Het vergelijken van de algehele overleving (overall survival, OS) van patiënten met gemetastaseerd adenocarcinoom van de alvleesklier (Pancreatic Ductal Adenocarcinoma, PDAC), behandeld met BBI-608 plus wekelijks nab-paclitaxel met gemcitabine (…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Metastasen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het vergelijken van de algehele overleving (overall survival, OS) van patiënten
met gemetastaseerd adenocarcinoom van de alvleesklier (Pancreatic Ductal
Adenocarcinoma, PDAC), behandeld met BBI-608 plus wekelijks nab-paclitaxel met
gemcitabine (groep 1) versus wekelijks nab-paclitaxel met gemcitabine (groep
2).
Secundaire uitkomstmaten
Belangrijke Secundaire doelstellingen
* Het vergelijken van de progressievrije overleving (progression-free survival,
PFS) van patiënten met gemetastaseerd PDAC, behandeld met BBI-608 plus
wekelijks nab-paclitaxel met gemcitabine versus wekelijks nab-paclitaxel met
gemcitabine.
* Het vergelijken van het ziektecontrolepercentage (Disease Control Rate, DCR)
bij patiënten met gemetastaseerd PDAC behandeld met BBI-608 plus wekelijks
nab-paclitaxel met gemcitabine versus wekelijks nab-paclitaxel met gemcitabine.
* Het vergelijken van de totale respons (Overall Response Rate, ORR) bij
patiënten met gemetastaseerd PDAC behandeld met BBI-608 plus wekelijks
nab-paclitaxel met gemcitabine versus wekelijks nab-paclitaxel met gemcitabine.
Overige Secundaire doelstellingen
* Het evalueren van het veiligheidsprofiel van dagelijks BBI-608 plus wekelijks
nab-paclitaxel met gemcitabine bij patiënten met gemetastaseerd PDAC, met de
veiligheid beoordeeld aan de hand van de Algemene toxiciteitscriteria voor
bijwerkingen van het Nationaal Kankerinstituut (National Cancer Institute
Common Toxicity Criteria for Adverse Events, NCI CTCAE), versie 4.0.
* Het vergelijken van de kwaliteit van leven (Quality of Life, QoL), gemeten
aan de hand van de Kwaliteit van leven-vragenlijst van de Europese organisatie
voor onderzoek en behandeling van kanker (European Organization for Research
and Treatment of Cancer Quality of Life questionnaire, EORTC-QLQ-C30) bij
patiënten met gemetastaseerd PDAC behandeld met BBI-608 plus wekelijks
nab-paclitaxel met gemcitabine versus wekelijks nab-paclitaxel met gemcitabine.
Achtergrond van het onderzoek
Pancreatisch ductaal adenocarcinoom (PDAC) is de meest voorkomende vorm van
kanker van de alvleesklier met de slechtste prognose van alle solide tumoren.
Een operatie wordt als de enige potentieel curatieve behandeling beschouwd,
maar ruim 80% van de patiënten heeft plaatselijk geavanceerde of
gemetastaseerde ziekte. Van de minderheid van de zich presenterende patiënten
die in aanmerking komen voor een curatieve operatie, zullen de meesten
uitgezaaide geavanceerde ziekte ontwikkelen, met een overlevingspercentage na 5
jaar van minder dan 5%.
De standaardbehandeling voor niet-resecteerbare en gemetastaseerde ziekte omvat
momenteel een eerstelijns combinatieregime met FOLFIRINOX (5-FU, leucovorine,
irinotecan en oxaliplatine), een regime dat een gemiddelde totale overleving
(overall survival, OS) van 11,1 maanden oplevert bij patiënten met
behandelingnaïeve ziekte. Verder is uit een aantal niet-gecontroleerde
onderzoeken gebleken dat een gewijzigd FOLFIRINOX (mFOLFIRINOX)-regime tot
verminderde toxiciteit leidt, maar tegelijkertijd doeltreffend blijft bij
patiënten met adenocarcinoom van de alvleesklier. Meer recent is gebleken dat
een liposomale formule met irinotecan de algehele overleving met 3 maanden
verbeterde (8,9 maanden vs 5,9 maanden) in combinatie met 5-FU en leucovorine
bij patiënten met gemetastaseerd PDAC dat voortgaat bij een eerstelijns
behandeling met gemcitabine, in vergelijking met patiënten die behandeld werden
met alleen 5-FU en leucovorine.
Op dit moment heeft een patiënt met geavanceerde ziekte die voortgaat bij
eerstelijns behandeling, beperkte behandelingsopties. Gezien de morbiditeit die
met deze ziekte gepaard gaat, is het dringend nodig om nieuwe behandelingen te
bepalen die het resultaat van patiënten met geavanceerd niet-resecteerbaar PDAC
kunnen verbeteren.
