Deel APrimaire doelstelling:• De primaire doelstelling van deel A is bepalen of toediening van BIVV009 leidt tot een stijging van >= 2 g/dL in de hemoglobinewaarden (Hgb) of de Hgb doet stijgen tot >= 12 g/dL en bloedtransfusie onnodig maakt…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hemolyses en aanverwante aandoeningen
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire werkzaamheidseindpunt is het percentage responders zoals
gedefinieerd in tabel 2.
Secundaire uitkomstmaten
Gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline in bilirubine (exclusief
patiënten met syndroom van Gilbert) bij het eindpunt voor beoordeling van de
behandeling (gemiddelde van waarden in week 23, 25 en 26)
• Gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline in QoL, beoordeeld aan de
hand van de verandering in scores op de FACIT-Fatigue-schaal (Functionele
beoordeling van therapie bij chronische ziekte - Vermoeidheid [Functional
Assessment of Chronic Illness Therapy - Fatigue]) bij het eindpunt voor
beoordeling van de behandeling
• Gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline in lactaat-dehydrogenase
(LDH) bij het eindpunt voor beoordeling van de behandeling
• Aantal transfusies en aantal eenheden na de eerste 5 weken toediening van het
onderzoeksgeneesmiddel
• Gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline in Hgb bij het eindpunt
voor beoordeling van de behandeling
Verkennende werkzaamheidseindpunten:
• Tijd tot de eerste transfusie na de eerste 5 weken toediening van het
onderzoeksgeneesmiddel
• Gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline in QoL, beoordeeld aan de
hand van de verandering in de scores op de EQ-5D-5L-vragenlijst
(EuroQol-vragenlijst met vijf dimensies en vijf niveaus) bij het eindpunt voor
beoordeling van de behandeling
• Gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline in QoL, beoordeeld aan de
hand van de verandering in de SF-12®-vragenlijst (Korte vragenlijst met 12
items, 12-item short form survey) bij het beoordelingseindpunt aan het einde
van de behandeling
• Incidentie van bepaalde symptomatische anemie bij EOT
• Percentage patiënten met Hgb-waarde >= 12 g/dL bij het eindpunt voor
beoordeling van de behandeling
• Incidentie van trombo-embolische voorvallen na de eerste 5 weken toediening
van het onderzoeksgeneesmiddel
• Mediane tijd tot normalisering van bilirubine
• Mediane tijd tot normalisering van LDH
• Mediane tijd tot normalisering van haptoglobine
• Mediane tijd om Hgb-waarde van >= 12 g/dL te bereiken
• Percentage patiënten met normaliserende haptoglobine bij het eindpunt voor
beoordeling van de behandeling
• Percentage patiënten met normaliserende bilirubine bij het eindpunt voor
beoordeling van de behandeling
• Percentage patiënten met normaliserende LDH bij het eindpunt voor beoordeling
van de behandeling
• Algemene indruk van de patiënt over de verandering (Patient*s Global
Impression of Change, PGIC) om te beoordelen hoe de patiënt veranderingen ziet
in de ziektelast van CAgD bij EOT
• Incidentie van invaliderende symptomen van de bloedsomloop bij EOT
Deel B
De volgende parameters van ziekteactiviteit worden beoordeeld:
• Hemoglobine
• Bilirubine (totaal)
• QoL-beoordelingen (FACIT-Fatigue, EQ-5D-5L, SF-12, PGIC en PGIS)
• LDH
• Nood aan transfusies
• Haptoglobine
Achtergrond van het onderzoek
De complement pathway (CP) is betrokken bij vele ziekten die worden aangedreven
door de aanwezigheid van een pathogeen antilichaam; CAgD is een dergelijk
voorbeeld. Complement-remming is bewezen om een veilige en effectieve
behandeling te zijn voor een andere vorm van hemolytische anemie, paroxysmale
nachtelijke hemoglobinurie. Momenteel zijn er goedgekeurde complementremmers
die therapeutisch worden gebruikt voor verschillende indicaties, waaronder
Soliris® (eculizumab), een mAb-targeting C5; Berinert® en Cinryze®, beide
