Primair:• Evalueren van het vermogen van relugolix om onderdrukking van serumtestosteron tot castraatniveau (
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Voortplantingsorgaanneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd, mannelijk
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
• *Aanhoudende castratie*-percentage gedefinieerd als de cumulatieve kans op
testosteronsuppressie tot <= 50 ng/dl (1,7 nmol/l) tijdens onderzoeksbehandeling
van week 5 dag 1 (onderzoeksdag 29) tot en met week 49 dag 1 (onderzoeksdag
337).
Secundaire uitkomstmaten
Secundair:
• Beschrijven de effecten op serumtestosteron:
o Castratiepercentage gedefinieerd als de cumulatieve kans op
testosteronsuppressie tot <= 50 ng/dl (1,7 nmol/l) voorafgaand aan dosering op
dag 4 van week 1, voorafgaand aan dosering voorafgaand aan dosering in week 3,
dag 1.
o *Radicale castratie*-percentage gedefinieerd als de cumulatieve kans op
testosteronsuppressie tot <= 20 ng/dl (0,7 nmol/l) tijdens onderzoeksbehandeling
van week 25 dag 1 tot en met week 49 dag 1;
o Tijd tot testosteronherstel bij ongeveer 100 patiënten gerandomiseerd voor
relugolix en ongeveer 50 patiënten gerandomiseerd voor leuprolideacetaat die 48
weken behandeling voltooien en die niet van plan zijn met andere
androgeendeprivatie-therapie te beginnen in de volgende 12 weken (of in de 24
weken na de laatste injectie leuprolideacetaat 3-M depot);
• Beschrijven de effecten op PSA:
o Deel van de patiënten met bevestigde PSA-respons aan de hand van de
richtlijnen van de Prostate Cancer Clinical Trials Working Group 3 tijdens de
bezoeken in week 5 [Scher, 2016];
o Deel van de patiënten met PSA-concentratie < 0,2 ng/ml (0,2 µg/l) tijdens het
bezoek in week 25;
• Absolute waarden en veranderingen vanaf baseline in de scores van het domein
algemene gezondheidstoestand van de EORTC-QLQ-C30 en de subdomeinen seksuele
activiteit en aan hormonale therapie gerelateerde symptomen van de
EORTC-QLQ-PR25, met regelmatige intervallen gedurende de behandeling, en
wanneer van toepassing gedurende de bezoeken in het kader van follow-up en/of
einde behandeling;
• Absolute waarden en veranderingen vanaf baseline in de resterende domeinen
van de EORTC QLQ-C30 en EORTC QLQ-PR25, alsook de vragenlijst EuroQol EQ-5D-5L,
met regelmatige intervallen gedurende de behandeling, en wanneer van toepassing
gedurende de follow-upbezoeken;
• Incidentie van bijwerkingen;
• Incidentie van afwijkingen in klinische laboratoriumgegevens;
• Effecten op endocriene markers van relugolix en leuprolideacetaat gemeten als
absolute waarde en verandering ten opzichte van de uitgangswaarde voor:
o LH tijdens de bezoeken op dag 4, week 5, week 25 en week 49;
o FSH tijdens de bezoeken op dag 4 week 5, week 25 en week 49;
o Dihydrotestosteron tijdens de bezoeken in week 5, week 25, en week 49; en
o Geslachtshormoon-bindende globuline tijdens de bezoeken in week 5, week 25 en
week 49;
• Plasmaconcentraties van relugolix vóór dosering;
• PK-parameters van relugolix in plasma na enkelvoudige en herhaalde dosering
zoals maximale plasmaconcentratie (Cmax), oppervlakte onder de
plasmaconcentratie/tijd-curve van 0 tot het einde van het toedieningsinterval
(AUC0-*), en tijd tot maximale plasmaconcentratie (tmax) bij een subgroep
patiënten uit China (indien ingeschreven) en Japan tijdens het bezoek op dag 1.
• Tijd tot PSA progressie
• Deel van patiënten met bevestigde PSA progressie uit de groep die constante
testosteronsuppressie heeft bereikt gedurende de 48 weken behandeling.