CSC's of kankercellen met fenotypes die de eigenschappen van een stamcel
hebben, zijn een subpopulatie van kankercellen die de capaciteit hebben om
zichzelf te vernieuwen, die uiterst kwaadaardig zijn en waarvan men denkt dat
ze in aanzienlijke mate verantwoordelijk zijn voor de groei, herhaling,
geneesmiddelresistentie en metastase van maligniteiten. Verder zijn CSC's
uiterst resistent tegen chemotherapieën en huidige doelgerichte middelen. CSC's
zijn uit bijna alle voornaamste tumortypes geïsoleerd, waaronder ook PDAC.
(zie rubriek 2.1 en 2.2 van het protocol).
Napabucasin is een klein molecuul waarvan wordt verondersteld dat het multiple
oncogene cellen beïnvloedt signalweg, inclusief remming van de STAT3-route die
bij kankerstammen is betrokken cellevensvatbaarheid. CSC's zijn een kleine
kankercelpopulatie die zichzelf kan vernieuwen en die causaal gekoppeld zijn
tot kwaadaardige groei en uitzaaiingen. Huidige gegevens suggereren dat
dergelijke cellen in bijna alle cellen voorkomen belangrijke tumortypes,
waaronder borst, colon en long. CSC's geven aanleiding tot de heterogene kanker
cellen die de massatoommassa vormen en fenotypisch de ziekte karakteriseren.
CSC's en niet-stamkankercellen lijken verschillende biologische kenmerken te
hebben.
Het is aangetoond dat CSC's bijdragen aan kwaadaardige groei, metastase van
kanker, recidief en
weerstand tegen kanker. Daarom wordt de targeting van CSC's onderzocht als een
behandeling voor kanker.
Napabucasin heeft in vitro activiteit aangetoond tegen CSC's in cellijnmodellen
van menselijke kanker.
(Referentie IB rubliek 1: samenvatting)
(Zie voor meer informatie rubriek 4.1.1.7 van de Investigator's brochure).
BBI-608 in een dosis van 240 mg tweemaal daags (480 mg totaal dagelijks) in
combinatie met een standaardregime van gemcitabine en nab-paclitaxel werd
getolereerd bij patiënten met gevorderde alvleesklierkanker. De klinische
activiteit die werd waargenomen in de BBI608-118 (BBI608-201PANC) -studie,
gecombineerd met de onvervulde medische behoefte aan aanvullende effectieve
therapieën bij alvleesklierkanker, biedt een reden voor nader klinisch
onderzoek. CanStem111P is ontworpen om de rol van BBI-608 in combinatie met
nab-paclitaxel en gemcitabine te evalueren als frontlinetherapie voor
metastatische PDAC.
(zie rubriek 2.4 van het protocol)
Doel van het onderzoek
Het vergelijken van de algehele overleving (overall survival, OS) van patiënten
met gemetastaseerd adenocarcinoom van de alvleesklier (Pancreatic Ductal
Adenocarcinoma, PDAC), behandeld met BBI-608 plus wekelijks nab-paclitaxel met
gemcitabine (groep 1) versus wekelijks nab-paclitaxel met gemcitabine (groep
2).
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerd, open-label fase III-onderzoek in meerdere centra
naar BBI-608 plus wekelijks nab-paclitaxel met gemcitabine (groep 1) versus
wekelijks nab-paclitaxel met gemcitabine (groep 2) bij volwassen patiënten met
gemetastaseerd PDAC.
Er zullen 1132 patiënten worden gerandomiseerd in een verhouding 1:1,
gestratificeerd op geografische regio (Noord-Amerika/West-Europa/Australië
versus Japan/Korea versus Rest van de wereld), Eastern Cooperative Oncology
Group (ECOG) performancestatus (0 versus 1) en de aanwezigheid van
levermetastase (ja versus nee). De inschrijving was voorafgaand aan dit
amendement voltooid.
Tot het moment van dit amendement vond het onderzoek plaats in cycli van 28
dagen (4 weken). BBI-608 werd tweemaal daags oraal toegediend met ongeveer 12
uur tussen de doseringen. De toediening van BBI-608 begon 2-5 dagen voorafgaand
aan de eerste infusie van nab-paclitaxel met gemcitabine. Nab-paclitaxel 125
mg/m2 werd op dag 1, 8 en 15 van elke 28-daagse cyclus via intraveneuze infusie
toegediend, onmiddellijk gevolgd door gemcitabine 1000 mg/m2.
Vanaf het moment van dit amendement en sinds het resultaat van de tussentijdse
analyse die vergeefs was, kunnen patiënten de behandeling volgens het protocol
voortzetten als de onderzoeker en de patiënt van mening zijn dat dit het beste
is voor de patiënt, na het geven van geïnformeerde toestemming door de patiënt.