C1-esterase-remmers die uit menselijk plasma zijn gezuiverd; en Ruconest®, een
recombinante vorm van humane C1-esteraseremmers. In tegenstelling tot Soliris
en de C1-esterase remmers, remt BIVV009 alleen de CP door zich specifiek op de
C1s te richten, waardoor de alternatieve complementweg en de lectine complement
pathway beschikbaar zijn voor immuunbewaking. Bovendien wordt verwacht dat
BIVV009 door blokkeren op het niveau van het C1-complex de opwekking van alle
anafylatoxines en opsoninen (bijvoorbeeld C3-fragmenten) voorkomt die
pathologische laesies veroorzaken bij CP-gemedieerde aandoeningen. CAgD is een
auto-immuun hemolytische anemie veroorzaakt door IgM-geïnduceerde
CP-activering, die typisch wordt veroorzaakt door blootstelling aan koude
omgevingstemperaturen of virale infecties (Arthold et al., 2014; Berentsen
2011; Berentsen 2014; Berentsen et al. 2007; Petz 2008; Swiecicki et al.,
2013). CAgD is meestal niet responsief op behandeling met steroïden of
splenectomie en kan alleen onder controle worden gehouden door ondersteunende
maatregelen (vermijden van koude, bloedtransfusies als nodig) en / of
immunosuppressiva, cytotoxische therapieën (bijv. Rituximab met of zonder
fludarabine of bendamustine). Een klinische fase 1b-trial van BIVV009 bij
patiënten met CAgD toonde aan dat het een snelle remissie van anemie kan
teweegbrengen (Jager en Gilbert 2016).
Doel van het onderzoek
Deel A
Primaire doelstelling:
• De primaire doelstelling van deel A is bepalen of toediening van BIVV009
leidt tot een stijging van >= 2 g/dL in de hemoglobinewaarden (Hgb) of de Hgb
doet stijgen tot >= 12 g/dL en bloedtransfusie onnodig maakt tijdens de
behandeling bij patiënten met primaire CAgD die een recente voorgeschiedenis
van transfusie hebben
Secundaire doelstellingen:
Werkzaamheid:
• Het beoordelen van het effect van BIVV009 op klinische voorvallen en
laboratoriumparameters in verband met hemolyse en anemie bij patiënten met
primaire CAgD
• Het beoordelen van het effect van BIVV009 op de kwaliteit van leven (quality
of life, QoL) bij patiënten met primaire CAgD
Veiligheid:
• Het evalueren van de algehele veiligheid en verdraagbaarheid van BIVV009 bij
patiënten met primaire CAgD
Verkennend:
• Het beoordelen van het effect van BIVV009 op specifieke complicaties van CAgD
(acrocyanose, syndroom van Raynaud, hemoglobinurie, en trombo-embolie)
• Het evalueren van het effect van BIVV009 op bepaalde ziektegerelateerde
biomarkers bij patiënten met primaire CAgD
• Het evalueren van de farmacokinetiek van BIVV009
Deel B
Primaire doelstelling:
• De primaire doelstelling van deel B is het evalueren van de veiligheid op
lange termijn en de verdraagbaarheid van BIVV009 bij patiënten met primaire
CAgD.
Secundaire doelstelling:
• De secundaire doelstelling van deel B is het bestuderen van de duurzaamheid
van de respons tijdens langdurige behandeling met BIVV009 bij patiënten met
primaire CAgD.
Onderzoeksopzet
Dit open-labelonderzoek met één groep is opgezet om de werkzaamheid, veiligheid
en verdraagbaarheid van BIVV009 te beoordelen bij patiënten met de
complementgemedieerde aandoening primaire CAgD die een recente voorgeschiedenis
van transfusie hebben.
In de screening/observatieperiode van 6 weken wordt bij prospectieve patiënten
een gedetailleerde medische voorgeschiedenis gedocumenteerd (inclusief de
transfusiegeschiedenis van >= 6 maanden), krijgen zij lichamelijke evaluaties
voor screening, en worden er 3 keer, ongeveer om de 2 weken, bloedstalen
genomen voor kenmerking van CAgD-biomarkers, inclusief Hgb-waarden.
Patiënten kunnen een transfusie(s) krijgen tijdens de
screening/observatieperiode vóór de eerste infusie met onderzoeksgeneesmiddel
als dit medisch aangewezen is volgens de onderzoeker. Het baselinebezoek (en de
eerste infusie van het onderzoeksgeneesmiddel) moet echter ten minste 7 dagen
na de transfusie gebeuren.