Verkennende eindpunten
• Algehele overleving gedefinieerd als tijd vanaf randomisatie tot datum van
overlijden vóór de sluitingsdatum voor gegevens; en
• De aanwezigheid van polymorfismen in de kiembaangenen die verband houden met
de hypothalamus-hypofyse-androgeen-route, prostaatkankerrisico, of met
geneesmiddelmetaboliserende enzymen en transporteiwitten die betrokken zouden
kunnen zijn bij de dispositie, veiligheid of werkzaamheid van relugolix. Dit
zal geëvalueerd worden in een subset patiënten.
Achtergrond van het onderzoek
Prostaatkanker is de meest voorkomende soort van kanker bij mannen en de tweede
doodsoorzaak door kanker bij mannen in de VS en Europa. De mediaan van de
leeftijd van diagnose is 70 jaar en diagnoses voor een leeftijd van 40 zijn
zeldzaam. Bij Japanse mannen was prostaatkanker de vierde van de meest
gediagnosticeerde kankers in 2007. De incidentie van invasieve prostaatkanker
neemt toe met leeftijd; een duidelijke toename wordt gezien onder mannen van 60
jaar of ouder.
Als prostaatkanker gediagnosticeerd wordt in een stadium waar het beperkt is
tot de prostaat en de directe omgeving, wordt het over het algemeen behandeld
door chirurgische verwijdering van de prostaat (prostatectomie) of met
bestraling. Vaak zijn deze procedures succesvol in het genezen van de ziekte.
Mannen bij wie ziekteprogressie optreedt na prostatectomie of bestraling hebben
gevorderde prostaatkanker. Gevorderde prostaatkanker wordt gedefinieerd als:
PSA biochemische terugval na primaire chirurgie of bestralingstherapie met de
bedoeling om te genezen; nieuw gediagnosticeerde uitgezaaide prostaatkanker; of
gevorderde gelokaliseerde ziekte waarvoor onmiddelijke bestraling of chirurgie
niet geïndiceerd is. Het genezingspercentage na chirurgie is, afhankelijk van
het stadium van de kanker, ongeveer 70% en, na bestraling, ongeveer 50 tot 60%.
Ongeveer 25% tot 30% van de mannen zal daardoor progressie hebben naar
gevorderde ziekte, met uitgezaaide ziekte op het moment van diagnose.
Androgenen zoals testosteron en zijn meer potente metaboliet
dihydrotestosteron, zijn sterke tumor promoters voor prostaatkanker. Via de
androgeenreceptor, versterken ze synergistisch het effect van andere tumor
promoters of carcinogenen. Hoewel prostaatkanker vermoedelijk wordt gedreven
door mutaties in andere tumorbevorderende pathways en/of door translocaties die
leiden tot een verstoorde activatie van het androgeenreceptor pathway, blijven
veel vroege-stadium prostaatkankercellen gevoelig of afhankelijk van
circulerende androgenen. Daarom is androgeendeprivatietherapie met chirurgische
of medische castratie al meer dan 60 jaar de basistherapie voor gevorderde
kanker waar chirurgie geen optie was of uitgezaaide kanker. In toenemende mate
wordt androgeendeprivatietherapie eerder gebruikt als een neoadjuvant/adjuvant
behandeling naast bestralingstherapie of voor biochemische of klinische
terugval na lokale therapieën met curatieve of palliatieve bedoelingen. Meer
dan 80% van de mannen met progressie of gevorderde ziekte reageren aanvankelijk
op androgeendeprivatietherapie, met verschillende maten van tumorregressie en
stabilisatie. De duur en grondigheid van de respons op
androgeendeprivatietherapie is vermoedelijk afhankelijk van de onderliggende
tumorbiologie en last. Dus patiënten met uitzaaiingen reageren gemiddeld 2 jaar
lang voor biochemisch bewijs van castratieresistentie. In contrast, patiënten
met alleen biochemisch bewijs van ziekte progressie kunnen 5 jaar of langer
reageren op androgeendeprivatietherapie.
