Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-508606-26-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Primaire doelstelling:De primaire doelstelling is om de radiografische progressievrije overleving (rPFS) van apalutamide in…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Voortplantingsorgaanneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd, mannelijk
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Radiografische progressievrije overleving wordt gedefinieerd als de tijd vanaf
de datum van randomisatie tot de datum van radiografische progressie of
overlijden, wat het eerst gebeurt. Radiografische progressie wordt vastgesteld
door de onderzoeker op basis van lesies in zachte weefsels aan de hand van
CT/MRI volgens de gewijzigde evaluatiecriteria voor respons in vaste tumoren
(RECIST 1.1) of aan de hand van de progressie van botlesies op botscans volgens
een aanpassing van de Prostate Clinical Trials Cancer Working Group 2 (PCWG2).
EVALUATIES POPULATIEFARMACOKINETIEK
Farmacokinetische bepalingen worden uitgevoerd op zo veel mogelijk deelnemers
als haalbaar is (minimaal 200). Twee losse bloedmonsters worden verzameld op
ongeveer hetzelfde tijdstip voor elk afname tijdpunt; 1 voor abirateron en 1
voor JNJ-56021927. Op dag 1 van cyclus 1 worden bloedmonsters verzameld 2 uur
en 4 uur na de eerste dosis voor elke deelnemer. Op dag 1 van cyclus 3 wordt
een pre-dosis monster (tot 1 uur vóór het ter plaatse toedienen van
onderzoeksmiddel) en post-dosis monsters tussen 0,5 en 4 uur verzameld. Voor de
andere PK-bezoeken (cycli 2, 4, 5 en 6) worden pre-dosis bloedmonsters
verzameld (tot 1 uur vóór het ter plaatse toedienen van onderzoeksmiddel).
BIOMARKEREVALUATIES
Gearchiveerde tumormonsters (in formaline gefixeerde en in paraffine ingebedde
[FFPE] blokjes of plakjes) en serummonsters worden verzameld voor
biomarkerevaluaties. Plasmamonsters worden verzameld van ongeveer 220
deelnemers tijdens de behandeling en van ongeveer 500 deelnemers aan het eind
van de behandeling of bij progressie; volbloed en serum wordt verzameld van
ongeveer 220 deelnemers op de tijdstippen zoals aangegeven in het Schema
Tijdstippen & Voorvallen. In plasma aanwezig circulerend DNA wordt gebruikt om
de aanwezigheid vast te stellen van de ARF876L-mutatie en DNA in volbloed of
plasma om andere markers te bepalen die geassocieerd kunnen zijn met
resistentie tegen AA alleen en in combinatie met JNJ-56021927. Serummonsters
worden verzameld om het effect van testosteron en steroïdmetabolieten te
vergelijken wanneer deelnemers worden behandeld met AAP alleen en in combinatie
met JNJ 56021927. Gearchiveerde FFPE-tumorblokjes of -tumorplakjes worden
verzameld van ten minste 300 deelnemers in dit onderzoek om te onderzoeken of
genomische classificatoren kunnen worden gebruikt om een homogenere populatie
van deelnemers met hoog risico te identificeren. Dit maakt potentieel de
selectie van de juiste patiëntenpopulatie met hoog risico mogelijk voor
toekomstige onderzoeken naar JNJ 56021927 en AAP.
EVALUATIES VAN DOOR DE PATIËNT GERAPPORTEERDE RESULTATEN
Drie PRO-instrumenten, de Functional Assessment of Cancer Therapy-Prostate
(FACT-P), BPI-SF en EQ-5D-5L worden in dit onderzoek vastgelegd.
Secundaire uitkomstmaten
Algehele overleving (OS - overall survival), tijd tot chronisch opioïdgebruik,
tijd tot de start van cytotoxische chemotherapie en tijd tot pijnprogressie.
Achtergrond van het onderzoek
Prostaatkanker is de tweede meest gediagnosticeerde kanker en de zesde
belangrijkste oorzaak van overlijden door kanker bij mannen, goed voor 14%
(903.500) van de totale nieuwe gevallen van kanker en 6% (258.400) van de
totale sterfte aan kanker bij mannen wereldwijd. Behandeling gericht op het
uitroeien van de primaire tumor, typisch met chirurgie of bestraling, is niet
succesvol in ~ 30% van de mannen, die terugkerende ziekte ontwikkelen die zich
meestal eerst manifesteert als een toename in plasma prostaatspecifiek antigeen
(PSA), gevolgd door metastase naar afgelegen plaatsen. Prostaatkankers zijn
voor hun groei en overleven afhankelijk van androgeen gemedieerde signalering.
