Het doel van dit onderzoek is om de effectiviteit van de behandeling met intermitterend, hoge dosis sunitinib (één keer per 2 weken) te bestuderen bij patiënten met recidief glioblastoom. Hierbij zal de werking van sunitinib worden vergeleken met de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Zenuwstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd NEG
- Zenuwstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire onderzoeksvariabele is het effect van intermitterend, hoge dosis
sunitinib op de progressie-vrije overleving bij 6 maanden (PFS-6) in
vergelijking met lomustine.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire onderzoeksvariabelen zijn:
1. Het effect van intermitterend, hoge dosis sunitinib op de totale overleving
(OS) in vergelijking met lomustine.
2. Het bepalen van de radiologische, objectieve response rate.
3. Het evalueren van toxiciteit en bijwerkingen.
4. Het evalueren van patiënt-georiënteerde criteria: corticosteroid gebruik en
kwaliteit van leven.
5. Het exploreren van de waarde van tumormarkers voor response predictie.
6. Het onderzoeken van de invloed van de MGMT methyleringsstatus op response
met sunitinib.
Achtergrond van het onderzoek
Jaarlijks krijgen 5 tot 7 op de 100.000 mensen te horen dat zij een hersentumor
hebben. In meer dan de helft van de gevallen betreft dit een glioblastoma
multiforme (GBM). Door een combinatie van een resectie, radiotherapie en
chemotherapie wordt het GBM voor een beperkte tijd onder controle worden
gehouden. Toch ontwikkelen vrijwel alle patiënten uiteindelijk een recidief.
Wanneer dit het geval is, zijn er weinig werkzame behandelingen meer mogelijk.
Slechts 36% van alle patiënten met een GBM is na 1 jaar nog in leven. Het is
van groot belang dat nieuwe behandelingen, zoals bijvoorbeeld met nieuwe
medicijnen, worden onderzocht in de hoop dat de overleving voor deze patiënten
kan worden verbeterd.
Wij hebben een nieuwe behandelingsmethode gevonden waardoor sunitinib veel
effectiever kan worden ingezet om tumorgroei te remmen. Sunitinib is van
origine een remmer van de angiogenese. Het aanmaken van nieuwe bloedvaten
speelt een belangrijke rol bij de vorming en groei van het GBM. Sunitinib wordt
momenteel succesvol ingezet in de behandeling van o.a. het niercelcarcinoom
door dagelijks een dosering te geven. Wij hebben recent gevonden dat sunitinib
zeer effectief kan werken als het minder vaak, maar in een hogere dosering
wordt gegeven. In een fase-I/II klinisch trial bleek dat intermitterend
sunitinib in hoge dosering werkzaam is bij 63% van de patiënten solide tumoren,
die ongevoelig waren geworden voor alle beschikbare standaardbehandelingen. Ook
bleek het optreden van bijwerkingen vergelijkbaar aan de standaarddosering, met
als meest voorkomende bijwerkingen een hypertensie, vermoeidheid, misselijkheid
en braken, diarree en mucositis.
Op basis van deze resultaten willen wij middels deze studie bij patiënten met
een recidief GBM onderzoeken of een schema met intermitterend, hoge dosis
sunitinib effectief is.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om de effectiviteit van de behandeling met
intermitterend, hoge dosis sunitinib (één keer per 2 weken) te bestuderen bij
patiënten met recidief glioblastoom. Hierbij zal de werking van sunitinib
worden vergeleken met de werking lomustine, dat momenteel als standaard
tweedelijns behandeling wordt gebruikt bij patiënten met een recidief GBM.
Tijdens en na de behandeling besteden we extra aandacht aan de veiligheid,
toxiciteit en de bijwerkingen die kunnen optreden. Tot slot onderzoeken wij het
effect van de behandeling op de kwaliteit van leven bij deze patiënten en hun
partners, door middel van vragenlijsten die hier speciaal voor zijn ontwikkeld.
Onderzoeksopzet
Het betreft een multicenter, open-label, fase II/III studie in het VUmc, UMCG
en Radboud UMC voor patiënten met een recidief GBM. Via randomisatie (1:1)
zullen de patiënten worden verdeeld over twee behandelgroepen. Patiënten in de
experimentele arm zullen behandeld worden met sunitinib, 700 mg 1x/2 weken.
Patiënten in de controlegroep worden behandeld met lomustine, 110 mg/m2, 1x per
zes weken. Om aan te kunnen tonen dat sunitinib een verbetering in
progressie-vrije overleving geeft met 3 maanden, zijn in totaal 100 patiënten
(50 per arm) nodig. Response evaluatie vindt elke 6 weken plaats middels een
MRI van de hersenen volgens een uniform protocol. Gedurende de behandeling
zullen patiënten nauwkeurig worden onderzocht op bijwerkingen en zal elke 6
weken gevraagd worden aan de patiënten en hun partners om twee *kwaliteit-
van-leven* vragenlijsten in te vullen. De behandeling gaat door tot aan
progressie of onacceptabele toxiciteit.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten in de experimentele arm zullen behandeld worden met sunitinib, 700 mg oraal, 1x per 2 weken. Patiënten in de controlegroep worden behandeld met lomustine, 110 mg/m2 oraal, 1x per zes weken.