Patiënten zullen BBI-608, nab-paclitaxel en/of gemcitabine ontvangen met
dezelfde dosis en volgens hetzelfde schema als voorafgaand aan het amendement.
Patiënten in groep 1 kunnen BBI-608 voortzetten na goedkeuring door de
opdrachtgever. Patiënten in groep 1 kunnen BBI-608 ook stopzetten en de keuze
maken om door te gaan met enkel nab-paclitaxel en gemcitabine.
Om de 8 weken na randomisatie zullen er tumorbeoordelingen worden uitgevoerd
tot objectieve ziekteprogressie of stopzetting van de behandeling vanwege
toxiciteit.
Het protocol zal tot het einde van het onderzoek verder worden gevolgd voor
alle eindpunten. Het einde van het onderzoek is gepland op 28 februari 2020.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Groep 1: Tot het moment van dit amendement ontvingen de in groep 1 van dit onderzoek gerandomiseerde patiënten tweemaal daags oraal 240 mg BBI-608 (totale dagelijkse dosis 480 mg). BBI-608 werd gedurende elke 4-wekelijkse (28-daagse) onderzoekscyclus voortdurend dagelijks genomen in combinatie met nab-paclitaxel en gemcitabine. BBI-608 werd tweemaal daags toegediend, een uur voor of twee uur na de maaltijd, met de eerste dosis in de ochtend en ongeveer 12 uur tussen de doseringen. In groep 1 gerandomiseerde patiënten ontvingen BBI-608 in combinatie met nab-paclitaxel en gemcitabine. Groep 2: In groep 2 gerandomiseerde patiënten ontvingen enkel nab-paclitaxel en gemcitabine. Nab-paclitaxel 125 mg/m2 werd vanaf dag 1 van cyclus 1 intraveneus toegediend. Gemcitabine 1000 mg/m2 werd na de infusie met nab-paclitaxel intraveneus toegediend. Dit regime werd op dag 1, 8 en 15 van elke 28-daagse cyclus herhaald. Dosisaanpassing van BBI-608 en/of nab-paclitaxel en/of gemcitabine was toegestaan. Er waren geen dosisverminderingen of aanpassingen bij lymfopenie of alopecia. Vanaf het moment van dit amendement en sinds het resultaat van de tussentijdse analyse gecommuniceerd is aan de onderzoekers, kunnen patiënten de behandeling volgens het protocol voortzetten als de onderzoeker en de patiënt van mening zijn dat dit het beste is voor de patiënt, na het geven van geïnformeerde toestemming door de patiënt. Patiënten zullen BBI-608, nab-paclitaxel en/of gemcitabine ontvangen met dezelfde dosis en volgens hetzelfde schema als voorafgaand aan het amendement. Patiënten in groep 1 kunnen BBI-608 voortzetten na goedkeuring door de opdrachtgever. Patiënten in groep 1 kunnen BBI-608 ook stopzetten en de keuze maken om door te gaan met enkel nab-paclitaxel en gemcitabine
Inschatting van belasting en risico
Zoals bij elk klinisch onderzoek is er het risico van een nieuw
onderzoeksgeneesmiddel en het kleine risico van inbreuk.
Hoewel alle nodige stappen genomen zullen worden om de vertrouwelijke
informatie van de proefpersoon te beschermen, is er een klein risico op
vertrouwelijkheidsbreuk. In elke centrum zal het personeel worden opgeleid over
het belang van vertrouwelijkheid en dit zal ook worden besproken in de
vertrouwelijkheidsrubriek van het toestemmingsdocument.
Hoewel de patiënteninformatiebladen in de toepasselijke talen zullen worden
vertaald, is er een kans op misverstanden.
Er is een risico dat de toevoeging van het onderzoeksgeneesmiddel aan de
standaardzorg mogelijk geen aanvullend voordeel voor de deelnemer heeft. Er is
ook het risico dat er een zeldzame maar ernstige allergische reactie op het
onderzoeksgeneesmiddel optreedt. De combinatiebehandeling kan andere risico*s
hebben die we nog niet kennen. Er zijn veiligheidsprocedures en -bezoeken
aanwezig om de risico*s te controleren. Een veiligheidscontrolecomité (DSMB)
zal periodiek de onderzoeksgegevens beoordelen en aanbevelingen doen om de
veiligheid van de proefpersoon te blijven garanderen.
Het deelnemen aan een klinisch onderzoek brengt de extra last met zich mee van
frequente bezoeken voor toediening van het onderzoeksgeneesmiddel en enkele
aanvullende onderzoeksprocedures, bijv. bloedonderzoeken. De proefpersonen
moeten dit begrijpen en ermee instemmen. In plaats van bezoeken aan het centrum
kunnen thuisbezoeken volgens de normen van het instituut worden uitgevoerd.