Bij patiënten met lokaal gevorderde of gemetastaseerde ziekte, vermindert de
uitputting van androgenen, zowel via medische of chirurgische castratie, de
androgene receptor (AR) signalering en leidt tot regressie van de tumor. Helaas
zijn deze regressies bij patiënten met uitgezaaide prostaatkanker van
universeel voorbijgaande aard, met een mediane duur van de bestrijding van de
ziekte tussen de 13 en 22 maanden en de mediane totale overleving (OS) van 28
tot 36 maanden.
Behandelingsresultaten van androgeen deprivatie therapie (ADT; gonadotropine
afgevend hormoon analogen [GnRHa] of chirurgische castratie met of zonder
anti-androgenen) zijn algemeen voorspelbaar: een daling PSA gevolgd door
tumorregressie, een periode van stabiliteit waarin de tumor niet woekert en PSA
stabiel blijft, gevolgd door stijgende PSA en hergroei als een
castratie-resistente ziekte. Bijna alle mannen met progressieve prostaatkanker
ontwikkelen uiteindelijk castratie-resistente ziekte. Progressie van
prostaatkanker ondanks castratieniveaus van testosteron weergeeft een overgang
naar een dodelijke ziekte stadium.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-508606-26-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Primaire doelstelling:
De primaire doelstelling is om de radiografische progressievrije overleving
(rPFS) van apalutamide in combinatie met abirateronacetaat (AA) plus prednison
of prednisolon (AAP) en AAP te vergelijken bij deelnemers met
chemotherapie-naïeve mCRPC.
Belangrijke secundaire doelstellingen
De belangrijkste secundaire doelstellingen zijn:
• Het karakteriseren van het veiligheidsprofiel van apalutamide in combinatie
met AAP.
• Het karakteriseren van de farmacokinetiek (PK) van apalutamide en abirateron.
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd, multinationaal,
multicenter fase 3-onderzoek om vast stellen of deelnemers met
chemotherapie-naïeve mCRPC baat hebben bij de toevoeging van JNJ 56021927 aan
AAP vergeleken met AAP. Deelnemers blijven analoga van gonadotropinen afgevend
hormoon (GnRHa) ontvangen, indien ze niet chirurgisch gecastreerd zijn.
Ongeveer 960 deelnemers die voldoen aan alle inclusiecriteria en aan geen van
de exclusiecriteria worden gerandomiseerd in een verhouding van 1:1 voor het
ontvangen van JNJ 56021927 en AAP of overeenkomende placebo en AAP. Deelnemers
worden verder gestratificeerd aan de hand van de aanwezigheid of afwezigheid
van viscerale metastasen, Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) Performance
Status (PS) niveau 0 of 1, en regio (Europese Unie [EU], Noord-Amerika [NA
-Verenigde Staten/Canada], en de rest van de Wereld [ROW - Rest of World]). Het
onderzoek bestaat uit een screeningsfase, een behandelingsfase en een
follow-up-fase.
Een behandelingscyclus wordt gedefinieerd als 28 dagen. De behandeling gaat
door tot progressie van de ziekte, onaanvaardbare toxiciteit, overlijden of
totdat de sponsor het onderzoek beëindigt. Deelnemers moeten stoppen met
onderzoeksmiddelen bij aantoonbare eenduidige klinische progressie, zoals
gedefinieerd in het protocol. Als de deelnemer radiografische progressie heeft,
maar geen eenduidige klinische progressie, en er is geen alternatieve
behandeling gestart, dan kan de patiënt doorgaan met de onderzoeksbehandeling
naar het oordeel van de onderzoeker.
Na het stoppen met het onderzoeksmiddel wordt er elke drie maanden contact
opgenomen met de deelnemers om te controleren op overleving tot overlijden, tot
intrekken van toestemming, tot ze verloren gaan voor follow-up of bij
beëindiging van het onderzoek. Naast de follow-up op overleving, wordt
informatie over analgeticagebruik, SSRE's, ECOG PS en daaropvolgende therapie
voor prostaatkanker verzameld, tot en met chemotherapie. Daarnaast worden
vragenlijsten met door de patiënt gerapporteerde resultaten (PROs
patient-reported outcomes) elke 3 maanden ingevuld tot 12 maanden na het
stoppen met de onderzoeksbehandeling.
Deelnemers worden gemonitord op veiligheid tijdens de screenings- en
behandelingsfasen en tot 30 dagen na de laatste dosis van het onderzoeksmiddel.
Bijwerkingen (AEs - adverse events), waaronder laboratoriumbijwerkingen, worden
geclassificeerd en samengevat met behulp van de National Cancer Institute
Common Terminology Criteria for Adverse Events (NCI CTCAE), versie 4.03.