Deel A
In de studie worden 20 patiënten met primaire CAgD geregistreerd die een
recente voorgeschiedenis van transfusie hebben, d.w.z. ten minste 1 transfusie
in de laatste 6 maanden vóór de registratie. Geschikte patiënten krijgen een
intraveneuze (i.v.) infusie met BIVV009 gedurende ongeveer 60 minuten op dag 0,
dag 7 en elke 14 dagen daarna tot en met week 25 (d.w.z. dag 21, 35, 49, 63,
77, 91, 105, 119, 133, 147, 161 en 175). Patiënten die een dosis overslaan
(d.w.z. buiten het doseringsvenster of > 17 dagen sinds de laatste dosis)
dienen naar het centrum terug te gaan voor een ongepland bezoek 1 week vóór de
volgende geplande dosis om een bijkomende oplaaddosis te krijgen. Patiënten
leggen in deel A op dag 182 (week 26) een bezoek af voor het einde van de
behandeling (EOT).
Patiënten die tijdens de behandelingsperiode van 6 maanden voldoen aan de
transfusiecriteria in tabel 1 krijgen een transfusie.
Tabel 1: Transfusiecriteria
Een patiënt krijgt in deel A een transfusie als zijn of haar concentratie Hgb
voldoet aan één van de volgende criteria:
• Hgb is < 9 g/dL en de patiënt is symptomatisch, of
• Hgb is < 7 g/dL en de patiënt is asymptomatisch
Na afronding van het EOT-bezoek in week 26 wordt er een responderanalyse
uitgevoerd. De definitie van responder staat in tabel 2.
Tabel 2: Definitie van responder
Een patiënt wordt als een responder beschouwd in deel A als hij of zij geen
bloedtransfusie gekregen heeft vanaf week 5 tot en met week 26 (EOT) en geen
behandeling voor CAgD gekregen heeft buiten wat het protocol toestaat.
Bovendien moet de Hgb-waarde van de patiënt overeenstemmen met een van de
volgende criteria:
• Hgb-waarde is >= 12 g/dL bij het beoordelingseindpunt van de behandeling
(gedefinieerd als de gemiddelde waarde van week 23, 25 en 26), of
• Hgb steeg >= 2 g/dL ten opzichte van de baseline (gedefinieerd als de laatste
Hgb-waarde vóór het toedienen van de eerste dosis onderzoeksgeneesmiddel) bij
het beoordelingseindpunt van de behandeling
Opmerking: Alle patiënten die de studie verlaten na week 5 en vóór het bezoek
van week 23 worden beschouwd als niet-responders.
In het protocol staat een lijst met uitgesloten concomitante medicatie, evenals
toegestane concomitante medicatie met beperkingen. Tijdens deelname aan deze
studie mogen patiënten geen andere therapieën krijgen voor de behandeling van
CAgD behalve de toegestane concomitante medicatie, het onderzoeksgeneesmiddel
en de transfusies. Patiënten die in deel A een andere behandeling moeten
krijgen voor hun CAgD, worden uit de studie gehaald en beschouwd als
niet-responders.
Deel B
Nadat de dosering in de behandelingsperiode van 6 maanden voltooid is, krijgen
patiënten verder BIVV009 toegediend in deel B, de vervolgfase voor veiligheid
op lange termijn en duurzaamheid van de respons. Deel B loopt ongeveer een jaar
na LPO in deel A.
Patiënten krijgen elke 2 weken BIVV009 toegediend zoals in deel A. Als
patiënten afwijken van hun geplande dosering, kan er een herhaling van de
oplaaddosis nodig zijn. Er kunnen in deel B optionele thuisbezoeken gebruikt
worden zodat de patiënt zich minder hoeft te verplaatsen. Maar er worden ~ om
de 3 maanden (minstens) bezoeken aan het centrum afgelegd voor afname van
stalen voor farmacodynamiek (pharmacodynamics, PD) en farmacokinetiek
(pharmacokinetics, PK), en extra veiligheids- en werkzaamheidsmetingen. Stalen
voor PK, PD en antigeneesmiddel-antilichamen (anti-drug antibodies, ADA) worden
6 weken na toediening van de laatste dosis onderzoeksgeneesmiddel genomen bij
patiënten die vroegtijdig stoppen, evenals bij patiënten die een hematologische
doorbraak hebben.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Alle studiedeelnemers: - EKG - Bloedname voorr veiligheid (chemie en hematologie) - Bloedname voor farmacokinetische parameters - Beenmergbiopsie indien nodig - Het onderzoeksgeneesmiddel wordt via i.v. infusie gedurende ongeveer 60 minuten toegediend volgens de handleiding voor de apotheek. Patiënten met onderliggende cardiopulmonale ziekte kunnen een 2 uur durende infusie krijgen mits goedkeuring van de sponsor.