Momenteel krijgen de meeste patiënten in ontwikkelde landen eerder medische dan
chirurgische castratie. GnRH agonisten (bv. lang actieve leuprolide acetaat
depot injecties) zijn de meest gebruikte middelen in medische castratie. Deze
veroorzaken lange termijn desensitisatie en afremming van de
hypothalamus-hypofyse-gonade as. Een nadeel van een agonist als GnRH is de
initiële stimulatie van de as. Deze stimulatie duur 1 tot 3 weken voor
desensitisatie, wat resulteert in een verhoogd LH- en testosteronniveau en een
toename van klinische symptomen. Daarbij kunnen gedurende de herhaalde
GnRH-agonist depotinjecties, pieken in LH- en testosteronniveau voorkomen,
hoewel de incidentie hiervan laag is. De initiele flare respons kan worden
behandeld met gelijktijdige toediening van antiandrogeen, zoals bicalutamide.
Recentelijk zijn GnRH antagonisten, zoals degarelix, beschikbaar geworden als
een alternatieve vorm van medische castratie. Degarelix, een injecteerbare
peptide, is in sommige landen goed gekeurd voor de behandeling van patiënten
met gevorderde prostaatkanker. Als een GnRH antagonist, bereikt degarelix
medische castratie en PSA respons in de eerste 1 of 2 weken zonder eerst als
een agonist actief te zijn, waardoor behandeling met een gelijktijdige
antiandrogeen niet meer nodig is. Post-hoc analyse van degarelix trials lijken
erop te wijzen dat het bijkomende voordelen heeft met betrekking tot
ziekterespons en secundaire terugval; hoewel, zulke verschillen bevestigingen
nodig hebben in prospectieve studies. Omdat maandelijkse depotinjecties nodig
zijn, met grote volumes en bijkomende lokale reacties wordt degarelix nog niet
veel gebruikt in de klinische praktijk.
Relugolix, voorheen bekend als TAK-385, is een potente en zeer selectieve,
oraal toe te dienen, klein molecuul antagonist voor de menselijke GnRH
receptor. Voor patiënten kan relugolix voordelen hebben die directe receptor
antagonisten met zich meebrengen, waaronder een snelle onderdrukking van
androgenen zonder klinische flare of verergering van de initiele toename van
androgenen die veroorzaakt wordt door GnRH agonisten. Daarnaast is relugolix
oraal toe te dienen.
Doel van het onderzoek
Primair:
• Evalueren van het vermogen van relugolix om onderdrukking van
serumtestosteron tot castraatniveau (<= 50 ng/dl [1,7 nmol/l]) te bereiken en te
behouden bij mannen met androgeen-gevoelige gevorderde prostaatkanker.
Secundair:
• Evalueren van het tijdsverloop en de verandering in serumtestosteron
gedurende behandeling met relugolix;
• Evalueren van het tijdsverloop en de omvang van de afname van
prostaatspecifiek antigeen (PSA) gedurende behandeling met relugolix;
• Evalueren van testosteronherstel na stopzetting van relugolix;
• Evalueren van de kwaliteit van leven met behulp van gevalideerde door
patiëntervaringsinstrumenten;
• Evalueren van de veiligheid van relugolix 120 mg eenmaal daags bij mannen met
androgeen-gevoelige gevorderde prostaatkanker;
• Evalueren van het effect van relugolix en leuprolideacetaat op endocriene
farmacodynamische parameters;
• Verzamelen van gegevens over plasmaconcentraties van relugolix teneinde de
populatiefarmacokinetiek (PK) en de relatie tussen blootstelling aan relugolix
en serumtestosteron verder te evalueren; en
• Kenschetsen van de plasma-PK-parameters van relugolix in een subgroep
patiënten uit China en Japan.
Verkennend:
• Onderzoeken van de algehele overleving van patiënten behandeld met relugolix;
en
• Onderzoeken van de bijdrage van genetisch variatie op geneesmiddelrespons.
