik van inschrijving tot
overlijden door om het even welke oorzaak. Patiënten die nog steeds in leven
zijn of verloren gegaan zijn voor follow-up worden geschrapt op de datum waarop
laatst geweten was dat ze in leven waren.
-Ongunstige bijwerkingen
-RVO en AO OS vanaf start allogene transplantatie en vanaf start onderhoud RVO,
afhankelijk van wat van toepassing is
-Kinetiek van T-cellen en B-cellen en evaluatie van voorspellende waarde
-Vergelijking van de resultaten of van flowcytometrische MRD-metingen op
dezelfde tijdstippen (zijstudie)
Achtergrond van het onderzoek
Blinatumomab is een nieuw, actief bispecifiek monoklonaal antilichaam voor de
behandeling of van lymfoïde maligniteiten, inclusief ALL, waarvan de activiteit
voor remissie-inductie moet worden onderzocht in combinatie met een
gestandaardiseerde behandeling om het resultaat van deze aandoening, die bij de
meeste volwassen patiënten nog steeds dodelijk is, te verbeteren. Het
uiteindelijke bewijs van doeltreffendheid ligt in een toename van het bereiken
van MRD-negativiteit, de verlenging van die respons en de overleving op lange
termijn. Daar het hematologische responspercentage bij volwassenen met ALL
reeds hoog is en de overleving op lange termijn in een grote klinische proef
vele jaren in beslag neemt, streeft deze proef ernaar de sterkte van de
MRD-respons te verbeteren zoals gedefinieerd door het bereiken van een
volledige MRD-negatieve respons (d.w.z. < 10^-4) na de eerste consolidatiefase
waarbij blinatumomab wordt toegediend. Deze MRD-respons zal worden geëvalueerd
door een RQ-PCR-analyse van patiëntspecifieke Ig/TCR genherschikkingen. Wanneer
er MRD-gegevens ontbreken, zal er MRD-positiviteit worden verondersteld. Hoewel
jongere patiënten (tot 40 jaar) intensiever worden behandeld dan oudere
patiënten (ouder dan 40), kunnen de onderzoeksvragen in verband met
blinatumomab in beide subgroepen worden onderzocht. Zowel jongere als oudere
patiënten krijgen immers hetzelfde soort chemotherapiekuren, waarbij alleen
voor patiënten ouder dan 60 de dosissen chemotherapiegeneesmiddelen worden
aangepast.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-511050-44-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Primaire doelstelling:
-Evalueren van het aandeel patiënten die een MRD-negatieve respons bereiken
(volgens PCR) na de eerste consolidatiefase waarin blinatumomab wordt
toegediend.
Secundaire doelstellingen:
-Evalueren van de MRD-spiegel na inductiechemotherapie
-Evalueren van de MRD-spiegel na tweede consolidatie met blinatumomab
-Evalueren van de hematologische respons na inductie, consolidatie I met
blinatumomab en consolidatie II met blinatumomab
-Evalueren van gebeurtenisvrije overleving (GVO)
-Evalueren van recidivevrije overleving (RVO)
-Evalueren van algehele overleving (OS)
-Documenteren van de veiligheid en toxiciteit van blinatumomab
-Evalueren van het klinisch resultaat van patiënten die onderhoud of allogene
SCT krijgen
-Evalueren van kinetiek van T-cellen en B-cellen en de verschillende subsets
ervan tijdens behandeling en evalueren van hun voorspellende waarde wat de
moleculaire respons betreft
-Vergelijken van de resultaten van moleculaire en flowcytometrische
MRD-metingen op dezelfde tijdstippen.
Onderzoeksopzet
Een toekomstgerichte studie met één groep in fase II waarin i.v. blinatumomab
wordt toegevoegd aan de standaardvoorfase en daarop volgende therapie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Na een 5 durende voorfase met steroïden krijgen de patiënten twee weken lang een continu infuus met blinatumomab. Vervolgens wordt, na een onderbreking van een week, de eerste remissie-inductiekuur gegeven. Dan volgt er een therapie met 4 cycli chemotherapie en twee 4 weken durende kuren met blinatumomab en vervolgens, afhankelijk van de risicogroep, de geschiktheid en het vinden van een geschikte donor, ofwel een allogene stamceltransplantatie, ofwel een 2 jaar durende onderhoudsbehandeling.
Inschatting van belasting en risico
Langere behandelduur en in potentie een passagier cytokine release syndroom (<
5%) en neurologische complicaties die veelal volledig reversibel zijn.
Publiek
VUMC, HOVON Centraal Bureau, De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Wetenschappelijk
VUMC, HOVON Centraal Bureau, De Boelelaan 1117
Amsterdam 1081 HV
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Primaire CD19-positieve precursor B-ALL (met uitzondering van rijpe B-cel ALL
en B-lymfoblastair lymfoom, maar inclusief
Philadelphia-positieve/BCR-ABL-positieve ALL) en CD19-positieve mixed phenotype
acute lymfoblastische leukemie (MPAL);
- Patiënten van 18 tot en met 70 jaar;
- WHO-performance status 0-2;
- Negatieve zwangerschapstest bij inclusie, indien van toepassing;
- Schriftelijke geïnformeerde toestemming;
- Patiënt is in staat een geïnformeerde toestemming te geven.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Rijpe B-celleukemie/lymfoom, B-lymfoblastair lymfoom, geïsoleerde
extramedullaire ziekte;
- CML bij blastcrisis;
- Acute ongedifferentieerde leukemie;
- Eerdere behandeling met chemotherapie voor precursor B-ALL (maximaal 5 dagen
steroïdebehandeling is toegestaan);
- Aanhoudende leverenzymaandoeningen (ASAT/ALAT) >5xULN ondanks voorbehandeling
met steroïden;
- Ernstige cardiovasculaire aandoening (hartritmestoornissen waarvoor
chronische behandeling nodig is, congestief hartfalen of symptomatische
ischemische hartaandoening);
- Ernstige longdisfunctie (CTCAE-klasse III-IV);
- Ernstige neurologische of psychiatrische aandoening;
- Actieve, ongecontroleerde infectie;
- Klinisch duidelijke aandoening van het centraal zenuwstelsel;
- Patiënten met een momenteel actieve tweede maligniteit. Patiënten worden niet
geacht een momenteel actieve maligniteit te hebben als ze de therapie hebben
voltooid en door hun arts worden beschouwd als een risico van <30% op terugval
binnen een jaar. Patiënten met de volgende geschiedenis /gelijktijde
aandoeningen zijn echter toegestaan:
o Basaal of plaveiselcelcarcinoom van de huid
o Carcinoom in situ van de baarmoederhals
o Carcinoom in situ van de borst
o Incidentele histologische bevinding van prostaatcarcinoom
- Patiënt van wie bekend is dat hij/zij HIV-positief is;
- Vrouwelijke patiënten die zwanger zijn of borstvoeding geven;
- Niet bereid of in staat een doeltreffende anticonceptiemethode te gebruiken
(alle mannen en alle premenopauzale vrouwen jonger dan 50 moeten anticonceptie
gebruiken gedurende twee jaar na de laatste menstruatie, en vrouwen ouder dan
50 gedurende minstens één jaar);
- Huidige deelname aan een andere klinische proef;
- Elke psychologische, familiale, sociologische en geografische omstandigheid
die de naleving van het studieprotocol en het opvolgschema kan bemoeilijken.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-511050-44-00 |
EudraCT | EUCTR2017-000766-30-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03541083 |
CCMO | NL61022.078.17 |