Publiek
640 Memorial Drive Cambridge,
Cambridge MA 02139
US
Wetenschappelijk
640 Memorial Drive Cambridge,
Cambridge MA 02139
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Vragen over geschiktheidscriteria dienen vóór de randomisatie te worden
behandeld., De geschiktheidscriteria voor dit onderzoek zijn zorgvuldig
overwogen. Geschiktheidscriteria zijn standaarden die worden gebruikt om ervoor
te zorgen dat patiënten die aan dit onderzoek meedoen medisch geschikte
kandidaten zijn voor deze behandeling, alsmede ervoor te zorgen dat de
resultaten van dit onderzoek nuttig kunnen zijn voor het maken van
behandelingsbeslissingen betreffende andere patiënten met soortgelijke
ziekten., Geschiktheidscriteria worden door de sponsor en/of de afgevaardigde
van de sponsor gecontroleerd vóór het randomiseren van de patiënt., Patiënten
moeten voldoen aan alle volgende criteria om in aanmerking te komen voor opname
in het onderzoek:, 4.1.1 Er moet een geschreven, ondertekende toestemming voor
deelname aan het onderzoek verkregen worden van de patiënt, op de gepaste wijze
volgens van toepassing zijnde ICH-richtlijnen en plaatselijke en regelgevende
vereisten en dit voorafgaand aan het uitvoeren van eender welke
onderzoeksspecifieke procedure., 4.1.2 Moet histologisch of cytologisch
bevestigde gevorderde PDAC hebben die gemetastaseerd is. De definitieve
diagnose van gemetastaseerde PDAC wordt gemaakt door de integratie van
histopathologische gegevens in het kader van de klinische en radiografische
gegevens. Patiënten met eilandcel neoplasiën worden uitgesloten., 4.1.3 Mag
niet al eerder zijn behandeld met chemotherapie of een experimenteel middel
voor de behandeling van PDAC.
* Een fluoropyrimidine of gemcitabine, toegediend als adjuvantbehandeling om
gevoelig te maken voor straling, is toegestaan zolang als de laatste dosis > 6
maanden vóór de randomisatie werd toegediend en er geen aanhoudende toxiciteit
bestaat., 4.1.4 Behandeling met Nab-paclitaxel en gemcitabine is geschikt voor
de patiënt en aanbevolen door de onderzoeker., 4.1.5 Patiënt heeft één of meer
gemetastaseerde tumoren die kunnen worden beoordeeld door middel van een
CT-scan met contrast (of MRI, als de patiënt allergisch is voor het
CT-contrastmiddel) volgens RECIST 1.1. Beeldvormingsonderzoeken met inbegrip
van CT-/MRI-scan van de borstkas/buik/het bekken of andere scans waar nodig om
alle plaatsen van ziekte te documenteren moeten binnen de 14 dagen voorafgaand
aan randomisatie worden uitgevoerd. Kwalificerende scans uitgevoerd als deel
van de zorgstandaard voorafgaand aan de handtekening van de patiënt op de
geïnformeerde toestemming voor het onderzoek kunnen worden aanvaard als
scanning bij de baseline als het scannen < 14 dagen voorafgaand aan de
randomisatie is uitgevoerd., 4.1.6 Moet een ECOG-performancestatus van 0 of 1
hebben, beoordeeld binnen 14 dagen vóór de randomisatie. Twee waarnemers, die
gekwalificeerd zijn om performancestatus te beoordelen, zijn nodig voor deze
beoordeling. Indien deze afwijken, zal die met de meest verslechterde
performancestatus als waar worden beschouwd.
* Patiënten mogen geen hulp nodig hebben bij hun algemene dagelijkse
levensverrichtingen (ADL's), waaronder eten, aankleden, wassen of naar de wc
gaan.
* Patiënten mogen niet langer dan 50% of meer van de wakkere uren in bed of
stoel moeten verblijven.
Patiënten met factoren die de nauwkeurige beoordeling van performancestatus
beperken, komen niet voor het onderzoek in aanmerking. Dit omvat, maar is niet
beperkt tot patiënten met eerder aanwezige aandoeningen die hen verhinderen in
volledige bewegingsvrijheid (waaronder, maar niet beperkt tot spinale of
orthopedische aandoeningen, geamputeerden, morbide obesitas gedefinieerd door
BMI > 40)., 4.1.7 Moeten een levensverwachting hebben van > 12 weken., 4.1.8
Moeten * 18 jaar oud zijn.