Onderzoeksopzet
HERO is een multinationaal, gerandomiseerd, open-label fase 3-onderzoek met
parallelle groepen ter evaluatie van de veiligheid en werkzaamheid van
relugolix bij patiënten met androgeen-gevoelige gevorderde prostaatkanker die
minimaal 1 jaar continue androgeendeprivatie-therapie nodig hebben. Relugolix
is een orale gonadotropine-*releasing* hormoon (GnRH)-receptorantagonist die
testosteron verlaagt door afscheiding van follikelstimulerend hormoon (FSH) en
luteïniserend hormoon (LH) door de hypofyse te remmen. Relugolix 120 mg oraal
eenmaal daags of leuprolideacetaat depotsuspensie 22,5 mg (of 11,25 mg in
Japan, Taiwan en China) elke 3 maanden (3-M) via subcutane of intramusculaire
injectie, zal worden toegediend aan patiënten met prostaatkanker die
androgeendeprivatie-therapie nodig hebben. In dit onderzoek wordt het vermogen
geëvalueerd van relugolix om onderdrukking van serumtestosteron tot
castraatniveau (<= 50 ng/dl [1,7 nmol/l]) te bereiken en te behouden gedurende
48 weken bij patiënten met androgeen-gevoelige gevorderde prostaatkanker.
Om in aanmerking te komen voor het onderzoek moet een patiënt, naar de mening
van de onderzoeker, kandidaat zijn voor minimaal 1 jaar continue
androgeendeprivatie-therapie voor de behandeling van androgeen-gevoelige
gevorderde prostaatkanker en geen kandidaat zijn voor chirurgische behandeling.
Geschikte patiënten zijn degenen met bewijs van biochemisch recidief (stijgend
PSA) na lokale primaire interventie met curatieve bedoeling, nieuw
gediagnosticeerde gemetastaseerde ziekte (met uitzondering van metastasen in de
hersenen) en/of gevorderde gelokaliseerde ziekte. Patiënten mogen niet eerder
dan 2 maanden na instelling van androgeendeprivatie-therapie radiotherapie,
cryotherapie of ultrageluid met hoge frequentie ondergaan. Patiënten kunnen
meedoen als ze niet eerder androgeendeprivatie-therapie hebben gevolgd
gedurende meer dan 18 maanden, en als de androgeendeprivatie-therapie minimaal
3 maanden vóór het baselinebezoek was afgerond. Als het doseringsinterval van
het depot langer dan 3 maanden is, dan moet voordat de
androgeendeprivatietherapie afgerond zijn voor tenminste zolang als het
doseringsinterval van het depot. Patiënten die eerder zijn behandeld met
taxanen of naar verwachting taxanen zullen krijgen na instelling van
androgeendeprivatie-therapie worden uitgesloten, evenals patiënten die
androgeendeprivatie-therapie adjuvant of neoadjuvant krijgen bij radiotherapie
als primaire definitieve therapie. De uitgangswaarde van het serumtestosteron
moet >= 150 ng/dl (1,50ng/mL of 5,2 nmol/l) zijn om te worden opgenomen.
Patiënten die in dit onderzoek worden opgenomen, zullen worden gerandomiseerd
in een verhouding van 2:1 voor oraal relugolix 120 mg eenmaal daags na een
oplaaddosis van 360 mg op dag 1 of 3-M depotinjectie van leuprolideacetaat 22,5
mg (of 11,25 mg in Japan, Taiwan en China). Na randomisatie kunnen patiënten in
de leuprolide acetaat arm een antiandrogeen ontvangen gedurende de eerste 4
weken of langer indien geïndiceerd naar de mening van de onderzoeker.
Stratificatie van de randomisatie vindt plaats naar geografische regio,
aanwezigheid van gemetastaseerde ziekte en leeftijd.
Er zullen ongeveer 915 patiënten worden opgenomen in dit onderzoek in ongeveer
200 onderzoekscentra in Noord- en Zuid-Amerika, Europa en de regio Azië-
Pacific. Het onderzoek bestaat uit een screeningsperiode van maximaal 28 dagen,
een behandelingsperiode van 48 weken en een follow-upperiode van maximaal 90
dagen. Daarnaast kunnen, wanneer nodig, ongeplande follow-upbezoeken worden
geregeld voor patiënten met onderzoeksgerelateerde veiligheidskwesties.
Geschikte patiënten krijgen de onderzoeksbehandeling gedurende 48 weken.