Richtlijnen voor wijziging van de dosis zullen worden verschaft.
Een onafhankelijke commissie voor gegevenscontrole (IDMC - Independent Data
Monitoring Committee) zal voor dit onderzoek worden aangesteld. De commissie
voert periodiek veiligheidsinspecties uit gedurende het hele onderzoek en
beoordeelt de veiligheid van de eerste 60 in het onderzoek gerandomiseerde
deelnemers na behandeling gedurende ten minste 1 cyclus. Daarnaast zal de IDMC
de geplande analyse van de werkzaamheid/zinloosheid beoordelen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
DOSERING EN TOEDIENING Alle deelnemers ontvangen AAP als standaard behandeling (SOC - standard of care). Abirateronacetaat 1000 mg (4 tabletten van x 250 mg) zullen eenmaal per dag oraal worden ingenomen. Abirateronacetaat moet op een lege maag genomen worden. Er mag niet gegeten worden gedurende ten minste 2 uur voordat de dosis AA wordt ingenomen en gedurende ten minste 1 uur nadat de dosis AA is ingenomen. De tabletten moeten heel doorgeslikt worden met water. De dagelijkse dosis prednison is 10 mg (tabletten van 5 mg die twee keer per dag oraal worden ingenomen). Hoewel dit niet wordt beschouwd als onderzoeksmiddel, blijven deelnemers die geen chirurgische castratie hebben ondergaan, gewoon de voorgeschreven GnRHa ontvangen. JNJ-56021927 240 mg (4 x 60 mg tabletten) of placebo (4 tabletten) wordt eenmaal per dag oraal ingenomen. De tabletten kunnen met of zonder voedsel worden ingenomen.
Inschatting van belasting en risico
De mogelijke ongemakken, bijwerkingen en risico's van JNJ-56021927 behandeling
zijn niet allemaal bekend. de meeste bijwerkingen zijn niet ernstig. sommige
kunnen welk ernstig zijn en verder behandeling of onderzoek behoeven.
De deelnemers krijgen de standaard behandeling, met of zonder het
onderzoeksmiddel.
Publiek
Turnhoutseweg 30
Beerse 2340
BE
Wetenschappelijk
Turnhoutseweg 30
Beerse 2340
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Deelnemer moet een man zijn van >=18 jaar oud.
2. Adenocarcinoom van de prostaat
3. Metastatische ziekte vastgesteld met een technetium-99m (99mTc) botscan of
metastatische lesies met computertomografie (CT) of magnetische resonantie
beeldvorming (MRI) scans (ziekte in de ingewanden of lymfeknopen). Als
metastase in lymfeknopen het enige bewijs is van metastase, moet de grootste
diameter >=2 cm zijn.
4. Castratieresistente prostaatkanker aangetoond tijdens continue ADT,
gedefinieerd als 3 stijgingen van PSA, met een tussenpoze van ten minste 1
week, met de laatste PSA >=2 ng/ml
5. Patiënten die een eerste generatie anti-androgeen (bijv. bicalutamide,
flutamide, nilutamide) ontvingen, moeten ten minste een 6 weken durende
uitwassing hebben vóór randomisatie EN ze moeten voortgaande progressie van de
ziekte (PSA) (een toename in PSA) vertonen na de uitwas periode.
6. Progressie van de prostaatkanker gedocumenteerd aan de hand van
prostaatspecifiek antigeen (PSA) volgens de Prostate Clinical Trials Cancer
Working Group 2 (PCWG2); radiografische progressie van weke delen volgens de
gewijzigde evaluatiecriteria voor respons in vaste tumoren (RECIST 1.1),
gebaseerd op PCWG2, of radiografische progressie van bot volgens PCWG2.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Kleincellig of neuroendocrien prostaatcarcinoom.
2. Bekende hersenmetastasen.
3. Eerdere chemotherapie voor prostaatkanker, behalve indien toegediend in de
adjuvante/neoadjuvante setting.
4. Eerder behandeld met ketoconazol voor prostaatkanker gedurende meer dan 7
dagen.
5. Therapieën die moeten worden gestopt of vervangen ten minste 4 weken vóór
randomisatie, omvatten de volgende:
• Geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de grenswaarde voor een toeval
verlagen
• Kruiden- of niet-kruidenproducten die PSA-concentraties kunnen verlagen
(bijv. zaagpalm, granaatappel).
• Elk experimenteel middel.
6. Bij de screening de behoefte aan parenterale of orale opioïde analgetica
(bijv. codeïne, dextropropoxyfeen).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-508606-26-00 |
EudraCT | EUCTR2014-001718-25-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02257736 |
CCMO | NL51676.056.14 |