* Door het toegenomen risico op sepsis bij patiënten > 80 jaar oud, dienen
kandidaatpatiënten in deze leeftijdsgroep voorafgaand aan de randomisatie in
het onderzoek grondig beoordeeld worden om ervoor te zorgen dat ze geschikt
zijn om chemotherapie te ontvangen. Naast alle opgesomde
inclusie/exclusiecriteria dient klinisch inzicht te worden gebruikt ten aanzien
van de gevoeligheid van de patiënt voor infectie (waaronder, maar niet beperkt
tot aanwezigheid van ascites of diabetes mellitus die het risico op infectie
verhogen). Daarnaast verdient de verwachte stabiliteit van hun
performancestatus bij het krijgen van herhaalde wekelijkse cycli van
chemotherapie speciale aandacht. Patiënten in deze leeftijdsgroep dienen niet
in het onderzoek te worden gerandomiseerd indien er sprake is van enige
aarzeling bij een van deze overwegingen., 4.1.9 Voor mannelijke of vrouwelijke
patiënten die kinderen kunnen krijgen: Moeten akkoord gaan met het gebruik van
anticonceptie of maatregelen nemen om zwangerschap te voorkomen tijdens het
onderzoek en gedurende 180 dagen na de laatste dosis van nab-paclitaxel en
gemcitabine of gedurende 30 dagen voor vrouwelijke patiënten en gedurende 90
dagen voor mannelijke patiënten na de laatste dosis BBI-608 indien
nab-paclitaxel en gemcitabine niet werden toegediend., Adequate anticonceptie
wordt gedefinieerd als volgt:
1. Echte onthouding: als dit in overeenstemming is met de gewenste en
gebruikelijke leefstijl van de proefpersoon.
2. Consequent en correct gebruik van één van de volgende anticonceptiemethoden:
a. mannelijke partner die steriel is voordat de vrouwelijke proefpersoon met
het onderzoek begint en hij de enige seksuele partner is voor die vrouwelijke
proefpersoon; of
b. implantaten van levonorgestrel; of
c. injecteerbaar progestageen; of
d. een spiraaltje met een gedocumenteerd faalpercentage van minder dan 1% per
jaar; of
e. een hormoonafgevend spiraaltje met een gedocumenteerd faalpercentage van
minder dan 1% per jaar; of
f. orale anticonceptiepil (gecombineerd of alleen met progesteron); of
g. één barrièremiddel, bijvoorbeeld pessarium met een zaaddodend middel of
condoom met een zaaddodend middel in combinatie met ofwel implantaten van
levonorgestrel of injecteerbaar progestageen, een koper of hormoonafgevend
spiraaltje met een gedocumenteerd faalpercentage van minder dan 1% per jaar,
of orale anticonceptiepil (ofwel gecombineerd of alleen progesteron)., 4.1.10
Vrouwen die zwanger kunnen worden (women of child bearing potential, WOCBP)
moeten een negatieve zwangerschapstest op serum hebben binnen 5 dagen
voorafgaand aan randomisatie. De minimale gevoeligheid van de zwangerschapstest
moet 25 IE/l zijn of equivalente eenheden van humaan choriongonadotrofine
(HCG)., WOCBP betreft elke vrouw met een menstruatiecyclus die geen succesvolle
sterilisatie (bv. hysterectomie, tweezijdige afbinding van de eileiders of
tweezijdige oöforectomie) heeft ondergaan of die niet postmenopauzaal is
(gedefinieerd als amenorroe > 12 opeenvolgende maanden of vrouwen die
hormoonvervangende therapie (HRT) krijgen met gedocumenteerde concentratie
follikelstimulerend hormoon (FSH) in serum > 35 mIE/ml). Zelfs vrouwen die
orale, geïmplanteerde of injecteerbare anticonceptiehormonen of mechanische
producten gebruiken zoals een spiraaltje of barrièremethoden (pessarium,
condooms, zaaddodende middelen) om zwangerschap te voorkomen of onthouding
beoefenen of waarvan de partner steriel is (bijv. vasectomie), moeten worden
beschouwd als in de vruchtbare leeftijd., 4.1.11 Patiënt heeft adequate
biologische parameters zoals aangetoond door het volgende bloedbeeld bij de
baseline (verkregen < 14 dagen vóór de randomisatie; laboratoriumonderzoek
uitgevoerd als onderdeel van de zorgstandaard vóór het ondertekenen door de
patiënt van de geïnformeerde toestemming voor het onderzoek kan worden aanvaard
als het laboratoriumwerk bij de baseline, zolang als het onderzoek < 14 dagen
vóór de randomisatie is uitgevoerd):
* Absoluut aantal neutrofielen (ANC) > 1,5 x 109/l
* Aantal bloedplaatjes > 100.000/mm3 (100 x 109/l). Mag geen noodzakelijke
bloedplaatjes-transfusie hebben gehad binnen 1 week voor de baseline bepaling
voor bloedplaatjes.