Gedurende die tijd zullen testosteron en PSA maandelijks worden beoordeeld, en
door patiënten gemelde uitkomsten (European Organisation of Research and
Treatment of Cancer [EORTC] QLQ-C30, European Quality of Life 5-Dimesion
5-Level questionnaire [EuroQol EQ-5D-5L]) zullen ongeveer elke 3 maanden worden
beoordeeld gedurende de behandelingsperiode en vaker gedurende de
follow-upperiode. Aanvullende endocriene evaluaties van serum omvatten: LH,
FSH, dihydrotestosteron en geslachtshormoon-bindende globuline PK-monsters van
relugolix worden gedurende de volledige duur van het onderzoek verzameld. Er
zullen volledige PK-profielen worden bepaald van een subgroep patiënten in
China (indien ingeschreven) en Japan. De veiligheidsbeoordelingen omvatten
tijdens de behandeling optredende ongewenste voorvallen, lichaamsfuncties,
lichamelijk onderzoek, klinische laboratoriumtests,
12-afleidingen-elektrocardiogrammen (ecg), en tests m.b.t gezichtsscherpte.
Patiënten met ziekteprogressie gedurende de behandelingsperiode, bij
onderdrukking van testosteron tot castraatniveau (testosteronspiegel <= 50 ng/dl
[1,7 nmol/l]), dienen in het onderzoek te blijven en kunnen aanvullende orale
therapie, systemische antineoplastische therapie en/of radiotherapie krijgen op
voorschrift van de onderzoeker. In het geval van toenemende PSA mogen patiënten
enzalutamide ontvangen. Voor patiënten die andere systemische antineoplastische
therapie nodig hebben gedurende de behandelingsperiode, dient de onderzoeker
contact op te nemen met de medische monitor.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Testproduct De relugolix-tabletten met een sterkte van 120 mg zullen beschikbaar zijn als filmomhulde tabletten met onmiddellijke afgifte, en 1 tablet (120 mg) zal eenmaal daags worden toegediend na een orale oplaaddosis van 360 mg (drie tabletten van 120 mg) op dag 1. Deze tabletten worden geleverd in flesjes van 45 tabletten en elke 4 weken aan patiënten verstrekt tijdens de geplande onderzoeksbezoeken. Er moet zijn voldaan aan alle in het protocol gespecificeerde inclusiecriteria en aan geen enkel exclusiecriteria en dit moet zijn gedocumenteerd, vóór toediening van het onderzoeksgeneesmiddel. Het onderzoeksgeneesmiddel wordt alleen verstrekt aan geschikte patiënten die onder toezicht van de onderzoeker of geïdentificeerde subonderzoeker(s) staan. Referentieproduct Subcutane of intramusculaire 3 M depotinjectie van leuprolideacetaat 22,5 mg (of 11,25 mg in sommige landen in Azië) wordt toegediend in de dosis en volgens de doseringsmethode zoals goedgekeurd in de regio waar de patiënt is geïncludeerd. De 3-M depotinjectie van leuprolideacetaat wordt toegediend op dag 1 (met een antiandrogeen naar keuze, indien geïndiceerd volgens de onderzoeker, gedurende de eerste 4 weken of langer), en dan met intervallen van 12 weken gedurende 48 weken. Voorbereiding van de depotinjectie dient te geschieden volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
Inschatting van belasting en risico
De volgende risico*s en mogelijke bijwerkingen deden zich voor bij 5% of meer
van de mannen met prostaatkanker die werden behandeld met relugolix.