Inschatting van belasting en risico
De meest voorkomende bijwerkingen van sunitinib (vastgesteld bij minstens 10%
van de patiënten) in klinische studies waren hoge bloeddruk, vermoeidheid,
diarree, misselijkheid, braken, ontsteking van het mondslijmvlies,
haarveranderingen, huidveranderingen (gelige verkleuring, rode huiduitslag,
hand-voet huidreactie), ontsteking van de slokdarm of maagwand,
smaakverandering en verlies van eetlust.
Publiek
Geert grooteplein zuid 10
Nijmegen 6525GA
NL
Wetenschappelijk
Geert grooteplein zuid 10
Nijmegen 6525GA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Ingevuld Informed Consent formulier voorzien van handtekening en datum.
2. Histologisch bevestigd primair of secundair glioblastoom met eerste
progressie, minimaal 3 maanden na radiotherapie.
3. Niet meer dan één lijn chemotherapie (concomitant en adjuvant temozolomide).
Chemotherapeutische behandeling is minimaal 4 weken vooraf aan randomisatie
afgerond.
4. Patiënten mogen een operatie hebben ondergaan voor het recidief. Indien
geopereerd, zijn restlaesies of meetbare ziekte niet noodzakelijk na resectie,
maar dient de operatie wel het recidief te hebben bevestigd.
5. Geen radiotherapie, stereotactische bestraling of brachytherapie als
behandeling voor recidief.
6. Patiënten moeten een Karnofsky score van >= 70% hebben.
7. Patienten dienen adequate beenmerg-, nier- en leverfuncties te hebben. Dit
wordt binnen 7 dagen voor de start van onderzoeksbehandeling bepaald:
a. Hemoglobine >= 7.0 mmol/L
b. Neutrofielen >= 1.5 x 109/L
c. Thrombocyten >= 100 x 109/L
d. ALAT en ASAT <= 2.5 x ULN
e. Serum creatinine eGFR >= 50 ml/min
f. Albumine >= 25 g/L
8. Leeftijd >= 18 jaar
9. Fertiele mannelijke en vrouwelijke patiënten moeten anticonceptiemiddelen
gebruiken gedurende en drie maanden na het staken van studiemedicatie.
10. Patiënten moeten orale medicatie kunnen slikken.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Aanwijzingen voor significante onbehandelde ziektes, zoals cardiovasculaire
aandoeningen (inclusief beroerte, NYHAC klasse III of IV hartziekten,
myocardinfarct in de afgelopen 6 maanden, instabiele arythmieën, klinisch
relevante hartkleplijden en instabiele angina pectoris); zenuwstelsel
aandoeningen, longaandoeningen (inclusief obstruerende long aandoeningen of een
voorgeschiedenis met symptomatische bronchospasmes), nierziekten, hepatische,
endocriene en gastro-intestinale aandoeningen; of een serieuze,
slecht-/niet-genezende wond of fractuur.
2. Patiënten met een eerder behandelde (< 5 jaar) of tweede maligniteit.
3. Eerdere radiotherapie van het abdomen of de longen of meer dan 3 vertebrae.
(Minder dan 3 vertebrae wordt als een klein bestralingsveld gezien, waarbij
inclusie op individuele basis door de PI wordt besloten.)
4. Hypertensie ondanks adequate behandeling met anti-hypertensiva. De bloeddruk
moet <= 160/95 mmHg te zijn bij screening bij een stabiele anti-hypertensieve
behandeling. Bloeddruk moet stabiel zijn bij tenminste twee aparte metingen.
5. Bekende actieve bacteriële, virale, mycotische, mycobacteriële of andere
infecties (inclusief HIV en atypische mycobacteriële ziektes, maar exclusief
schimmelinfecties van het nagelbed).
6. Initiële MRI-scan van de hersenen die intratumorale bloeding(en) laat zien,
behalve stabiele post-operatieve graad I bloedingen.
7. Bekende overgevoeligheid voor sunitinib of zijn afbraakproducten.
8. Aanwezigheid van een neurologische of psychiatrische aandoening die de
compliance van de patiënt kan beïnvloeden.
9. Gebruik van orale of parenterale anticoagulantia of thrombolytica voor
therapeutische (in tegenstelling tot profylactische) doeleinden.
10. Gebruik van sterke leverenzym-inducerende anti-epileptica, zoals
carbamazepine, fenobarbital en fenytoïne. Indien een patiënt één of meer van
deze specifieke anti-epileptica gebruikt, dient deze voor start van de
studiebehandeling omgezet te worden naar een anti-epilepticum dat geen
interactie heeft met cytochroom P450 (CYP450), zoals levetiracetam.
10. Drugs of alcohol abusus.
11. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.
12. Aanwijzingen voor een ziekte of aandoening die invloed kan hebben op de
compliantie met het protocol of op de interpretatie van onderzoeksresultaten of
waardoor de patiënt een verhoogd risico heeft op behandelcomplicaties.
13. Indien patiënt niet bereid is om zich te houden aan de studie- en follow-up
procedures.
14. Klinisch relevante voorgeschiedenis met leverziekten, inclusief virale of
andere hepatitiden, huidige alcoholabusus of cirrose.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2016-001797-15-NL |
CCMO | NL57648.029.16 |