* Hemoglobine (HgB) > 9 g/dl. Mag geen noodzakelijke rodebloedceltransfusie
hebben gehad binnen 1 week na baseline Hgb bepaling, 4.1.12 De patiënt heeft de
volgende bloedchemiewaarden bij de baseline (verkregen < 14 dagen vóór de
randomisatie; laboratoriumonderzoek uitgevoerd als onderdeel van de
zorgstandaard vóór het ondertekenen door de patiënt van de geïnformeerde
toestemming voor het onderzoek kan worden aanvaard als het laboratoriumwerk bij
de baseline, zolang als het onderzoek < 14 dagen vóór de randomisatie is
uitgevoerd):
* AST (SGOT) en ALT (SGPT) * 2,5 × institutionele bovengrens van normaal (ULN)
[* 5 × ULN in aanwezigheid van levermetastasen]
* Totaal bilirubine *1,5 x institutionele ULN. Als totaal bilirubine boven ULN
is en < 1,5 x ULN, mag deze niet verhogen voor tenminste 7 dagen.
* Serumcreatinine binnen normale grenzen of berekende klaring > 60 ml/min/1,73
m2 voor patiënten met serumcreatininespiegels boven of onder de institutionele
normale waarde. Bij gebruik van creatinineklaring moet het werkelijke
lichaamsgewicht worden gebruikt voor de berekening van de creatinineklaring
(bijv. met behulp van de formule van Cockroft-Gault). Bij patiënten met een
Body Mass Index (BMI) > 30 kg/m2, moet in plaats daarvan het mager
lichaamsgewicht worden gebruikt., 4.1.13 Patiënt zonder gebruik van
bloedverdunners heeft een aanvaardbaar coagulatie-onderzoek (verkregen < 14
dagen vóór de randomisatie; laboratoriumonderzoek uitgevoerd als onderdeel van
de zorgstandaard vóór het ondertekenen door de patiënt van de geïnformeerde
toestemming voor het onderzoek kan worden aanvaard als het laboratoriumwerk bij
de baseline, zolang als het onderzoek < 14 dagen vóór de randomisatie is
uitgevoerd) zoals aangetoond door protrombinetijd (PT) en gedeeltelijke
tromboplastinetijd (PTT) en lager of binnen normale grenzen (+15%).
* Patiënten op bloedverdunnes moeten stollingswaarden hebben binnen de
therapeutische band geschikt voor de antistollingsindicatie, 4.1.14 Patiënt
heeft geen klinisch belangrijke afwijkingen in de resultaten van het
urineonderzoek (verkregen < 14 dagen vóór de randomisatie;
laboratoriumonderzoek uitgevoerd als onderdeel van de zorgstandaard vóór het
ondertekenen door de patiënt van de geïnformeerde toestemming voor het
onderzoek kan worden aanvaard als het laboratoriumwerk bij de baseline, zolang
als het onderzoek
< 14 dagen vóór de randomisatie is uitgevoerd). , 4.1.15 Patiënt moet een
adequate voedingsstatus hebben met een Body Mass Index (BMI) > 18 kg/m2 en een
lichaamsgewicht van > 40 kg met serumalbumine > 3 g/dl., 4.1.16
Laboratoriumbeoordelingen bij de baseline moeten binnen 14 dagen vóór de
randomisatie worden uitgevoerd en sommige ervan moeten < 72 uur vóór de
randomisatie worden herhaald, zoals vermeld in rubriek 6.0. , 4.1.17 Bij
patiënten bij wie een stent in de galwegen moet worden geplaatst, moet deze
stent > 7 dagen vóór de screening in de galwegen zijn aangebracht. , 4.1.18
Pijnsymptomen moeten stabiel zijn (van acceptabele Graad 2 of minder)., 4.1.19
Alleen patiënten met beschikbare gearchiveerd tumorweefsel moeten toestemming
geven tot het ter beschikking stellen van, en de onderzoeker(s) moet(en)
bevestigen dat hij of zij toegang heeft/hebben tot een representatief in
formaline gefixeerd paraffineblok met tumorweefsel en ermee akkoord gaan dit in
te dienen zodat de specifieke correlatieve markertests, die in rubriek 13.6 van
dit protocol worden voorgeschreven (Correlatief onderzoek), kunnen worden
uitgevoerd. Inzenden van het weefsel hoeft niet vóór de randomisatie plaats te
vinden.