Inschatting van belasting en risico
2.2.4. Potentiële risico's en voordelen
Zoals eerder vermeld, werd een klinisch bewijs van concept voor BIVV009 bereikt
in een fase 1b studie, die de directe stopzetting van hemolyse en snelle
correctie van bloedarmoede heeft aangetoond tijdens de korte behandeling van
patiënten met CAgD.
Het menselijke veiligheidsrisico van off-target effecten van mAb-therapeutica
wordt algemeen beschouwd als laag, en in dit opzicht is BIVV009 geen
uitzondering. Het menselijke veiligheidsrisico van korte termijn remming van
het complement systeem lijkt ook laag te zijn, op basis van de ervaring met
vijf goedgekeurde producten in deze therapeutische klasse. Langdurige,
complementaire remming kan het risico op infectie met ingekapselde bacteriën
verhogen, zoals weerspiegeld in het productetiket voor eculizumab (Soliris),
een remmer van het eindgedeelte van het complement systeem. Dit risico kan
echter worden verminderd met een geschikt programma van profylactische
vaccinaties, die in het ontwerp van deze studie is opgenomen.
De risico's die verband houden met langdurige remming van het proximale
gedeelte van de CP zijn momenteel onbekend. Theoretisch kan het risico op SLE-
of circulerende immuuncomplexen (CIC) -ziekte toenemen door de rol van het
C1-complex bij de vrijmaking van immuuncomplexen, zoals waargenomen bij
patiënten met aangeboren tekortkomingen van C1-complexe componenten (C1q, C1s
en C1r). Farmacologische remming van C1s verschilt echter van aangeboren tekort
aan het C1-complex omdat: 1) aangeboren C1-complexe component-deficiëntie
gewoonlijk geen enkelvoudige genmutaties zijn, maar meestal geassocieerd zijn
met tweede mutaties in andere immuunsysteemgenen; 2) farmacologische remming
van C1s enzymatische functie in het C1-complex laat de niet-enzymatische
functie van C1q, die belangrijk is voor de opsonisatie en fagocytische
verwijdering van apoptotische cellen die beschermt tegen auto-immuniteit,
intakt; en 3) het fenotype geassocieerd met levenslange, vaak onzekere totale
afwezigheid van C1 complexe structuur en functie is waarschijnlijk niet
gereproduceerd door farmacologisch antagonisme van C1 enzymatische functie bij
volledig ontwikkelde volwassenen. Niettemin zijn standaard klinische biomarkers
met betrekking tot SLE (bijv. Antilichamen tegen dubbelstrengs DNA [dsDNA]) in
het studieontwerp opgenomen als veiligheidsmaatregelen.
Het totale risico / batenbalans voor deelnemers aan studie BIVV009-03 is
gunstig op basis van de beschikbare data tot nu toe.
Publiek
Second Avenue 225
Waltham MA 02451
US
Wetenschappelijk
Second Avenue 225
Waltham MA 02451
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Volwassen mannen en vrouwen van >= 18 jaar bij screening
2. Lichaamsgewicht van >= 39 kg bij screening
3. Bevestigde diagnose van primaire CAgD op basis van de volgende criteria:
a. Chronische hemolyse,
b. Positieve polyspecifieke directe antiglobulinetest (DAT),
c. Monospecifieke DAT sterk positief voor C3d,
d. Koude-agglutininetiter >= 64 bij 4*C,
e. IgG DAT <= 1+, en
f. Geen openlijk maligne ziekte
4. Voorgeschiedenis van ten minste één gedocumenteerde bloedtransfusie in de 6
maanden vóór registratie
5. Concentratie hemoglobine <= 10,0 g/dL
6. Concentratie bilirubine boven het normale referentiebereik
7. Concentratie ferritine binnen de normale referentiebereiken tenzij buiten
normaal bereik en niet klinisch
significant geacht door de onderzoeker (of afgevaardigde)
8. Aanwezigheid van één of meer van de volgende CAgD-gerelateerde tekenen of
symptomen binnen 3 maanden vóór de screening:
a. Symptomatische anemie gedefinieerd als:
i. Vermoeidheid
ii. Zwakte
iii. Kortademigheid
iv. Hartkloppingen, snelle hartslag
v. Licht gevoel in het hoofd, en/of
vi. Pijn op de borst
b. Acrocyanose
c. Syndroom van Raynaud
d. Hemoglobinurie
e. Invaliderende symptomen van de bloedsomloop, en/of
f. Groot negatief vasculair voorval (inclusief trombose)
9. Beenmergbiopsie binnen 6 maanden vóór de screening zonder openlijk bewijs
van lymfoproliferatieve ziekte of andere hematologische maligniteit. Er is een
extra beenmergbiopsie nodig als de opdrachtgever vindt dat het eerdere beenmerg
niet geschikt is voor analyse.