• Opvliegers (59%)
• Vermoeid gevoel (26%)
• Staar (17%; opmerking: tijdens deze onderzoeken voerden oogartsen speciale
oogcontroles uit)
• Diarree (10%)
• Gewrichtspijn (10%)
• Infectie of ontsteking van neus en keel (7%)
• Obstipatie (7%)
• Verhoging levertests [abnormaal] (6%)
• Vaak moeten plassen (6%)
• *s Nachts moeten plassen (5%)
• Hoofdpijn (6%)
• Duizeligheid (6%)
• Rugpijn (5%)
• Gewichtstoename (5%)
• Infectie of ontsteking van de bijholten (5%)
• Misselijkheid (5%)
• Pijn in armen of benen (5%)
• Verminderde gezichtsscherpte (5%)
• Urineweginfectie (5%)
• Toename van borstweefsel bij mannen (2,9%); opgenomen omdat het een bekende
bijwerking is hoewel < 5%
• Nachtelijk zweten (2,3%); opgenomen omdat het een bekende bijwerking is
hoewel < 5%
De volgende bijwerkingen zijn gemeld bij patiënten die leuprolideacetaat namen:
Zeer vaak (bij meer dan 1 op de 10 mensen):
•Opvliegers
• Spontane bloeding in de huid of het slijmvlies, roodheid van de huid
• Vermoeidheid, injectiegerelateerde bijwerkingen (zie ook de lokale
bijwerkingen hierboven)
• Symptomen van verkoudheid (nasofaryngitis)
• Misselijkheid, gevoel van onwel zijn (malaise), diarree, ontsteking van maag
en darmen (gastro-enteritis/colitis)
• Jeuk, nachtelijk zweten
• Pijn in de gewrichten
• Onregelmatig toiletbezoek om te plassen (ook *s nachts), moeite met het op
gang komen van het plassen, pijnlijke urinelozing, verminderde urineproductie
• Gevoelige borsten, zwelling van de borsten, krimpen van testikels,
testikelpijn, onvruchtbaarheid, erectiestoornissen, verminderde penisgrootte
• Rillingen (episoden van overdreven bibberen samengaand met koorts), zwakte
• Verlengde bloedingstijd, veranderingen in bloedwaarden, afname in rode
bloedcellen/laag aantal rode bloedcellen
Soms voorkomende bijwerkingen (kunnen optreden bij meer dan 1 op 100 mensen)
• Urineweginfectie, plaatselijke huidinfectie
• Verslechtering van diabetes mellitus
• Abnormale dromen, depressie, verminderde zin in seks (libido)
• Duizeligheid, hoofdpijn, verandering in de gevoeligheid van de huid,
slapeloosheid, smaakverstoring, reukverstoring
• Hoge bloeddruk (hypertensie), lage bloeddruk (hypotensie)
• Kortademigheid
• Obstipatie, droge mond, dyspepsie (gestoorde vertering, met symptomen zoals
volle maag, pijn in de maag, boeren, misselijkheid, braken, branderig gevoel in
de maag), braken
• Klam gevoel, toegenomen zweten
• Rugpijn, spierkrampen
• Bloed in de urine (hematurie)
• Blaasspasmen, vaker toiletbezoek om te plassen, niet kunnen plassen
• Vergroting van het mannelijke borstweefsel, impotentie
• Slaperigheid (lethargie), pijn, koorts
• Gewichtstoename
• Verlies van evenwicht, licht gevoel in het hoofd
• Spierafbraak/verlies van spierweefsel na langdurig gebruik
Publiek
Sierra Point Parkway, 9th Floor 2000
Brisbane, CA 94005
US
Wetenschappelijk
Sierra Point Parkway, 9th Floor 2000
Brisbane, CA 94005
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Heeft vrijwillig het informatie- en toestemmingsformulier ondertekend en
gedateerd voorafgaand aan start van enige screenings- of onderzoeksspecifieke
procedure;
2. Is een man van 18 jaar of ouder op de dag van ondertekening en datering van
het informatie- en toestemmingsformulier;
3. Heeft histologisch of cytologisch bevestigde diagnose van adenocarcinoom in
de prostaat;
4. Is, naar de mening van de onderzoeker, kandidaat voor minimaal 1 jaar
continue androgeendeprivatie-therapie voor de behandeling van
androgeen-gevoelige gevorderde prostaatkanker met een van de volgende klinische
verschijningsvormen van de ziektestatus:
a. Bewijs van biochemisch (PSA) of klinisch recidief na lokale primaire
interventie met curatieve bedoeling, zoals operatie, radiotherapie,
cryotherapie of ultrageluid met hoge frequentie en is geen kandidaat voor een
*salvage*-operatie (radiotherapie, cryotherapie of ultrageluid met hoge
frequentie zijn toegestaan na 2 maanden androgeendeprivatie-therapie); of
b. Nieuw gediagnosticeerd androgeen-gevoelige gemetastaseerde ziekte; of
c. Gevorderde gelokaliseerde ziekte waarvan het niet waarschijnlijk is dat het
genezen zal worden door chirurgie of bestraling met curatieve bedoeling
(radiotherapie, cryotherapie of ultrageluid met hoge frequentie zijn toegestaan
na 2 maanden androgeendeprivatie-therapie);
5. Heeft bij het screeningsbezoek een serumtestosteron van >= 150 ng/dl (1,5
ng/mL of 5,2 nmol/l);
6. Heeft bij het screeningsbezoek een PSA-concentratie van > 2,0 ng/ml (2,0 µg/
l) of, wanneer van toepassing, na radicale prostatectomie > 0,2 ng/ml (0,2 µg/
l) of na radiotherapie, cryotherapie of ultrageluid met hoge frequentie > 2,0
ng/ml (2,0 µg/l) boven de postinterventionele nadir;
7. Heeft een Eastern Cooperative Oncology Group performance status
(ECOG-prestatiestatus) van 0 of 1 bij screening en bij baseline);