Waar de plaatselijke centrumregels het indienen van blokken tumorweefsel
verbieden, geeft men de voorkeur aan kernen van 2 mm tumorweefsel uit het blok
en 5-20 ongekleurde preparaten van volledige secties van representatief
tumorweefsel. Waar het niet mogelijk is om twee kernen van 2 mm tumorweefsel te
verkrijgen uit het blok, zijn 5-20 ongekleurde preparaten van representatief
tumorweefsel ook aanvaardbaar. Als er geen eerder gereseceerd of door biopsie
verkregen tumorweefsel bestaat of voorhanden is, kan de patiënt na goedkeuring
door de sponsor/aangewezen CRO (Contract Research Organisatie) toch geschikt
worden geacht voor het onderzoek., 4.1.20 De patiënt moet goedkeuring geven om
een bloedmonster af te staan zodat de in rubriek 13.6 (Correlatief onderzoek)
specifiek voorgeschreven correlatieve markertests kunnen worden uitgevoerd.,
4.1.21 De patiënten moeten toegankelijk zijn voor behandeling en opvolging. De
patiënten die in dit onderzoek worden ingeschreven, moeten de
protocolbehandeling krijgen en in het deelnemende centrum opgevolgd worden. Dit
houdt in dat er redelijke geografische grenzen worden bepaald voor patiënten
die in aanmerking worden genomen voor dit onderzoek. De onderzoekers moeten
ervoor zorgen dat de patiënten, die in dit onderzoek worden gerandomiseerd,
beschikbaar zijn voor volledige documentatie van de behandeling,
responsbeoordeling, bijwerkingen en opvolging., 4.1.22 De protocolbehandeling
moet starten binnen de 2 kalenderdagen na randomisering van de patiënt voor
patiënten die zijn gerandomiseerd naar groep 1. Patiënten die gerandomiseerd
worden naar groep 2 moeten de protocolbehandeling beginnen binnen 7
kalenderdagen na de randomisatie., 4.1.23 De patiënt krijgt geen behandeling in
een gelijktijdig lopend klinisch onderzoek en de patiënt stemt ermee in niet
deel te nemen aan ander interventioneel klinisch onderzoek tijdens deelname aan
dit onderzoek en tijdens de onderzoeksbehandeling. Patiënten die deelnemen aan
enquêtes of observationele onderzoeken zijn geschikt voor deelname aan dit
onderzoek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patiënten die voldoen aan een van de volgende criteria komen niet in aanmerking
voor opname in dit onderzoek:, 4.2.1 Patiënten zonder bewijs van
gemetastaseerde ziekte alsmede patiënten met een lokale terugkeer na
chirurgische resectie van de primaire laesie., 4.2.2 De patiënt heeft een
daling in ECOG-performancestatus ervaren tussen het baselinebezoek en binnen 72
uur vóór de randomisatie., 4.2.3 De patiënt heeft > 20% daling in serum
albuminespiegel tussen het baselinebezoek en binnen 72 uur vóór de
randomisatie., 4.2.4 Patiënt heeft >10% gewichtstoename tussen Baselinebezoek
en binnen 72 uur vóór de randomisatie, 4.2.5 Gelijk welke
antikankerchemotherapie, biologische of onderzoeksbehandeling voor PDAC.
a. Patiënten die immunotherapie ontvangen voor niet-kankergerelateerde
behandeling < 4 weken van de eerste geplande dosis van de
onderzoeksbehandeling worden uitgesloten.
b. Een fluoropyrimidine of gemcitabine, toegediend als adjuvantbehandeling om
gevoelig te maken voor straling, is toegestaan zolang als de laatste dosis > 6
maanden vóór de randomisatie werd toegediend., 4.2.6 Grote operatie binnen 4
weken vóór de randomisatiedatum., 4.2.7 Bekende hersen- of leptomeningeale
metastasen worden uitgesloten, zelfs wanneer ze behandeld worden., 4.2.8
Patiënten met klinisch belangrijke ascites of pleurale effusies.
4.2.9 Vrouwen die zwanger zijn of vrouwen die borstvoeding geven. Vrouwen mogen
geen borstvoeding geven terwijl ze de onderzoeksbehandeling nemen en gedurende
4 weken na de laatste dosis BBI-608 of terwijl ze worden behandeld met
nab-paclitaxel en gemcitabine en gedurende 180 dagen na de laatste dosis van
nab-paclitaxel en gemcitabine., 4.2.10 Maagdarmstelselaandoening(en) die, naar
het oordeel van de hoofdonderzoeker, de absorptie van een oraal middel in
belangrijke mate kan belemmeren (bijv. actieve ziekte van Crohn, colitis
ulcerosa, uitgebreide resectie van maag en dunne darm)., 4.2.11 Niet in staat
of bereid zijn om dagelijks capsules BBI-608 in te slikken., 4.2.12
Niet-gecontroleerde intercurrente ziekten, waaronder, maar niet beperkt tot,
lopende of actieve infectie, klinisch significante niet-helende of helende
wonden, symptomatisch congestief hartfalen, onstabiele angina pectoris,
klinisch significante cardiale aritmie, significante pulmonaire aandoening
(kortademigheid bij rust of lichte inspanning), niet-gecontroleerde infectie of
psychiatrische aandoening/sociale omstandigheden die een hinderpaal kunnen
vormen bij het zich houden aan de onderzoeksvereisten.