10. Vaccinaties voor ingekapselde bacteriële pathogenen (Neisseria meningitis,
Meningitis B, Haemophilus
influenzae en Streptococcus pneumoniae) binnen 5 jaar vóór registratie of zoals
gespecifieerd in Bijlage B.
11. Adequate i.v. toegang
12. Vrouwen moeten postmenopauzaal zijn, chirurgisch gesteriliseerd zijn, of
reeds zeer doeltreffende
anticonceptiemethodes gebruiken (>= 3 maanden vóór de screening) en akkoord gaan
dezelfde anticonceptie te
blijven gebruiken tijdens de hele studie en nog gedurende 6 weken na toediening
van de laatste dosis
onderzoeksgeneesmiddel
13. Mannen moeten minstens 90 dagen chirurgisch gesteriliseerd zijn, of als ze
seksueel actief zijn, ermee
akkoord gaan om met een vruchtbare vrouwelijke partner zeer doeltreffende
anticonceptie te gebruiken vanaf dag
0 tot 6 weken na toediening van de laatste dosis onderzoeksgeneesmiddel
14. In staat zijn om geïnformeerde toestemming te begrijpen en te geven
15. In staat zijn de studieverplichtingen na te leven en alle
protocolgerelateerde
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Koude agglutinine syndroom secundair aan infectie, reumatische ziekte, of
actieve hematologische maligniteit
2. Klinisch relevante infectie van gelijk welke soort binnen één maand vóór
registratie (bijvoorbeeld actieve hepatitis C, pneumonie)
3. Klinische diagnose van systemische lupus erythematosus (SLE); of andere
auto-immuunstoornissen met antinucleaire antilichamen bij de screening.
4. Positief hepatitispanel (inclusief hepatitis B-oppervlakte-antigeen en/of
hepatitis C-virus-antilichaam) vóór of bij de screening
5. Positieve antilichamen voor humaan immunodeficiëntievirus (hiv) bij de
screening
6. Behandeling met rituximab als monotherapie binnen 3 maanden of
combinatietherapieën met rituximab (bijvoorbeeld met bendamustine, fludarabine,
ibrutinib of cytotoxische geneesmiddelen) binnen 6 maanden vóór registratie
7. Gelijktijdige behandeling met andere corticosteroïden dan een stabiele
dagelijkse dosis equivalent aan <= 10 mg/dag prednison gedurende de 3 voorgaande
maanden
8. Erytropoëtinetekort. Gelijktijdige behandeling met erytropoëtine is
toegestaan als de patiënt in de laatste 3 maanden een stabiele dosis gekregen
heeft.
9. Gelijktijdig gebruik van ijzersupplementen tenzij de patiënt sinds minstens
4 weken een stabiele dosis neemt.
10. Klinisch significante medische voorgeschiedenis of nog aanwezige chronische
ziekte die de veiligheid van de patiënt in het gedrang kan brengen of die de
kwaliteit van de gegevens die uit zijn/haar deelname aan deze studie afgeleid
worden, kan aantasten (bepaald door de onderzoeker [of afgevaardigde]) bij de
screening
11. Gelijktijdige behandeling met andere experimentele geneesmiddelen of
deelname aan een ander klinisch onderzoek met een experimenteel geneesmiddel
binnen 30 dagen of 5 halfwaardetijden, naargelang wat langer is, vóór het
starten van de behandeling
12. Vrouwen die zwanger zijn, borstvoeding geven, of vruchtbaar zijn, worden
mogelijk onbetrouwbaar geacht inzake anticonceptiepraktijk
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-003538-10-NL |
CCMO | NL63736.018.17 |