8. Is een mannelijke patiënt die, ook indien chirurgisch gesteriliseerd (d.w.z.
status na vasectomie):
a. Instemt met het gebruik van mannencondoom als hij geslachtsverkeer heeft met
een vrouw die kinderen kan krijgen of een zwangere vrouw, gedurende de gehele
onderzoeksperiode en tot en met 4 maanden na de laatste dosis van het
onderzoeksgeneesmiddel; of
b. Instemt met volledige onthouding, wanneer dit overeenkomt met de
geprefereerde en gebruikelijke levensstijl van de patiënt. Periodieke
onthouding (bijv. kalendermethode, ovulatiemethode, symptothermale methode,
postovulatiemethode voor de vrouwelijke partner) en terugtrekking zijn geen
aanvaardbare anticonceptiemethoden;
9. Moet ermee akkoord gaan om geen sperma te doneren vanaf de eerste dosis
onderzoeksgeneesmiddel tot en met 4 maanden na de laatste dosis
onderzoeksgeneesmiddel.
10. Er is een autorisatieformulier voor randomisatie ondertekend door een
medische monitor van het onderzoek waarin de patiënt wordt goedgekeurd voor
randomisatie in het onderzoek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Zal, naar de mening van de onderzoeker, waarschijnlijk chemotherapie of
operatieve behandeling nodig hebben binnen 2 maanden na instelling van de
androgeendeprivatie-therapie;
2. Heeft eerder GnRH-analogen of een andere vorm van
androgeendeprivatie-therapie (oestrogeen of antiandrogeen) gekregen gedurende >
18 maanden in totaal. Indien androgeendeprivatie-therapie werd gevolgd
gedurende <= 18 maanden in totaal, dan moet die therapie zijn afgerond ten
minste 3 maanden voorafgaand aan baseline. Als het doseringinterval van het
depot langer dan 3 maanden is, moet de vorige ADT tenminste zolang geleden zijn
als het doseringinterval van het depot;
3. Eerdere systemische cytotoxische behandeling voor prostaatkanker (bv.
taxanen bevattend regime);
4. Metastasen in de hersenen van vóór klinische evaluatie;
5. Ingepland voor grote operatie na baseline;
6. Chirurgische castratie in de voorgeschiedenis;
7. Actieve maligniteit naast prostaatkanker, met de uitzondering van een van de
volgende: adequaat behandelde basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom of in
situ carcinoom van elk type; adequaat behandelde Stadium I kanker waarvan de
proefpersoon momenteel in remissie is en waarvan de remissie sinds >=2 jaar is;
elke andere kanker waarvan de proefpersoon ziektevrij is voor >= 5 jaar;
8. Afwijkende laboratoriumwaarden bij het screeningsbezoek die duiden op een
klinisch instabiele onderliggende ziekte, of de volgende laboratoriumwaarden:
a. Gamma-glutamyltransferase in serum > 2,0 x bovengrens van normaal (ULN);
b. Alanineaminotransferase (ALAT) en/of aspartaataminotransferase (ASAT) in
serum <= 1,0 x ULN;
c. Totaalbilirubine > 1,0 x ULN (tenzij gevolg van syndroom van Gilbert of als
het patroon overeenkomt met diagnose van syndroom van Gilbert) of;
d. Serumcreatinine > 2,0 mg/dl mg/dL (176.8 µmol/L); e.
Bloedplaatjes < 100 x 103/µL of voorgeschiedenis van bloedingsafwijkingen; f.