a. Voorgeschiedenis van hartziekte: congestief hartfalen (CHF) > NYHA klasse
II; actieve coronaire hartziekte, myocardinfarct of plaatsing van een
coronaire stent binnen 6 maanden voorafgaand aan de randomisatie; niet
beoordeelde nieuwe angina binnen 3 maanden of onstabiele angina
(symptomen van angina in rust) of hartritmestoornissen die antiaritmische
behandeling vereisen (bètablokkers of digoxine zijn toegestaan).
b. Huidige ongecontroleerde hypertensie (systolische bloeddruk [BD] > 150 mmHg
of diastolische druk > 90 mmHg ondanks optimale medische behandeling) alsmede
eerdere voorgeschiedenis van hypertensieve crisis of hypertensieve
encefalopathie.
c. Significante vaatziekte (bijvoorbeeld aorta aneurysma, aortadissectie,
symptomatische perifere vaatziekte, waaronder claudicatie, ziekte van Leo
Buerger). Behandelde perifere vasculaire ziekte die stabiel is gedurende ten
minste 6 maanden wordt toegestaan.
d. Bewijs van bloedingsdiathese of klinisch belangrijke coagulopathie.
e. Grote chirurgische procedure (waaronder open biopsie, significant
traumatisch letsel, enz.) binnen 28 dagen, of verwachting van de noodzaak voor
een ingrijpende chirurgische procedure tijdens de loop van het onderzoek
alsmede kleine chirurgische procedure (met uitzondering van plaatsing van een
vasculair toegangsmiddel of beenmergbiopsie) binnen 7 dagen voorafgaand aan
de randomisatie.
f. Patiënten met klinisch relevante afwijkingen bij urineonderzoek op < 14
dagen vóór randomisatie.
g. Voorgeschiedenis van abdominale fistels, gastro-intestinale perforatie, of
intra- abdominaal abces binnen 6 maanden voorafgaand aan de randomisatie.
h. Lopende ernstige, niet genezende wond, zweren of botfractuur.
i. Bekende infectie met humaan immunodeficiëntie virus (hiv), en/of actieve
infectie met hepatitis B of hepatitis C.
j. Voorgeschiedenis van interstitiële longziekte, voorgeschiedenis van
langzaam voortschrijdende dyspneu en onproductieve hoest, sarcoïdose,
silicose, idiopathische longfibrose, pulmonale overgevoeligheid pneumonitis of
meerdere allergieën.
k. Voorgeschiedenis van hemolytisch-uremisch syndroom.
l. Voorgeschiedenis van bindweefselaandoeningen (bijv., lupus, scleroderma,
arteritis nodosa).
m. Ernstige medische risicofactoren van een van de belangrijke orgaansystemen,
of ernstige psychiatrische aandoeningen die de veiligheid van de patiënt of de
integriteit van de gegevens in gevaar kunnen brengen.
4.2.13 Bekende overgevoeligheid voor gemcitabine, taxanen of een van hun
hulpstoffen, of de patiënt vertoont een van de voorvallen die staan beschreven
in de rubrieken Contra-indicaties of Speciale waarschuwingen van de
samenvatting van de productkenmerken of voorschrijfinformatie van het product
of het vergelijkend middel. Mogelijke overgevoeligheid voor BBI-608 of een van
de hulpstoffen waaronder de azo-kleurstoffen zonsondergang geel en allura
rood., 4.2.14 Neurosensorische neuropathie > graad 2 bij de baseline., 4.2.15
Ongecontroleerde chronische diarree > graad 2 bij de baseline., 4.2.16
Patiënten die worden behandeld met warfarine., 4.2.17 Patiënten met actieve,
ongecontroleerde bacteriële, virale of schimmelinfectie(s) die systemisch
moeten worden behandeld., 4.2.18 Patiënten met een voorgeschiedenis van andere
kwaadaardigheden, behalve: voldoende behandelde niet-melanome huidkanker,
genezend behandelde in-situ carcinoom van de cervix, of andere solide tumoren
die genezend behandeld zijn door alleen chirurgie of chirurgie plus bestraling
zonder bewijs van ziekte continu sinds > 5 jaar., 4.2.19 Een actieve aandoening
die de behandeling volgens het protocol gevaarlijk kan maken of het vermogen
van de patiënt om volgens het protocol te worden behandeld, kan beletten.,
4.2.20 Een aandoening (bijv. psychologisch, geografisch, enz.) die naleving van
het protocol niet toestaat, waaronder patiënten met een voorgeschiedenis van
slechte naleving of een voorgeschiedenis van drugs/alcoholmisbruik, of
overmatige consumptie van alcoholische dranken die het vermogen om zich aan het
onderzoeksprotocol te houden, kan beletten. Patiënten die van plan zijn om
tijdens het verloop van het onderzoek 14 of meer achtereenvolgende dagen op
vakantie te gaan, komen niet in aanmerking.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2016-004359-57-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02993731 |
CCMO | NL60833.018.17 |