Hemoglobine
< 10.0 g/dL (100 g/L); g. WBC < 3 x 103/µL (3 GI/L); h. Absolute
neutrofielentelling<1.5 x 103/µL(1.5 GI/L);;
9. HbA1c > 10% bij patiënten met eerder gediagnosticeerde diabetes. HbA1c> 8%
bij patiënten met eerder ongediagnosticeerde diabetes (Uitgesloten patiënten
mogen opnieuw worden gescreend na doorverwijzing en bewijs van verbeterde
regulering van hun aandoening);
10. Heeft geelzucht of bekende huidige actieve leverziekte ongeacht de oorzaak,
inclusief hepatitis A (hepatitis A-immunoglobuline M [IgM]-positief), hepatitis
B (hepatitis B-oppervlakteantigeen [HBsAg]-positief) of hepatitis C (hepatitis
C [HCV]-antilichaam-positief, bevestigd door HCV-ribonucleïnezuur);
11. Bekende infectie met het humaan immunodeficiëntievirus;
12. In de 6 maanden voorafgaand aan baseline Dag 1: a. myocardinfarct b.
instabiele angina c. instabiele symptomatische ischemische hartziekte d. NYHA
klasse 3 of 4 hartfalen e. tromboembolische voorval (diep-veneuze trombose,
longembolie, symptomatische cerebrovasculaire voorval) f. Enig andere
signifcante hartziekte (pericardiale effusie, restrictieve cardiomyopathie,
ernstige onbehandelde valvulaire stenose, ernstige congenitale hartziekte);
13. Deze ecg-afwijkingen zijn uitgesloten:
a. ECG bewijs van ischemie b. Q-golf infarct, tenzij geïdentificeerd 6 maanden
of langer vóór het screeningsbezoek; c. QTc > 470 msec, gemeten door
Fridericia's formule [QTcF=QT/RR^0.33]. Als de QTc verlengd is bij een patiënt
met een pacemaker mag de patiënt worden opgenomen in het onderzoek na overleg
met de medische monitor; e. Actieve geleidingsabnormaliteiten zoals: - Mobitz
II tweedegraads hartblok zonder een permanente pacemaker in plaats; -
Derdegraads hartblok zonder permanente pacemaker in plaats; - Onbehandelde
supraventriculaire tachycardie (hartslag >=120 slagen per minuut); - Klinisch
significante ventriculaire aritmieën zoals ventriculaire tachycardie,
ventricullaire fibrillatie of torsade de pointes; - ongecontrolleerd atriale
fibrillatie (patiënten met chronische stabiele atriumfibrilleren die stabiele
anticoagulant therapie krijgen of patiënten met een stabiel hartritme
gecontrolleerd door een pacemaker zijn toegestaan);
14. Ongecontroleerde hypertensie ondanks toepasselijke medische behandeling
(bloeddruk in zittende positie hoger dan 160 mmHg systolisch en/of 100 mmHg
diastolisch bij 2 afzonderlijke metingen niet meer dan 45 minuten na elkaar
tijdens het screeningsbezoek). Patiënten mogen opnieuw worden gescreend na
doorverwijzing en verdere behandeling van hypertensie;
15. Hypotensie, aangetoond aan de hand van een systolische bloeddruk < 84 mmHg
op 2 herhaalde metingen met een tussentijd van ten minste 15 minuten, of
behandelde actuele symptomatische orthostatische hypotensie met > 20 mmHg
daling van systolische bloeddruk één minuut of langer na het aannemen van een
verticale positie;
16. Bradycardie aangetoond aan de hand van een hartfrequentie van < 45 slagen
per minuut op het ecg tijdens de screening of het baselinebezoek op dag 1;
17. Behandeling met een onderzoeksproduct binnen 28 dagen of 5x de
halfwaardetijd, welke langer is;
18. Eerdere behandeling met relugolix in een klinisch onderzoek;
19. Patiënt is een werknemer op de onderzoekslocatie of is familie in de eerste
graad (echtgeno(o)t(e), ouder, kind, broer of zus) van een werknemer op de
onderzoekslocatie die betrokken is bij de uitvoering van het onderzoek;, Zie
a.u.b. Protocol Amendement 2 voor een volledige lijst van exclusiecriteria.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-000160-15-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03085095 |
CCMO | NL61318.028.17 |